Hoofdstuk 27
Het zou minder moeilijk worden om binnen te komen dan Nate had gedacht. De omheining mocht dan hoog zijn en diep ingegraven, het was doorsnee harmonicagaas. Bovendien hielden maar twee bewakers de wacht, die slechts af en toe het huisje uit kwamen om op ronde te gaan. Als hij Paradise van de andere kant naderde, vanaf de bergen, zou hij uitkomen achter de Verlichtingshal, buiten hun blikveld. Hij zou dan ook dichter bij de plek zijn waar hij heen wilde. Het enige wat hij hoefde te doen was het ijzer aan de onderkant doorknippen, eronderdoor glippen, het weer terugbuigen en er wat zand overheen schuiven om de beschadiging te verbergen.
Naar verluidt had Ethan wapens, wat betekende dat hij meer riskeerde dan een afranseling. Hoewel de verleiding groot was geweest, had hij zijn pistool niet meegebracht. Zonder zou hij hen sneller kunnen overtuigen dat hij simpelweg een wraakzuchtige echtgenoot was die vastbesloten was om zijn vrouw terug te krijgen. Als hij dan werd betrapt, werd misschien niet de hele operatie verknald.
Al was hij niet van plan te worden betrapt. Deze keer was hij hier niet om een scène te schoppen. Hij wilde Rachel alleen spreken, zich ervan verzekeren dat alles in orde was, horen wat ze tot nu toe had ontdekt en besluiten hoe hij haar het best kon steunen. Maar bovenal wilde hij haar gewoon zien.
Hij nam een wijde bocht, bleef staan, haalde de nachtkijker uit zijn rugzak en tuurde naar Paradise. In een kennel niet ver bij de Verlichtingshal vandaan drentelden twee honden op en neer. Ze waren hem al opgevallen toen hij hier eerder was, maar hij was ze weer vergeten. Op deze afstand leken ze hem niet op te merken, of ze hadden geen interesse, maar als hij dichterbij kwam zouden ze hem opmerken, en hij kon het niet gebruiken dat ze kabaal gingen maken.
Nadat hij had gecontroleerd of er nog meer hindernissen waren, besloot hij via een andere route binnen te dringen, bij de tuin. Weliswaar zou hij langs vrijwel alle tenten moeten, maar hij zou snel de kaasfabriek bereiken, die op dit uur verlaten moest zijn. De meeste mensen gingen naar bed. Als hij zich gedroeg alsof hij hier thuishoorde, zouden ze misschien denken dat hij van de bewaking was, die ook in camouflagepakken liep.
Als dat niet werkt, zou hij weer ruzie moeten zoeken. Zijn beurse kaak bewegend kromp hij ineen bij de gedachte.
Hij verzamelde de spullen die hij nodig zou hebben, verstopte de rest achter wat rotsblokken en klauterde omlaag. Zijn kleren waren vrijwel zeker dik genoeg om hem te beschermen wanneer hij onder het hek door kroop. Maar hij zou zijn jack moeten wegmoffelen wanneer hij er eenmaal door was. Met deze warmte droeg niemand een jas, en hij kon het zich niet veroorloven uit de toon te vallen.
Hoe hij vervolgens het gebouw in moest komen was hem nog een raadsel. Het leek hem sterk dat het afgesloten was. Ze woonden achter een hoge omheining met bewapende bewakers. Waarom zouden ze de deuren dan ook nog op slot doen? Als het wél afgesloten was, zou hij moeten inbreken. Geen punt. Hoopte hij.
De bodem rond het hek was net zo hard als overal in de woestijn. Gesmoord vloekend om de scherpe punten die in zijn knieën sneden toen hij knielde, knipte hij met de draadschaar een doorgang. Hij boog het metaal open en schoof er op zijn rug onderdoor, zodat hij niet zou blijven haken aan een scherp uitsteeksel.
Eenmaal aan de andere kant zag hij dat de schade meer opviel dan hij had verwacht. Hij overwoog het gat te repareren, in elk geval oppervlakkig, maar het feit dat het bijna elf uur was en de meeste mensen zich in hun tent hadden teruggetrokken, overtuigde hem ervan dat het veilig was ermee te wachten.
Hij boog het ijzer zo ver mogelijk terug, zette het basketbalpetje op dat hij in zijn zak had en trok zijn jack en handschoenen uit.
In het voorbijgaan hoorde hij beweging en stemmen vanuit de tenten. Hij bleef zo veel mogelijk in de schaduw, boog zijn hoofd en liep doelbewust verder. Niemand leek hem op te merken – tot hij achter de kaasfabriek het plein op liep en een stel hem hand in hand tegemoetkwam. Hij probeerde erlangs te snellen, maar de man greep hem bij zijn arm. ‘Hé, kennen we jou?’
De Verlichtingshal was uitgestorven. De keuken, waar ze op haar tenen doorheen was gelopen, was opgeruimd en schoongemaakt. De zaal waar ze was gedoopt en geïnitieerd was leeg, net als de eetzaal en Ethans kantoor. Inmiddels was ze terug op de bovenverdieping, in een dubbele suite die Ethans privévertrek moest zijn. De geur van zijn aftershave was hier sterker, en over een stoel hing een van zijn gewaden.
Bij de deur aarzelde ze even. Ze spitste haar oren op het geluid van voetstappen. Toen verzamelde ze haar moed en liep naar binnen. Twee slaapkamers en een badkamer. De eerste slaapkamer, onmiskenbaar die van Ethan, was het meest luxueus. Ook de tweede zag er bewoond uit, maar ze wist pas zeker dat hij van Bart was toen ze zijn djellaba in de kast zag hangen.
Ethan hield zijn beveiligingschef dichterbij dan ze had verwacht. Maar misschien was hij paranoïde. Misschien had hij zoveel gruwelijke dingen gedaan dat hij terecht paranoïde was…
Onder Bartholomews gewaden lag een gitaar. In de dozen op de planken boven de stang zaten fotoboeken uit zijn jeugd. Hoewel Rachel nieuwsgierig was en ze wilde bekijken – ze kon zich niet voorstellen dat Bartholomew ooit een kind was geweest – durfde ze er de tijd niet voor te nemen, niet nu Ethan en hij elk ogenblik konden terugkomen.
Ze schoof de albums terug op hun plaats en stak haar hoofd om de deur van de badkamer, maar er lag niet eens een washandje dat kon suggereren dat hij hier onlangs nog was geweest. Waarom gebruikte hij hem niet?
‘Interessant,’ mompelde ze, en ze ging door naar de derde kamer, die duidelijk niet werd bewoond.
Toen ze eenmaal een overzicht had van de suite en ervan overtuigd was dat er niemand was, richtte ze zich op Ethans vertrek. Ze doorzocht zijn garderobe en ladekast en vond al snel drugsparafernalia – een pijp en een zakje met vermoedelijk meth. Ze zou hem kunnen aangeven, maar daarmee zou hij niet lang uitgeschakeld zijn.
De ingang naar Ethans badkamer zat vlak naast de ladekast. Ze keek naar de smaakvolle wastafels, de marmeren vloer en de gigantische douchecabine van helder glas. Het oppervlak was haast even groot als zijn slaapkamer, maar in de laden zaten de doorsnee toiletspulletjes.
Toen drong het tot haar door: er zaten twéé tandenborstels in de houder.
Ze streek over de haren. Ze waren allebei nat.
Ik vroeg me af of je nog naar bed kwam…
Het had geklonken als een gesprek van een getrouwd stel, maar ze had er geen aandacht aan besteed. Bart was Ethans lijfwacht. Het was logisch dat ze bij elkaar in de buurt bleven. Maar… die tandenborstels wekten de vraag hoe dichtbij precies.
‘Nog meer geheimen dan ik al dacht?’ fluisterde ze. Als Ethan op mannen viel, zou het behoorlijk ironisch zijn dan hij een kerk leidde die net als de meeste andere joods-christelijke religies afwijzend stond tegenover homoseksualiteit.
Bij het horen van een geluid verstarde ze. Ze had Ethans meth in de zak van haar djellaba gestoken, blij dat ze in elk geval íéts illegaals had aangetroffen, al was het niet het soort bewijs dat ze nodig had. Nu wenste ze dat ze het had laten liggen. Ze wilde niet in zijn badkamer betrapt worden met zijn drugs. Daarmee konden ze aantonen dat ze had rondgesnuffeld, en ze zou geen gebruik meer kunnen maken van haar smoes: dat ze alleen naar hem op zoek was geweest om over haar bekering te praten of over de toestand met haar man.
Koortsachtig luisterend sloop ze door de slaapkamer naar de gang. Het bleef stil, maar ze was er vrij zeker van dat er iemand binnen was gekomen. Was Ethan terug? Was hij op weg naar bed?
De stilte werd verbroken door gekraak. Het kwam van de trap, maar het was te donker om iemand te zien. Moest ze de drugs terugleggen en maken dat ze wegkwam?
Het tweede knerpgeluid overtuigde haar. Er kwam inderdaad iemand naar boven. Als ze niet snel was, zou ze vastzitten.
Ze slikte en bewoog zo geruisloos mogelijk verder. Flarden van het gesprek met Nate galmden door haar heen terwijl haar hartslag versnelde. Ze mocht niet Ethans volgende slachtoffer worden. Help me, bad ze, help me alsjeblieft om het te halen.
Eenmaal terug in haar eigen kamer liet ze haar ingehouden adem ontsnappen. We ze ook had gehoord, het moest haar verbeelding zijn geweest, versterkt door haar angst, want voor zover ze kon bepalen was ze nog steeds alleen.
Het volgende moment werd ze van achteren vastgegrepen en klemde iemand een hand om haar mond.
Het verbaasde Bart dat hun huishoudster, Maxine Maynard, hem op stond te wachten bij de ingang naar de mijn. Ze hadden vanavond geen openbare rituelen gehouden. Het was een bijeenkomst voor uitsluitend de gidsen geweest. Dus waarom was ze niet om tien uur vertrokken, zoals gebruikelijk? Wat deed ze hier om bijna twee uur in de nacht?
‘Verhevene!’ Er verscheen een opgeluchte uitdrukking over haar gezicht zodra ze Ethan herkende in de groep die de metalen trap op kwam, maar Bart onderschepte haar haastig. Ethan was niet goed bij zinnen. Hij zou niet in staat zijn iets samenhangends uit te brengen. Als er een probleem was, wilde Bart niet eens dat hij het te horen kreeg. Wanneer hij er zo aan toe was, viel niet te voorspellen hoe hij zou reageren, hoe lastig het zou zijn hem naar bed te krijgen en de belangrijke beslissingen aan Bart over te laten.
‘Wat is er, zuster?’ vroeg hij terwijl hij haar opzij manoeuvreerde.
Ze fronste, duidelijk teleurgesteld dat ze niet de gelegenheid kreeg haar geliefde leider aan te spreken. ‘Ik heb iets gezien waar ik me zorgen om maak.’
‘Wat dan?’
Even leek ze te aarzelen. Het ontbrak Bart aan Ethans charisma, zijn soepele omgang met mensen, en ze toonden vaak hun voorkeur voor Ethan. Maar Bart had een scherper verstand, nam wijzere besluiten. Langzaam leken de sekteleden het gedeelde leiderschap te accepteren. Zo ook Maxime, die na haar aanvankelijke weerstand begon te praten.
‘Eerst dacht ik dat ze gewoon onrustig was of dat ze naar Ethan zocht, maar… Zoals ze rondsloop… Ik weet gewoon dat ze aan het snuffelen was.’
Gelukkig had broeder Titherington Ethan net binnen de metalen deur op de overloop aangeklampt.
De gidsen stonden te lachen, waarschijnlijk om een grapje over de straf die ze zojuist aan Martha hadden uitgedeeld. Ethan had de activiteiten van vanavond in de vorm van een exorcisme gegoten. Hij had gezegd dat de duivel bezit had genomen van Martha’s ziel en haar tot haar daden had aangezet, wat een vrijbrief was om nog gewelddadiger te zijn dan anders. Het was uitzonderlijk indrukwekkend geweest – tot de drugs Ethans prestaties waren gaan beïnvloeden. Wanneer hij nuchter was, was hij schitterend. Maar hij was steeds minder vaak nuchter. Bart wist niet goed wat hij daaraan moest doen, als dat al aan hem was.
In de hoop te voorkomen dat Ethan Maxine opmerkte, trok hij haar verder opzij, tussen de rekken levensmiddelen. Zodra de andere gidsen voorbij waren en alleen Ethan en Titherington nog binnen stonden, sloot hij de deur van de mijn. De klamheid van de mijn waar ze net uit waren gekomen, hing nog in zijn kleren, maakte de lucht in de opslagruimte muf en dik. ‘Je staat te raaskallen,’ fluisterde hij. ‘Wie is er aan het snuffelen?’
‘Het werktuig!’
‘Rachel Mott?’
‘Ja. Ik kon niet slapen, dus ik wilde nog wat gaan breien. Maar toen bedacht ik dat ik mijn spullen had laten liggen. Ik liep net terug naar de Verlichtingshal om ze te halen toen ik haar Ethans kantoor in zag glippen. Ik ben bijna naar de bewakers gestapt. Maar… Ik was bang dat de Verhevene boos zou worden als ik er iemand anders bij betrok. Dus ik heb me in de gang verstopt en daar gewacht. En gekeken.’
‘En?’
‘Ze doorzocht zijn bureauladen. Ik hoorde ze open- en dichtschuiven. Daarna ging ze naar boven, de suite in.’
‘Míjn suite? De vertrekken van de Verhevene?’
‘Ja.’
‘Wat heeft ze daar gedaan?’
‘Geen idee. Ik durfde niet te dichtbij te komen. Er is geen nis voor die deur, zoals bij zijn kantoor.’
Meteen dacht hij aan Ethans drugs. Wat zou Rachel nog meer kunnen vinden in de slaapkamer? Bewijs van hun relatie? Misschien. Maar hij begreep niet waar Rachel überhaupt naar op zoek kon zijn. Wat voerde ze in haar schild? Had hij dan toch gelijk over haar? Hij had C.J. onder druk gezet om haast te maken met het kraken van Nates laptop, maar de man was niet half zo goed als ze hadden aangenomen, of het apparaat was zwaarder beveiligd dan gemiddeld. ‘Is ze er nu nog?’
Er werd van binnenuit tegen de deur geduwd, maar hij reageerde niet. Hij had nog een paar seconden voor Titherington en Ethan zouden beseffen dat hij op slot zat.
‘Misschien wel. Zodra ik haar naar binnen zag gaan, ben ik hierheen gekomen.’
Barts bloed stolde in zijn aderen. Als iemand als Maxine een raar gevoel had bij wat er speelde, wist hij dat er reden was tot zorg.
‘Hé!’ riep Ethan. ‘Doe verdomme open!’
Geschokt omdat hij niet meteen gehoorzaamde, staarde Maxine hem aan.
‘De Verhevene slaapt al een poosje niet zo goed,’ legde hij uit. ‘Hij mag dit nu niet horen, dan wordt hij alleen maar onrustiger. We weten toch allebei dat hij het mij zou laten afhandelen.’
Ze knikte. ‘Zal ik gaan kijken of ze er nog is? Haar ermee confronteren?’
‘Bart! Ben je weg?’ riep Ethan. ‘Waar ben je? Dit is niet grappig!’
‘Hé!’ viel Titherington hem bij. ‘Is daar iemand? Laat ons eruit!’
‘Luister, we doen het als volgt.’ Bart pakte Maxine bij haar arm en trok haar naar zich toe om zijn instructies in haar oor te fluisteren. Het mocht dan niet gelukt zijn Nates bestanden te openen, misschien was er een andere manier om uit te dokteren wie de Motts precies waren en wat ze wilden. Als hij het slim genoeg aanpakte, kon hij het misschien af zonder Ethan te alarmeren, of de twee gidsen die te stoned waren om naar hun tent terug te lopen en in de logeerkamers op de tweede verdieping zouden overnachten.
Pas toen Maxine verdwenen was, deed hij de deur open.
‘Wat heb jij in godsnaam? Waarom sluit je ons op?’ brieste Ethan.
‘Je verdiende loon voor je gedraal,’ zei hij. ‘Ik ben moe, en het is mijn taak af te sluiten en het terrein te inspecteren.’
Als hij niet high was geweest, was Ethan misschien kwaad geworden om zijn antwoord, maar hij was te ver heen om zich op te winden. En Titherington wist wel beter dan ergens over te klagen. Na Joshua was hij Barts minst favoriete gids. Joshua was even jong en aantrekkelijk als Ethan, maar zijn geweten begon op te spelen, en daardoor zou hij uiteindelijk een risico gaan vormen.
Er was zoveel om rekening mee te houden als je een kamp van dit formaat leidde, dacht Bart met een zucht. Het was de meest intrigerende schaakpartij die hij ooit had gespeeld. Maar een eventuele maatregel tegen Joshua zou moeten wachten. Vannacht had hij de kans de koningin te slaan.