Hoofdstuk 11
Rachel had de indruk dat deze ontmoeting minder onopzettelijk was dan de man haar wilde doen geloven. Aan het teken op zijn voorhoofd – een C met een streepje erdoor – zag ze dat hij sektelid was. Waarschijnlijk had hij hun auto zien staan. Anders was het wel heel toevallig dat hij hier ronddwaalde zonder ook maar een fles water bij zich.
Het was duidelijk dat hij zich veel beter op zijn gemak voelde dan zij, want hij was dichter bij huis. Het was ook duidelijk dat hij er niet blij mee was dat ze hier rondsnuffelden. Niet dat ze had verwacht dat de inwoners van Paradise daar gelukkig mee zouden zijn, maar omdat Nate en zij de hele middag niemand waren tegengekomen, had ze aangenomen dat de kust veilig was. Tot ze tot haar schrik deze man op de richel had zien staan terwijl ze terug sjokte.
Hij was achter in de veertig, en het enige wat hij aanhad was een paar leren sandalen en een handgemaakte harembroek. Het was alsof hij zo uit een Bijbels tafereel was gestapt.
‘Wat doe je hier?’ vroeg hij. Hij was lang en graatmager. Er groeiden maar een paar grijze haartjes op zijn zonverbrande borst, en hij had een lui oog dat naar links afdreef.
Met een opgewekte glimlach richtte ze zich op zijn haakneus, om niet door zijn ogen te worden afgeleid. ‘We zijn op expeditie. Mijn man en ik zijn nieuw hier. We zijn hier gisteren komen wonen.’
‘Komen wonen? Waar dan?’
Onbewust keek ze hem aan. Vlug knipperde ze met haar ogen en vestigde ze haar aandacht weer op het midden van zijn verweerde gezicht. ‘In Portal.’
‘Juist ja.’ Hij krabde door zijn verwilderde grijze baard terwijl hij Nate aan zag komen. ‘Dat is je man?’
‘Ja, dat is Nate.’
‘Wat zoeken jullie?’
Hoewel hij op beleefde toon sprak, voelde ze dat hij boos was. ‘We willen wat mooie opnamen maken. Mijn man is natuurfotograaf.’
‘Een forse vent voor een fotograaf.’
‘Wat heeft zijn uiterlijk met zijn werk te maken?’
‘Hij ziet er meer uit als een soldaat, een sporter of een lijfwacht.’
‘Eigenlijk is hij betonstorter. Maar dat is zo’n zwaar beroep. Hij heeft rugklachten gekregen en wil graag een ander vak leren voor we kinderen krijgen. We hopen dat de foto’s die we hier nemen hem een eindje op weg helpen.’
‘Je zegt dat hij natuurfoto’s maakt?’
‘Ja.’
‘Heb je misschien iets… bijzonders gezien dat jullie hierheen komen?’
In de opgelaten stilte die viel hoorde Rachel Nates voetstappen naderen. ‘Niet echt,’ zei ze. ‘We wilden vandaag gewoon een beetje de omgeving verkennen. We zouden graag een ocelot voor de lens krijgen, maar ik weet dat dat niet zomaar lukt.’
Hij leek naar Nate te kijken, maar door het luie oog was dat lastig te bepalen. ‘Voor het donker komen die niet tevoorschijn. Het zijn nachtdieren.’
‘Mooi dan dat ik daar vandaag niet op uit ben,’ zei Nate terwijl hij bij hen kwam staan.
‘Ik garandeer je dat je er in Paradise nooit een zult vinden.’
Ze konden er alleen wel eens iets veel gevaarlijkers aantreffen. Rachel was er vrij zeker van dat hij zich daar zorgen om maakte. Ze had het gevoel dat hij heel goed wist dat ze meer aandacht hadden gehad voor het kamp dan voor het landschap. Op een of andere manier had hij hen in de gaten gehouden.
Waren de sekteleden nog minder sociaal tegenover buitenstaanders dan ze had aangenomen? Met hun introducties schiepen ze een sfeer van warmte en gastvrijheid, maar ze vermoedde dat dat slechts een kunstige illusie was.
‘Is dat de naam van dat plaatsje dat we zagen?’ vroeg ze. ‘We snapten het al niet. Volgens de kaart is het een spookstad, maar er staan allerlei tenten en gebouwen en we –’
‘Die tenten en gebouwen vormen een speciaal oord,’ onderbrak hij haar. ‘Een soort Zion voor eenieder die een toevluchtsoord zoekt.’
Nate verschoof zijn petje. ‘Zion? Is het een religieuze groep?’
De oudere man bleef door zijn baard strijken en hen opnemen, maar hij gaf niet direct antwoord. Uiteindelijk zei hij: ‘Het is een thuis voor mij en mijn zielsverwanten.’
‘En jullie zijn?’ vroeg Nate.
‘De Church of the Covenant. Ik ben Bartholomew.’
Nate hing zijn cameratas over zijn andere schouder en stak zijn hand uit. ‘Ik ben Nate, Nate Mott. Aangenaam,’ zei hij.
Bartholomew deed Rachel denken aan de zogenaamde profeet die Elizabeth Smart had ontvoerd. Of misschien aan Charles Manson zelf. Het teken op zijn voorhoofd leek er amateuristisch in gekerfd, alsof het met een jachtmes was gedaan.
Haar arm vastpakkend probeerde Nate haar om de man heen loodsen. ‘Het is al laat. We kunnen beter eens naar huis.’
Bartholomew hield hen tegen. ‘Jullie komen niet meer terug, hè?’
Nate verstarde. ‘Ik weet het niet. Misschien wel. Is daar iets op tegen?’
‘Dit is privéterrein.’
Buiten de lap grond waar Paradise op lag, strekte de woestijn zich aan alle zijden onbelemmerd uit, zonder hekken of verbodsborden. ‘Dit hele gebied?’ vroeg hij.
Even leek het drijvende oog zich scherp te stellen, voor het weer weggleed. ‘Praktisch alles rond het kamp.’
‘Dat wist ik niet.’
Hij schonk hen een mager glimlachje. ‘Nu wel.’
Rachel maakte zich los uit Nates greep. ‘Wie is de eigenaar?’
‘Alfa en Omega.’
‘Zoiets dacht ik al,’ zei Nate met een grijns. ‘Ik betwijfel of God er bezwaar tegen heeft dat we een paar foto’s nemen.’
Blijkbaar kon Bartholomew het grapje niet waarderen. Zijn neusvleugels zetten uit terwijl hij reageerde. ‘Ik heb het over Ethan Wycliff.’
‘Wie is dat?’ vroeg Rachel.
Knipperend met zijn ogen nam hij haar op. Was het geloofwaardig dat ze nog nooit van hem had gehoord? Ze hoopte het maar. ‘De Gezalfde des Heren. De profeet die de wederkomst zal inluiden,’ antwoordde hij met een lichte buiging.
O, die, had ze willen zeggen, maar ze slikte haar sarcasme in. Verslaafden konden de raarste dingen beweren – dat ze waren ontvoerd door marsmannetjes, dat ze konden vliegen – maar ze had nog nooit iemand met droge ogen over een ander mens horen praten alsof hij God zelf was. Ze zou het alleen maar bizar hebben gevonden, ware het dat de dreigende lichaamstaal van deze man een snerpende waarschuwing naar haar brein stuurde: oppassen!
‘We nemen alleen wat foto’s,’ zei Nate.
‘Toch zouden we het op prijs stellen als je dat ergens anders doet.’
Nate stapte dichter naar Bartholomew toe. Hij was er het type niet naar om zich door iemand te laten commanderen, en zijn weerstand schemerde door zijn acteerwerk heen.
Rachel mengde zich in het gesprek in de hoop te voorkomen dat de situatie zou ontaarden in een vechtpartij. ‘Prima hoor, geen punt.’
Ze verwachtte dat Bartholomew nu opzij zou gaan, maar hij bleef staan.
‘Als je de foto’s wist die je al hebt gemaakt, zal ik jullie doorlaten.’
Doorlaten? Rachel voelde Nate verstijven.
‘Dat is nergens voor nodig,’ zei hij.
Bartholomew reikte naar de camera. ‘Het is zo gebeurd.’
Nate kon hem zijn toestel niet geven, dan zou hij zien dat ze heel andere opnamen hadden gemaakt.
Kennelijk besefte hij dat zelf ook, want hij week geen duimbreed. Hij klemde zijn kaken op elkaar, en Rachel wist dat als hij niet meewerkte, het niemand zou lukken zijn apparatuur te pakken te krijgen. ‘Ik zeg nee.’
Rachel hield haar adem in.
‘En als ik erop sta?’ vroeg Bartholomew.
Onder de klep van de honkbalpet die ze in Phoenix hadden gekocht werd Nates uitdrukking nog vastberadener. ‘Dat wil je niet weten.’
Zijn vingertoppen tegen elkaar drukkend schuifelde Bartholomew achteruit en boog zijn hoofd. ‘Wij hebben recht op onze privacy,’ ging hij wat voorzichtiger verder.
‘En ik ook,’ zie Nate.
‘De media hebben geen respect voor andersdenkenden.’
‘Wij zijn niet van de pers.’
Nu aarzelde Bartholomew. Rachel kon bijna horen dat hij zich afvroeg hoe ver hij kon gaan. ‘Luister, Ethan –’
‘Ethan hoeft zich nergens zorgen over te maken,’ viel Nate hem in de rede. Ik ken hem niet eens. We dachten dat het een spookstad was, en dat leek ons wel interessant. Maar we zijn hier om de natuur te fotograferen. Punt.’
Over zijn schouder keek Bartholomew naar hun auto iets verderop, en Rachel besefte dat hij het vreemd vond dat ze niet door waren gereden naar de poort als ze een spookstad hadden willen zien, maar een willekeurig weggetje hadden gekozen dat de woestijn in leidde.
Of wist Bartholomew de waarheid al?
Ze bedacht wat ze aan Martha had verteld. Was het een vergissing geweest om haar in vertrouwen te nemen? Waren ze door Martha’s toedoen ontmaskerd, nog voordat ze de sekte hadden kunnen infiltreren? Zo ja, dan zou deze operatie veel korter duren dan ze zich had voorgesteld…
Ze wachtte tot Bartholomew over haar zou beginnen, maar dat gebeurde niet. Zijn adamsappel ging op en neer terwijl hij slikte. ‘Vooruit dan maar,’ bromde hij uiteindelijk. ‘Hou die foto’s maar. Zolang jullie maar niet meer terugkomen.’
‘Goh, we hebben ons meteen wel populair gemaakt,’ mompelde Rachel terwijl ze instapte en het portier met kracht dichttrok.
‘Ik kon niet anders,’ zei Nate. ‘Als ik hem mijn camera had gegeven, waren we direct door de mand gevallen. Ik heb alleen maar foto’s van Paradise gemaakt. Allemachtig, er zitten zelfs close-ups van de beveiligde poort in.’
Rachel moest hem gelijk geven. Ze had het ook niet als kritiek bedoeld. Ze was gefrustreerd omdat hun eerste ontmoeting met een sektelid zo stroef was verlopen. Ze wist niet hoe ze dat later konden rechttrekken. En ze was bang dat het misschien aan haar lag dat Bartholomew zo achterdochtig was geweest. ‘Wat denk jij? Zou Martha hen hebben gewaarschuwd?’
‘Nee. Ze zijn nog steeds naar haar op zoek. Je hebt gehoord wat Laura Thompson zei.’ Nate draaide zich om en keek door de achterruit. Ze hadden de pick-up neergezet op een plek waar een karrenspoor in een smal voetpad overliep. Het voetpad stond zo vol met rotsen en cactussen aan weerszijden dat ze hadden besloten niet verder te rijden. Hij moest achterwaarts de heuvel af voordat hij kon keren.
‘Misschien hebben ze haar inmiddels gevonden. En misschien dacht ze dat ze meer kans had om met haar gezin te worden herenigd door een wit voetje te halen bij een leider binnen de groep,’ begon Rachel.
‘Ze hebben haar niet gevonden. Als Laura naar de politie is gegaan, zoals ze zei, dan wordt Martha nu beschermd.’
‘Misschien heeft Martha zelf contact gezocht met Ethan.’ Rachel was ervan uitgegaan dat iemand die was gestenigd te gedesillusioneerd zou zijn, te angstig, om zoiets te doen. Maar het was niet uitgesloten dat Martha had geprobeerd een snellere methode te verzinnen om haar zoontje terug te krijgen dan zich te verlaten op de hulp die zij haar boden.
‘Hoogst onwaarschijnlijk,’ zei Nate. ‘Als ze al weten wie we zijn, dan was Bartholomew nooit alleen gekomen. Dan had hij versterking meegebracht.’
Dat klonk logisch, maar Rachel was behoorlijk van slag geraakt van de man. De fanatieke fonkeling in zijn gezonde oog was haar veel te bekend voorgekomen. ‘Ik hoop dat je gelijk hebt.’
‘Ik heb ook gelijk.’
‘Ik vraag me af of hij daadwerkelijk Bartholomew heet,’ peinsde ze.
‘Waarom niet?’
‘Het is geen gebruikelijke naam. Gegeven zijn religieuze overtuiging kan hij hem uit de Bijbel hebben gehaald.’
‘Komt daar een Bartholomew in voor?’
Ze rolde met haar ogen. Hij had het zo gemakkelijk gehad in zijn jeugd. Hij was niet verschillende keren per week naar de kerk gesleept, was niet gedwongen twee uur per dag te deuren langs te gaan om zieltjes te winnen, in het weekeinde nog langer. Op haar schoolboeken na had ze van haar vader alleen de Bijbel mogen lezen. ‘Hij was een van de discipelen van Jezus.’ Hoewel het tien jaar geleden was dat ze de Heilige Schrift had opengeslagen, stond dat haar nog wel bij.
Nate fronste. ‘Ja, dat wist ik heus wel.’
‘Niet waar,’ zei ze lachend.
‘Oké, dan niet,’ gaf hij toe. ‘Ga ik nu naar de hel omdat ik de Bijbel niet uit mijn hoofd ken?’
‘De stroming van mijn vader omarmt het principe van de hel niet, althans niet die met vuur en folteringen. Net als de Jehova’s getuigen, die geloven in het “gemeenschappelijke graf”, waaruit je nooit kunt ontsnappen als je niet waardig bent.’
‘Dat lijkt me ook een hel.’
Een poosje reed hij zwijgend verder. Toen verraste hij haar door te pogen haar gerust te stellen. ‘Jij eindigt niet in het gemeenschappelijke graf, Rachel. Jij bent een fatsoenlijk mens. Je bent niet in opstand gekomen tegen God.’
Volgens haar vader had ze dat wel gedaan. Op haar zeventiende was ze verbannen uit de kerk, doodverklaard door al haar vrienden en verstoten door haar familie, omdat ze had geprotesteerd toen een gemeentelid met kanker medische hulp had geweigerd en was overleden. Het had haar zo zinloos geleken op die manier het leven te verliezen, het had haar zo in verwarring gebracht, dat ze het niet meer had kunnen opbrengen erheen te gaan.
Hoewel ze zichzelf nog steeds als christen beschouwde, had ze grote bezwaren tegen georganiseerde religie. Ze had geen groot netwerk om op terug te vallen, geen familie om van te spreken. Tegenwoordig vervulden haar collega’s die rol. Zelfs met Nate had ze een hechtere band dan met haar eigen broer. Het was drie jaar geleden dat ze Lance had gesproken, nog langer dat ze iets van haar vader had gehoord. Met haar moeder had ze nog sporadisch contact. Lita was al voor Rachel uitgetreden – zeven jaar eerder, toen ze er met de buurman vandoor was gegaan. Na de scheiding was ze getrouwd met degene voor wie ze haar gezin in de steek had gelaten, en ze was nooit teruggekeerd naar Californië. Zij noch haar nieuwe echtgenoot wilde iets te maken hebben met Fredrick, een man die verteerd werd door zijn geloof en door zijn behoefte dat aan anderen op te dringen. In Montana hadden ze een nieuw bestaan opgebouwd. Een bestaan waarin weinig plaats was voor Rachel.
‘Ik vind het onbegrijpelijk dat je nooit je verjaardag hebt gevierd,’ zei Nate.
‘Rod heeft in januari een feestje voor me geregeld. Hij had zelfs taart bij zich.’
‘Dat weet ik, daar was ik bij. Ik heb het over je kindertijd.’
‘Mijn vader vond verjaardagen een heidens verschijnsel. Hij zei dat ze gevoelens van zelfingenomenheid voeden.’
Het wegdek werd gladder, en ze meerderden vaart. ‘Ja, nou ja, je wilt niet weten hoe ik denk over jouw vader en zíjn gevoel van zelfingenomenheid.’
Ongetwijfeld ging hij ervan uit dat Fredrick labiel was. Net als de meerderheid van hun buren had gedacht. Zij zelf trouwens ook vaak. Maar er waren momenten dat ze het gevoel had hem eerbied verschuldigd te zijn omdat hij trouw bleef aan zijn geloof en haar had onderhouden tot ze bijna meerderjarig was. Haar moeder mocht dan niet zo hardvochtig geweest zijn als hij, ze had ook niet het karakter gehad om de steun en toeverlaat te zijn die Rachel en haar broer nodig hadden.
‘Geen verjaardagen was nog niet het ergste.’ Goed, ze was jaloers geweest op kinderen die de vrijheid hadden om van allerlei feestdagen te genieten. Maar het met kerst zonder cadeautjes moeten stellen was niets vergeleken bij het overal uit de toon vallen. Ze had moeten oppassen dat ze geen namen van vriendinnetjes liet vallen, want dan was haar vader zo naar hun huis gemarcheerd met religieuze lectuur. Misschien had ze het niet erg gevonden te ‘getuigen’, zoals had vader het had genoemd, als het haar eigen idee was geweest, haar eigen keuze, als ze het uit overtuiging had kunnen doen. Maar dat was nooit zo. Haar vader had het geloof er bij haar in geramd, soms letterlijk.
Nate keek opzij. ‘Wat dan wel?’
Verloren in haar eigen gedachten staarde ze hem aan. ‘Sorry?’
‘Wat was het ergste aan je opvoeding?’
Ze wilde er niet over praten. Ze wilde geen medelijden, zeker niet van Nate. ‘De scheiding waarschijnlijk. Maar dat maken zoveel kinderen mee.’
‘Niet terwijl ze in zo’n verknipt wereldje leven. Maar je ervaring zou ons van pas kunnen komen,’ zei hij. ‘Jij hebt verstand van religie.’
Ze had ook sterke vooroordelen en een hoop opgekropte woede. Ze wist hoe het was om gevangen te worden gehouden door hoop en het verlangen te behagen, om te worden beheerst door de angst dat ongehoorzaamheid of ongeloof zou leiden tot verbanning uit de familie en de kerk. Was een voordeel of een nadeel?
‘Misschien,’ zei ze. ‘Na Bartholomews waarschuwing kan het wel eens lastig worden een introductie bij te wonen. Misschien laten ze ons niet binnen.’
‘Ik denk dat het wel mee zal vallen. Het is verstandiger voor ze om de mensen uit de buurt te vriend te houden. Ik ga ervan uit dat Ethan dat wel begrijpt. Dat moet de reden zijn voor de introducties.’ Hij zette de radio aan, maar er klonk alleen maar ruis, dus hij schakelde hem weer uit. ‘Ze weten in elk geval al waar onze interesse vandaan komt. Ze weten hoe we met hen in aanraking zijn gekomen, waarom we nieuwsgierig zijn.’
‘Omdat we hier pas zo kort zijn, is het misschien zelfs beter zo dan dat we uit het niets op zo’n bijeenkomst opduiken,’ stemde ze in.
‘Precies.’
Ze hunkerde ernaar de sekteleden te bevrijden uit Ethans klauwen, liefst eerder dan ze zichzelf door scholing uit de klauwen van haar eigen kerk had weten te ontworstelen. Al taalden de meesten waarschijnlijk niet naar vrijheid, anders hadden ze zich sowieso niet bij Ethan aangesloten. Hoe kon je mensen helpen die zich vrijwillig gevangen lieten houden? ‘Ik had met jou moeten overleggen voordat ik Martha de waarheid vertelde. Het spijt me.’
‘Je ging op je intuïtie af. Dat moet soms in ons vak.’
Alleen stelde ze niet enkel haar eigen leven in de waagschaal, maar ook dat van Nate. Ze was er niet aan gewend een tandem te vormen. Ze zou veel voorzichtiger moeten zijn. ‘Soms wel, ja.’
‘Maak je er maar niet druk om. Het komt wel goed. We redden het wel.’
Nu de zon achter de bergen was verdwenen, zette ze haar bril af. ‘Ik wou dat ik er op een of andere manier achter kon komen of Martha ons heeft verlinkt.’
De pick-up hobbelde en schokte terwijl Nate hem om de rotsen, kuilen en creosootstruiken heen manoeuvreerde die de weg leken te belagen. ‘Dat heeft ze niet gedaan.’
Dat kon hij niet met zekerheid stellen. Het was niet uitgesloten, en zo’n tegenvaller konden ze niet gebruiken. Rachel twijfelde er toch al aan of ze opgewassen was tegen deze operatie. Hoe vaak ze zichzelf ook voorhield dat de deze sekte heel anders was dan haar vader, dat je de religie die hij omhelsde geen sekte kon noemen, ze bleef de echo’s uit haar jeugd horen. En het waren die echo’s die haar onrustig maakten. Het was zo moeilijk geweest om te ontsnappen aan de wurggreep van haar vader en zijn geloof, zo pijnlijk om alle mensen om haar heen kwijt te raken. Het plan om zich aan te sluiten bij de Church of the Covenant, al was het maar tijdelijk, zelfs onder een valse identiteit, gaf haar het gevoel dat ze werd teruggeworpen in de tijd.