Hoofdstuk 10
Al van meet af aan had Nate een akelig gevoel gehad bij deze opdracht. Nu hij Martha’s verhaal had gehoord, begreep hij waarom. Als hij had geweten dat de situatie zo explosief was, had hij Rachel nooit meegenomen. Milt moest zich daarvan bewust zijn geweest, anders was hij wel hij toeschietelijker geweest met zijn informatie.
Het zat hem flink dwars dat Milt belangrijke gegevens voor hem had achtergehouden, al had het hem niet moeten verbazen. Milt had doorgaans gegronde redenen voor wat hij deed, maar dat betekende nog niet dat Nate het er altijd mee eens was.
Hoe dan ook, Ethan Wycliff moest een halt toe worden geroepen, en dat zou niet lukken zonder enorme inspanningen én risico’s. Het was onzinnig om tweehonderd mensen – praktisch iedereen in Paradise – gevaar te laten lopen om één vrouw te beschermen. Rachel en hij waren al een eind op weg, en nu moesten ze het karwei afmaken. Hij zou echter waakzamer moeten zijn dan ooit tevoren, anders zou het op een catastrofe kunnen uitdraaien.
Op een paar straten bij Martha’s adres vandaan wees Rachel naar een fastfoodrestaurant verderop. ‘Zullen we even iets eten?’ Hoewel ze het over een lunch had gehad toen ze met de bediende van de AutoZone had gepraat, waren ze nog in geen enkele zaak in Willcox geweest. Ze hadden laat ontbeten, waardoor ze nu ook laat waren.
‘Waarom niet,’ zei hij. ‘We moeten ook even kort verslag uitbrengen aan Milt, hem laten weten hoe we ervoor staan. En als we dan toch op internet zitten, zoek ik meteen de route naar het museum op. Ze hebben hier vast een betere verbinding dan in het café in Portal.’
‘Heb je ooit gegoogeld op de Church of the Covenant?’ vroeg ze terwijl ze het terrein op reden.
‘Ja. Het enige wat boven kwam drijven waren de Schotse Covenanters uit de zeventiende eeuw.’
‘Ook een groep geloofsfanaten?’
Hij parkeerde de pick-up, stapte uit en wachtte tot ze om de motorkap heen was gelopen. ‘Niet echt fanaten.’ Hij hield de deur van het restaurant voor haar open. ‘Ik heb er alleen vluchtig naar gekeken, om te zien of hun theorieën en praktijken gelijkenis vertonen met die van Ethans sekte. Voor zover ik begrijp, vormden ze een redelijk invloedrijke beweging. Ze waren een van de voorlopers van het presbyterianisme, maar ik denk dat er verder geen overeenkomsten zijn.’
Ze namen een tafeltje achter in de hoek, en hij mailde Milt dat ze waren gearriveerd en al aan de slag waren. Terwijl Rachel bestelde, gaf hij een zoekopdracht voor natuurmusea in Arizona. Er verscheen een hele pagina met links, maar de meeste waren van een instelling in Mesa, wat niet eens in de buurt van Portal lag.
‘Goh, er zijn een heleboel natuurmusea.’ Rachel was terug. Ze had het bonnetje van hun bestelling vast. In plaats van te gaan zitten, leunde ze over zijn schouder naar het scherm.
‘Misschien moet ik het wat nader specificeren.’ Hij voegde ‘Portal’ en ‘Zuidoost Arizona’ toe, maar dat bood geen soelaas.
‘Wat krijg je als je gewoon “Paradise” intikt?’
‘Een amateuristische website met een paar alinea’s tekst over het dorp en wat foto’s. Ik kreeg de indruk dat hij al jaren niet wordt bijgewerkt.’
‘Misschien ligt het museum dichter bij Rodeo,’ peinsde ze.
De pukkelige jongen achter de toonbank riep het nummer dat bij hun bestelling hoorde, en Rachel liep weg.
Tegen de tijd dat ze met hun maaltijd terugkwam, had Nate gevonden wat ze zochten. ‘Hebbes,’ zei hij. ‘Het heet het Southwest Research Station.’
Ze zette het dienblad neer. ‘Dus… Is er binnenkort een introductie in Paradise?’
‘Met een beetje geluk zijn we daar zo achter.’ Hij klapte zijn laptop dicht en hij had net zijn sandwich gepakt toen Laura Thompson binnenstapte. Ze speurde de zaak af, zag hen zitten en kwam haastig op hen af.
‘Ik dacht al dat het jouw auto was die hier voor de deur stond.’
Nate legde zijn brood neer. ‘Je was naar óns op zoek?’
‘Ja. Ik… Ik vond dat jullie moesten weten dat er meer mensen naar Martha Wilson vragen.’
‘O ja?’ zei Rachel.
De vrouw keek haar niet eens aan. ‘Jullie waren net weg toen er een man langskwam die vroeg waar ze zat. Dat is toch raar?’
Het was inderdaad raar. Maar na wat ze van de AutoZone-bediende had gehoord geen grote verrassing. Kennelijk werd de hele stad uitgekamd. ‘Zei hij wie hij was?’
‘Hij zei dat hij Simon Green heette. Hij had mijn artikel in de krant gelezen en wilde weten of ik hem met haar in contact kon brengen.’
Nate voelde Rachels schrik, maar reageerde er niet op. ‘Gaf hij nog een reden?’
‘Hij zei dat hij met haar te doen heeft en haar wil helpen.’
De ongerustheid op Rachels gezicht verraadde dat ze meer dan een vluchtige interesse hadden in Martha, maar gelukkig besteedde Laura geen aandacht aan haar.
‘En heb je hem verteld waar hij haar kan vinden?’ vroeg Nate.
‘Nee. Ik vroeg om zijn visitekaartje, en zei dat ik het door zou geven als ik haar toevallig tegenkwam. Toen hij met een of andere zwakke smoes kwam waarom hij dat niet kon geven, kreeg ik argwaan.’ Ze boog zich met een samenzweerderige blik over de tafel. ‘En weet je wat nog meer?’
Nate wachtte tot ze verderging.
‘Hij reed in een huurauto,’ zei ze. ‘Waarom zou iemand van hier een huurauto nodig hebben? Als je hier pech krijgt, leen je een wagen van een kennis of een buurman, snap je.’
‘Heb je gevraagd waar hij vandaan kwam?’ vroeg Nate.
‘Nee, ik heb hem laten gaan. Maar hij zei dat hij over een paar dagen terug zou komen, dus misschien zie ik hem dan weer.’
Het beeld van Martha, wanhopig en weerloos in haar appartement, doemde voor Nate op. ‘Heb je dit ook al aan de politie verteld?’
‘Nog niet. Ik was op weg naar het bureau toen ik je auto zag staan.’
Ze had het nieuws willen gebruiken om nog een praatje met hem te kunnen aanknopen. Haar motieven waren behoorlijk doorzichtig, maar Nate had geen interesse in haar. ‘Dat is waarschijnlijk het slimste. Ze moeten haar bescherming bieden, maak ze dat ook goed duidelijk.’
‘Oké.’ Ze aarzelde lang genoeg om hem te doen beseffen dat ze nog geen eind wilde maken aan het gesprek.
‘Fijn dat je ons op de hoogte hebt gebracht,’ zei hij in de hoop dat ze zou afdruipen.
‘Graag gedaan, hoor.’
Toen ze nog steeds bleef staan, greep Rachel in. ‘Als de sekte een afvallige proberen terug te halen, is dat wellicht een boeiend onderwerp voor mijn proefschrift,’ merkte ze op. ‘Mijn broer mag je wel op een etentje trakteren, nu je zo aardig bent om mij te helpen. Vind je zelf ook niet, Nate?’
Voordat Laura op de suggestie in kon gaan, toverde Nate vlug een schaapachtige grijns tevoorschijn. ‘Toe nou, zus, je weet dat ik een groot zwak heb voor mooie vrouwen. Maar je weet ook dat ik op het punt sta me te verloven. Je brengt me nog in de problemen als je niet oppast.’
De glinstering in Laura’s ogen doofde. ‘O, ik verwacht heus niks terug of zo,’ zei ze met een opgelaten lachje. ‘Ik wilde alleen maar… helpen. Ik dacht dat je er misschien wat aan had.’
‘Zeker. Nogmaals bedankt.’ Hij bleef vriendelijk maar afwijzend kijken, en uiteindelijk liep ze naar buiten.
‘Mijn broer mag je wel op een etentje trakteren?’ herhaalde hij op gedempte toon.
Rachel trok haar schouders op. ‘Ze zou zo bij je in bed kruipen.’
Hij trok een wenkbrauw op. ‘Bemoei je niet met mijn liefdesleven.’
‘Of…’
‘Ik pak je keihard terug.’
Ze nam een slok van haar milkshake. ‘Op wat voor manier wilde je me terugpakken?’
‘Om te beginnen ben jij degene die vannacht op de grond slaapt.’
Bij binnenkomst in het museum zagen ze de flyer meteen op het prikbord hangen, precies zoals ze hadden gehoopt. Onder het briefhoofd van de Church of the Covenant stond een citaat uit Matteüs 11:28.
Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
In het midden stond een foto van het landschap rondom Paradise, schitterend met het Chiricahua-gebergte op de achtergrond, en een belofte van de vreugde die een op Christus gericht bestaan zou brengen. ‘Waar elk mens gelijk is, elke vrouw toegewijd haar plicht als verzorgster vervult, en kinderen met liefde en nijverheid worden grootgebracht.’
‘Ik heb moeite met dat “elke vrouw vervult toegewijd haar plicht”. Wat een gezwets. Wie besluit wat haar plicht is?’
‘De mannen uiteraard,’ zei Nate. ‘Zoals het hoort.’
Ze moest weten dat hij haar plaagde, maar toch wierp ze hem een vuile blik toe. Hij grijnsde en las verder: ‘God roept u tot zich. Wacht niet langer. Leer Hem kennen. Leer Paradise kennen.’
Onderaan stond een rijtje data van bijeenkomsten. Een ervan was de volgende avond.
‘Volgens mij gaat onze wens in vervulling,’ zei Rachel opgetogen.
Nate knikte, maar in gedachten was hij al een stap verder. Ze zouden er waarschijnlijk ongewapend heen moeten. En als ze hun mobieltje al bij zich mochten houden, was er vermoedelijk geen bereik. Wanneer ze eenmaal op het terrein waren, stonden ze er alleen voor. Dan waren ze volledig afgesneden van de buitenwereld.
‘Wat zie je?’
Door zijn Nikon met Sigma-supertelelens tuurde Nate naar Paradise. In zijn rugzak zaten nog twee kortere lenzen. De apparatuur zou het bedrijf een fortuin hebben gekost, maar gelukkig had hij alles kunnen lenen van een bevriende sportjournalist.
‘Nate?’ Rachel zat gehurkt naast hem, in een mouwloos topje, een afgeknipte broek en tennisschoenen en met een zonnebril op. Ook zij had een rugzak, maar die was gevuld met water en eten. Hij stond vlakbij, waar ze hem had laten vallen toen ze hun positie hadden ingenomen op een plateau met uitzicht over het kamp. ‘Hoor je me?’ drong ze aan toen hij niet reageerde.
‘Ik zie niet zoveel.’ Hij verstelde de klep van zijn pet om meer schaduw te krijgen. ‘De saloons zijn weg, dat is wel duidelijk.’
‘De salóóns?’
‘Op internet stond dat er dertien saloons zaten.’
‘Je bedoelt toen het nog een mijnstadje was.’
‘Ja.’
‘Het verbaast me niks dat het er zoveel waren. Als je het in dit niemandsland uit wilt houden, moet je wel de hele dag dronken zijn,’ mompelde ze terwijl ze naar de camera reikte. ‘Zeker voordat er modern vervoer was, en je nog niet zomaar weg kon.’
Haar hand wegduwend bracht hij het toestel weer naar zijn oog. ‘Nee, afblijven jij. Nog even geduld. Ik heb hem nog niet eens scherpgesteld.’ Een paar tellen later had hij helder beeld. Het hele terrein was omheind met een drie meter hoog hek met prikkeldraad erbovenop. Er stonden nog maar weinig van de vroeg-twintigste-eeuwse gebouwen. Er was er nog één over met een dak – het oude postkantoor. Volgens de website was dat rond 1900 neergezet en veertig jaar later opgeheven. In overweging nemend dat de mijn al in 1907 was gesloten, moest Paradise een langzame dood zijn gestorven.
‘Daar gaan we…’
‘Wat gaan we?’
Hij gaf haar de camera. Ze schoof haar zonnebril omhoog, en hij hielp haar de Nikon in balans te houden terwijl ze door de lens keek. ‘Wauw. Het heeft meer weg van een gevangenis dan van het paradijs.’
‘De vraag is of ze mensen binnen of buiten willen houden.’
‘Binnen. Er zijn geen saloons meer, weet je nog?’
Daar zat wat in. Maar ze schenen wel wiet, meth en andere drugs te hebben. ‘Volgens Martha zijn het geen geheelonthouders,’ zei hij, en hij pakte de camera terug om een paar foto’s te nemen die hij later wilde vergroten.
‘Ze zullen wel in die enorme witte tenten wonen.’
‘Anders zou er niet genoeg ruimte zijn.’ Achter een groep bomen zag hij een constructie van baksteen. ‘Er staat ook iets permanents. En het lijkt erop dat ze aan het bouwen zijn…’ Ook daar nam hij een kiekje van.
‘Het kan niet eenvoudig zijn om materiaal helemaal naar boven te slepen.’
‘Of goedkoop.’
‘Vandaar die tenten.’ Ze schoof dichter naar hem toe. ‘Zie je ook mensen? Ik zag net niemand.’
Er viel inderdaad geen enkele beweging te bespeuren op het terrein. ‘Het is verlaten.’
‘Het is laat in de middag. Misschien houden ze binnen siësta.’
De hitte sloeg in golven van de rotsen om hen heen. ‘Of ze zijn bij een gebedsdienst in een gebouw met airco.’ Hij liet de camera weer zakken en wees naar het Chiricahua-gebergte, dat oprees vanuit de woestijn. ‘Misschien moeten we die heuvels daar beklimmen, proberen wat foto’s vanuit een andere hoek te nemen.’
Zelfs als het tweede uitkijkpunt geen nieuwe details over het kamp zou onthullen, kon het geen kwaad de omgeving wat beter te leren kennen. Afhankelijk van hoe de ontmoeting met de sekte zou verlopen, zou zulke informatie handig zijn als ze ooit ’s nachts onopgemerkt weg wilden glippen. Hoewel het een raadsel was hoe ze het kamp uit moesten komen als ze niet door de poort konden. Dat prikkeldraad zag er afschrikwekkend uit.
Rachel stond op en pakte haar rugzak. ‘Ja joh, laten we de rest van de middag lekker gaan klauteren. Het is hier maar vijftig graden.’
Nate trok spottend zijn wenkbrauwen op. ‘We kunnen later gaan zwemmen.’
‘In dat prachtige bad achter de caravan? Of bij dat luxehotel?’
‘Wijsneus. Ik dacht aan de kreek.’
‘Je hebt het toch niet over Cave Creek, hè?’
‘Hoezo?’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Die stroomt het hele jaar door.’
‘Het is júli, wat “stromen” een kwestie van interpretatie maakt. Het water bedekt nauwelijks de keien.’
Dat had hij zelf ook gezien. Op weg vanuit Portal waren ze erlangs gereden. Maar hij had het zo warm dat hij al blij zou zijn met een paar druppels. ‘Het is water, toch? Ben je nu klaar met mopperen?’
‘Nee,’ snauwde ze, maar ze hield op met klagen.
‘Wacht, geef me eerst wat te drinken,’ riep hij.
Ze was vooruit gelopen terwijl hij de apparatuur had staan inpakken. Ze kwam terug, maar in plaats van hem de rugzak aan te geven, stak ze hem het rubberen slangetje toe.
Hij nam een paar slokken en keek toen hoe ze daarna uit hetzelfde mondstukje dronk. Haar huid, die toch al een gouden gloed had gehad, was sinds het begin van de zomer een stuk bruiner geworden. Als ze niet aan het werk was, bracht ze veel tijd op het strand door. Hij betwijfelde of ze nog bang hoefde te zijn om te verbranden. Maar dit was niet zomaar een uurtje aan de kust van Los Angeles. Hier werd je haast letterlijk geroosterd. ‘We moeten nog wat sunblock opdoen,’ zei hij.
‘Ik wil het wel voor jou pakken, maar ik hoef niet.’
‘Je hebt je voor het laatst vanochtend thuis ingesmeerd.’
‘Nou en?’
‘Je bent hier niet in Californië.’ Hij schoof haar schouderbandje omlaag. ‘Je wordt al rood.’
‘Dat is morgen weer weg.’
‘Smeer je in, of anders doe ik het.’
Met een ruk trok ze haar bandje weer omhoog. ‘Pardon? Daar beslis ik zelf wel over. Ik ben geen kleuter.’
‘Gedraag je dan ook niet zo.’ De hitte begon hen allebei prikkelbaar te maken, maar Nate was niet bereid het erbij te laten zitten. ‘Als je verbrandt, kun je ziek worden en de operatie zelfs verstoren. Het is nergens voor nodig om zo’n risico te nemen.’
Met een overdreven zucht liet ze haar rugzak vallen, diepte de crème op en bracht zo’n dikke laag aan dat er witte strepen op haar gezicht en armen achterbleven. ‘Nu tevreden?’
‘Braaf vrouwtje,’ zei hij met een knipoog. ‘Geef maar hier.’
Ze overhandigde hem het flesje en stampte weg. Omdat hij een T-shirt en een petje droeg, was hij minder bezorgd over zijn eigen blootstelling, maar hij deed toch wat op. Hij liet de tube in de cameratas vallen en ging achter haar aan.
Pas toen ze de heuvels aan de tegenoverliggende kant van Paradise hadden beklommen, zagen ze eindelijk wat mensen bewegen. Zo te oordelen kwamen ze net van een kerkdienst. Op dit deel van het terrein lagen moestuinen, en er stonden dieren: een hok met twee honden en koeien, varkens, schapen en geiten. Maar de rest van het uitzicht was hetzelfde als dat van daarstraks. Hiervandaan was het bakstenen gebouw dat Nate had aangewezen wat beter te onderscheiden. Hij vermoedde dat het een gemeenschapshuis of kantine was, of misschien de kaasfabriek waarover Martha het had gehad. Verder zagen ze nog twee of drie panden, waarvan een in aanbouw. Aan deze zijde stonden meer tenten, en het hek met het prikkeldraad zag er net zo hoog en ondoordringbaar uit. Hij nam overal foto’s van.
Klam van het zweet en met nog maar een bodempje water in voorraad liepen ze terug naar de onverharde weg waar ze de pick-up hadden geparkeerd. De zon was inmiddels aan het ondergaan, maar de temperatuur was nog niet gedaald. De fruitige geur van de crème vulde Nates neusgaten, samen met het scherpere aroma van de creosootstruiken om hen heen. Het landschap was vredig, maar dat kon je van Rachels humeur niet zeggen. Ze zeurde niet meer, maar ze was zwijgzaam geworden. En ze had hem weer achtergelaten terwijl hij zijn apparatuur opborg.
Pas toen hij de top van een lichte heuvel bereikte, ving hij weer een glimp van haar op. Ze liep niet meer bij hem vandaan. Ze was stil blijven staan, al leek ze niet op hem te wachten. Hij begreep niet wat ze aan het doen was, tot ze verschoof en hij langs haar kon kijken. Toen realiseerde hij zich dat ze niet langer alleen waren.