Hoofdstuk 6
Adamant, Arkansas
Kerstavond
Toen de schemer was ingevallen, was het meteen een stuk kouder geworden, en er was ook nog mist komen opzetten. Hij rilde in zijn lichte jasje. Voor de zoveelste keer keek hij over zijn schouder of niemand hem kon zien.
Een onnodige voorzorgsmaatregel, want het huis lag aan het eind van de straat met een kleine hectare grond eromheen. Zelfs al zouden de directe buren naar buiten kijken, dan zouden ze alleen een schim onder het raam van de woonkamer van de DeLaunes zien.
Over langsrijdende auto’s hoefde hij zich ook geen zorgen te maken. De straten waren uitgestorven. Het enige wat hij zag, was de caleidoscoop van twinkelende lichtjes in de verte. Op kerstavond zaten de inwoners van Adamant thuis bij hun familie.
Voor hem was het een avond als alle andere. Hoogstens voelde hij een vluchtig soort spijt dat niemand wist wat hij op kerstavond deed – en dat het niemand iets kon schelen. Bij die eenzaamheid bleef hij niet te lang stilstaan, want onzichtbaar zijn had ook zo zijn voordelen.
Het gevoel van onrust van zich af zettend, richtte hij zijn aandacht weer op het raam. Het was bijna middernacht. Iedereen was al naar bed, behalve Sarahs vader, die in een stoel voor de open haard tevreden zat te dommelen. Hij wist nog niet wat hem boven het hoofd hing.
Eerder die avond had de familie rond de kerstboom gezeten om cadeautjes uit te wisselen. Het raam had een beetje opengestaan zodat de rook van vaders pijp eruit kon en Ashe had hen goed kunnen verstaan, helder en duidelijk, alsof hij erbij zat. Gefascineerd had hij het gesprek gevolgd, al bleef zijn blik aan Sarah vastgeklonken.
In haar spijkerbroek en haar lichtgele trui, met haar donkere haar in een staart, had ze in kleermakerszit op de grond gezeten en haar cadeautjes opengemaakt met een afwerend, boos gezicht, waar haar vader zich aan ergerde. Het contrast met de meisjesachtige gilletjes die haar zus bij elk pakje slaakte, was hem tenslotte te veel geworden.
‘Nu heb ik er genoeg van.’ Hij stond op en beende met grote stappen naar Sarah, greep haar bij de arm en trok haar overeind. ‘Als jij de hele avond wilt zitten mokken, dan doe je dat verdorie maar op je eigen kamer. Je gaat niet voor ons allemaal de avond verpesten.’
Nerveus sprong haar moeder op. ‘James –’
‘Hou je erbuiten, Anna. Ik had er tijdens het eten al iets over moeten zeggen, toen ze zo grof en bot tegen haar zus deed. Het is een ondankbaar klein monster en ik heb geen zin meer in dat brutale gedoe.’
Nog steeds met haar arm in een ijzeren greep liep hij met haar de kamer uit en naar boven. Hij bleef lang weg, en toen hij terugkwam, zag hij er boos en opgewonden uit.
‘Gaat het wel, papa?’ vroeg Rachel zachtjes.
Hij glimlachte, al zijn woede op slag verdwenen toen hij naar haar keek. ‘Het gaat prima, prinsesje. Maak je maar geen zorgen. Hier heb ik iets waar we allebei van zullen opknappen.’ Hij haalde een klein pakje uit zijn jaszak en legde het op het tafeltje naast zijn stoel. ‘Kom maar eens kijken.’
‘Nog een cadeautje?’ Met een opgewonden lachje scheurde ze het lintje en het papier van het pakje. Vanaf zijn plekje voor het raam zag Ashe een bliksemschicht uit het open doosje komen voor Rachel haar armen om haar vaders nek sloeg. ‘Papa! Diamanten? Zijn het echte?’
‘Natuurlijk zijn ze echt. Ik zou mijn prinsesje toch geen namaak geven?’
‘Maar ik dacht… Mama zei dat ik een jaar moest wachten, dat ik ze volgend jaar voor mijn eindexamen zou krijgen.’
‘En ik zei dat je ze nu moest krijgen.’
‘Dank je wel, papa. Dank je wel… dank je wel… dank je wel!’ Na elk ‘dank je wel’ gaf ze hem een kus op zijn wang, toen sloeg ze haar armen weer om hem heen. Hij hield haar even vast voor ze naar haar moeder rende om het cadeau aan haar te laten zien.
‘Kijk eens, mama! Heb je ooit wel eens zoiets moois gezien? Is papa geen schat?’
Haar moeder mompelde iets wat Ashe niet kon verstaan en keek toe hoe haar oudste dochter al haar cadeautjes bij elkaar raapte en de trap op rende om haar nieuwe oorbellen in te doen.
Toen ze weg was, liep Anna naar de haard. ‘Waarom had je me dat niet verteld, van die oorbellen?’
‘Sinds wanneer heb ik jouw toestemming nodig als ik een cadeautje voor mijn dochter wil kopen?’
‘Sarah is ook je dochter, James. Waarom heb je voor haar niet iets bijzonders gekocht?’
‘Omdat dat zonde zou zijn van het geld. Wat we ook doen, het is nooit goed genoeg voor die meid.’
‘Dat is niet waar. Ze zit gewoon in een moeilijke fase. Ik wou dat je wat meer begrip kon opbrengen –’
‘Een fase?’ Hij lachte schamper. ‘Hou jezelf niet voor de gek, Anna. Ze is altijd zo geweest. Die meid zit altijd in de problemen. Ze liegt en ze steelt; ik had al veel eerder moeten ingrijpen.’
Sarahs moeder ging op het kleed voor de haard zitten en vouwde haar handen in haar schoot. ‘Je bent altijd zo hard voor haar.’
‘Ze is niet in de hand te houden, dat weet je best. Ik word er doodziek van om altijd haar problemen te moeten oplossen. Ik vind het verschrikkelijk om me te bedenken hoe ze over een paar jaar zal zijn. Dat soort kinderen zie ik de hele dag bij mij in de rechtszaal. Er moet iets aan gedaan worden, en snel ook, anders krijgen we er allemaal spijt van. Ik begin te geloven dat Lydia Mason gelijk had. Iets als St. Stephen zou het beste zijn voor een meisje als Sarah.’
‘Ik geloof niet dat Lydia Mason een expert is op het gebied van onze dochter. Ongelooflijk dat je achter mijn rug om met haar naar dat mens toe bent gegaan.’
‘Er is geen andere therapeut in de stad.’
‘Je had toch met haar decaan op school kunnen praten of naar El Dorado kunnen gaan? Waarom moest je nu net naar háár toe gaan?’
‘Wat zit je nou precies dwars, Anna? Het idee dat je je dochter naar zo’n school moet sturen of wat Lydia aan die echtgenoot van haar, die priester, over jou zal vertellen? Ik weet dat je hem hoog hebt zitten.’
‘Dit heeft niets met Tim te maken. Ik stuur Sarah niet weg. Het maakt me niet uit wat ze zegt. Ze is pas dertien!’
‘Doe eens even kalm, ja? We laten haar niet in de steek, St. Stephen is maar een uurtje rijden hiervandaan. Je kunt haar altijd opzoeken.’
‘Ik ga hier nooit mee akkoord. Ze heeft me nodig.’
‘En je andere dochter dan? Ik zweer je, zoals ze soms naar Rachel kijkt… Ik krijg het er koud van.’
‘Ze is jaloers op Rachel omdat jij haar verwent! Ze weet dat Rachel jouw lievelingetje is. Dat weet iedereen. Je probeert het niet eens te verbergen.’
‘Rachel is een mooie jonge vrouw met een stralende toekomst voor zich. Ik ben trots op haar. Waarom zou ik daar geheimzinnig over doen?’
Sarahs moeder staarde naar haar handen. ‘Als ik had geweten dat het zo zou gaan…’
‘Wat had je dan anders gedaan?’ drong hij aan. ‘Nou, zeg het dan!’
‘Het is nog maar een kind. Wat ik heb gedaan is haar schuld niet.’
‘Misschien niet. Maar ik kan er ook niets aan doen dat ik voel wat ik voel.’
‘Jawel. Waarom geef je het niet gewoon toe? Het gaat niet om Sarah. Je wilt mij gewoon straffen.’
Ashe’s bloed zinderde toen hij Sarahs moeder zag opstaan en de kamer uit zag rennen. Zijn nieuwsgierigheid had koortsachtige hoogten bereikt. Hij dacht dat hij alles wist over Sarah, maar dit was een nieuw puzzelstukje, een geheim dat onthuld moest worden voor hij het kon bestuderen en verslinden.
Hij keek weer naar Sarahs vader en voelde iets donkers opborrelen in zijn binnenste. Peinzend zat de oude man in de vlammen te staren, zich totaal niet bewust van wat hem te wachten stond.
Na een tijdje dommelde hij in, en Ashe bedacht hoe makkelijk het zou zijn om het raam open te schuiven, het huis binnen te sluipen en een brandend houtblok uit de haard tegen zijn hoofd te houden. Of een mes tegen die dikke nek. Hij voelde het warme bloed haast over zijn handen spuiten en even was de verleiding bijna te groot om te weerstaan.
Maar wraak was de moeite van het wachten waard. Het moest precies het goede moment zijn.
Per slot van rekening was de dood niet de zwaarste straf. De zwaarste straf was dat te verliezen wat je het meest dierbaar is.