‘Bobbie! Goddank!' 'Jazzy!' Ik ging in de draagstoel zitten, deed de deur dicht en klemde de hoorn onder mijn kin terwijl ik de stapel schone borden op mijn knieën zette. 'Wat een leuke verrassing!'
'Kun je praten?'
'Een paar minuten. Ik was op weg naar de tearoom omdat ze zonder borden zitten. Nu het huis is opengesteld voor bezichtiging.
'O Bobbie, ik moet het je vertellen, het is echt vreselijk...' Jasmine begon te huilen. 'Ik heb me nog nooit... zo... ellendig gevoeld.'
'O lieve help,' zei ik. 'Wat is er gebeurd?'
Het bleek dat Teddy's vrouw Lydia had opgebeld om te zeggen dat hun dochter met spoed in het ziekenhuis was opgenomen met een vermoedelijke blindedarmontsteking. Of Teddy meteen kon komen. Natuurlijk was Teddy gegaan en hij zou een paar dagen in Londen blijven. In een haastig gesprek met Jasmine had hij toegegeven dat hij bij Lydia in de 'echtelijke woning' in Canonbury logeerde. Jasmine had besloten dat ze het niet in haar eentje volhield in die akelige bungalow in En- field, vol formica. Ze had een taxi naar Canonbury genomen. De au pair had opengedaan en verteld dat mevrouw en meneer waren gaan lunchen. Lunchen! Terwijl Jasmine dagenlang geen hap door haar keel had kunnen krijgen! Het bleek dat het kind die morgen uit het ziekenhuis was thuisgekomen en dat het een stuk beter ging. Het was slechts een buikgriep geweest. De klootzak! Doen alsof ze nog steeds in levensgevaar verkeerde, zodat Jasmine zich vreselijk schuldig voelde!
Jasmine kende het restaurant goed. Het was een van hun favoriete plekjes geweest in de begindagen van haar verhouding met Teddy. Ze was halsoverkop naar Les Lapins Sans Croûte gegaan. Teddy en Lydia hadden aan hun hoektafeltje gezeten! Terwijl Jasmine vol ongeloof naar binnen keek, had ze Lydia naar voren zien buigen om Teddy's das recht te trekken. En Teddy had Lydia's hand gepakt en die geklist! Voor ze goed en wel besefte wat ze deed was Jazz het restaurant in gehold, had het eerste het beste gegrepen dat ze pakken kon - wat een gegrilde tong op het bord van een verbaasde gast aan het volgende tafeltje was - en had die op Teddy's hoofd gesmeten. Ze was door de gerant het restaurant uitgezet, maar niet voordat ze Lydia een bolletje tomatensorbet in het gezicht had kunnen duwen.
'Het is toch niet voor te stellen?' huilde Jasmine. 'Terwijl ik alles voor hem heb opgegeven... en al die maanden in dat rotgat heb gewoond... Als ik nog één keer in mijn leven pampasgras zie, snijd ik mijn keel door. Ik meen het.'
'Waar zit je nu?'
'Ik ben terug in Paradise Row. Maar mijn kamer is verhuurd aan iemand anders. Sarah zegt dat ik wel een tijdje op de bank mag slapen, maar de nieuwe meisjes zijn boos omdat ze nu hun vriendjes niet kunnen ontvangen. Ik voel me vreselijk tot last. Ik denk dat ik in de rivier spring om er een eind aan te maken. De deurstopper is vast zwaar genoeg als ik hem aan mijn nek bind.'
'Jazz. Alsjeblieft! Zet dat idee nou meteen uit je hoofd. Het is belachelijk te overwegen je van kant te maken om zo'n mispunt als Teddy. Hij is het niet waard dat je een traan om hem laat. Stom, oppervlakkig, egoïstisch en liederlijk. Bovendien heeft hij het sexappeal van een rottende regenworm. Het spijt me voor zijn vrouw.'
'Ik dacht dat jij hem aardig vond.'
'Nee.'
'Bobbie, ik kan zeker niet bij jou komen logeren, hè? Ik voel me zó alleen en ik weet gewoon niet wat ik moet beginnen. Een paar weken maar, tot ik me wat beter voel?'
In de beslotenheid van de draagstoel trok ik een verbijsterd gezicht naar mezelf. Als huishoudster verkeerde ik niet echt in een positie om vriendinnen uit te nodigen. Maar stel dat ik nee zei en Jasmine stortte zich in de rivier? 'Lieverd, ik weet echt niet of dat nou wel zo'n goed plan is. Ik zou het natuurlijk enig vinden om jou hier te hebben, maar ik weet niet zeker of dit is wat jij zoekt. We zitten hier mijlenver van de bewoonde wereld en er valt niets voor jou te beleven.'
'Ik zou je kunnen helpen. Je zegt altijd dat je zoveel werk te doen hebt. Ik ben bereid me rot te rennen. Ik zou er geen geld voor willen hebben, echt niet. Als ik maar ergens kan zijn waar ik niet aan Teddy word herinnerd. Want ik houd nog steeds van hem, weet je, ondanks alles.'
'Dat verandert wel met de tijd. Je zou eigenlijk een flat moeten zoeken en een baan om je bezig te houden.'
'Dus jij wilt me ook al niet.' Jasmine slaakte een hartverscheurende kreet van wanhoop. Ik kreeg een prop in mijn keel toen ik dit hoorde.
'Huil nou niet, Jazzy. Natuurlijk kun je komen.'
'Ik ben blij dat je ja hebt gezegd.' Het edelmoedige hart van Constance was geroerd door mijn beschrijving van Jasmines verdriet. We zaten in de keuken met een glas wijn uit te rusten na de tweede open dag. De touroperators in heel Ierland waren zo enthousiast geweest toen ze hoorden dat er nog maagdelijk terrein te ontdekken was, dat ze ons bij honderden op het dak waren komen vallen en wij ons suf hadden gerend. Constances mascara was naar haar kin gezakt. Mijn mascara was op mijn handen terechtgekomen doordat ik me veelvuldig het zweet van het voorhoofd had geveegd. 'Arm kind! Wat een mispunt!' Ik begreep dat Constance op Teddy doelde. 'We moeten bedenken waar ze kan slapen. Wanneer komt ze?'
'Ik heb een ticket voor haar geboekt op de middagboot die morgen in Dun Laoghaire aankomt. Daar zal ze op de trein stappen. Als jij er geen bezwaar tegen hebt, zou ik haar graag in Williamsbridge willen ophalen. Ik zal het eten klaarmaken voor ik vertrek.'
'Natuurlijk heb ik daar geen bezwaar tegen. We moeten lief voor haar zijn en haar geestelijk en lichamelijk bezighouden zodat ze geen tijd heeft om te treuren. Liddy, lieverd, laat nog een paar cognactruffels voor de anderen over. Het zijn de favoriete chocolaatjes van Eugene.'
Liddy, die ook al bij de koektrommel had gezeten, keek schuldbewust.
Constance keek naar Liddy's bord. 'Dat is alles wat er nog over is van de chocoladecake. Ik ben blij je zo goed te zien eten, lieverd, maar zou het niet veel gezonder zijn om iets als toast met marmite te nemen?'
Liddy keek ongemakkelijk. 'Het brood is op.'
'Er is nog minstens een half brood,' zei ik. 'Ik ga brood roosteren voor de oeufs pochés soubise. Dat is het voorgerecht voor vanavond.' Dit elegant klinkende gerecht, zoals aanbevolen door de naamgenoot van Constance, was in werkelijkheid minder indrukwekkend: gepocheerde eieren met gebakken uienringen op een bed van uiensaus op het voornoemde geroosterde brood. We moesten die zak uien snel opmaken aangezien ze binnenin begonnen te rotten. Ik liep naar de broodtrommel. 'Maar als je erge honger hebt, kun je nog wel een snee... O!' De broodtrommel bevatte slechts kruimels. Ik keek steels naar Liddy. Ik wilde er eigenlijk geen ophef over maken. Het was goed dat ze at, ook al leek ze nu door te slaan naar het andere uiterste. Ik was bang voor de ontdekking dat ze zichzelf weer liet overgeven. 'Geeft niet,' zei ik. 'Ik haal wel een brood uit de vriezer. En na het eten kan ik beter twee moscovische taarten met gember en ananas bakken, voor de bezoekers van morgen. Ze waren geweldig in trek.'
'Nee Bobbie,' zei Constance, met ongewone vastberadenheid. 'Jij hebt genoeg te doen. Ik zal die taarten bakken, als jij even kijkt of ik het goed doe. Ik wou dat ik beter kon koken. Misschien willen de meisjes wel helpen. Liddy, zou jij misschien...' Maar Liddy was de keuken al uit. 'Is het te veel gehoopt dat je vriendin Jasmine graag kookt?'
'Voor zover ik weet komt ze niet veel verder dan hachee van corned- beef. Daar heb je voor een tearoom niet veel aan. Maar ze zal toch ook wel iets anders hebben leren doen in de tijd dat ze met Teddy was. Hallo Kieran.' De loopjongen van Turlough McGurn sleepte een zak de keuken binnen. 'Ik hoop dat daar wortelen in zitten.'
De ronde, blauwe ogen van Kieran drukten oprechte spijt uit, omdat hij me teleur moest stellen. 'Geen wortele deze week, juffrouw Bobbie. Dit binne koolrape.'
'Koolrapen? O nee, hè! Die willen we niet. Je moet ze weer mee terug nemen naar...' Kieran was al op een holletje in de richting van de appel-schuur gelopen.
'Wat moeten we in 's hemelsnaam met die hele zak beginnen?' Constance keek vol ontzetting naar de koolrapen. 'De kinderen gruwen ervan, en zelfben ik er ook niet zo dol op.'
'Laten we het orakel eens raadplegen.' Ik bladerde in het dikke, roze boek. 'Hm. Koolraapsoufflé is alles wat ze weet te bedenken. Klinkt vrij smerig.'
'Ik vind het wel interessant klinken.' Kit was binnengekomen van het rommel opruimen op de nieuwe parkeerplaats, die het weiland naast dat van de Kaketoe was. 'Ik vind koolraap lekker.' Hij kwam naar me toe om te zien waarin ik stond te roeren, en hij legde zijn hand op mijn schouder terwijl hij in de pan met soubise keek.
'Je hebt zeker die lekkere kleine paarse dingen in gedachten, ter grootte van golfballetjes,' zei ik glimlachend, maar ik hield mijn ogen op de saus gericht. 'Deze zijn vies grijs en echt van die grote knollen, net veevoer. Ik denk dat we ze maar aan Siobhan en Niamh, onze nieuwe koe, moeten geven. Wil je me nog een glas inschenken als je er zelf ook een neemt?'
'Als jullie meisjes van plan zijn de winst te verdrinken, dan kan ik maar beter meedoen. Jullie moeten echter wel een paar goede afvalbakken neerzetten, weet je, duidelijk aangegeven. Ik heb een zak vol chipspakjes, snoeppapiertjes, worstzakjes en colablikjes. Daarnaast nog een bonthandschoen, een exemplaar van Plays Pleasant van Shaw, een kapotte paraplu en een gebruikt condoom.'
'Nee!' Constance keek geschokt. 'Op ónze parkeerplaats? Allemachtig! Ik kan me niet voorstellen dat iemand van de aardige, beleefde, kosmopolitische mensen die ik vandaag heb rondgeleid na een stevige thee naar de auto is teruggekeerd om daar een... een snellertje op de achterbank te... Ze leken me gewoon niet van dat soort.'
Kit schoot in de lach. 'Dat noem je een vluggertje. Zelfs beschaafde mensen copuleren wel eens, Constance.'
'Ja, maar niet op de achterbank van een auto.'
'Misschien waren het klanten van Timsy?' opperde ik. 'Hoewel dat nog erger is, hè? Wat moeten bezoekers wel niet denken als ze dronken stellen aantreffen, ontuchtig bezig in het gras, juist waar zij de auto willen parkeren?'
'Wat een stelletje zuurpruimen zijn jullie!' Kit lachte weer, op een manier die me hevig begon te irriteren. 'Te veel feminisme maakt dat een vrouw niet leuk meer is, hoor!'
'Wat is dat nou voor idiote opmerking. Ik heb geen zin in dit soort gesprekken... O, verdorie!' viel ik uit toen ik rook dat mijn roux aanbrandde. Flavia kwam net de keuken binnen toen ik de saus haastig in een schone pan overdeed, om te voorkomen dat de smaak van aangebrande melk met boter erdoorheen trok.
'Wat is er aan de hand?' vroeg ze. 'Je kijkt zo boos.'
'Niets, met mij is alles best. Ben je al klaar met je huiswerk?'
'Ik had niet veel te doen. Ik heb mama geholpen.' Flavia liep naar Kit. 'Ze vroeg of ik tegen jou wilde zeggen dat ze klaar is om naar beneden te gaan.'
'Goed,' zei Kit en hij liep de keuken uit.
'Ik sta gewoon te popelen dat het zaterdag wordt,' ging Flavia verder. 'Zijn er vandaag veel mensen gekomen?'
'Het leken er wel duizenden. Maar ik heb de souches van de kaarten nog niet geteld. Wil je dit even voor me blijven roeren terwijl ik de eieren pocheer?'
'Alles lijkt nu goed te komen.' Flavia roerde vlijtig. 'Mama gaat weer opknappen en ik word serveerster. We gaan geld verdienen en Liddy is ook veel gezelliger dan anders.' Nu Flavia daarop wees, besefte ik dat het waar was. 'Als papa nou nog thuis kwam wonen, zou alles perfect zijn, hè?'
'Je zult hem wel erg missen.'
'De hele tijd. Jij vindt papa ook aardig, hè?'
'Natuurlijk.'
'Want ik kan zien dat hij jou ook aardig vindt. Niet zo aardig als mama natuurlijk, maar ik weet dat hij je aardig vindt. Je moet het je maar niet aantrekken als hij eens nijdig doet. Hoe nijdiger hij doet, hoe aardiger hij iemand soms vindt. Hij doet heel beleefd tegen mensen die hij niet mag. Ik heb hem een keer naar jou zien kijken, en toen keek hij echt woest.'
Ik kreeg de indruk dat Flavia argusogen bezat, en de wijsheid van Salomo.
Tijdens het eten begon ik een daverende hoofdpijn te krijgen. Maar niet voordat ik had gezien hoe Kit al Violets pogingen tot flirten stoïcijns beantwoordde. Tegen de tijd dat we aan het dessert waren begonnen, was Violet stil en keek pruilend. Naar aanleiding van Flavia's opmerking constateerde ik ook dat Liddy in een staat van nauwelijks bedwongen opwinding verkeerde. Zodra ze haar dessert op had, glipte ze van tafel. Toen ik naar de keuken liep om de afwas te doen, ontdekte ik dat alle restjes van de drie gangen en een halve cheddar waren verdwenen.
De volgende avond stond ik op het station van Williamsbridge de aanstormende menigte af te zoeken op een teken van Jasmine. Er werd een in elegante handschoen gestoken hand boven de mensenmassa uit gestoken.
'Bobbie, Bobbie! Mijn hart is gebroken! Ik zal nooit meer iemand lief kunnen hebben!'
Ik werd onder bont en Mitsouko bedolven. Jasmines make-up was uitgelopen van de tranen. Ze droeg een lange nertsmantel en haar dikke zwarte haar was met grote spelden van schildpad tot een knot opgestoken. Achter haar liep een kruier met drie grote bij elkaar passende koffers te zeulen.
Ik nam haar beautycase in de ene hand en schoof mijn andere hand onder haar arm. 'Ik weet dat het eind van een relatie aanvankelijk het
eind van de wereld betekent. Maar ik beloof je dat het over zal gaan.'
'Maar ik ben niet zo flink als jij, Bobbie.' Jasmines ogen bleven tranen plengen. 'Ik ben niet sterk en slim. Ik beschik over geen enkele zelfcontrole. Teddy zei altijd dat hij dat juist zo leuk vond. Het maakte me in bed heel ongeremd, weet je.'
'Ja. Nou, eh...' Ik zag dat we de aandacht trokken. 'We zullen er onderweg in de auto wel over praten. Kom, we moeten rennen, het plenst van de regen.'
'Ik zal het proberen, lieverd.' Jasmines mond stond pruilend van ellende. 'Maar ik ben niet erg goed in het hollen.'
De hoge hakken van haar rode schoenen waren in elk geval niet zo geschikt voor haar eventuele atletische vermogens.
'Stap in.' Ik smeet de beautycase achter in de Morris Traveller, gaf de kruier een fooi en dook achter het stuur.
'Wat een leuk autootje. Net speelgoed. Zijn die mensen van jou erg arm?'
'Ze zijn in elk geval niet rijk. Daarom hebben we een subsidieaanvraag ingediend, zodat we het dak kunnen laten repareren.'
'Een soort sociale bijstand, dus? O, lieve help, wat zielig. Nou, ik zal ze echt niets kosten, hoor. Ik heb de diamanten armband die ik van Teddy had gekregen verkocht en ik heb tonnen geld. Ik zal iets leuks voor hen kopen om hen op te fleuren.'
Ik hoorde een opgewekter klank in Jasmines stem bij het vooruitzicht cadeautjes te kunnen geven. Ze had uiteraard geen idee hoe Curraghcourt eruitzag omdat onze telefoongesprekken voornamelijk over haar relatie met Teddy waren gegaan. 'Dat is een heel aardige gedachte, maar je zult in dit deel van de wereld waarschijnlijk niets van je gading kunnen vinden.'
'O, ik bedoel geen luxe dingen, lieverd. Als ze het zich niet kunnen veroorloven hun dak te laten repareren, dan zijn ze misschien dankbaar met iets heel gewoons, zoals kasjmieren bedsokken of zelfgemaakte chocola, denk je niet?' Ze boog zich naar voren om tussen de zwiepende ruitenwissers door te kijken. 'Wanneer zijn we in de stad? Misschien kan ik in Williams-dinges iets vinden? Ik heb voor ik vertrok geen tijd gehad om te winkelen.'
'Dit was Williamsbridge.'
'Nee! Maar het was nauwelijks een stad. Komen we snel bij iets groters?'
'Helaas niet. Van nu af aan wordt alles alleen maar nog kleiner. Wat is er?'
Jasmine had een gilletje geslaakt. 'Het is zo donker. Alle lichten zijn uitgegaan!'
'Dit is buiten, op het platteland.'
'Je bedoelt dat er geen straatlantaarns zijn?'
'Niets dan de maan en de sterren.'
'Wat vreemd. Zelfs in Middlesex heb je straatverlichting.'
Ze slaakte weer een gil, nu luider.
'Wat is er?'
'Ogen. Gloeiende ogen. In die struiken. Ik haat struikgewas. Enfield zit er vol mee.'
'Dat is een haag, Jazzy. Wees maar niet bang. Het was gewoon een kat. Of een vos.'
'Daar ben ik doodsbang voor.'
'Vossen zijn eigenlijk heel rustige dieren.'
'Geen vossen. Katten.'
Ik bedacht dat Constance zich in elk geval geen zorgen hoefde te maken dat Jasmine tijdens haar verblijf op Curraghcourt geen afleiding zou hebben.