‘Jullie zien er allebei geweldig uit,' zei ik.
Het was de avond van tweede kerstdag. Constance, Liddy en ik stonden op de overloop, klaar om ons feestelijke uiterlijk aan de wereld te tonen. Liddy droeg een jurk die ze zelf had gemaakt van een lap zachtoranje zijde die ze in de linnenkast had gevonden. Hij was van voren heel laag uitgesneden, zodat de randjes van haar zwarte beha te zien waren, en ze had een split tot aan haar slipje. Het was de perfecte kleur voor haar, waardoor er een warme gloed op haar bleke gezicht verscheen. Zware make-up verborg de pukkeltjes en de donkere kringen onder haar ogen. Ik herinnerde me met spijt hoe goed ze er met Lughnasa had uitgezien.
Constance droeg een leuke blauwe jurk waarvan ze zei dat ze er minstens tien jaar niet meer in had gepast. Haar wimpers waren zwart van de mascara en haar lippen rood van de lippenstift die ik Liddy voor Kerstmis had gegeven. Maar de grootste gedaanteverwisseling was het effect van het epileren van haar wenkbrauwen. Liddy was hier vijf dagen eerder mee begonnen, om de zwelling en de roodheid te minimaliseren. Ze was veel meedogenlozer geweest dan ik zou hebben gedurfd. Maar de resulterende donkere boogjes benadrukten de fijne botstructuur van Constances gezicht en haar mooie ogen.
Ik had met veel plezier een mooie jurk van Maud aangetrokken, ook al was deze totaal ongeschikt door de blote hals en armen bij een temperatuur van tegen het vriespunt. Het was een lichtroze tafzijde, met een gerimpeld strapless lijfje en een wijde rok. Ze had me schitterende roomkleurige parels geleend om erbij te dragen. Toen ik had geprobeerd haar te bedanken, had ze gezegd: 'Voel je niet bezwaard, ik los een schuld in. Constance had me anders al lang een voedselvergiftiging bezorgd.'
'Lijk ik niet een beetje hoerig?' vroeg Constance gespannen. 'Ik heb nog nooit zulke felle lippenstift gebruikt.'
'Het is Estée Lauder,' zei Liddy trots. 'Daarmee zie je eruit alsof je een miljoen dollar bezit.'
'Hoewel de hemel mag weten waar ik me zorgen over maak,' zuchtte Constance. 'Als ik in mijn beha en onderbroek naar beneden ging, zou Eugene het nog niet opmerken.'
'Wat?' riep Liddy uit. 'Je wilt toch zeker niet zeggen dat je een oogje hebt op die stinkende... Au Bobbie, je doet me pijn!'
'Het spijt me.' Ik tilde mijn rechtervoet van Liddy's tenen. 'Ik ben nog steeds erg stuntelig.'
'Je houdt die afschuwelijke oude dingen toch zeker niet aan, hè?'
Ik tilde mijn rokken op om de laarzen met rits te laten zien. 'Mijn voet is te erg opgezet om ergens anders in te kunnen. Gelukkig zijn ze onder mijn jurk niet te zien.'
'Maar je kunt er niet mee dansen!' zei Liddy. 'En je ziet er echt fantastisch uit in die jurk.'
'Dat geeft niet. Ik zal in elk geval naar jullie kunnen kijken.'
'Als er nou maar eens iémand was die de moeite waard is om mee te dansen,' riep Liddy gekweld uit.
'Misschien is de neef van kolonel Molesworth een beetje de moeite van het aanzien waard.'
'Niet als hij op zijn oom lijkt. Bovendien is hij negentien. Niet oud genoeg om interessant te zijn.'
'Je zult het je niet kunnen herinneren,' zei Constance, 'maar de broer van de kolonel was een geweldig stuk.'
'Ik geloof niet dat wij dezelfde smaak hebben, tante Con.'
'Anthony Molesworth was de knapste man die ik ooit heb gezien. Maar een volslagen schoft.'
'Echt?' Liddy begon geïnteresseerd te klinken.
'Ik haat dit.' Constance greep me bij de arm toen we boven aan de trap stonden. 'Ik ben altijd van plan op te schieten, zodat ik vóór iedereen beneden ben. Maar op de een of andere manier lijkt de tijd altijd door mijn vingers te glippen.' Liddy en ik hadden Constance in haar kamer aangetroffen, half in half uit haar jurk, sabbelend op het uiteinde van een pen terwijl ze het metrum van een dichtregel verbeterde. Ze was tegenwoordig afweziger dan ooit, maar het was heerlijk om het licht van inspiratie in haar ogen te zien.
'Hoe oud ik ook word,' zei Constance, 'nooit zal ik volwassen genoeg
zijn om naar een feest te gaan zonder in paniek te raken, zelfs op een feest van mezelf. Ik heb altijd het gevoel dat mensen me aanstaren, kritiek hebben op mijn fysieke onvolkomenheden. En dat is dwaas en onnozel. Nog één keer naar de wc.'
We wachtten tot ze weer te voorschijn kwam.
'Ik ga wel voorop,' zei Liddy tegen haar tante. 'Dan hebben ze het veel te druk met naar mij te kijken om jou nog te zien.'
De groep mannen bij de haard hield op met praten toen wij in zicht kwamen. De jongeman die naast de kolonel stond leek veelbelovend. Ik kon hem niet echt knap noemen, maar hij was zeker aantrekkelijk, met donker golvend haar en een charmante glimlach.
'Lieve God, laat hem alsjeblieft geen flikker zijn,' fluisterde Liddy toen we naar hen toe liepen.
Iedereen werd aan elkaar voorgesteld. Toen ik mezelf toestond naar Finn te kijken, wendde hij zijn ogen meteen af en bukte zich om nog een turf op het vuur te leggen. Ik wilde niets drinken en liep bijna meteen naar de keuken om toezicht te houden op het opmaken van de salades. Maar niet voor ik de neef, die Nigel heette, tegen Liddy had horen mompelen: 'Hallo Phyllida. Wat een verrassing, zo'n mooie vrouw midden in de rimboe van Connemara. Wat een prachtige jurk. Hè, hè! Voor zover er een jurk is.'
Het gezicht van pastoor Deglan, wiens ogen zich vanaf het moment van haar binnenkomst op Liddy's bijna naakte boezem hadden gericht, liep paars aan.
Toen ik me ervan had vergewist dat alles op de eetkamertafel naar wens was, stond ik mezelf een glas punch toe. Constance had erop gestaan dat we van het poteengeld drie meisjes uit de Fitzgeorge Arms lieten komen om te serveren en af te wassen, zodat ik mijn voet wat rust kon gunnen. Ik voegde me, met een heerlijk gevoel van vrijheid, bij de anderen in de hal. De muzikanten waren aan het stemmen, de gasten begonnen binnen te komen, en weldra was de bank in de garderobe beneden bedolven onder de jassen en mutsen.
'Goedenavond, juffrouw Norton.' Michael McOstrich schudde mijn hand.
Ik had hem een paar maanden niet gezien. Zijn vlammend rode haren en baard waren heel kortgeknipt. Een bloem in zijn knoopsgat en een narcisgeel vest verleenden hem het uiterlijk van een dandy, maar zijn ogen waren koud. Hij had het me nog niet vergeven.
'Erg leuk feest.' Kolonel Molesworth boog zijn goede oor tot vlak bij mijn gezicht. 'Het is heel aardig van Finn dat hij de oude gebruiken in ere houdt. Bovenstebeste kerel. Staat u een oude man toe u te zeggen dat u er echt beeldschoon uitziet? Ik ben nooit getrouwd geweest - te verlegen om iemand te vragen, weet u. Hou het maar gewoon bij mijn eigen soort. Met militairen weet je tenminste waar je aan toe bent... Maar ik weet het zwakke geslacht nog steeds te waarderen.' Hij glimlachte, waarbij hij een stel bruine stompjes van tanden onthulde. 'Naar mijn mening bent u de mooiste vrouw hier. Maar hou dat maar voor u. Geeft anders maar jaloezie, weet u, juffrouw Norton.'
'Dank u, kolonel. Zegt u alstublieft Bobbie. Het is inderdaad een gezellig feest.'
Het geluidsniveau steeg snel. Liddy en Nigel waren al aan het dansen. Ze zag er gelukkiger uit dan ik haar ooit had gezien.
'Dank je, als jij me dan Basil wilt noemen. Leuk ding,' zei de kolonel over Liddy toen ze voorbij huppelden. 'Maar te mager. En te veel boven haar theewater. Hoop maar dat ze die schooier van een neef van me niet te ver laat gaan. Jonge vrouwen hebben dezer dagen veel vrijheid, maar ik weet niet of hen dat iets gelukkiger maakt. Zorg maar dat ze een beetje uitkijkt.'
'Ik zal het proberen, als jij dat nodig acht, maar ik denk niet dat Liddy naar me zal luisteren.'
'Doe dat, liefje, doe dat. Ik begrijp wat je bedoelt. Wie luistert er nog naar goede raad? Ikzelf niet. Ik mag dan niet zo handig zijn geweest met vrouwen, maar ik heb wel eens in een lastig parket gezeten. Maar Finns vader - we waren van dezelfde leeftijd, weet je, samen in het leger - tja, er was een jonge meid in Anzio, een geweldig stuk, een en al boezem en lippen... Nou ja, laten we daar maar niet op ingaan. Hij was een goeie vent. Had in het leger moeten blijven, beroeps moeten worden. Die gekken hier begrepen hem niet. Heel tragisch wat er is gebeurd... Doodzonde.'
Kolonel Molesworth - Basil - was in een ongewoon spraakzame bui. Ik had niet meer gedronken dan één enkel glas punch, maar ik voelde me opmerkelijk vrolijk. Ik keek even naar het buffet waarop de punchschaal stond. Timsy had van Constance de opdracht gekregen ervoor te zorgen dat er niets extra's aan zou worden toegevoegd. Hij leunde tegen de muur met zijn ogen op Liddy's borsten gericht.
'Zijn vrouw wilde hem weer thuis hebben,' leuterde de kolonel verder, 'ze wilde op haar wenken door hem worden bediend. Volgens mij komt er niks goeds van een huwelijk... Heb veel respect voor het vrouwelijk geslacht, natuurlijk, maar zij was me een hittepetit... Toch, ach, over de doden niets dan... Grote goden! Wat gaan we nou beleven!'
De mond van de kolonel viel open toen hij over mijn schouder keek. Langzaam maar zeker viel er een stilte in de grote hal terwijl we ons allemaal omdraaiden naar de trap. Finn kwam naar beneden met Violet in zijn armen. Liddy en ik hadden veel tijd besteed aan de voorbereidingen van dit moment. We hadden de zwarte kanten jurk gekozen omdat die een hoge hals en lange mouwen had, die Violets verslapte spieren verborgen. Liddy had haar moeders haar gekruld om het weelderiger te laten lijken en ze had met royale hand rouge opgebracht, zodat ze blakend van gezondheid leek. Toen Violet het ademloze gezelschap zag, letterlijk aan haar voeten, reageerde ze zoals afgesproken. Ze stak haar goede hand naar hen uit en zei langzaam, in haar allerbeste dictie, de zin die we de afgelopen vierentwintig uur met haar hadden geoefend.
'Hall... o, alle... maal. Ewg leuk... jullie te... zien.'
Er ging een schok van ontroering door het gezelschap. Toen schoot iedereen naar voren om Violet te kussen, Finn op de schouders te slaan, te lachen, met het hoofd te schudden en uitdrukking te geven aan alle verbazing. Enkele dapperen waagden het Maud, die audiëntie hield bij de haard, te omhelzen. Maud glimlachte, hoewel haar ogen hard waren. Heel even werd ze bleek, wist niets te zeggen. Slechts het zwoegen van haar borst, zichtbaar door het fonkelen van de diamanten, verried haar emotie. Daarna richtte ze zich hooghartig op en begon met haar krukken naar haar dochter te strompelen. De gasten weken uiteen om ruimte voor haar te maken.
'Finn,' zei ze, zodra ze bij hem was. 'Je kunt Violet het beste op een van de sofa's in de zitkamer leggen. Ik zal daar voor haar zorgen. Jij hebt vast andere dingen te doen.'
Ik liep voor hen uit om omslagdoeken en kussens te regelen. Toen Violet voorzichtig was neergelegd, met kussens in haar rug en onder haar armen, haar jurk over haar voeten geplooid om de in sokken gestoken voeten te verbergen, wenkte Maud een van de meisjes van de Fitzgeorge Arms en vroeg om twee glazen champagne.
'Maud,' zei Constance, 'ik denk eerlijk gezegd niet dat het een goed idee is om Violet dat te laten drinken.'
'Onzin. Natuurlijk gaat ze ook wat drinken. Dit is een feest.'
'Ik zal een fles openmaken,' zei Finn. 'Maar zeg het tegen niemand, anders wil iedereen.'
De gasten lachten goedmoedig om dit grapje en verdrongen zich rond de sofa. Violet staarde hen aan met onpartijdige genegenheid, betoverde hen met haar scheve glimlach terwijl iedereen probeerde haar hand te strelen, haar over het hoofd te aaien en haar te verzekeren van hun toewijding. Het maakte niet uit dat ze moeizaam sprak, want iedereen praatte en niemand luisterde. Er waren zowel tranen als glimlachjes. Ik zag de schouders van Basil Molesworth schudden terwijl hij een zakdoek tegen zijn ogen hield, en diverse gasten moesten worden bijgebracht met glazen punch.
'Het is een wonder,' zei pastoor Deglan. Zijn gezicht glom, en zijn neus werd roder dan ooit.
'Zeg dat wel,' zei dokter Duffy. Toen vermande hij zich. 'Maar zonder logopedie en fysiotherapie was dit niet gebeurd.'
Ze keken elkaar woest aan. Maar voor ze slaags konden raken baande een jongedame met een brutale houding en indrukwekkende maten zich een weg naar het midden van de hal. De muzikanten namen juist een adempauze, zodat ik in staat was het gesprek tussen de man van God en de man van de wetenschap te volgen.
'Wel verdraaid! Als dat Larkie Lynch niet is!' Dokter Duffy keek over zijn bril heen naar de jonge vrouw die uitdagend om zich heen keek.
'Moge de Heer ons behoeden!' zei pastoor Deglan. 'De kleine Larkie! Ik had geruchten gehoord dat ze terug was, maar ik had niet verwacht dat ze zich hier zou vertonen.'
'Niet zo klein meer. Ze is minstens twintig kilo aangekomen.'
'En ook geen Lynch meer. Ik heb me laten vertellen dat ze weliswaar in dat verwenste heidense land is getrouwd, maar dat de plechtigheid in een rooms-katholieke kerk heeft plaatsgevonden en dat ze hem trouw heeft gezworen nog voordat Sam O'Kelly haar ook maar met een vinger aan heeft mogen raken.'
Dokter Duffy snoof smalend. 'Als je dat gelooft, geloof je ook dat de aarde plat is.'
'Nou, wat mij betreft mag dat ook. Het gaat er alleen maar om hoe je je gedraagt als je erop bent.'
'En kun je me dan ook vertellen,' vroeg dokter Duffy neerbuigend, 'waar deze verwenste heidense plek was?'
'Dat was in New Jersey.'
'Hallo Constance.' Larkies stem klonk uitdagend terwijl ze de andere gasten aankeek. 'Allemachtig, er is hier helemaal niets veranderd, hè?' Ze keek misprijzend om zich heen naar de betimmerde muren met hun uitstalling aan wapens, halfverborgen achter takken klimop, hulst en taxus, naar het gewelfde plafond, zwartgeblakerd door de rook van eeuwen. 'Volgens mij willen sommige mensen de dingen liever oud, met de wind die door de kieren blaast en een haardvuur dat rookt als de schoorsteen van een oceaanstomer.'
'Hallo Larkie.' Een van de mannen die dagelijks over het pad van Kilmuree naar de appelschuur kwamen liep naar haar toe. 'Ik hoorde dat je terug was. Je ziet er prima uit, zeg. Hallo Sam, ouwe rakker.' Hij gaf Larkies man met zijn elleboog een por in de ribben. 'Jij was er met de hoofdprijs vandoor gegaan, pal onder onze neus.' Hij grijnsde wellustig naar Larkie, en Sam fronste zijn wenkbrauwen.
'Misschien moesten we maar eens gaan eten,' stelde ik voor. Het was vroeger dan ik had gepland, maar ik had Eugene een paar minuten geleden naar de eetkamer zien gaan.
'Ik heb wel trek in een hapje.' Larkie stapte naar voren. 'Deze kant uit, hè?'
Eugene zat op een bank bij het raam, met een groot bord vol gerookte zalm. Hij keek op, zwaaide minzaam met zijn vork en richtte zich toen weer op zijn eten.
'Hallo, meneer Devlin,' zei Larkie. 'Kent u me nog?'