Ik heb de indruk dat jij je hebt aangepast aan de plaatselijke gebruiken,' zei Kit toen ik met hem naar de Alfa Spider liep, die aan de andere kant van de ophaalbrug, achter het poorthuis, stond geparkeerd. Het rode autootje zag er nieuw en flitsend uit naast het weggetje met diepe voren en de slotgracht die zonder water stond, maar voor de helft met afval was gevuld. 'Dat is geen kritiek,' voegde hij eraan toe toen ik wilde protesteren. 'Ik ben erg op de Ieren gesteld en ik vind het leuk dat jij je zo thuis lijkt te voelen. Dat betekent dat je gelukkig moet zijn. Ik maakte me zorgen toen ik las dat die man weer naar zijn vrouw was teruggegaan. Maar het is goed zo?'

'Ja, het is goed zo.' En tot mijn opluchting ontdekte ik dat dit waar was. Ik voelde nog steeds verdriet als ik aan Burgo dacht, dus probeerde ik dat zo min mogelijk te doen. Ik was snel geneigd tot zelfhaat. Maar ik voelde me niet langer doodongelukkig dat ik het zonder hem moest stellen. Ik voelde me alsof ik een geweldige afstand had genomen, een veel grotere afstand dan de geografische werkelijkheid. Het was... goed.

'Ik had je eerst willen opbellen, maar het leek me beter te wachten tot ik klaar was met mijn auteursbezoeken, zodat ik het met mijn eigen ogen kon zien.' Hij sloeg zijn armen over elkaar, leunde tegen de motorkap en bekeek me van top tot teen. 'En het bevalt me wat ik zie.'

Kit beschikte over een charmante glimlach. Afgezien van de kleur van zijn ogen had hij geen van de trekjes van conventionele mannelijke schoonheid. Toch vond ik het prettig om naar hem te kijken.

'Dank je. Maar ik ben wel erg onnozel geweest.' Ik schudde mijn hoofd toen ik bedacht hoe vreselijk ik het bij het verkeerde eind had gehad. 'Als Constance me dat nou eens had verteld!'

'Je wat had verteld?''Dat mijn baas een keurig betaald lid van de werkende klasse is.'

'Je bedoelt dat Finn Macchuin senator is? Had je werkelijk geen idee?'

Toen ik Kit aan de anderen had voorgesteld, had hij meneer Macchuin een hand gegeven en gezegd: 'Ik heb in de Irish Times over het wetsvoorstel voor landbouwhervorming gelezen. Ik hoop dat u dat erdoor krijgt. Het is duidelijk dat afgelegen districten daar veel profijt van zullen hebben.'

De ergernis over Sissy's gedrag was onmiddellijk van het gezicht van meneer Macchuin verdwenen en hij was uitvoerig op Kits vragen ingegaan. Ik had er helemaal niets van begrepen.

'Waar hebben ze het over?' had ik op gedempte toon aan Liddy gevraagd.

'Weet ik niet.' Liddy had haar schouders opgehaald. 'Het is allemaal te saai voor woorden. Sinds papa senator is geworden is hij bijna steeds weg. Ik wou dat de IRA de Senaat opblies, maar ze vinden die veel te saai om zich erom te bekommeren.'

Ik had na het eten veel tijd nodig gehad om deze informatie te verwerken, terwijl ik me afvroeg waarom het helemaal niet in me was opgekomen dat mijn werkgever om volstrekt legitieme redenen veel van huis was.

'Is dat grappige donkere meisje trouwens zijn vriendin?' wilde Kit weten. 'Heel aantrekkelijk hoor, maar niet het soort dat je je zou voorstellen bij zo'n beschaafde man - hij doceert trouwens middeleeuwse geschiedenis aan Trinity College in Dublin, weetje.'

'Echt? Ik rol van de ene verbazing in de andere. Ik wou echt dat ze me alles goed had verteld. Maar ik denk dat het bestaan van Sissy me meteen al op het verkeerde been heeft gezet. Hoe vermoedde jij dat ze geliefden waren?'

'Ze gedroeg zich na het eten met zo'n bezittersair. Ik zag dat ze hem op zijn oor kuste toen ze melk in zijn koffie wilde doen. Hij keek daarna erg streng. En vanwaar die Robin Hood-outfit? Ze straalt beslist een vreemd soort sensualiteit uit. Maar de senator trok een gezicht als een oorwurm toen ze een radslag maakte in de hal.'

'Ze heeft vroeger in een circus gewerkt. Daarna is ze bij een rondtrekkend toneelgezelschap geweest. Toen dat uit elkaar ging, was er geen geld om de mensen te betalen, dus hebben ze de kostuums onder elkaar verdeeld. Ze vertelde me dat ze in geen vijf jaar kleren had gekocht.'

'Vertel eens wat over Constance. Heeft ze problemen met haar voeten?'

'Ik dacht het niet. Hoe dat zo?'

'Is het niet een beetje ongewoon om bij het avondeten op rubberlaarzen te lopen?'

'Ik ben er zo aan gewend, dat het me niet eens opvalt. Die laarzen zijn waarschijnlijk uit gemakzucht, om niet na te hoeven denken. Ze is het toonbeeld van een intelligente vrouw die door huishoudelijke taken wordt overweldigd terwijl haar gedachten zo graag naar iets anders uit zouden willen gaan.'

'Net als jij?'

'Nee. Ik ben veel praktischer. Ik vind het soms echt leuk om eenvoudige, alledaagse dingen te doen. Vooral als ik daar resultaten van kan zien.'

'Die dichter met zijn sterke lijflucht gaat kennelijk niet onder huishoudelijke taken gebukt. Ik zag Constance de suiker door zijn koffie roeren en een sprintje trekken om zijn bril te halen.'

Ik vertelde Kit over de relatie tussen Constance en Eugene, en het verhaal van Larkie Lynch.

'Lieve help! En Constance vindt hem echt aardig? Hij doet me met die uitpuilende ogen aan een kameleon denken. Toen hij ging zitten verwachtte ik echt dat zijn gezicht groen zou worden, om bij de stoel te passen.'

'Constance is veel te hoogstaand om zich om uiterlijkheden te bekommeren.'

'Iedereen wordt beïnvloed door hoe mensen eruitzien. Maar waarschijnlijk houdt ze van kameleons. Dus het huishouden is vergeven van de ongelukkige liefdes. Iedereen schijnt verliefd te zijn op een ander. Ik heb de indruk dat de senator die kleine circusacrobaat het liefst de bons zou geven. Heeft hij iemand anders in gedachten om mevrouw Macchuin te worden?'

Hoewel hij de vraag luchthartig stelde en bleef glimlachen, bespeurde ik toch een plotseling scherpere belangstelling.

'Die vacature is toevallig bezet.' Ik vertelde hem over Violet.

Kit floot. 'Arme vrouw. De schone slaapster. Ik hoop dat ze inderdaad mooi is.'

'O ja.'

'En jij bent als goede fee hier gekomen om haar wakker te maken. Nou, nou. Heel intrigerend. Ik ben blij dat ik net een paar weken vakantie heb genomen. Je vindt het niet erg als ik een tijdje blijf?'

Constance had, met ware Ierse gastvrijheid, Kit proberen over te halen zijn koffers uit de Fitzgeorge Arms in Kilmuree op te halen, maar hij had uitgelegd dat een aantal klanten verwachtte hem daar te kunnen bereiken.

'Dat lijkt me heel gezellig,' zei ik, en ik meende het. 'Ik kan wel wat hulp gebruiken.'

Kit schoot in de lach. 'Je bent inderdaad heel praktisch ingesteld. Je probeert me niet te lijmen met doen alsof je alleen om mijn blauwe ogen wilt dat ik blijf.'

'Wat ben je toch een zelfingenomen kwast! Maar ik moet erkennen dat ze een prachtige kleur hebben.'

'Ik ben blij dat je dat hebt gezien.'

Kit voegde zich snel naar het patroon van ons dagelijkse leven, alsof hij een oude vriend van de familie was. Hij werkte de hele morgen in zijn kamer, lunchte in de Fitzgeorge Arms, en kwam daarna elke middag naar Curraghcourt en bleef 's avonds eten. Hij was de volmaakte gast en deed vlijtig zijn best met iedereen op goede voet te komen.

Hij stookte het vuur in de haarden op, plakte lekke fietsbanden, repareerde Liddy's föhn en ververste de olie in de Land Rover. Hij hielp in de keuken en nam mijn portie zagen voor Flurry over, waarbij hij de dagelijkse productie spoorbielzen verdubbelde. Omdat hij in zijn jeugd diverse jachthonden had afgericht, was het voor hem een koud kunstje om Osgar beschaving bij te brengen. Hij was streng en consequent, en Osgar respecteerde Kits gezag. Binnen de kortste keren had Osgar geleerd op bevel te zitten, blijven staan, lopen en, het allermooiste, op te houden met blaffen als hem dat werd gezegd.

'Volgens mij kennen jouw talenten geen grenzen,' zei ik tegen Kit terwijl we in de moestuin stonden te schoffelen. 'O kijk eens! Daar komt iets op!' Ik liet me op mijn knieën vallen om een groen sprietje dat door de kale grond omhoogstak, te bekijken. 'Ik denk dat het een radijsje is. Wat spannend! Dankzij St. Fiacre.'

Toen Eugene over onze ontdekking van het beeld in de nis had gehoord, deed hij wat onderzoek en kwam met de informatie dat St. Fiacre de beschermheilige van de tuiniers was. Nu verlieten we de tuin nooit zonder een offergave van wilde bloemen aan de voeten van de heilige te leggen.

Kit kwam kijken. 'Een paardenbloem. Maar als jij daar blij mee bent.'

'Onzin! Maar echt, ik ben erg onder de indruk van jouw vermogen met iedereen overweg te kunnen. Je kunt het met de grootvizier over politiek hebben, met Maud over paardenrennen, met Flurry over stoommachines en met Liddy over de lengte van de rokken. En je helpt Sissy bij haar acrobatiek.'

'Ach, ieder mens probeert zich aan te passen. Jij toch ook? Bovendien ben ik een gezelligheidsdier en houd ik van harmonie. Maar wat doe jij nou? Wil je soms een heel leger van proviand voorzien?'

Ik had inmiddels drie rijen kool gezaaid. 'Ik heb inderdaad wel eens overwogen producten in een kraampje langs de weg te verkopen. Maar toen realiseerde ik me dat er de hele dag, als we geluk hebben, twintig auto's voorbijkomen. En die zullen niet allemaal groenten nodig hebben.'

'Waarschijnlijk niet één van hen. Ze hebben natuurlijk vrieskisten vol met dingen die al zijn geschild en in hapklare brokjes zijn verdeeld. Heel deprimerend, nietwaar?'

'Zeer. En we hebben dat geld zo nodig.'

'Je neemt alles erg ter harte, hè? Je probeert zo ongeveer in je eentje Curraghcourt weer op de been te helpen. Ik hoop maar dat het niet Finns mannelijke kaaklijn of zijn romantische melancholie is die jou heeft geïnspireerd te proberen hem een paar pond te besparen. Waarom noem je hem trouwens altijd "meneer Macchuin"?'

'Hij heeft me nooit gevraagd hem anders aan te spreken. Hij zegt altijd juffrouw Norton tegen mij.'

'Hij vindt waarschijnlijk dat jij de eerste moet zijn.'

'Maar hij is tenslotte de baas.'

'Maar jij bent niet het gewone soort huishoudster. Het is me opgevallen dat jullie zo min mogelijk met elkaar praten.'

'Ach, we hebben het allebei druk. Hij zit altijd met belangrijk papierwerk in de bibliotheek en ik ben met boenwas en groenten in de weer.'

'Hm.' Kit keek me onderzoekend aan.

'Het is beter zo. We hebben de neiging om ruzie te maken.'

'O ja?'

'We jagen elkaar snel op de kast. Hij is erg rechtlijnig, hooghartig en dictatoriaal. En ik doe de dingen graag op mijn manier.'

'Uiteraard. En dat doe je heel goed.' Kit zette zijn duim op het uiteinde van de tuinslang om de rij die ik zojuist had gezaaid te besproeien.

'Maar ik heb gezien dat hij steeds naar jou kijkt. En jij bent je ook erg van hem bewust, hè?'

'Kit, je lijkt wel een spion! Waarom wind je je zo op?'

'Ach.' Hij legde zijn hand even op mijn arm. 'Misschien ben ik wel een beetje jaloers... En nu sta je op dat kleine radijsje!' Kit wees naar mijn voet. 'Moordenaar!'

Ik sprong achteruit en bukte me om de aarde weg te vegen van een beginnend blaadje.

'Weet je,' ging Kit verder, 'toen ik jou bij het busstation in Kilmuree had afgezet, bedacht ik dat je me nog niet had verteld hoe de pers lucht had gekregen van jouw romantische contacten met de minister. Zou ik dat ontbrekende stukje van de puzzel mogen vernemen?'

'Het was helaas mevrouw Slattery die ons heeft verraden. Je weet wel, de vrouw van The Fisherman's Reel, waar we altijd logeerden. Waarschijnlijk heeft ze Burgo's gezicht op de televisie of in de krant gezien en toen besloten dat geld belangrijker was dan haar goede contacten met ons. De eerste keer dat we erheen gingen nadat de Conservatieven aan de macht waren gekomen, gedroeg ze zich anders. Een beetje snauwerig. Ik besteedde er verder geen aandacht aan. Ik vermoedde dat ze ruzie had gehad met haar man, maar ze had kennelijk een slecht geweten. Goed, we aten daar en gingen naar bed, net als anders. De volgende ochtend schoof Burgo de gordijnen open. Vanwege het hellende dak zat het raam laag. Hij bukte zich om naar buiten te kijken en slaakte toen een kreet en viel achterover op het bed. De boomgaard stond vol journalisten en fotografen. Aangezien Burgo naakt was, maakten ze explicietere foto's van de minister van Cultuur dan ze hadden durven dromen.'

'Ik ben blij dat je erom kunt lachen.'

'Op dat moment kon ik er echt niet om lachen. We zijn afzonderlijk vertrokken. Burgo ging als eerste naar beneden, bestelde een taxi en reed rechtstreeks terug naar Londen. Ik liet een uur voorbijgaan voor ik naar beneden ging, maar ze wisten natuurlijk dat ik er nog was en ze stonden me op te wachten. Ik moest me een weg door de horden bij de bar banen, terwijl overal om me heen werd geflitst en mensen vragen naar me schreeuwden. Ik holde naar buiten, naar mijn auto. Eén man probeerde me bij mijn arm te grijpen om me tegen te houden, dus schopte ik hem hard tegen de schenen. Het is een wonder dat er niemand gewond raakte. Ik gaf vol gas en hoopte dat ze opzij zouden gaan. Ze sprongen allemaal in hun auto en volgden me. We hebben een langdurige rit door Sussex gemaakt tot ik dacht dat ik hen kwijt was, en daarna reed ik naar huis. Maar iemand moet mij toch gevolgd zijn, want 's avonds stonden ze allemaal bij het hek. De naaktfoto's van Burgo werden nergens afgedrukt. Zoveel fatsoen wisten ze kennelijk toch nog op te brengen.'

'Een treurig einde van een stormachtige verhouding.'

'Toen hij me kuste voor hij naar beneden rende, besefte ik niet dat ik hem nooit meer zou zien. Maar nu ben ik blij dat.

Er klonk geronk en er hobbelde een oude bestelwagen de moestuin binnen.

'Aha!' zei Kit. 'Daar stond ik op te wachten. Maar één uur te laat!' Hij liep naar de chauffeur en ik hoorde hem iets zeggen over ons naar het huis volgen. 'Spring op je fiets,' zei hij tegen mij, 'dan krijg je mijn verrassing te zien. Het is een cadeau voor Curraghcourt, als dank voor alle genoten gastvrijheid.'

'Wat leuk! Wat is het?'

'Leuk is misschien niet het juiste woord, maar ik hoop dat je er blij mee zult zijn. Wacht maar eens af.'

Op de binnenplaats van de stallen deed de chauffeur de deuren open en ik keek in de bestelwagen.

'Kit! Je bent een genie! Wat een goed cadeau! Een cirkelzaag!'

Timsy werd erbij gehaald en de drie mannen laadden het apparaat uit.

'Was hij erg duur?' vroeg ik aan Kit zodra de bestelwagen was weggereden.

'Ik zag een advertentie in de tijdschriftenwinkel in Kilmuree. De boer had zelf een mooie nieuwe kettingzaag gekocht. Hij was blij dat hij dit ding kwijt kon.'

Kit trok aan een stuk touw en startte de motor die met een rubberen riem met de zaag was verbonden. Het enorme kabaal bracht Flurry uit zijn schuur waar hij zich met de Flying Irishman had beziggehouden. We keken vol ontzag hoe Timsy en Kit een biels naar het ronddraaiende blad schoven. Dit gleed snel door het hout. Kit verschoof de biels tot de tweede krijtstreep, en binnen tien seconden lagen er drie stukken van gelijke lengte op de grond.

' Voila!' zei Kit. Hij moest schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. 'En dat binnen een fractie van de tijd, zonder blaar of schouderpijn.'

Timsy nam uit eerbied zijn pet af. 'Dit is mooier dan in een film!'

'Laten we er nog een paar doen!' riep Flurry, en hij liep naar de zaag toe.

Kit greep hem bij de schouder. 'Zeg mij na: "Ik, Florence Macchuin, zweer op de ziel van Isambard Kingdom Brunei dat ik dit uiterst gevaarlijke apparaat nog met geen vinger zal aanraken. Bij overtreden van dit gebod zal het betreffende apparaat onmiddellijk in beslag worden genomen.'"

Flurry keek teleurgesteld. 'Oké,' mompelde hij.

Maar Kit liet hem stilstaan en zijn rechterhand opheffen om zijn erewoord te geven.

'Gelukkig is Flurry niet sterk genoeg om hem zelf te kunnen starten,' zei Kit later, toen we naar de achterdeur liepen, terwijl Timsy tevreden grijnzend bielzen in stukken stond te zagen. 'Maar ik acht Timsy ertoe in staat het apparaat aan te laten staan en zelf weg te lopen.'

'Over Timsy gesproken, hij heeft de appelschuur open laten staan. Kunnen we eens kijken waar hij steeds zo druk mee is.'

Het ding dat het achterste deel van het gebouwtje achter een berg rottende appels vulde, was me volstrekt onbekend. Op een schragentafel stond een groot plastic vat met een goudkleurige vloeistof erin, met een kurkentrekkervormige buis eraan bevestigd die omlaag liep. Eromheen stonden flessen en potten, waarvan de meeste met dezelfde gele vloeistof gevuld waren.

'Is dit een ciderpers?'

'Geen cider.' Kit draaide de dop van een fles en snoof. 'Dit is poteen!'

'Is dit een whiskeystokerij?' Ik keek verbaasd om me heen. 'Wat gaan we nou beleven? Geen wonder dat Timsy zo inschikkelijk deed toen ik de zwarte fles op rantsoen stelde! Niet te geloven! Wie had kunnen denken dat hij er de energie en de ondernemerszin voor had?' Ik gluurde in kisten met spruitende aardappels en een vat met een modderige vloeistof waarin langzaam dikke bubbels omhoogkwamen, 'je zult moeten toegeven dat dit op ondernemersgeest wijst. Nu begrijp ik ook waarom er af en toe van die mannen rondsluipen. Hij heeft hier een aardig handeltje voor zichzelf opgezet.'

Kit wees naar een kabel die vanaf de generator liep. 'Hij is ook heel ingenieus geweest, hij gebruikt het element van een ketel om het water te koken. Ik vraag me af wat de senator ervan zal zeggen als hij hoort dat zijn huis in een shebeen is veranderd.'

Ik zweeg even terwijl ik nadacht. Toen zei ik vastberaden: 'Hij mag het niet weten.'

'Je verbaast me. Ik wist niet dat je zo op Timsy gesteld was.'

'Timsy kan naar de hel lopen! En dat zal hij ongetwijfeld doen ook. Nee, ik wil dat hij die poteen blijft maken. En dat hij er meer voor rekent. Zoveel als de markt maar kan hebben. Maar hij zal mij vijftig, nee, vijfenzeventig procent van de opbrengst moeten geven. Ik zei toch dat we ergens geld vandaan moesten halen?'

'Bobbie! Dat meen je toch niet?'

'Welzeker. Het is niet zoiets als drugsdealen. We gaan geen onschuldige mensen op het slechte pad brengen. Ik weet nog dat jij hebt gezegd dat de mensen in dit land het altijd al hebben gedronken.'

'Ja, maar... Als je wordt betrapt krijg je een zware boete, draai je misschien zelfs de bak in. Wat ga jij tegen Finn zeggen als ze hem komen halen en in de nor zetten?'

'Ik zal de onderzoeksrechter absoluut duidelijk maken dat meneer Macchuin er echt niets van heeft geweten. En dat is waar.'

'Maar hoe krijg je Timsy zover dat hij de opbrengst afstaat? O ja, chantage natuurlijk.'

'Precies. Of hij stemt ermee in mij een deel van de opbrengst te geven, of ik ga klikken.'

'Stt! Daar heb je hem!'

We wachtten in de schaduw van de open deur. Zodra Timsy binnenkwam, deden we de deur achter hem dicht.

'Moeder van God! De duivel is over ons!' riep Timsy, ongetwijfeld geschrokken nu hij onverwachts in het donker stond.

'Wees maar niet bang, Timsy. Ik ben het, Bobbie. En meneer Random.'

'Hallo Timsy,' zei Kit. 'Leuk handeltje heb je hier.'

'O, meneer Random, u verlinkt toch zeker geen arme boerenjongen die moet sappelen om op zo'n manier zijn twee moederloze wezen in leven te houden...'

Ik nam de leiding. 'We hebben geen tijd om met dat soort praatjes te verdoen, Timsy.'

'Jezus, Maria en Jozef!' kermde Timsy. 'En ik pas alleen maar voor een vriend op dit spul. Te bedenken dat je een arme ziel in nood wilt helpen, en dan kom je zo in de problemen! O genade, juffrouw Bobbie...'

'Ik ben meer geneigd genadig te zijn als jij een ogenblik je mond houdt,' viel ik hem in de rede. 'Luister goed naar wat ik voorstel.' Ik vertelde hem de voorwaarden van het verbond.

'Allemachtig, wie had zoiets nou kunnen bedenken! U zou een stervende nog het laatste heilig oliesel onthouden! En dat met een gezicht dat zou maken dat de heilige engelen u de ogen zullen willen uitkrabben!'

'Ga je ermee akkoord of niet?'

Er viel een stilte, terwijl Timsy nadacht. Ik kon bijna horen hoe zijn brein in het donker tikte.

'Ik vraag me af, juffrouw Bobbie, of u wel beseft hoe weinig het spul zal opbrengen. Het zal voor u waarschijnlijk de moeite niet waard zijn...'

'Denk nou niet dat je me kunt bedotten, Timsy. Ik zal meneer Random naar Kilmuree sturen om de huidige prijzen te bekijken.'

'Timsy heeft gelijk,' zei Kit verbitterd. 'Jij bent in staat een stervende zijn laatste troost te onthouden.'

'Of je laat me meedoen, Timsy, of ik rapporteer je bij meneer Macchuin. Duidelijk?'

Timsy werd nu serieus. 'Dertig procent?'

'Tachtig.'

'Vijftig?'

'Vijfenzeventig!'

Weer stilte. Toen hoorde ik Timsy een weerzinwekkend keelgeluid maken en op de grond spuwen. Afgesproken, juffrouw Bobbie. Hand erop?'

Aangezien het donderdag was, kwam pastoor Deglan eten.

Toen ik beneden kwam nadat ik Violet haar avondeten had gegeven, stond Kit bij het aanrecht aardappels te schillen. Katty en Pegeen dronken thee bij de haard.

Sissy, gekleed in een wit pierrotpak met een rode rand en rode pompons op de voorkant en een puntmuts op haar hoofd, stond glanzende zwarte besjes in een vijzel fijn te stampen. Ze beantwoordde mijn groet met een norse blik in kille, zwarte ogen. Ik bood haar het bord aan met rozijnenkoekjes die ik eerder had gebakken voor bij het bananenijs. Ze propte er drie tegelijk in haar mond zodat de kruimels over haar pak rolden, en ging verder met stampen. In een moment van afwezigheid nam Flurry er ook een.

In de eetkamer stond meneer Macchuin bij de haard te luisteren naar Eugene, die hem het verhaal van Cuchulains magische speer vertelde. Meneer Macchuin luisterde beleefd, maar iets in zijn gezicht maakte dat ik dacht dat zijn hoofd bij iets anders was. Kit voegde zich bij hen en bracht het onderwerp op politiek.

'Wat vind jij van het uitermate drastische plan van Edward Heath om de grens tussen Noord en Zuid te wijzigen? Je weet wel, hij wilde die gebieden van de zes graafschappen die overwegend rooms-katholiek zijn aan de Republiek toekennen en een protestants sektarisch staatje scheppen. Was het mogelijk dat zoiets zou hebben gewerkt?'

De blik en houding van meneer Macchuin veranderden onmiddellijk. Hij leek opeens klaarwakker. 'Je bedoelt in de tijd van Bloody Friday?'

Kit knikte.

'Ach, het is het soort plan dat op papier best aardig lijkt. Maar het zou de gedwongen verhuizing van ruwweg vijfhonderdduizend mensen hebben betekend. Daarvoor was een toename van het aantal troepen in de provincie nodig geweest, en er is geen reden aan te nemen dat dat tot een vermindering van het bloedvergieten had kunnen leiden.

Kit beschikte over werkelijk benijdenswaardige sociale vaardigheden, bedacht ik terwijl ik mijn gebruikelijke plaats aan het eind van de tafel innam, met pastoor Deglan aan mijn linkerzijde en Constance aan de andere kant naast hem. Het was duidelijk dat de priester naar de discussie aan het andere eind van de tafel luisterde terwijl hij zijn soep at, want hij negeerde onze pogingen hem te betrekken in ons vreedzame gepraat over de schilderijen van Degas.

Zodra pastoor Deglan zijn eerste honger had gestild, riep hij: 'Is het waar dat er stemmen opgaan op scholen seksuele voorlichting in te voeren?'

Meneer Macchuin hield op met het eten van zijn gevulde ui - lang niet slecht, maar wel een beetje vet - en antwoordde: 'Dat klopt. Dat wetsvoorstel wordt waarschijnlijk aangenomen. En dat werd hoog tijd ook.'

Pastoor Deglan mompelde iets van: 'Nee toch!' en legde zijn mes en vork neer. 'Schande, Finn! En dan te bedenken dat wij jullie dik betalen voor zulke schurkenstreken!' Zijn ziende oog gloeide. 'Macht maakt blind, dat is wel duidelijk. Jullie zullen verantwoordelijk zijn voor de ondergang van onze jonge vrouwen. Er zal een golf van onwettige geboorten volgen!'

'Daar wilt u de Senaat toch zeker niet van beschuldigen?' Meneer Macchuin deed of hij geschokt was. 'Er zijn slechts zestig leden, en sommigen hebben echt hun beste jaren gehad.'

'Spot er maar mee. En wie moet zulke gevaarlijke informatie op de scholen verstrekken? Je kunt toch zeker niet van de nonnen verwachten dat ze zulke woorden in de mond nemen na eerst de goddelijke deugden te hebben verteld?'

'Mits ze zich aan de waarheid houden, op een begrijpelijke manier, maakt het weinig uit wie dat gaan vertellen.'

'En jij zou je eigen garsúns zulke smeerlapperij laten aanhoren?'

'Er is niks smerigs aan seks,' kwam Sissy ertussen. 'Dat is net zo natuurlijk tussen mannen en vrouwen als tussen stieren en koeien en varkens en zeugen die de hele dag paren, als ze daar de kans toe krijgen.'

Eugene keek gekweld bij deze vrijmoedige uitdrukking.

'Bovendien kunnen we niet allemaal zo gelukkig zijn om onbevlekt te ontvangen,' zei Maud. 'Hoewel de meeste vrouwen er de voorkeur aan zouden geven. Als de mannen nou maar eens wat minder libidi- neus waren geweest. Het schijnt dat zelfs de rooms-katholieke geestelijkheid zich niet weet te beheersen.' In een van de kranten die pastoor Deglan had meegebracht had een schandaal gestaan over een priester die er met een jonge vrouw vandoor was gegaan.

Pegeen kwam binnen daveren op het moment dat het gezicht van pastoor Deglan woest werd. Ik hoopte dat het niet was om Michael McOstrich aan te kondigen. En als dat zo was, dat Sissy haar mond zou houden over koeien en stieren.

'Het is Rickeen O'Shannessy, de speelman,' sliste Pegeen. 'Komt over loensen praten.'

Tenminste dat dacht ik dat ze zei. Later hoorde ik dat het jaarlijkse feest ter herdenking van de overwinning van St. Patrick over een heiden die Lug heette, Lughnasa wordt gespeld en dat dit wordt uitgesproken als Loenaasaa.

'O lieve help!' riep Constance. 'Dat was ik helemaal vergeten. Wat voor datum is het vandaag?'

'Het is de zesentwintigste,' zei Kit.

'O nee!' Constance telde op haar vingers. Ze keek me aan. 'Bobbie, wat moeten we doen? Het hele district zal verwachten dat ze hier mogen komen eten en dansen. Over zes dagen!’