Hoofdstuk 15
Santiago Solanas kreeg een ontvangst zoals hij nog nooit had meegemaakt. Hij was ineens omringd door neefjes, nichtjes, broers, tantes en ooms, die hem allemaal wilden kussen en omhelzen, en hem honderduit vroegen naar zijn avonturen in het buitenland. Zijn moeder glimlachte van vreugde door haar tranen heen, opgelucht dat haar zoon weer veilig in de schoot van zijn familie was teruggekeerd.
Sofia zag hem uit de jeep springen en met zijn unieke pas op hen afkomen; zelfverzekerd, met lichte o-benen van een leven lang paardrijden en het nog nauwelijks zichtbare trekken van zijn been. Teder omhelsde hij zijn moeder. Ze leek in zijn armen op te lossen. Hij was breder en zwaarder dan in de zomer voordat hij naar Amerika vertrok. Hij was als kind weggegaan en als man teruggekeerd, mijmerde Sofia, nerveus op haar lip bijtend. Ze was nooit zenuwachtig in zijn nabijheid geweest, maar nu voelde ze ineens een verlegenheid die nieuw voor haar was. In haar dromen had ze onbewust een intieme, sensuele relatie met hem gecreëerd die voor haar werkelijkheid was geworden en die ze nu niet meer kon wegdenken. Ze kon niet naar hem kijken zonder te blozen. Santi was zich uiteraard nergens van bewust, en toen hij haar zag omhelsde hij haar als een broer, zoals hij altijd had gedaan.
‘Chofi, wat heb ik mijn lievelingsnichtje gemist,’ fluisterde hij in haar subtiel geparfumeerde hals. ‘Je ziet er zo anders uit. Ik herkende je bijna niet!’ Ze sloeg haar ogen neer. Toen hij haar verlegenheid opmerkte, fronste hij verward. ‘Ik zie dat mijn Chofi in die paar jaar een hele dame is geworden,’ zei hij, terwijl hij haar een speels kneepje gaf. Voor ze iets kon terugzeggen, duwden Rafael en Agustin haar opzij en sloegen ze hun neef hartelijk op zijn rug.
‘Che, wat leuk dat je er weer bent!’ riepen ze vrolijk uit.
‘Het is fijn om terug te zijn, dat zeg ik je,’ antwoordde hij. Zijn grote, groene ogen zochten naar de kleine Panchito. Chiquita voelde het aan en ging haastig op zoek naar haar jongste, want ze wilde het Santi zoveel mogelijk naar de zin maken. Uiteindelijk kwam Miguel de hoek van het huis om met een giechelende en kronkelende Panchito over zijn brede schouder.
‘Aha, daar ben je, kleine rakker,’ zei zijn moeder opgewekt. ‘Kom eens hallo tegen je broer zeggen.’ Het jongetje werd stil, stopte een mollig vingertje in zijn mond en liet zich aan de hand van zijn moeder naar Santi leiden.
‘Panchito!’ Santi tilde het verlegen kind in zijn sterke armen op. ‘Heb je me gemist?’ vroeg hij, zijn hand door het zandkleurige haar van het jongetje strijkend. Panchito sperde zijn ogen open en bestudeerde aandachtig Santi’s gezicht.
‘Wat is er, Panchito?’ Hij kuste zijn broertje op zijn zachte, bruine wang. Het jongetje lachte guitig en begroef na veel aansporingen zijn gezicht in Santi’s nek en fluisterde hem iets in het oor. ‘Aha,’ lachte zijn broer, ‘je vindt me net papa met al dat haar?’ Panchito liet zijn handje over de stoppelige kin van zijn broer glijden.
‘Hé, Panchito, mag ik Santi ook nog een knuffel geven?’ zei Maria, die haar armen om haar beide broers heen sloeg. Fernando had het minste haast. Toen hij even later toch op zijn broer afstapte en de beklemming in zijn borst voelde, moest hij zijn best doen zijn stemming te verbergen. Hij had zich doodgeërgerd aan de manier waarop zijn broer als een held was ontvangen. Misselijk werd hij ervan. Wat stelde het nu helemaal voor, twee jaar studeren in het buitenland? Hij veegde zijn gitzwarte haar uit zijn ogen, keek Santi vanonder zijn zware wenkbrauwen aan en forceerde een dunne glimlach. Santi trok hem in zijn armen en sloeg hem op zijn rug als een oude vriend. Een oude vriend? Ze waren nooit vrienden geweest.
‘O, wat heb ik de Argentijne asado gemist!’ verzuchtte Santi, terwijl hij zich aan zijn lomo en bloedworstjes te goed deed. ‘Niemand kan vlees klaarmaken zoals de Argentijnen.’ Chiquita glom van trots. Ze had haar best gedaan om alles precies zo klaar te maken als hij het het liefste had.
‘Laat iedereen eens horen hoe je als een Amerikaan Engels spreekt,’ zei Miguel trots. Hij was onder de indruk geweest toen hij zijn zoon destijds in de voorjaarsvakantie met de familie Stanford had horen praten. Voorzover hij er verstand van had, had hij geen verschil met de anderen gehoord.
‘Ja, ik sprak constant Engels. Al mijn lessen waren in het Engels.’
‘Nou, laat je ons je Engels nu horen, of niet?’ vroeg zijn vader, die zichzelf nog een glaasje wijn uit een kristallen karaf inschonk.
‘Wat wil je dat ik zeg? I’m glad to be home with my folks and I missed you all,’ zei hij in perfect Engels.
‘O, por Dios, net een echte Amerikaan!’ riep zijn moeder uit, en ze klapte trots in haar handen. Fernando verslikte zich bijna in zijn chorizo.
‘Anna, je zult wel blij zijn dat je weer iemand hebt met wie je in je eigen taal kunt spreken,’ zei Paco, die goedkeurend zijn glas naar zijn neef ophief.
‘Als je dat mijn taal noemt,’ antwoordde ze hooghartig.
‘Mama spreekt Iers, dat is trouwens ook niet het echte Engels,’ zei Sofia, die het niet kon nalaten.
‘Sofia, als je niets weet te zeggen, is het soms beter om je mond te houden,’ reageerde haar moeder ijzig, terwijl ze zich onder haar hoed koelte toewuifde.
‘Wat heb je nog meer gemist toen je in Amerika was?’ vroeg Maria.
Santi dacht even na. Hij staarde in de verte en herinnerde zich de lange nachten, dromend van de Argentijnse pampa, de geur van eucalyptus en de uitgestrekte blauwe horizon, zo weids en ver dat het moeilijk te zeggen was waar de aarde ophield en de lucht begon.
‘Zal ik zeggen wat ik heb gemist? Ik miste Santa Catalina en alles wat erbij hoort,’ zei hij. De ogen van zijn moeder werden wazig en ze glimlachte naar haar man die al even teder reageerde.
‘Bravo, Santi,’ zei hij ernstig. ‘Laten we daar het glas op heffen.’ En ze hieven hun glas op Santa Catalina, met uitzondering van Fernando, die zich inwendig groen en geel zat te ergeren.
‘Dat het nooit, maar dan ook nooit zal veranderen,’ zei Santi weemoedig, met een korte blik op de vreemde maar mooie vrouw in de witte jurk die hem met heldere, bruine ogen aankeek, en hij vroeg zich af waarom hij zich in haar nabijheid zo ongemakkelijk voelde.
De lunch werd met de gebruikelijke Latijnse sentimentaliteit veelvuldig onderbroken voor emotionele toespraken, die door het constant vloeien van de wijn steeds langer werden. De jongens, die dit vertoon van familiewarmte nogal overdreven vonden, deden hun best hun lachen in te houden. Ze waren alleen geïnteresseerd in de Amerikaanse meiden en de vraag met hoeveel Santi er naar bed was geweest. Tactvol bewaarden ze hun vragen echter voor later, wanneer ze alleen met hem op het poloveld zouden zijn.
Wanhopig stormde Sofia haar kamer in en sloeg de deur achter zich dicht. Uit frustratie trok ze de jurk bijna van haar lijf. Santi had haar nieuwe look vreselijk gevonden, en zijzelf bij nader inzien ook. Hij had haar compleet genegeerd. Wat had haar bezield? Ze schaamde zich diep. Ze had voor iedereen voor gek gestaan.
Ze propte de jurk op tot een bal, schoof hem achter in de kast achter haar truien en nam zich heilig voor het ding nooit meer te dragen. Nadat ze snel een spijkerbroek en poloshirt had aangeschoten, trok ze de spelden uit haar haren, die ze boos op de grond gooide, alsof ze schuld hadden aan zijn onverschilligheid. Voor haar slaapkamerspiegel haalde ze met zulke woeste gebaren de borstel door haar haren dat haar hoofd er pijn van deed. Daarna maakte ze een vlecht, die ze zoals gewoonlijk met een rood lint samenbond. Nu voel ik me weer Sofia, dacht ze bij zichzelf, en ze veegde haar tranen met de rug van haar hand van haar gezicht. Met vastberaden tred liep ze weer de zon in en haastte ze zich naar de pony’s. Nooit meer zou ze zich anders voordoen dan ze was.
Toen Santi haar zag aankomen was hij opgelucht dat het de vertrouwde, kinderlijke Sofia was die met haar unieke eendenpas op hem afstapte. De arrogantie in haar pas amuseerde hem en hij glimlachte om de onverwachte vlaag van nostalgie die hem een wee gevoel in zijn maag gaf. Hij had zich een beetje ongemakkelijk gevoeld toen hij haar in haar witte jurk en met opgestoken haar had gezien, ook al had hij niet precies geweten waarom. Ze had er als een rijpe perzik uitgezien, heel sensueel, en toch had ze iets onbereikbaars over zich gehad. Ze was niet meer het vriendinnetje van vroeger geweest maar iemand anders. Onwillekeurig waren zijn ogen naar de ronde vormen onder haar jurk gegleden, waarvan de stof transparant werd als de zon er vanachter doorheen scheen, en naar haar glanzend bruine borsten die nog eens duidelijk onderstreepten dat ze een vrouw was geworden en hem was ontgroeid. Ze leek in niets op de Sofia die hij zich herinnerde.
Voor hij er echter dieper over kon nadenken, stond ze voor zijn neus. Het verontrustte hem nog steeds dat ze opgebloeid was tot een jonge vrouw. Ergens verlangde hij naar het kind dat ze was geweest toen hij was vertrokken. Zodra ze echter begonnen te kletsen verscheen de vertrouwde, ondeugende glans weer in haar ogen en stelde hij opgelucht vast dat de persoon in het sensuele lichaam toch zijn geliefde nichtje was.
‘Ik mag van papa nu altijd spelen,’ zei ze vrolijk, terwijl ze naar de pony’s liepen.
‘En tía Anna? Wat vindt die ervan?’
‘Nou, geloof het of niet, maar vanmorgen stelde ze zelfs voor dat ik met jou polo kon gaan spelen.’
‘Is ze ziek?’
‘Dat moet wel. In ieder geval niet helemaal compos mentis,’ lachte ze.
‘Ik heb genoten van je brieven,’ zei hij, glimlachend op haar neerkijkend. Hij dacht aan de honderden lange epistels op het lichtblauwe luchtpostpapier, volgekrabbeld met haar slordige handschrift.
‘En ik van die van jou. Het klonk allemaal geweldig. Ik was stikjaloers. Ik wou zo graag weg.’
‘Dat komt nog wel.’
‘Had je veel vriendinnetjes in Amerika?’ vroeg ze masochistisch.
‘Behoorlijk,’ antwoordde hij luchtig, terwijl hij zijn hand om haar nek legde. Hij kneep haar iets te enthousiast. ‘Weet je, Chofi, ik ben zo blij dat ik weer terug ben, dat wil je niet geloven. Als iemand me nu zou zeggen dat ik Santa Catalina nooit meer zou hoeven te verlaten, zou ik de gelukkigste man ter wereld zijn.’
‘Maar je vond het toch zo leuk in Amerika?’ zei ze. Uit de toon van zijn brieven had ze opgemaakt dat hij zijn hart aan het land had verpand.
‘Jawel, ik vond het heerlijk, maar je beseft pas dat je ergens van houdt als je er een tijdje weg bent geweest. Wanneer je terugkomt zie je het in een heel ander licht, omdat je afstand kunt nemen en kunt zien hoe het werkelijk is. Van alles wat je daarvoor zo vanzelfsprekend vond hou je heel intens, omdat je weet hoe het voelt het te moeten missen. Begrijp je?’
Ze knikte. ‘Ik denk het wel,’ antwoordde ze, hoewel ze het niet zo kon zien als hij, want zij was nog nooit van Santa Catalina weg geweest.
‘Jij vindt het heel gewoon, hè, Chofi? Kijk je wel eens bewust naar de schoonheid om je heen?’
‘Jawel, hoor,’ antwoordde ze, hoewel ze er niet helemaal zeker van was. Hij keek haar aan met een scheve glimlach, waarbij de kraaienpootjes om zijn ogen zich verdiepten.
‘Ik heb een waardevolle les geleerd toen ik weg was. Dat heeft mijn vriend Stanley Norman me duidelijk gemaakt.’
‘Stanley Norman?’
‘Sí. Ik moet het in het Engels vertellen, want in het Spaans werkt het niet.’
‘Oké.’
‘Het gaat over een verhaaltje dat “The precious present” heet.’
‘The precious present.’
‘Het is een waargebeurd verhaal over een jongetje dat bij zijn grootouders woonde. Zijn grootvader was een rustige, spirituele man, die hem prachtige verhalen vertelde. Een van de verhalen die hij aan zijn kleinzoon vertelde ging over “The precious present”.’ Sofia moest aan grootvader O’Dwyer denken en voelde zich ineens triest. ‘Het kind was er zo opgewonden over dat hij altijd aan zijn grootvader vroeg wat dat kostbare geschenk nu precies was. De oude man zei dat hij daar vanzelf achter zou komen, maar dat het in ieder geval iets was dat hem een ongekend, blijvend geluk zou schenken. Nou, het jongetje hield zijn ogen goed open en toen hij op zijn verjaardag een fiets kreeg, waar hij heel gelukkig mee was, dacht hij dat dit het kostbare geschenk moest zijn waar zijn grootvader het over had gehad. Maar na een tijdje raakte hij uitgekeken op zijn nieuwe fiets en besefte hij dat het niet het kostbare geschenk kon zijn, omdat zijn grootvader had gezegd dat het hem blijvend geluk zou schenken.
Het jongetje werd een jongeman en hij leerde een leuk meisje kennen op wie hij verliefd werd. Eindelijk, dacht hij, dit is het kostbare bezit dat me blijvend geluk zal schenken. Maar ze maakten ruzie en werden onrustig, waarna ze uiteindelijk ieder hun eigen weg gingen. Toen ging de jongeman reizen om wat van de wereld te zien en elke keer als hij ergens voor het eerst kwam dacht hij dat hij het ware geluk had gevonden. Hij keek echter altijd verder, naar het volgende land, naar de volgende mooie plek, en kwam erachter dat zijn geluk altijd verbleekte. Hij had het gevoel dat hij iets onbereikbaars najoeg, maar toch bleef hij zoeken. En daar werd hij heel somber van. Toen hij nog eens was getrouwd en kinderen had gekregen, had hij het gevoel dat hij het kostbare geschenk waarover zijn grootvader had verteld, nog niet had gevonden.
Op een dag overleed zijn grootvader die het geheim van “The precious present” mee het graf in nam – althans, dat dacht de jongeman. Hij treurde om het verlies en haalde al de gelukkige momenten op die hij met zijn wijze, oude grootvader had gedeeld. Op dat moment drong het tot hem door, na zoveel jaren zoeken. Wat had zijn grootvader waardoor hij altijd zo kalm en tevreden was? Wat had hij dat je je altijd de belangrijkste persoon op aarde voelde wanneer je met hem sprak? Hoe kwam het dat hij altijd zo’n vredige sfeer om zich heen wist te scheppen en die kon overbrengen op de mensen die hij ontmoette? Het verhaal over “The precious present” ging helemaal niet over een geschenk in de materiële betekenis van het woord. Nee, het betekende het hier en nu, the present, el momento – ya. Zijn grootvader had in het heden geleefd, genietend van elke seconde. Voor hem bestond de dag van morgen niet, want waarom zou je je druk maken om iets dat misschien nooit zou gebeuren? Aan de andere kant bleef hij ook niet in het verleden hangen, want de dag van gisteren is voorbij en bestaat niet meer. Het heden is de enige werkelijkheid en om het eeuwigdurende geluk te vinden moet je in het hier en nu leven, zonder je zorgen te maken over andere dingen, want dat is tijdverspilling.’
‘Hé, vamos chicos!’ riep een geagiteerde Agustin, die al met de bal aan zijn stick over het veld galoppeerde.
‘Wat een fantastisch verhaal,’ zei Sofia. In haar gedachten was ze bij grootvader O’Dwyer die het zeker mooi zou hebben gevonden, want het verhaal paste helemaal in zijn levensfilosofie.
‘Kom op, Chofi, dan gaan we weer eens samen spelen. Dat ging altijd goed, hè?’ Hij wendde zich van haar af en klom op zijn pony. Sofia keek hem na terwijl hij het veld op draafde. Zijn verhaal had een diepe indruk op haar gemaakt.
Santi vond het heerlijk om weer met zijn familie op zijn geliefde ranch te spelen. Hij barstte van energie en joie de vivre en had het gevoel dat hij de hele wereld aankon. Terwijl hij over het veld galoppeerde was hij zich bewust van ieder geurtje, iedere kleur, en van alles wat bij Santa Catalina hoorde. Diep ademde hij alles in. Hij hield van deze plek als van een dierbaar persoon. Toen hij aan de wedstrijd begon leefde hij voor het moment. Hij wilde niet aan de dag van gisteren of morgen denken.
Sofia speelde met Santi, Agustin en Sebastian. Het andere team bestond uit Fernando, Rafael, Niquito en Angel. Hoewel het een vriendschappelijke wedstrijd was, was er toch de gebruikelijke competitie die ontstond wanneer de hele familie samenspeelde. Hun geschreeuw echode over het veld terwijl ze zwetend van inspanning in de zware, vochtige lucht achter elkaar aan joegen.
Paco genoot ervan om zijn dochter te zien spelen. In haar zag hij zijn eigen agressieve liefde voor het spel weerspiegeld, en daar was hij trots op. Ze was het enige meisje dat hij kende dat zo goed speelde. Sofia belichaamde alle kwaliteiten die hij in Anna had bewonderd toen hij haar voor het eerst had ontmoet. Anna was het absoluut niet met hem eens. Volgens haar was ze nooit zo woest en wild geweest, dus moest ze die eigenschappen wel van hem geërfd hebben.
De jongens waren eraan gewend dat Sofia meespeelde. Niemand vond het erg. Ze hadden haar in de wedstrijd tegen La Paz getolereerd omdat ze hadden gewonnen, maar daarna zorgden ze ervoor dat ze nooit meer aan een wedstrijd zou meedoen. Zíj wisten dat ze haar als een jongen konden behandelen, maar de tegenspelers, die het niet gewend waren om met een meisje te spelen, konden zich in haar bijzijn niet normaal gedragen. Daarom was Paco met hen van mening dat het niet de bedoeling was dat ze door haar aanwezigheid de sfeer van de wedstrijd veranderde. Ze mocht alleen met haar neven spelen. Sofia maakte het niets uit, zolang ze maar kon spelen. Voor haar was polo niet alleen een spel maar een manier om zich van de beperkingen die haar moeder haar oplegde te bevrijden. Op het veld werd ze behandeld als ieder ander. Ze kon doen wat ze wilde, ze kon roepen en gillen en haar woede de vrije loop laten, en daar kreeg ze dan ook nog eens het applaus van haar vader voor.
Da namiddagzon wierp lange, grillige schaduwen op het gras, die elkaar als middeleeuwse lansiers naar het leven leken te staan. Fernando reed Santi bijna twee keer van zijn pony, maar Santi glimlachte alleen maar vriendelijk naar hem en galoppeerde verder. Door die glimlach ging Fernando zich nog meer ergeren. Snapte hij dan niet dat zijn agressie niets met het spel van doen had? De volgende keer zou hij nog harder duwen. Na de wedstrijd gaven ze hun pony’s, die glansden van het zweet en het schuim op de lippen hadden staan, terug aan de stalknechten die in hun bombachas en baretten om het veld hadden rondgehangen.
‘Ik ga naar het zwembad voor een duik,’ kondigde Sofia aan. Ze veegde haar voorhoofd af, dat nat was van het zweet en jeukte waar de rand van haar petje had gezeten.
‘Mijn idee,’ zei Santi, die naar haar toe rende. ‘Je bent in die twee jaar een stuk beter geworden. Geen wonder dat Paco je nu altijd laat spelen.’
‘Alleen met familie.’
‘Heel verstandig,’ zei hij goedkeurend.
Rafael en Agustin voegden zich bij hen, en terwijl ze om Santi heen hingen, sloegen ze hem joviaal op de rug, zoals ze vroeger ook altijd hadden gedaan. Iedereen was vergeten dat hij weg was geweest en het leven ging weer als altijd zijn gangetje.
‘Tot zo, bij het zwembad,’ riep Fernando naar de anderen, terwijl hij zijn tacos verzamelde en ze achter in de jeep laadde. Hij keek zijn broer na die met zijn nichtje en neven wegliep en wou dat hij weer naar Amerika vertrok. Het was allemaal prima gegaan zonder hem. Nu werd hij verdomme weer door iedereen aanbeden en op een voetstuk gezet. Hij slikte het gevoel van minderwaardigheid weg en kroop achter het stuur. Sebastian, Niquito en Angel gingen de andere kant op, naar huis, en gebaarden dat zij ook naar het zwembad zouden komen.
Sofia kleedde zich in de koele duisternis van haar kamer uit, sloeg een handdoek om zich heen en liep op haar tenen tussen de bomen door naar het zwembad, dat verzonken lag in een kleine heuvel en omgeven was door hoge platanen en populieren. Het water glinsterde verleidelijk in het zachte avondlicht en er hing een geur van eucalyptus en gemaaid gras in de stille, vochtige lucht. Met Santi’s woorden in gedachten genoot Sofia van de schoonheid om zich heen. Ze liet haar handdoek op de grond glijden en dook naakt in het roerloze, spiegelende wateroppervlak, waarover ontelbare vliegjes en muggen schaatsten. Na een poosje hoorde ze de naderende bromstemmen van de jongens, gevolgd door een hoop herrie van Sebastians brommer. Weg was de stilte waarvan ze zo had genoten.
‘Hé, Sofia is naakt!’ riep Fernando, toen hij het wazige lichaam van zijn nichtje onder water zag.
Rafael wierp haar een afkeurende blik toe. ‘Sofia, daar ben je nu toch echt te oud voor,’ klaagde hij, zijn handdoek neergooiend.
‘Ach, doe toch niet altijd zo flauw!’ riep ze onaangedaan terug. ‘Het is heerlijk, en ik weet zeker dat jij het ook graag zou doen.’ Ze lachte gemeen.
‘We zijn familie, jongens, wat kan het schelen,’ zei Agustin, die uit zijn zwembroek stapte en naakt het water in dook. ‘Er valt bij haar toch niets te zien.’ Proestend hapte hij naar adem.
‘Het gaat me om haar waardigheid,’ hield Rafael bezorgd vol.
‘Die heeft ze allang verloren. Met Roberto Lobito. Ha!’ lachte Fernando, terwijl hij zich dansend op één been van zijn zwembroek ontdeed. Zijn billen staken wit af tegen zijn bruine benen en rug. Het volgende moment dook ook hij het zwembad in.
‘Oké, maar dan moet je mij niet de schuld geven als mama je straks te grazen neemt.’
‘Jullie houden je mond wel,’ lachte ze, en ze spatte in het rond met de jongens. Santi stapte uit zijn zwembroek en stond naakt op de rand van het zwembad. Hij stond zo schaamteloos met zijn handen in zijn zij, dat Sofia het niet kon laten haar ogen over zijn lichaam te laten glijden. Haar blik bleef verwonderd rusten op dat deel van hem dat wel altijd gesuggereerd was maar nooit onthuld. Ze bleef een ogenblik gefixeerd naar hem kijken. Ze had haar vader, broers en neven wel eens bloot gezien, maar iets in Santi’s naaktheid dwong haar bewondering af. Daar hing het voor haar, trots en majesteitelijk, iets groter ook dan ze had verwacht. Toen werden haar ogen om de een of andere reden terug naar zijn gezicht getrokken. Ze zag dat hij met een van woede vertrokken gezicht naar haar keek. Ze keek fronsend terug, in een poging zijn gedachten in zijn ogen te lezen. Hij dook echter het zwembad in en liet zich met een klap op het water neerkomen om het beeld van zijn nichtje, naakt rollebollend met Roberto Lobito, te verdrijven.
Hoewel Sofia zich bewust was van zijn nabijheid, zwom ze rond alsof ze hem niet zag en deed ze geforceerd mee met de anderen. Ze probeerde te bedenken waarom hij boos op haar kon zijn. Had ze iets verkeerd gedaan? Haar bezorgdheid doofde haar enthousiasme en ze voelde zich ineens verdrietig. Plots waarschuwde Rafael dat Anna eraan kwam, die met een geïrriteerde uitdrukking op haar gezicht op het zwembad afstormde.
‘Duiken, Sofia,’ fluisterde hij gejaagd. ‘Ik probeer haar zo snel mogelijk kwijt te raken.’
‘Ongelofelijk!’ siste ze. ‘Die is ook overal.’ Ze perste zichzelf tegen de wand, waarna haar broer haar kopje-onder duwde.
‘Hola, jongens. Hebben jullie Sofia gezien?’ vroeg Anna. Haar ogen vlogen van de een naar de ander.
‘Ja, ze heeft polo met ons gespeeld en is toen naar huis gegaan. Daarna hebben we haar niet meer gezien,’ antwoordde Agustin ernstig.
‘Hier is ze in ieder geval niet,’ zei Sebastian. Op dat moment zag Anna pas dat ze allemaal naakt waren en onmiddellijk verschenen er twee hoogrode vlekken op haar bleke wangen.
‘Dat hoop ik ook niet voor haar,’ kaatste ze vinnig terug, hoewel het haar niets zou verbazen. Daarop glimlachte ze vanonder haar zonnehoed naar hen en zei ze dat ze Sofia onmiddellijk naar huis moesten sturen als ze haar zagen. Toen ze weg was, kwam Sofia happend naar lucht boven water om vervolgens al hoestend in lachen uit te barsten.
‘Dat was op het nippertje, boluda!’ viel Rafael naar haar uit. ‘Waarom moet jij ook altijd te ver gaan!’
Santi keek vanaf de andere kant van het zwembad naar haar en voelde een steek van jaloezie die hij niet kon verklaren. Hij wilde ineens niet meer dat ze naakt zwom met de andere jongens erbij. Hij wilde haar een klap geven omdat ze met Roberto Lobito had aangepapt. Waarom moest ze nu van alle jongens juist hém kiezen?