Hoofdstuk 7
Anna kon zich haar toekomst pas echt voorstellen toen ze Santa Catalina voor het eerst zag. Het koloniale huis lag op de weidse vlakte tussen hoge, luchtige bomen. Ze wist dat ze hier gelukkig zou worden. Glengarriff was ver weg en ze was te opgewonden om haar familie te missen of aan de arme Sean O’Mara te denken.
Ze had Londen in een gouden herfstgloed verlaten om in Buenos Aires aan te komen toen de stad in bloei stond. Op het vliegveld rook het naar vocht en zweet dat zich mengde met een scherp luchtje van lelietjes-van-dalen, dat door een van hun medepassagiers, die zojuist naar het damestoilet was geweest om zich op te frissen, werd verspreid.
Anna en Paco werden opgewacht door een gezette man met een flauwe glimlach en kleine glanzende oogjes in een bruin gezicht. Hij zorgde voor hun bagage en loodste hen door een zijdeur de hete novemberzon in. Paco liet haar hand geen moment los. Terwijl ze op de auto wachtten die van de parkeerplaats werd gehaald, hield hij hem bezitterig in de zijne.
‘Esteban, dit is mijn verloofde, señorita O’Dwyer,’ zei hij terwijl de kleine donkere man hun bagage in de kofferbak laadde.
Anna, die een beetje Spaans in Londen had geleerd, glimlachte verlegen naar de man en stak hem haar hand toe. Estebans hand was klam en warm, en terwijl hij haar begroette nam hij haar met zijn koffiebruine ogen nieuwsgierig op. Toen ze Paco vroeg waarom iedereen haar zo aanstaarde en waarom Esteban haar zo onderzoekend had aangekeken, zei hij dat het door haar rode haar kwam. Maar weinig mensen in Argentinië hadden rood haar en zo’n blanke huid. Terwijl ze even later het centrum van Buenos Aires in reden, ging Anna dicht bij het open raampje zitten om haar gezicht in de frisse wind te laten afkoelen.
Buenos Aires bezat voor Anna de charme van een oude stad. Op het eerste gezicht had het veel weg van de Europese steden waarvan ze foto’s had gezien. De barokke gebouwen zouden in Parijs of Madrid niet hebben misstaan. De pleinen werden omzoomd door hoge platanen en palmbomen, en in de parken was het een feest van kleur door de vele bloemen en bloeiende heesters. Tot haar verrukking zag ze dat zelfs de wegen en trottoirs in bloei leken te staan met duizenden paarse bloemen, die uit de rijk bloeiende jacarandabomen waren gevallen. Er hing een lome, zwoele sfeer. Overal zag ze terrasjes op de stoffige trottoirs, waar de inwoners van Buenos Aires een kaartje legden of thee zaten te drinken in de benauwde, vochtige lucht. Paco legde haar uit dat hun voorouders, die aan het eind van de negentiende eeuw vanuit Europa naar Argentinië emigreerden, in hun architectuur en gewoonten veel uit hun oude wereld hadden overgenomen om het kwellende heimwee in hun ziel te stillen. Daarom, verklaarde hij, zag het Colon-theater eruit als La Scala in Madrid, was het Retiro-station net Waterloo en deden de pleinen met platanen aan Zuid-Frankrijk denken. ‘We zijn een hopeloos nostalgisch volk,’ zei hij. ‘En hopeloos romantisch.’ Ze boog zich lachend naar hem toe en kuste hem liefdevol.
Anna snoof de zware geuren van eucalyptus en jasmijn op die van de lommerrijke plazas kwamen en observeerde de bedrijvigheid in de straten. Elegante vrouwen met een gladde bruine huid en lang glanzend haar flaneerden over de trottoirs, schaamteloos nagekeken door donkere, voorbijslenterende mannen. Ze zag de mannen en vrouwen met elkaar flirten; stelletjes hielden elkaars hand vast en kusten elkaar op de terrasjes van de cafés of zaten op de bankjes in het park te vrijen in de zon. Het leek wel of iedereen kuste.
In de door bomen omzoomde Avenida Libertador reden ze een ondergrondse garage in, waar een glimlachend dienstmeisje met vurige bruine ogen en een huid als melkchocolade hen stond op te wachten om hen met de bagage te helpen. Toen ze Paco zag stroomden haar grote ogen vol tranen en omhelsde ze hem hartelijk, hoewel ze met haar lengte maar tot aan zijn borst kwam. Lachend sloeg hij zijn armen om haar dikke lijf en knuffelde haar.
‘Señor Paco, wat ziet u er goed uit,’ zei ze bewonderend, terwijl ze hem van top tot teen opnam. ‘Europa heeft u heel veel goed gedaan, zie ik. Aha!’ riep ze, haar blik op Anna richtend. ‘Dit moet uw verloofde zijn. Iedereen is zo benieuwd. Ze willen haar allemaal dolgraag zien.’ Ze stak haar mollige hand uit, die Anna verbijsterd schudde, en rebbelde zo snel dat Anna er geen woord van verstond.
‘Amor, dit is ons allerliefste dienstmeisje, Esmeralda. Is ze niet verrukkelijk?’ zei hij met een knipoog. Anna glimlachte terug en volgde hem de lift in. ‘Ik was vierentwintig toen ik vertrok, dus ze heeft me twee jaar niet gezien. Je kunt je voorstellen dat ze zich een beetje overdonderd voelt.’
‘Is je familie er niet?’ vroeg Anna bezorgd.
‘Natuurlijk niet. Het is zaterdag. Het weekend brengen we nooit in de stad door,’ antwoordde hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. ‘Wat we nodig hebben nemen we mee naar Santa Catalina. De rest laten we aan Esmeralda over.’
Het appartement was groot en fris. Blinkende ramen keken uit op het lommerrijke park waarin verliefde stelletjes elkaar op die mooie lenteochtend lachend en kussend in de ogen keken. Beneden in de schaduwrijke straat weerklonken kinderstemmen en het geroep van vogels. Een hond blafte ergens dicht in de buurt, hard en aan één stuk door. Paco liet Anna een klein, pastelblauw kamertje zien dat erg Engels was ingericht, met bloemetjesgordijnen waarvan het motief terugkwam in de beddensprei en het kussen van de stoel voor de kaptafel. Toen ze uit het raam keek kon ze over de daken van de stad tot aan de glinsterende, bruine rivier in de verte kijken.
‘Dat is de Rio de La Plata,’ zei Paco over haar schouder, terwijl hij zijn armen om haar middel sloeg. ‘Aan de andere kant van het water ligt Uruguay. De rivier, de Costanera, is de breedste ter wereld. En daar,’ zei hij, wijzend over de huizen, ‘is de wijk La Boca, een oude Italiaanse havenbuurt. Daar heb je heerlijke Italiaanse restaurantjes en huizen die je vast leuk zult vinden, want ze zijn in allerlei vrolijke kleuren geschilderd. En ik neem je mee naar San Telmo, het oude deel van de stad, met straten van kinderkopjes en vervallen romantische pandjes. Daar zal ik de tango met je dansen.’ Met een verrukte glimlach keek Anna over de stad die haar nieuwe thuis zou worden en ze voelde een golf van opwinding door zich heen gaan. ‘We gaan hand in hand langs de rivier wandelen, en dan ga ik je kussen en dan…’
‘En dan?’ lachte ze koket.
‘En dan breng ik je naar huis en ga ik in ons echtelijk bed langzaam en sensueel met je vrijen,’ antwoordde hij.
Anna giechelde hees. Ze dacht terug aan de lange nachten vol kussen, hoe ze haar verlangen had moeten onderdrukken toen hij met zijn lippen over haar huid was gegaan en zijn handen over de welvingen van haar borsten had laten glijden. Blozend van lust en schaamte had ze zich teruggetrokken; haar moeder had haar immers geleerd zich niet voor de huwelijksnacht te geven. Een net meisje zorgt ervoor dat haar goede naam niet wordt aangetast, had ze gezegd.
Paco was galant en ouderwets. Hoewel hij pijn in zijn lendenen kreeg van de zelfbeheersing die hij moest opbrengen om niet te ver te gaan, respecteerde hij Anna’s wens om maagd te blijven. Hij had zijn verlangen met stevige wandelingen en koude douches onderdrukt. ‘We hebben alle tijd van de wereld om elkaar te ontdekken als we eenmaal getrouwd zijn,’ had hij gezegd.
Anna haalde haar zomerkleren uit haar koffer en liet de rest aan Esmeralda over om uit te pakken, precies zoals Paco had gezegd. Ze douchte in de marmeren badkamer en schoot in een lange bloemetjesjurk. Terwijl Paco nog druk bezig was op zijn kamer besloot ze even rond te neuzen in het appartement, dat twee verdiepingen telde, en naar de zwartwitfoto’s van zijn familie te kijken die haar vanuit de glimmende zilveren lijstjes toelachte. Er was er een bij van Paco’s ouders, Hector en Maria Elena. Hector was lang en donker met gereserveerde, zwarte ogen en een adelaarsprofiel dat hem een vorstelijke gratie verleende. Maria Elena was klein en blond en had lichte, melancholieke ogen en een warme, volle mond. Ze zagen er trots en elegant uit. Anna hoopte dat ze haar zouden mogen. Ze moest aan tante Dorothy’s waarschuwing denken dat ze waarschijnlijk liever hadden dat hij met iemand uit zijn eigen ‘klasse en cultuur’ zou trouwen. Zo zelfverzekerd ze zich in Londen had gevoeld, zo bang was ze nu bij de gedachte in deze wereld vol glamour te moeten stappen. Ze kon veel van tante Dorothy zeggen, maar ze had wel gelijk – ze was maar een dorps meisje uit Ierland, met kinderlijke dromen over een groots leven.
Ze hoorde Paco met Esmeralda praten op de overloop. Even later kwam hij met zijn koffer de trap af. ‘Is dat alles wat je meeneemt?’ vroeg hij, toen hij Anna met slechts een bruin koffertje zag staan. Ze knikte. Zoveel zomerjurken had ze niet. ‘Oké, dan gaan we,’ zei hij schouderophalend. Anna glimlachte naar Esmeralda die haar een mand met proviand meegaf voor op de ranch en mompelde bedeesd: ‘Adiós’, zoals ze in Londen op de Spaanse les had geleerd. Paco draaide zich om en trok goedkeurend zijn wenkbrauw op. ‘Je klinkt al als een echte Argentijnse,’ grapte hij terwijl hij de koffers in de lift zette. ‘Heel goed.’
Paco bezat een glimmende Mercedes die uit Duitsland was geïmporteerd. Het was een lichtblauwe cabriolet, die een hoop lawaai maakte toen hij het sleuteltje in het contact omdraaide. Het geluid echode na tussen de muren. Anna zag Buenos Aires in een flits aan zich voorbijtrekken. Ze had het gevoel alsof ze in een speedboot over de oceaan vloog. Ze wou dat haar vreselijke neefjes en nichtjes haar nu konden zien. Ze zouden groen van jaloezie zien, dacht ze tevreden bij zichzelf. Haar ouders zouden apetrots zijn en voor het eerst sinds haar vertrek zag ze hun betraande gezichten weer voor zich. Een moment kromp haar hart van heimwee ineen, maar al snel zaten ze op de grote weg, en met de wind in haar haren en de zon op haar gezicht was Ierland weer ver weg.
Paco had haar verteld dat hij drie broers had. Hij was nummer drie. De oudste, Miguel, leek op zijn vader, met zijn donkere huid en haren en bruine ogen. Hij was getrouwd met Chiquita, die ze volgens Paco graag zou mogen. Dan had je Nico, die net zo donker was als zijn vader maar de blauwe ogen van zijn moeder had. Zijn vrouw Valeria was intelligent en niet zo vriendelijk als Chiquita, maar hij wist zeker dat ze goed met elkaar overweg zouden kunnen als ze elkaar beter leerden kennen. Na Paco kwam Alejandro, de jongste, die nog ongetrouwd was, maar kennelijk zeer serieus een meisje genaamd Malena het hof maakte, dat volgens Miguel een van de mooiste meisjes van Buenos Aires was. ‘Maak je maar geen zorgen,’ raadde Paco Anna aan. ‘Als je gewoon jezelf bent, zullen ze allemaal evenveel van je houden als ik.’
Anna was zo onder de indruk van het landschap dat ze er stil van werd. In plaats van de groene heuvels in Ierland was het land hier droog en vlak. De vlakte, waar hier en daar kuddes koeien en paarden graasden, strekte zich als een geelbruine zee tot aan het einde der aarde uit. De lucht erboven was van een zo mooi helderblauw dat het Anna aan korenbloemen deed denken. Santa Catalina lag als een groene oase met volle bomen en mals gras aan het eind van een lange, stoffige weg. Bij het horen van het vertrouwde gebrom van Paco’s auto was zijn moeder uit de koele schaduw van het huis gekomen om hem te verwelkomen. Ze droeg een witte plooibroek met knopen aan de enkels, waarvan Anna al snel zou leren dat het model van de traditionele bombachas van de gauchos was afgekeken, en een witte blouse met opgerolde mouwen. De brede leren band om haar middel was versierd met zilveren munten die glinsterden in de zon. Haar blonde haar droeg ze losjes opgestoken, wat haar zachte gelaatstrekken en blauwe ogen goed deed uitkomen.
Maria Elena omhelsde haar zoon liefdevol. Ze nam zijn gezicht in haar lange, elegante handen en riep hem van alles in het Spaans toe. Hoewel Anna er niets van verstond, was het duidelijk dat het uitroepen van vreugde waren. Vervolgens wendde ze zich tot Anna en kuste haar een tikje gereserveerd op haar bleke wang en zei in gebroken Engels dat ze het fijn vond haar te ontmoeten. Anna volgde hen naar binnen, waar de rest van de familie wachtte op Paco en zijn verloofde.
Toen Anna de koele woonkamer vol vreemden binnenging, sloeg de angst haar om het hart. Ze voelde alle ogen op zich gericht, ogen die haar kritisch opnamen om te zien of ze wel goed genoeg voor hun Paco was. Paco liet haar hand los en werd opgenomen in de armen van zijn familie die hem twee jaar niet had gezien. Anna voelde zich ineens alleen, als een bootje op de woeste oceaan. Met een wazige blik keek ze hulpeloos om zich heen. Ze stond als aan de grond genageld en voelde zich erg ongemakkelijk. Juist toen ze het niet langer dacht te kunnen verdragen, kwam Miguel op haar af om haar aan de familie voor te stellen. Hij glimlachte vriendelijk naar haar.
‘Dit moet een nachtmerrie voor je zijn. Haal maar een keer diep adem en dan gaat de rest vanzelf,’ zei hij in het Engels, met hetzelfde zware, charmante accent als zijn broer. Hij legde zijn ruwe hand geruststellend op haar arm. Nico en Alejandro glimlachten beleefd naar haar, maar toen ze zich omdraaide voelde ze hun ogen in haar rug en begreep ze dat er in het Spaans over haar werd gepraat. Ze kon het niet volgen, daarvoor ging het te snel. Valeria’s hooghartige schoonheid deed haar huiveren. Ze kuste Anna zonder ook maar even te glimlachen en keek haar met een strakke, zelfverzekerde blik aan. Tot haar opluchting werd ze daarna warm omhelsd door Chiquita, die haar welkom heette in de familie.
‘Paco heeft veel over je geschreven. Ik ben blij dat je er bent,’ stamelde ze blozend in het Engels. Anna was haar zo dankbaar dat ze wel kon huilen.
Toen de dreigende gestalte van Hector op haar toe kwam, brak het zweet haar uit. Hij was groot en imponerend en ze kromp onder het verstikkende gewicht van zijn charme ineen. Toen hij naar haar toe boog om haar te kussen, rook ze zijn pittige eau de cologne, die daarna nog een tijdje om haar heen zou blijven hangen. Paco leek veel op zijn vader. Hij had dezelfde neus en hetzelfde adelaarsprofiel. Alleen had Paco de zachte blik van zijn moeder geërfd.
‘Ik heet je van harte welkom in Argentinië en op Santa Catalina. Is dit de eerste keer dat je hier bent?’ vroeg hij in zijn perfecte Engels. Anna slikte en knikte met ingehouden adem. ‘Ik zou even alleen mijn zoon willen spreken. Kan ik je even aan mijn vrouw overlaten?’ Anna knikte nog een keer.
‘Natuurlijk,’ antwoordde ze hees. Ze wou dat Paco haar weer naar Buenos Aires kon brengen; daar zouden ze alleen zijn. Paco trok zich echter vrolijk terug met zijn vader. Anna wist dat hij van haar verwachtte dat ze zich alleen zou redden.
‘Kom, laten we buiten gaan zitten,’ zei Maria Elena vriendelijk. Ze keek haar man en zoon met een bezorgde blik na terwijl ze in de hal verdwenen. Haar lichte ogen kleurden donkerder. Anna had geen andere keus dan met Maria Elena en haar familie op het terras in de zon te gaan zitten, waar ze haar beter konden zien.
‘Por Dios, Paco!’ begon zijn vader met zijn diepe stem, en hij schudde ongeduldig het hoofd. ‘Ze is zonder twijfel beeldschoon, maar moet je haar nu toch zien – het lijkt wel een bang konijntje. Is het wel eerlijk om haar hierheen te halen?’
Paco’s gezicht werd karmozijnrood en zijn blauwe ogen kleurden violet. Hij had zijn vaders afkeuring verwacht.
‘Papa, vindt u het gek dat ze bang is? Ze spreekt de taal niet en ze wordt door iedereen in de familie kritisch bekeken of ze wel goed genoeg is. Ik weet in ieder geval wat goed genoeg voor mij is en ik laat me daar door niemand van afbrengen.’ Hij keek zijn vader uitdagend aan.
‘Jongen, ik weet dat je verliefd bent en dat is allemaal prima, maar trouwen hoeft niets met liefde te maken te hebben.’
‘U moet niet zo over moeder spreken,’ snauwde Paco. ‘Ik ga met Anna trouwen,’ voegde hij er kalmer maar vastberaden aan toe.
‘Paco, ze komt uit de provincie, ze is nog nooit uit Ierland weg geweest. Is het wel eerlijk om haar in onze wereld te plaatsen? Wie zegt dat ze het aankan?’
‘Ik. Omdat ik daarvoor ga zorgen. Omdat ú daar ook voor gaat zorgen,’ zei Paco boos. ‘U gaat de rest van de familie zeggen dat ze ervoor moeten zorgen dat ze zich welkom voelt.’
‘Dat is niet genoeg. We leven in een starre maatschappij. Ze zal door iedereen beoordeeld worden. Er zijn zoveel mooie meisjes in Argentinië, kon je er hier geen uitzoeken?’ Hector hief geërgerd zijn handen op. ‘Je broers hebben in dit land ook een goede partij kunnen vinden, dus waarom jij niet?’
‘Ik hou van Anna omdat ze anders is dan anderen. En al is ze van eenvoudige afkomst en uit de provincie, wat dan nog? Ik hou van haar zoals ze is en u zult ook van haar gaan houden als u haar leert kennen. Laat haar eerst een beetje wennen. Als ze zich meer op haar gemak voelt, zult u begrijpen waarom ik van haar houd.’
Paco keek zijn vader met een strakke blik aan, die verzachtte wanneer hij over Anna sprak. Hector klemde zijn kaken op elkaar en stak zijn kin koppig naar voren. Toen schudde hij langzaam het hoofd en ademde hij diep in door zijn neusgaten, terwijl hij zijn ogen op het gezicht van zijn zoon gericht hield.
‘Goed,’ gaf hij zich gewonnen. ‘Ik kan je er niet van weerhouden om met haar te trouwen. Maar ik hoop dat je weet wat je doet, want ík snap er geen bliksem van.’
‘Geef haar de tijd, papa,’ zei Paco, dankbaar dat zijn vader het opgaf. Hij kon zich niet herinneren dat zijn vader zich ooit gewonnen had gegeven.
‘Je bent nu een man en oud genoeg om je eigen beslissingen te nemen,’ zei Hector nors. ‘Het is jouw leven. Ik hoop dat ik geen gelijk krijg.’
‘Dat zal niet gebeuren. Ik weet wat ik wil,’ zei Paco tegen hem. Hector knikte alvorens zijn zoon te omhelzen en op beide klamme wangen te kussen, zoals zijn gewoonte was na een woordenwisseling.
‘Kom, dan gaan we weer naar de anderen,’ zei Hector, waarna ze samen naar de deur liepen.
Anna hield onmiddellijk van Chiquita en Miguel, die haar met onvoorwaardelijke hartelijkheid in de familie opnamen.
‘Maak je maar niet druk om Valeria,’ zei Chiquita terwijl ze Anna de estancia liet zien. ‘Ze gaat je wel aardig vinden als ze je eenmaal kent. Iedereen hoopte dat Paco met een Argentijnse zou trouwen. Het nieuws sloeg in als een bom. Paco kondigde aan dat hij ging trouwen, terwijl niemand je nog gezien had. Als je hier eenmaal gewend bent, zul je zeker gelukkig worden.’
Chiquita liet Anna de ranchos zien – het groepje lage, witte huisjes waarin de gauchos woonden – en het poloveld waarop in de zomermaanden doorlopend door de jongens werd gespeeld, en waar ze, als ze al niet speelden, over polo praatten. Ze nam haar mee naar de tennisbaan die tussen de grote schaduwrijke platanen en eucalyptusbomen lag, en naar het kristalheldere zwembad op de aangelegde heuvel, vanwaar je uitkeek over een groot grasweiland waarin lichtbruine koeien lagen te herkauwen.
Anna begon al spoedig met Chiquita Spaans te oefenen. Chiquita legde haar de grammaticale verschillen uit tussen het Spaans uit Spanje, dat Anna in Londen had geleerd, en het Spaans zoals het in Argentinië werd gesproken. Ze luisterde geduldig wanneer Anna zenuwachtig haar zinnen stamelde.
Door de week woonden Anna en Paco bij zijn ouders in Buenos Aires, en hoewel de maaltijden in het begin nogal stroef verliepen, verbeterde Anna’s gespannen relatie met Hector en Maria Elena met haar vorderingen in het Spaans. Anna liet in deze eerste maanden van hun verloving weinig van haar angsten merken, want ze voelde dat Paco hoopte dat ze zich gemakkelijk zou aanpassen. Hij ging weer voor zijn vader werken, terwijl Anna de dagen doorbracht met haar lessen Spaans en een cursus kunstgeschiedenis. Ze zag op tegen de weekenden waarin de hele familie op de boerderij bij elkaar kwam, vooral vanwege de vijandigheid van Valeria.
Door Valeria voelde ze zich minderwaardig. Vergeleken bij het lange zwarte haar en de aristocratische trekken van Valeria, die altijd in onberispelijke zomerjurkjes gekleed ging, voelde Anna zich vaak zo onbeholpen dat haar maag ervan omkeerde. Ze zat meestal bij het zwembad met een clubje vriendinnen te smoezelen en dan wist Anna zeker dat ze het over haar hadden. Terwijl ze hun sigaretten rookten, bekeken ze haar als luie panters die een angstig konijntje in de gaten hielden, en ze genoten als ze struikelde. Verbitterd dacht ze terug aan haar neven en nichten in Ierland, en ze vroeg zich af wie erger waren. In Glengarriff had ze zich tenminste in de heuvels kunnen terugtrekken; hier kon ze nergens heen. Ze kon Paco niet in vertrouwen nemen omdat ze een goede indruk wilde maken. Bovendien wilde ze niet klagen bij Chiquita, die een echte vriendin en bondgenote was geworden. Het was altijd al haar gewoonte geweest om haar gevoelens verborgen te houden. Haar vader had haar ooit gezegd dat ze haar zwaktes beter niet kon tonen aan mensen die daar misbruik van zouden kunnen maken. In dit geval was ze zeker van haar zaak, en ze wilde geen van hen het genoegen doen haar te zien falen.
‘Ze is geen haar beter dan Eva Perón,’ zei Valeria boos, toen Nico haar confronteerde met haar onvriendelijke gedrag. ‘Zo’n type dat hogerop wil komen door zich in jouw familie in te trouwen. Zie je dat niet?’
‘Wat ik zie, is dat ze van Paco houdt,’ voerde hij knorrig ter verdediging van zijn broer aan.
‘Mannen zijn sukkels als het op begrijpen van vrouwen aankomt. Hector en Maria Elena zien het ook, dat weet ik zeker,’ hield ze vol.
In die tijd was Perón op het hoogtepunt van zijn macht. Hij had de bevolking totaal aan zich onderworpen. Met steun van het leger controleerde hij de pers, de radio en de universiteiten. Niemand durfde van de partijlijn af te wijken. Hoewel hij het volk achter zich had om een democratie te vestigen, regeerde hij bij voorkeur met militaire precisie en streefde hij totale controle na. Het is waar dat er geen concentratiekampen waren voor degenen die het niet met hem eens waren en dat de buitenlandse pers het land in alle vrijheid kon bezoeken, maar onder de oppervlakte van Peróns Argentinië heerste angst. Eva, die door haar miljoenen aanhangers Evita werd genoemd, gebruikte haar machtspositie om zich als een moderne Robin Hood te gedragen. De wachtkamer van haar kantoor barstte letterlijk uit zijn voegen van de rijen mensen die haar om een gunst kwamen vragen – een nieuw huis, een pensioen, een baan – waarop Eva als antwoord met haar toverstokje zwaaide. Ze zag het als haar persoonlijke roeping om het lijden van de armen, dat ze ooit zelf had ervaren, te verzachten. Ze nam eenvoudigweg van de rijken om het aan de descamisados te geven – een naam die Perón zelf had bedacht en letterlijk de ‘hemdlozen’ betekent. Daar genoot ze van. Veel rijken, die bang waren dat Peróns dictatuur tot het communisme zou leiden, verlieten in die tijd het land.
‘Ja,’ zei Valeria hatelijk, ‘Anna is net Eva Perón. Ze wil hoger de sociale ladder op en jij en je familie laten het toe.’ Nico krabde op zijn hoofd. Hij besloot dat haar beschuldiging te onzinnig was om over te bakkeleien.
‘Geef haar een kans,’ zei hij. ‘Verplaats jezelf eens in haar, dan zul je een stuk aardiger zijn, denk ik.’
Valeria beet op haar lip en vroeg zich af waarom mannen niet door de mooie buitenkant van een vrouw heen konden prikken. Net zomin als Juan Perón.
Het beslissende moment kwam toen de hele familie zich onder het genot van een heerlijk glas vruchtensap, dat door de dienstmeisjes was geserveerd, om het zwembad had geschaard en zich koesterde in de warme zon. Anna zat met Chiquita en Maria Elena in de schaduw toen Miguels vriend, Diego Braun, die helemaal ondersteboven was van de schoonheid van Paco’s Keltische verloofde, het niet kon laten in het zicht van iedereen met haar te flirten.
‘Anna, por qué no te bañás?’ vroeg hij vanuit het zwembad, in de hoop dat ze erin zou springen en met hem ging zwemmen. Anna verstond de vraag goed. ‘Anna, waarom kom je niet zwemmen?’ Omdat ze echter voelde dat iedereen benieuwd was naar wat ze zou antwoorden, werd ze zo nerveus dat ze de grammatica door elkaar haalde en woordelijk vanuit het Engels vertaalde.
‘Porque estoy caliente,’ antwoordde Anna. Ze wilde zeggen dat ze niet het koude water in wilde omdat ze het zo heet had. Tot haar verbazing barstte iedereen in lachen uit. Er werd zo hard gelachen dat ze naar hun buik grepen. Anna keek hulpeloos naar Chiquita, die tussen twee aanstekelijke uithalen door vertelde wat ze had gezegd.
‘“Ik ben heet,” zei je.’ Toen lachte Chiquita weer met de rest van haar familie en vrienden mee.
Anna liet het een moment bezinken en ineens werd ze zo door Chiquita’s lach aangestoken dat ze het zelf ook uitproestte. Ze lachte hartelijk met hen mee en voor het eerst had ze het gevoel dat ze deel uitmaakte van de familie. Nadat ze was opgestaan, zei ze met haar Ierse accent en zonder zich om de grammatica te bekommeren, dat ze maar beter een baantje kon gaan trekken om af te koelen.
Vanaf dat moment leerde ze om zichzelf te lachen en besefte ze dat ze hen alleen met humor voor zich kon innemen. De mannen bewonderden haar niet meer van een afstandje maar plaagden haar met haar gebrekkige Spaans en de meisjes namen het op zich haar de taal én de mannen te leren kennen. Ze leerden haar dat Latijns-Amerikaanse mannen vrouwen met een schaamteloze zelfverzekerdheid tegemoet traden en dat ze dus, ook als getrouwde vrouw, altijd op haar hoede moest zijn. Alles zouden ze uit de kast halen om haar te versieren. Bovendien moest ze, omdat ze mooi én Europeaanse was, dubbel zo goed oppassen. Een Europeaanse vrouw werkte hier als een rode lap op een stier, zeiden ze, en had de reputatie ‘gemakkelijk’ te zijn. Anna had echter nooit moeite gehad met ‘nee’ zeggen en naarmate ze aan zelfvertrouwen won, kwamen haar sterke karakter en eigenzinnigheid weer naar boven.
Toen Anna’s aard uit de mist van haar angst opdoemde en ze niet meer bang was voor de taal, realiseerde Valeria zich dat Anna niet zo zwak en hulpeloos was als ze eerst had gedacht. In werkelijkheid bleek ze een stalen karakter en scherpe tong te hebben, zelfs in haar gebrekkige Spaans. Ze gaf mensen van repliek en durfde het zelfs een keer tijdens een lunch, in het bijzijn van de hele familie, openlijk oneens te zijn met Hector. Toen ze uiteindelijk gelijk kreeg, keek Paco triomfantelijk in het rond. Tegen de tijd dat ze trouwden had Anna dan misschien niet de liefde van ieder lid van haar nieuwe familie gewonnen, maar wel hun respect.
Het huwelijk werd onder een oceaanblauwe hemel in de zomertuin van Santa Catalina voltrokken. Anna Melody O’Dwyer straalde onder haar fijnmazige voiletje dat met bloemetjes was afgezet, te midden van driehonderd onbekende gasten. Toen ze aan de arm van de gedistingeerde Hector Solanas naar het altaar liep, had ze het gevoel dat ze in een sprookjesboek uit haar jeugd was beland. Door haar vastberadenheid en sterke persoonlijkheid had ze dit bereikt. Ze verdiende het. Iedereen keek naar haar. De mensen knikten naar elkaar en zeiden hoe prachtig ze eruitzag. Ze voelde zich bewonderd en aanbeden. Ze had de huid van het bange meisje dat drie maanden geleden in Argentinië was aangekomen van zich afgeschud en was tevoorschijn gekomen als de vlinder waarvan ze altijd had geweten dat ze die kon zijn. Toen ze haar prins het jawoord gaf, geloofde ze dat ook haar sprookje een happy end kon hebben. Ze zouden elkaar in de zonsondergang kussen en nog een lang en gelukkig leven leiden.
Op de ochtend van haar huwelijk ontving ze een telegram van haar familie. Er stond: AAN ONZE ALLERLIEFSTE ANNA MELODY STOP WE WENSEN JE HEEL VEEL GELUK VOOR DE TOEKOMST STOP JE LIEFHEBBENDE OUDERS TANTE DOROTHY STOP WE MISSEN JE ALLEMAAL STOP. Anna las het terwijl Encarnación jasmijn in haar haren stak en borg het naderhand met haar oude leven op.
Hun huwelijksnacht was net zo teder en opwindend als ze had gehoopt. Toen ze uiteindelijk alleen waren had ze haar man onder de sluier van de duisternis toegestaan haar te ontdekken. Bevend had ze zich door hem laten uitkleden en ieder stukje van haar blanke huid laten kussen. Hij genoot van de pure onschuld van haar huid, die in het blauwachtige maanlicht dat in glinsterende banen door de openingen in de gordijnen viel, iriseerde. Hij genoot van haar nieuwsgierigheid en verrukking toen ze zich aan hem gaf en hem al die plekjes liet ontdekken die voorheen verboden waren geweest. Met iedere streling, iedere aanraking voelde Anna hun zielen één worden. Haar gevoelens voor Paco behoorden tot een andere wereld, een wereld voorbij het lichamelijke. Ze voelde zich gezegend door God.
In het begin miste ze haar familie en land geen moment. Haar leven was ineens zo veel opwindender geworden. Als de vrouw van Paco Solanas kon ze krijgen wat ze wou en de naam alleen al dwong respect af. Haar nieuwe status overschaduwde de sporen van haar eenvoudige komaf. Ze genoot van haar rol als gastvrouw in haar nieuwe appartement in Buenos Aires, waar ze door de grote, prachtig ingerichte kamers zweefde en altijd in het middelpunt van de belangstelling stond. Ze nam iedereen voor zich in met haar natuurlijke manier van doen en haar onbeholpen Spaans. Als de familie Solanas haar accepteerde, dan zou dat ook met de Porteños – de inwoners van Buenos Aires – lukken. Als buitenlandse was ze een bijzonderheid en de mensen zagen veel door de vingers. Paco was trots op zijn vrouw. Ze was anders dan alle anderen in deze stad, waarin strikte sociale codes golden.
In het begin van haar huwelijk maakte ze echter nog steeds fouten. Omdat ze niet gewend was met personeel om te gaan, behandelde ze hen niet altijd even beleefd. Ze dacht dat de elite zo met hun personeel omging. Ze wilde de indruk wekken dat ze met dienstmeisjes was opgegroeid, maar de manier waarop ze het deed was verkeerd. Met haar houding beledigde ze haar nieuwe familie. Paco had de eerste maanden gedaan alsof hij het niet merkte, in de veronderstelling dat ze het wel zou leren door naar haar schoonzusjes te kijken. Uiteindelijk zag hij zich echter genoodzaakt haar apart te nemen om haar vriendelijk te vragen hen met meer respect te behandelen. Hij kon haar niet vertellen dat Angelia, hun kokkin, handenwringend in de deuropening van zijn studeerkamer was verschenen met de klacht dat geen enkele Solanas ooit zo tegen haar had gesproken als señora Anna. Anna voelde zich diep gekrenkt en mokte een paar dagen. Paco probeerde haar uit haar slechte humeur te halen. Deze stemmingen hoorden niet bij de ‘Ana Melodía’ op wie hij in Londen verliefd was geworden.
Anna merkte dat ze ineens over meer geld beschikte dan de graaf van Montecristo. Om te laten zien dat ze geen dorps meisje uit Zuid-Ierland was, besloot ze voor het verjaarsdiner van haar schoonvader te gaan winkelen op de Avida Florida, waar ze iets speciaals wilde uitzoeken om bij die gelegenheid te dragen. Ze vond een heel bijzondere creatie in een klein boetiekje op de hoek waar de Avenida Santa Fe de Avenida Florida kruist. De verkoopster was heel behulpzaam en gaf haar een flesje parfum cadeau. Anna was opgetogen. Ze voelde weer die blijdschap die ze had ervaren toen ze voor het eerst in Buenos Aires was aangekomen.
Toen ze echter die avond de kamer van Hector en Maria Elena’s appartement betrad en zag wat de anderen droegen, besefte ze met een schok dat ze de verkeerde keuze had gemaakt. Alle ogen richtten zich op haar en hun glimlachjes moesten de afkeuring verbergen die ze uit beleefdheid voor zich hielden. De jurk die ze had uitgezocht was veel te bloot en extravagant voor een rustige, beschaafde gelegenheid als deze. Tot overmaat van ramp kwam Hector op haar toe lopen. Door zijn flinke postuur en zwarte haar, dat aan de slapen begon te grijzen, had hij iets angstaanjagends. Terwijl hij boven haar uittorende bood hij haar een stola aan. ‘Ik wil niet dat je het koud krijgt,’ zei hij vriendelijk. ‘Maria Elena maakt het liever niet te warm in huis, want dan krijgt ze hoofdpijn.’ Ze bedankte hem, slikte de brok in haar keel weg en sloeg zodra ze haar kans schoon zag een glas wijn achterover. Paco zei later die avond tegen haar dat ze, hoewel ze dan misschien niet volgens de etiquette was gekleed, het mooiste meisje in de kamer was geweest.
Tegen de tijd dat Rafael Francisco Solanas (bijgenaamd Rafa) in de winter van 1951 werd geboren, begon Anna zich pas echt thuis te voelen. Chiquita, die nu haar schoonzusje was, ging met haar winkelen en ze begon steeds vaker uit te gaan en zich in de meest elegante, uit Parijs geïmporteerde, creaties te kleden. Iedereen was vol bewondering dat ze een zoon had gebaard. Hij was blond en zó licht dat hij net een klein dik albinoaapje leek. Anna vond hem echter het liefste wezentje dat ze ooit had gezien.
Paco zat bij haar bed in het ziekenhuis en zei haar hoe gelukkig ze hem had gemaakt. Hij hield haar slanke hand in de zijne en drukte er oneindig teder een kus op, alvorens een ring met diamantjes en robijnen aan haar vinger te schuiven.
‘Je hebt me een zoon gegeven, Ana Melodía. Ik ben zo trots op mijn mooie vrouw,’ zei hij. Intussen hoopte hij dat een kind haar zich écht zou doen thuisvoelen en haar naast winkelen iets om handen zou geven om haar dagen mee te vullen.
Maria Elena gaf haar een met smaragden bezet gouden medaillon dat van haar moeder was geweest en Hector wierp één blik op het kind en zei dat het op zijn moeder leek, waarna hij echter huilde als een echte Solanas.
Toen Anna haar moeder in Ierland belde, huilde Emer bijna het hele gesprek lang. Het liefst van alles wilde ze op dit moment bij haar dochter zijn. Ze werd verscheurd door verdriet bij de gedachte dat ze haar kleinzoon misschien nooit zou zien. Tante Dorothy nam de hoorn van haar over en interpreteerde wat haar zus probeerde te zeggen, terwijl ze de woorden van Anna voor alle aanwezigen in de kleine woonkamer herhaalde.
Dermot wilde weten of ze gelukkig was en of er goed voor haar werd gezorgd. Hij sprak kort met Paco die hem vertelde dat iedereen in de familie veel van Anna hield. Toen Dermot de telefoon neerlegde was hij meer dan tevreden, maar tante Dorothy was niet overtuigd. ‘Ze klonk niet als zichzelf, als je het mij vraagt,’ zei ze nadenkend, terwijl ze haar breiwerk in haar schoot legde.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Emer, die nog steeds in tranen was.
‘Ze klonk anders heel gelukkig,’ bromde Dermot.
‘O ja, ze klonk wel gelukkig, maar meer ingetogen dan ik van haar gewend ben,’ zei tante Dorothy. ‘Ja, ingetogen, dat is het woord. Argentinië doet onze Anna Melody kennelijk veel goed.’
Op één ding na had Anna alles wat haar hartje begeerde, en dat gemis krenkte haar trots. Hoe hard ze ook haar best deed zich aan te passen, toch kon ze het gevoel niet kwijtraken dat ze anders was dan de anderen. Tegen het einde van september, toen de lente de pampas met hoog, mals gras en wilde bloemen bedekte, liep Anna tegen het zoveelste obstakel aan dat haar verlangen om erbij te horen dwarsboomde – paarden.
Anna had nooit van paarden gehouden. Sterker nog, ze was er allergisch voor. Ze hield van de meeste andere dieren: van de op grote hazen lijkende vizcachas, die overal op de vlakte hun holen groeven, van de gato montés of wilde kat, die ze vaak soepel door de bosjes zag sluipen, en zelfs van het gordeldier dat haar fascineerde door zijn vreemde vorm. Hector had het schild van zo’n dier als een objet op zijn bureau staan, wat ze heel naar vond. Ze was er echter al snel achter gekomen dat het leven op Santa Catalina om polo draaide. Iedereen reed paard, want auto’s waren alleen maar onhandig in een streek waar de wegen tussen de estancias vaak niet meer waren dan zandpaden of paadjes door het hoge gras.
Het leven op Santa Catalina was een sociaal gebeuren. Regelmatig werd er op andere ranches theegedronken of nodigde men elkaar uit voor een uitgebreide barbecue, een asado. Anna moest dan het hele eind in haar truck omrijden, terwijl de anderen gewoon op hun paard sprongen en er in een mum van tijd waren. Het gesprek ging altijd over polo. Het ging over de wedstrijden tegen de andere estancias, over handicaps, pony’s en materiaal. De mannen speelden zogoed als elke avond. Daar vermaakte iedereen zich mee. De vrouwen zaten met hun kinderen op het gras en keken naar hun mannen en zonen die over het veld galoppeerden. En waarvoor? Om een bal tussen twee palen te slaan? Wat een verspilde moeite, dacht Anna wrang. Als ze de kleinere kinderen, die nog maar nauwelijks konden lopen, aan de zijlijn met een minihamer in de weer zag, rolde ze wanhopig met haar ogen. Polo was overal. Er was geen ontkomen aan.
Agustin Paco Solanas werd in de herfst van 1954 geboren. Anders dan zijn broer was het een donker kind met veel haar. Paco zei dat hij sprekend op grootvader Solanas leek. Dit keer gaf hij haar een ring met diamanten en saffieren. Maar er was iets afstandelijks in hun relatie geslopen, wat daarvoor nooit was opgevallen.
Anna ging volledig op in haar twee zoontjes. Hoewel ze Encarnacións jonge nichtje, Soledad, had om voor ze te zorgen, nam ze het meeste liefst zelf voor haar rekening. Haar kinderen hadden haar nodig, waren van haar afhankelijk. Ze was alles voor hen en hun liefde was onvoorwaardelijk. Met blinde toewijding beantwoordde ze hun genegenheid. Hoe meer ze zich echter op haar kinderen richtte, hoe groter de afstand tussen haar en haar man werd, totdat Paco nog slechts een schaduw op de achtergrond was. Hij bracht zijn tijd steeds vaker elders door en kwam laat van zijn werk terug, om ’s ochtends al weer voor haar ontwaken te vertrekken. In de weekenden op Santa Catalina was er heel subtiel een koele beleefdheid in hun manier van praten geslopen. Anna vroeg zich af waar de gezellige tijden gebleven waren. Wat deden ze nog samen? Het leek of ze alleen nog maar over hun kinderen spraken.
Paco durfde aan niemand toe te geven dat hij wellicht toch ongelijk had gehad. Misschien was het te veel van Anna gevraagd om zich aan een vreemde cultuur aan te passen. Hij had de Ana Melodía op wie hij verliefd was geworden langzaam zien veranderen in een vrouw die iemand wilde zijn die ze niet was. Hij had hulpeloos moeten toezien hoe haar wilde, onafhankelijke karakter was omgeslagen in humeurigheid en koppig gedrag. Ze ging doorlopend in de verdediging. Het leek alsof ze een strijd leverde om zichzelf te vinden, een strijd die echter op niets anders uitliep dan pogingen om de mensen om haar heen te evenaren. Ze offerde haar unieke kwaliteiten, die Paco zo ontwapenend had gevonden, op voor een distinctie die als een slechtzittende avondjurk aan haar lichaam kleefde. Hij wist dat er een grote passie in haar school, maar hoe hard hij ook probeerde haar reserve weg te kussen, hun nachtelijke ontmoetingen werden nooit méér dan dat – ontmoetingen. Hoewel hij zijn zorgen graag eens met zijn moeder zou bespreken, was hij te trots om toe te geven dat hij Anna Melody O’Dwyer misschien beter in de mistige straten van Londen had kunnen achterlaten. Dan waren ze misschien geen van beiden ongelukkig geweest.
Toen Sofia Emer Solanas in de herfst van 1956 met een schreeuw ter wereld kwam, leek de afstand onoverbrugbaar te zijn geworden. Paco en Anna spraken nauwelijks nog met elkaar. Maria Elena vroeg zich af of het gemis van haar familie misschien zijn tol begon te eisen. Daarom stelde ze voor dat Paco haar ouders als verrassing naar Santa Catalina zou laten overkomen. Eerst weigerde Paco. Hij wist niet of Anna het prettig zou vinden als de zaak achter haar rug om zou worden geregeld. Maria Elena was echter vastbesloten. ‘Als je je huwelijk wil redden moet je minder denken en meer doen,’ zei ze streng. Paco liet zich vermurwen en belde Dermot in Ierland op om hem zijn plan voor te leggen. Met zorg koos hij zijn woorden om de trots van de oude man niet te krenken. Dermot en Emer aanvaardden het aanbod dankbaar. Tante Dorothy was diep beledigd dat zij niet was gevraagd. ‘Denk erom, alles onthouden, Emer Melody, anders praat ik nooit meer met je!’ waarschuwde ze vrolijk, haar teleurstelling verbijtend.
Dermot was nooit verder dan Brighton geweest en Emer was bang om te vliegen, hoewel haar verzekerd was dat Swissair een zeer respectabele luchtvaartmaatschappij was. Het vooruitzicht dat ze straks hun geliefde Anna Melody zouden weerzien en voor het eerst hun kleinkinderen zouden ontmoeten, was echter genoeg om haar angsten te overwinnen. De tickets kwamen zoals beloofd en ze begonnen de zware, veertig uur durende reis van Londen naar Buenos Aires, met tussenlandingen in Genève, Dakar, Recife, Rio en Montevideo. Ondanks het feit dat ze op het vliegveld in Genève verdwaalden en bijna hun aansluitende vlucht misten, kwamen ze heelhuids in Argentinië aan.
Toen Anna met de twee weken oude Sofia in een strakke kanten stola gewikkeld naar Santa Catalina terugkeerde, trof ze haar uitgeputte ouders in tranen op het terras aan. Ze gaf het kind aan de opgewonden Soledad en sloeg haar armen om haar beide ouders heen. Ze hadden cadeautjes bij zich voor de kleine Agustin en de zesjarige Rafael, en Emers oude fotoboek voor Anna. Paco en zijn familie lieten hen tactvol enkele uurtjes alleen, waarin ze elkaar zoveel te vertellen hadden dat ze nauwelijks de tijd hadden om adem te halen, huilden zonder zich te schamen en lachten zoals alleen de Ieren dat kunnen.
Dermot had het over het ‘mooie leventje’ dat Anna Melody leidde en Emer ging vol bewondering door haar kamers en kasten. ‘Als tante Dorothy je hier zag, zou ze trots op je zijn. Je bent goed terechtgekomen, kind.’
Het deed Emer goed dat haar dochter vroeg hoe het met Sean O’Mara ging. Ze zou tante Dorothy zeggen dat het kind niet zo egoïstisch en harteloos was als ze dacht. Emer vertelde haar dochter dat hij was getrouwd en naar Dublin was verhuisd. Ze had van zijn ouders begrepen dat het goed met hem ging. En als ze zich goed herinnerde had ze van iemand gehoord dat hij een dochter had, of een zoon, dat wist ze niet meer zeker. Anna glimlachte weemoedig en zei dat ze blij voor hem was.
Zowel Emer als Dermot was dol op de kinderen, die onmiddellijk van hen hielden. Zodra echter de eerste opwinding over hun komst was gezakt, wenste Anna dat haar ouders niet zo provinciaal waren. Ze hadden zich op hun paasbest gekleed en staken schuchter af tegen dit vreemde landschap. Maria Elena dronk met Emer en Anna thee bij haar thuis voor een knapperend haardvuur, want het kon al behoorlijk fris worden als de zon onderging, en Hector liet Dermot de ranch zien in de carro, die door twee glimmende pony’s werd getrokken. De hele familie kwam bij elkaar om samen met hen te dineren en toen Dermot eenmaal een paar flinke glazen Ierse whisky achterover had geslagen, begon hij zwaar aangedikte verhalen te vertellen over het leven in Ierland en over Anna als kind, waardoor ze zich in verlegenheid gebracht voelde. Zijn grijze haar, dat bij aankomst nog netjes had gezeten, kroesde nu en zijn wangen gloeiden van pret. Toen hij na de maaltijd met Maria Elena achter de piano ‘Danny Boy’ ging zingen, wou ze dat ze nooit waren gekomen.
Vier weken later nam Anna met een innige omhelzing afscheid van haar moeder. Ze wist toen nog niet dat ze haar lieve gezicht nooit meer zou zien. Emer wel. Soms voelt men dat soort dingen aankomen en Emer Melody had haar scherpe intuïtie van haar grootmoeder geërfd. Ze stierf twee jaar later.
Anna was verdrietig toen ze vertrokken, maar het speet haar niet. De jaren hadden de band tussen hen verzwakt. Ze had het gevoel dat zij vooruit was gegaan in de wereld terwijl zij waren blijven stilstaan. Hoe fijn ze het ook had gevonden ze te zien, ze had het gevoel dat ze haar in de steek hadden gelaten. Hoewel ze zichzelf had gepresenteerd als een dame, was ze er zeker van dat haar schoonfamilie nu zou weten wie ze in werkelijkheid was. Maar Paco en zijn familie vonden Emer, met haar zachtaardige Ierse inborst en haar bekoorlijke glimlach, juist erg sympathiek, en iedereen had een zwak gekregen voor haar excentrieke vader. Deze schaduw bestond alleen maar in Anna’s geest, waar hij almaar groter werd totdat hij het dierbaarste in haar leven dreigde te vernietigen.
Twee jaar later vond Anna een hotelrekening in de zak van Paco’s colbertjasje. Pas toen begreep ze waar hij met zijn liefde heen was gegaan en ze beschuldige hem ervan dat zijn ontrouw haar het gevoel gaf dat ze er niet bij hoorde en dat ze ongeschikt was. Ze nam niet de tijd zich af te vragen wie hem tot die stap had aangezet.