33
L uca zei tegen zijn ouders dat hij terugging naar Londen om te kijken hoe de zaken daar stonden, om rekeningen te betalen en bij te praten met zijn vrienden. Hij vertelde hun niet over zijn trouwplannen, en hij vertelde Cosima niets over zijn plannen voor hun toekomst. Hij nam gewoon een vliegtuig terug met de bedoeling de aftrap te geven voor de rest van zijn leven samen met de vrouw die het allemaal mogelijk had gemaakt.
Opgewonden vertrok hij uit het palazzo. Romina had Nero zo’n beetje geadopteerd, had het tuinhuis naar hem vernoemd en had hem uitgenodigd om te komen logeren wanneer hij maar wilde. Ze zat urenlang op het terras met de oude foto’s van het palazzo en alle elegante mensen die de marchese in decadente glorie had onderhouden. Ze verwelkomde Nero’s ‘avondsalons’ met Rosa, en Eugenio, voor wie het een pak van zijn hart was dat Nero niet de knappe vreemdeling bleek te zijn die hij zich had voorgesteld, vond het goed dat ze hem zag zo vaak ze maar wilde. De afgeleefde Nero was voor Eugenio geen rivaal; Rosa’s enthousiaste liefdesspel, zonder dat ze daar de prikkel van een ruzie voor nodig had, was daar het bewijs van.
Fitz, Rosemary en Freya keerden terug naar Engeland. Miles was ten einde raad, zo bang dat hij er bijna beroerd van was dat zijn vrouw hem zou verlaten voor Luca. En als Cosima er niet was geweest, had ze dat misschien ook wel gedaan. Maar ze accepteerde zijn verontschuldigingen en geloofde hem toen hij zei dat hij zijn verhouding had beëindigd en nooit meer zou vreemdgaan. Hij kon bijna niet van haar afblijven en liep door het huis achter haar aan als een jong hondje dat haar aanbad. Freya vond dit enigszins irritant, maar ze was toch blij dat ze terug was op de plek waar ze hoorde. Ze hoefde niet met Luca naar bed om het evenwicht te herstellen; zij hield alle troeven in handen.
Fitz wist dat hij Alba nooit meer zou zien. Hij sloot haar veilig weg in het verste hoekje van zijn hart, samen met zijn gevoelens van spijt en droefenis. Het had geen zin te verlangen naar het onbereikbare. Alba en hij waren een boek dat al lang geleden gesloten was. Hij zou zijn leven weer oppakken en de blik vooruit richten. Hij zou proberen niet te denken aan wat had kunnen zijn of te treuren om zijn toenmalig gebrek aan moed; hij was nu te oud om de jaren die nog voor hem lagen te laten verzuren. Maar zij was zijn grote liefde en zou dat altijd zijn.
Toen Luca weg was, werd Nero onderdeel van de ‘palazzofamilie’, samen met Nanni, Caradoc en Ma, die ook toen de zomer voorbij was nog geen aanstalten leken te maken om op te stappen. Porci werd elke dag verzotter op Nero; hij lag te dommelen aan zijn voeten op de lome golfslag van zijn prachtige Italiaans. Bill accepteerde de excentrieke gasten van zijn vrouw op zijn gebruikelijke goedmoedige manier. Ze werd er blij van om de hele tijd een groep vrienden om zich heen te hebben. Hij concentreerde zich op de tuin en begon plannen te maken voor nog een tuinhuis, eentje dat toegewijd zou zijn aan schoonheid en leren, voor Romina.
Terug in Londen raakte Luca van slag door het overweldigende lawaai van de stad en het merkwaardige gevoel helemaal alleen te zijn te midden van miljoenen mensen. Hij ademde de vervuilde lucht in, grimaste naar de mensenmenigten die elkaar verdrongen op de trottoirs, en zat vast in het verkeer met een steeds strakkere knoop van frustratie in zijn maag. Hij keerde terug naar zijn lege huis en voelde de leegte weer over zich neerdalen.
Hij reed naar Kensington om de meisjes te verrassen. Al voordat hij op de bel drukte kon hij hen horen lachen, en zijn opwinding nam toe. Normaal gesproken zou hij cadeautjes hebben meegenomen, maar dit keer had hij die in zijn haast om hen te zien vergeten.
Toen Claire hem zag, bloosde ze verrast. ‘Wat doe jij hier nou?’ Maar voordat hij kon antwoorden stormden Coco en Juno al langs haar heen in zijn armen. Hij knuffelde hen allebei, kuste hun verhitte gezichtjes en wreef met zijn neus in hun haar.
‘Ik heb jullie gemist!’ fluisterde hij, terwijl hij besefte hoe waar dat was.
‘Slokop wil je graag zien!’ zei Juno, en ze huppelde weg naar de speelkamer om haar rups te gaan halen.
‘Hoe gaat het met jou, Coco?’
‘Gaan we weer gauw naar Italië?’ vroeg ze.
‘Als jij dat wilt.’
‘Ik vind het zwembad fijn.’
‘Ik ook.’
Ze giechelde. ‘Jij bent de Stoute Krokodil!’
Hij kietelde haar tussen de ribben. ‘En je weet wat Stoute Krokodillen doen, hè?’
‘Die eten kindertjes op!’ lachte ze, en ze rende weg de gang door.
‘Kom binnen,’ zei Claire.
‘Ben je alleen?’
‘Als je John bedoelt: ja, ik ben alleen.’
‘Mooi zo. Ik heb jou en de meisjes iets te zeggen.’
‘Waar gaat het over?’ Haar maag maakte een sprongetje bij alle afschuwelijke mogelijkheden.
Hij klopte haar op haar rug. ‘Niets om bang voor te zijn, Claire.’ Hij zag haar schouders naar beneden gaan. ‘Ik heb een nieuwtje voor jullie.’
Aha. Laten we naar de keuken gaan. Heb je trek in een kopje thee?’
‘Koffie, graag. Heb je een koekje?’
Claire riep de meisjes en ze gingen allemaal aan tafel zitten. Luca durfde opeens niet goed meer. Hij was bang dat zijn dochters niet blij zouden zijn met zijn nieuws, dat ze zich bedreigd zouden voelen door de aanwezigheid van een andere vrouw die beslag legde op het hart van hun vader.
‘Nou, wat is je nieuwtje?’ Claire zette een koffiekopje voor hem neer.
Hij keek naar de verwachtingsvolle gezichtjes van zijn dochtertjes en zei: ‘Ik ga verhuizen naar Italië.’
‘Wil je in Incantellaria gaan wonen?’ zei Claire, stomverbaasd. ‘Wat moet je daar nou in godsnaam doen?’
Hij negeerde haar en wachtte tot zijn dochters zouden reageren. ‘Ik hoop dat jullie me elke grote en kleine vakantie komen opzoeken. Mama en ik willen jullie samen delen.’
Juno’s ogen lichtten op. ‘Wanneer is de volgende vakantie?’
‘Gauw,’ zei Luca. Claire bleef zwijgen terwijl de koffie doorliep en probeerde te bedenken wat zijn verhuizing voor haar voor gevolgen zou hebben.
‘Dus jij vindt het wel een goed plan dat ik naar Incantellaria ga verhuizen?’ vroeg hij aan Coco.
‘Jawel,’ zei ze gewichtig. ‘Heel goed.’
‘Je weet toch dat mama een vriend heeft – John?’ Claire wierp hem een scherpe blik toe. De meisjes knikten. ‘Zonder John zou mama zich maar eenzaam voelen. Nou, papa is in zijn eentje ook eenzaam in Incantellaria. Als mama en papa niet bij elkaar kunnen zijn, is het het beste dat ze allebei een nieuwe vriend of vriendin vinden. Mama heeft de hare gevonden, en papa
‘Je gaat trouwen,’ zei Coco, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Claire kreeg weer een kleur. ‘Echt waar?’
‘Ja,’ antwoordde hij behoedzaam, ik heb de vrouw gevonden met wie ik de rest van mijn leven wil doorbrengen.’
‘Wie is het?’ Claire had het gevoel dat ze een stomp in haar maag had gekregen.
‘Ze heet Cosima,’ antwoordde Luca. ‘Misschien weten jullie nog wel wie dat was,’ zei hij tegen de meisjes.
‘Ze is heel mooi,’ zei Coco, blij dat ze wist over wie het ging. ‘Ze heeft hartstikke mooi dik haar en een leuke glimlach. Ik kon wel merken dat ze jou aardig vond, papa.’
‘Ken ik haar ook?’ vroeg Juno.
‘Slokop weet nog wel wie ze is,’ zei Coco.
‘Dus jullie vinden het goed?’
‘Ja,’ zei Coco.
‘Ik ook!’ zei Juno terwijl ze Slokop instemmend liet knikken.
‘Dat is dan geregeld.’
Coco zag meteen haar kans schoon. ‘Mogen wij dan bruidsmeisjes zijn?’
Luca voelde zijn stemming enorm opklaren. Zijn dochters keurden zijn keus goed. Nu was er nog maar één horde te nemen.
‘Claire, ik wil graag financiële afspraken met je maken zonder dat er een rechter aan te pas hoeft te komen.’
‘Oké. Meisjes, gaan jullie maar even spelen. Papa en ik moeten met elkaar praten. Over saaie dingen.’ De meisjes vlogen weg, opgewonden babbelend over hun vaders trouwerij. Luca overhandigde haar een envelop. ‘Waarom heb je je zwaard eigenlijk opgeborgen?’
‘Omdat ik gelukkig ben, Claire, en ik graag wil dat jij ook gelukkig wordt.’
‘Echt waar?’
‘Ja. We hebben twee prachtige kleine meisjes. Die hebben we samen op de wereld gezet. We mogen er dan niet goed uitgekomen zijn, maar we hebben wel íéts goed gedaan.’
Ze maakte de envelop open en haalde er de keurig opgevouwen brief uit. Hij keek toe terwijl ze die las. ‘Maak je een geintje?’ vroeg ze, naar adem happend.
‘Hoezo? Is het soms niet genoeg?’
Ze staarde hem aan alsof hij haar zojuist de hele wereld op een presenteerblaadje had aangeboden. ‘Het is meer dan genoeg. Je zou meer overhouden als je met me naar de rechter stapte!’
‘Ik wil helemaal niet naar de rechter stappen, en ik hoef niet rijker te zijn. Het komt je toe. We zijn tien jaar getrouwd geweest. Ik heb je ontzettend verwend. Ik kan niet van je verwachten dat je voortaan met minder toekunt dan toen we nog getrouwd waren.’
Ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Dan is het dus echt helemaal voorbij nu,’ zei ze, en ze probeerde haar verdriet niet te laten blijken. ‘Zijn wij samen ooit gelukkig geweest?’
‘Toen Coco en Juno net waren geboren, waren we het gelukkigste stel dat er op de wereld rondliep.’
‘Cosima moet wel een heel bijzondere vrouw zijn dat je bereid bent om voor haar daar te gaan wonen.’
‘Dat is ze ook.’
‘Wat ga je daar dan doen?’
‘Ah, dat is de grote vraag.’ Maar uit zijn glimlach viel op te maken dat hij daar wel zo zijn ideeën over had.
Luca bleef twee weken in Londen om zijn zaken te regelen en een paar vrienden te zien die echt belangrijk voor hem waren. Met hulp van zijn oude secretaresse beantwoordde hij de vele uitnodigingen en brieven die zich in de weken van zijn afwezigheid hadden opgestapeld, en hij zette zijn huis te koop. Hij belde Cosima elke ochtend en elke avond, en met elke dag die verstreek verlangde hij meer naar haar. Hij kon Londen en de City missen als kiespijn. Die tijd was geweest. Hij stapte nu een nieuw leven binnen, en dat vooruitzicht maakte hem dolenthousiast.
In zijn Aston Martin reed hij naar Italië, met het dak neergeklapt, de wind in zijn haren, zijn hoofd gevuld met gedachten aan Cosima. Hij zong luidkeels mee met Andrea Boccelli en was in een stralend humeur. Te midden van zo veel schoonheid, op de drempel van zo’n positieve toekomst, begreep hij nu ineens waarom er die nacht in zijn voormalige stalwoning op onverklaarbare wijze een gedachte bij hem had postgevat: Duisternis is alleen maar de afwezigheid van licht. Het was aan hem om het licht in zichzelf te vinden, en dat had hij gevonden.
Hij moest nog één ding doen voordat hij Cosima weer zou zien. Eén belangrijk ding dat al zijn plannen kon maken of breken. Vol verwachting reed hij de toegangspoort van La Marmella door.