23

Het was bijna zeven uur ’s avonds. Frølich werkte een paar crackers naar binnen, terwijl de weervrouw op TV2 meedeelde dat het ook de volgende dagen warm zou blijven en in de nachten misschien zelfs boven de twintig graden. Hij was zweterig na een lange dag werken en nam snel een douche. Ondanks de hitte ging hij naast de straal staan wachten tot het water warm werd. Hij waste zijn haar met shampoo en spoelde het uit. Toen werd er aangebeld. Hij sloeg een handdoek om, liep de gang in en nam de hoorn van de haak.

Een vrouwenstem antwoordde. ‘Bent u de Frølich die bij de politie werkt?’

‘Ja.’

‘Het gaat om Andreas Langeland.’

Hij drukte op de schakelaar om de deur open te doen, sjokte terug naar de badkamer, en trok een spijkerbroek en een trui aan. Hij probeerde zijn haar wat te fatsoeneren, maar was daar nog niet mee klaar toen de bel van de voordeur ging.

De vrouw die voor de deur stond, droeg een zwarte linnen broek en dito jas. Ze was eind veertig, had dik, blond haar en droeg een smalle bril met een felrood montuur.

Hij keek haar vragend aan.

‘Ik had natuurlijk van tevoren moeten bellen,’ zei ze. ‘Mijn naam is Iselin Grav.’

Hij hield de deur open. ‘Het spijt me, maar ik stond onder de douche.’

Ze kwam binnen. Haar schoenen pasten bij haar bril. Die waren ook felrood. Het blonde haar droeg ze in een knot die op zijn plaats werd gehouden met een hoop haarspelden.

‘Doe geen moeite,’ zei ze toen hij de tafel begon af te ruimen. ‘Dit is een kort en volstrekt informeel bezoek.’

Hij zag af van het voornemen de tafel af te ruimen.

‘Ik heb uw naam van Andreas gekregen,’ zei ze. ‘Hij belde mij gisteravond.’

Frølich liet zich op de bank zakken. Hij wees naar de fauteuil. ‘En welke relatie…’

‘Heb ik met Andreas?’ Ze ging op de stoel zitten. ‘Ik ben maatschappelijk werkster bij de pedagogisch-psychologische schooldienst, de PP-dienst. We werken met leerlingen die om verschillende redenen begeleiding nodig hebben, omdat ze specifieke leerproblemen hebben of omdat ze psychosociale problemen hebben. Andreas is meerderjarig en heeft alles wat onder school valt een jaar geleden afgerond, maar tot dat moment had hij jarenlang contact met de PP-dienst, al vanaf zijn twaalfde. Ik zal niet ingaan op het waarom, maar het had te maken met zijn thuissituatie.’ Iselin Grav sprak met neergeslagen ogen en de rode bril op haar neus, alsof ze een manuscript oplas voor een leestoets. Toen ze ademhaalde, greep Frølich zijn kans.

‘Zijn Mattis en Andreas broers?’

‘Ja, maar ze hebben niet dezelfde vader. Mattis is waarschijnlijk onder betere omstandigheden opgegroeid dan Andreas, maar hij heeft niet zo’n goede invloed gehad op zijn broer. Ik zal zoals gezegd niet ingaan op wat er is gebeurd; ik heb trouwens zwijgplicht, maar aangezien ik enkele jaren met Andreas heb gewerkt, ben ik iemand die hij kent en die hij op een bepaalde manier vertrouwt. Er zijn niet veel volwassenen die Andreas vertrouwt. Nou...’

Ze keek omhoog en zocht naar de juiste woorden. ‘Zoals ik al zei belde hij mij gisteren en hij maakte een nogal manische indruk. Alleen al het feit dat hij mij opbelt, is een opvallend signaal. Dat duidt erop... ach, daar kunnen we later op terugkomen. Hij zei dat de politie, u dus, denkt dat hij een vrouw heeft vermoord.’

Ze zweeg en keek hem recht in de ogen.

Frølich keek terug.

Iselin Grav sloeg haar ogen neer.

Hij vroeg: ‘Waarom bent u hier?’

‘U moet begrijpen,’ zei ze en ze stond onrustig op. Ze liep naar het raam en bleef daar met haar rug naar hem toe staan. ‘De relatie tussen Andreas en mij is gebaseerd op vertrouwen dat door de jaren heen is opgebouwd. Ik heb niets meer met hem te maken en ik probeer me voor zover mogelijk niet met cliënten te bemoeien, privé. Maar als hij opbelt en zo wanhopig is, zou het ethisch niet juist zijn om hem af te wijzen.’

Ze draaide zich om, stak haar handen in de zakken en keek hem afwachtend aan.

Frank Frølich dacht er het zijne van. Ze had de jonge man een paar goede adviezen kunnen geven, maar het was niet nodig geweest de politieman te bezoeken die een zaak onderzocht waarbij de jongen getuige was. Was ze gekomen om naar informatie te vissen? Hij koos zijn woorden met zorg: ‘Het woord ‘‘moord’’ is nooit gevallen,’ zei hij. ‘Er zijn enkele vragen aan Andreas voorgelegd over een concrete zaak en het is overduidelijk dat hij liegt. Hij is ook geconfronteerd met het feit dat hij liegt.’

Ze stond nog steeds op dezelfde plek. De ogen achter de bril dwaalden rond.

‘Ja?’ zei hij en hij had zelf in de gaten hoe afwijzend en bars hij overkwam.

‘We hebben veel tijd en middelen in Andreas gestoken,’ zei ze. ‘Hij heeft een bijzonder tragische achtergrond. U vraagt zich af waarom ik ben gekomen en wat ik wil, dat begrijp ik. Ach, noem het een uiting van bezorgdheid. Gisteravond aan de telefoon vond ik dat hij signalen afgaf die verontrustend zijn. Ik heb nog nooit meegemaakt dat hij zo buiten zichzelf was, om het maar zo te zeggen. Ik denk dat Andreas nu enorm onder druk staat.’

‘Onder druk?’

‘Ja, onder druk. Wanneer er sprake is van moord, maak ik mij erg ongerust, en wat u zegt maakt mij niet echt minder bezorgd.’

Ze zette haar bril af en keek hem aan. Zonder de rode strepen schuin boven haar neus werd haar gezicht menselijker, zelfs tamelijk aantrekkelijk. Haar bovenlip was een beetje gezwollen, waardoor haar mond een bewust en sensueel karakter kreeg. Een lange, blonde haarlok was uit de haarspeld losgekomen. Ze streek hem achter haar oor. Een smalle hand, lange vingers, kortgeknipte nagels. Geen trouwring.

‘Andreas is gemakkelijk te leiden. Hij wil graag voldoen aan andermans verwachtingen, geaccepteerd worden door de mensen die hij bewondert. Daar ligt het probleem. Hij heeft jarenlang de verkeerde voorbeelden gekozen. Er gebeurt voortdurend iets wat Andreas absoluut niet zelf heeft gepland, maar je kunt er donder op zeggen dat hij met de shit blijft zitten. Ik heb nog nooit meegemaakt dat Andreas zo van streek was als gisteren. Ik maak me ernstig zorgen, meneer Frølich, ernstig zorgen. Is er gisteren iets gebeurd, heeft de politie stappen genomen?’

Frølich schudde zijn hoofd. ‘Gisteren niet, voor zover ik weet.’

Ze bleef naar hem staan kijken zonder verder iets te zeggen.

‘Iselin,’ zei Frank Frølich voorzichtig. ‘Als u een positieve invloed hebt op Andreas...’

‘U begrijpt het niet,’ zei ze snel.

‘Uw melding van bezorgdheid is in elk geval aangekomen,’ ging hij volhardend verder. ‘Míjn bezorgdheid gaat daarentegen uit naar een arm Afrikaans meisje dat geheel onbekend is in Noorwegen en dat nu van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Ik denk dat Andreas iets met die zaak te maken heeft en wat u zegt, bevestigt mijn verdenkingen alleen maar. Als u hem telefonisch of op een andere manier te spreken krijgt, kunt u hem het beste adviseren om eerlijk te zijn. Als hij zuiver op de graat is, om maar een cliché te gebruiken, heeft hij niets te vrezen en ook geen reden om te liegen. De waarheid moet boven tafel komen. Hij moet vertellen wat hij weet over dit verdwenen meisje.’

Ze leunde tegen de muur, zwijgend. ‘Het spijt me,’ zei ze toen de stilte beklemmend werd. ‘Ik denk na.’

‘Ik moet hem weer spreken,’ zei Frølich. ‘Door wat u mij vertelt, vind ik het belangrijk om opnieuw met hem te praten.’

Ze knikte nadenkend. ‘Omdat hij mij gisteren opbelde, dacht ik dat er iets was gebeurd, gisteren.’

Ze haalde diep adem en keek op de klok.

Hij liep met haar mee naar de deur. Toen ze met haar rug naar hem toe op de lift stond te wachten, viel hem pas haar figuur op. Haar vormen.

De lift kwam.

Ze opende de deur en keerde zich naar hem om.

‘Ik denk niet dat ze dood is,’ zei ze.

De deur ging achter haar dicht.

Frølich vroeg zich af wat ze eigenlijk had willen bereiken met haar bezoek.

Hij liep terug naar het raam en keek omlaag. Na een tijdje kwam Iselin Grav naar buiten. Blond haar, zwarte kleren en rode schoenen. Ze stapte in een Saab cabrio. Ze had in elk geval wel stijl, blondine in een open auto.

Toen ze bij de stoep wegreed, draaide hij zich om naar de kamer. Het eerste wat hem opviel, was de bril met het rode montuur. Ze had hem vergeten.

Hij legde de bril op de schouw, naast het blikje bier.

In gedachten verzonken, met zijn handen in de zakken, bleef hij naar de twee voorwerpen staan kijken.

 

De vrouw in plastic
titlepage.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_000.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_001.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_002.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_003.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_004.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_005.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_006.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_007.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_008.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_009.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_010.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_011.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_012.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_013.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_014.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_015.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_016.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_017.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_018.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_019.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_020.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_021.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_022.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_023.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_024.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_025.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_026.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_027.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_028.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_029.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_030.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_031.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_032.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_033.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_034.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_035.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_036.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_037.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_038.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_039.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_040.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_041.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_042.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_043.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_044.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_045.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_046.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_047.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_048.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_049.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_050.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_051.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_052.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_053.xhtml
De_vrouw_in_plastic-ebook_split_054.xhtml