4
Katie luisterde afwezig naar de les over Marcel Proust en vroeg zich af waarom een schrijver zeven boeken nodig had om één verhaal te vertellen, dat hij bovendien ook nog eens Op zoek naar de verloren tijd had genoemd.
Proust was de specialiteit van meneer Forster en deze roman was zijn stokpaardje. En omdat die zo lang was, kon hij de studenten zonder probleem tot zijn pensionering bezighouden. Blijkbaar was de traagheid van de schrijver afgestraald op de docent, want hij bezat de verschrikkelijke gewoonte om na bijna elk woord te slikken, waardoor zijn les tot in het oneindige leek door te gaan. Forsters reputatie onder de studenten op Grace was omstreden, maar de internationale vakwereld was het erover eens: wie onderzoek deed naar Proust, kon niet om professor Forster heen.
Dat kon Katie echter niet schelen. Gapend staarde ze naar de landkaart die ze op haar notitieblok had getekend. Katie had zo weinig interesse in haar studie, dat ze de afgelopen weken als in trance had doorgebracht. Maar zolang haar cijfers zo fantastisch waren als op dit moment, hoefde ze zich geen zorgen te maken. Terwijl meneer Forster zijn les gaf, stelde zij een alfabetische lijst samen met de uitrusting die ze voor haar onderneming nodig had, en ze nam de tocht voor de honderdste keer in haar hoofd door.
Er was eigenlijk maar één weg naar de top van de Ghost die haar geschikt leek.
De steile wand die rechtstreeks naar het meer liep kwam niet in aanmerking, hoe jammer Katie dat ook vond. Zelfs van hieruit was te zien dat daarvoor een team professionele klimmers nodig was die met dezelfde moeilijkheidsgraad klommen. Ze had heel veel navraag gedaan, maar die wand moest ze uit haar hoofd zetten – in elk geval voorlopig.
De beklimming van de lagere zijtop was een tweede mogelijkheid. Maar dat zou te lang duren en vereiste absolute klimzekerheid en bergbeklimmers die minstens moeilijkheidsgraad zeven klommen. Dat kon ze concluderen uit alle foto’s die ze had gemaakt. Er waren helaas geen geschikte kaarten van de vallei te krijgen. Robert had maanden geleden al ontdekt dat zelfs Google de toegang weigerde als je probeerde op het gebied in te zoomen. Aan de andere kant was het geen probleem geweest om in Fields een kaart van het gletsjergebied te kopen.
Mijn hemel, hoe vaak had ze eigenlijk al naar die berg gestaard? En toch kwam ze telkens weer tot dezelfde conclusie. Ze moesten om de steile wand heen en via de rugzijde en de zuidflank naar de top, ook al betekende dat dat ze de gletsjer moesten oversteken. Het was alleen twijfelachtig of de anderen voldoende kracht en behendigheid voor de tocht hadden. Afgezien van het feit dat Katie ze eerst van haar plan moest overtuigen. En zonder geschikte kaart was haar onderneming pure waanzin, maar toch liet Katie zich daar niet door tegenhouden.
Een tijdlang had ze gehoopt dat ze krantenartikelen over het ongeluk in de jaren zeventig zou vinden. Niets. Nothing. Nada. Dat klopt niet, Katie, je hebt een naam gevonden zonder wie je je plannen kunt vergeten.
Katie haatte het om in de raamloze lokalen met betonnen muren te zitten. Ze had het gevoel alsof ze zich in een bunker bevond, terwijl meneer Forster zijn slaperige studenten bleef terroriseren met zijn afschuwelijke Franse accent, zodat iedereen zich onwillekeurig afvroeg hoe hij in vredesnaam een internationale coryfee kon zijn. Gelukkig eindigde zijn frontale aanval op Katies taalgevoeligheid voordat ze bewusteloos raakte door de slechte lucht in de ruimte en van haar stoel viel. Toen ze aan het eind van de les opgelucht haar spullen bij elkaar zocht, vroeg ze zichzelf voor de honderdste keer af waarom ze haar tijd hier doorbracht en waarom ze in vredesnaam Frans als hoofdvak had gekozen. Waarom, Katie?
Omdat je dicht bij Sebastien bent als je Frans hoort en spreekt.
In elk geval haatte ze meneer Forster met zijn zwarte kostuum, de correct geknoopte stropdas en de zakdoek in zijn borstzak vanochtend nog meer dan anders. En uitgerekend vandaag hield hij haar tegen toen ze langs hem liep. ‘Katie? Ik heb gezien dat je nog niet op de vrijwilligerslijst van de afdeling Frans staat voor het bezoek van de gouverneur-generaal. Mag ik vragen waarom?’
Nee, dat mag u niet, had Katie het liefst in het Frans geantwoord. In plaats daarvan zei ze: ‘Ik wist niet dat vrijwillig betekent dat je verplicht bent je op te geven. Misschien is mijn Engels niet goed genoeg.’
Meneer Forster wist wie Katies vader was. Hij had haar al een keer verteld hoeveel waardering hij had voor haar vader als politicus en diplomaat. Waarschijnlijk wilde hij Katie, als levend bewijs dat alleen de elite op Grace werd aangenomen, voorstellen aan de gouverneur.
‘Katie, ik waarschuw je. Ik heb je toelating op Grace bepleit,’ zei meneer Forster. Zijn ogen leken piepklein achter de dikke hoornen bril.
‘O ja? Helaas heeft niemand mij gevraagd of ik u als docent wilde hebben.’
Meneer Forster ging, onbewogen door deze opmerking, verder. ‘Helaas moet ik vaststellen dat ik me in je heb vergist. Ook al zijn je prestaties briljant, ik ben niet de enige die een opvallend gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef en teamgeest vaststelt.’
Katie haalde haar schouders op en draaide zich om, maar meneer Forster was blijkbaar nog niet klaar. Ze zag een uitdrukking van mateloze woede en – of vergiste ze zich? – zelfs dreiging op zijn gezicht. ‘De gebeurtenis waarbij je destijds betrokken bent geweest, heeft tenslotte politiek nogal wat ophef veroorzaakt.’
‘Ik weet niet waarover u het hebt.’
‘Die jongeman, de zoon…’
Nee, hij mocht niet over Sebastien praten. Hij niet! En verder ook niemand.
‘En de gebeurtenis waarbij u betrokken bent geweest, meneer Forster?’ reageerde ze scherp.
Hij keek geïrriteerd. De vraag had hem duidelijk uit zijn evenwicht gebracht. Ze zag het aan het zenuwachtige trekken van zijn linkerooglid. Katie moest er bijna om lachen. Dat mensen zich inbeeldden dat ze hun zwaktes konden verbergen als ze zich maar correct kleedden. Nee, dat werkte niet. De een of andere gewoonte verraadde hen toch. Zoals meneer Forster, die een slikdwang had waarmee hij niet kon stoppen.
‘Ik bedoel de gebeurtenis van destijds,’ ging Katie verder. ‘Acht jonge studenten verdwijnen toch niet zomaar?’
Hij zweeg een paar seconden. Studenten liepen langs hen heen en keken naar haar. Katie zag Julia aan het eind van de gang door de glazen deur komen. Haar huisgenote zwaaide naar haar, maar daarna verdween ze plotseling uit Katies blikveld, omdat meneer Forster de brutaliteit had om recht voor haar te gaan staan. Ze rook zijn scherpe aftershave, die vermoedelijk de laatste sporen van baardgroei uit zijn huid moest bijten. ‘Ik hou je in de gaten, Katie,’ mompelde hij. ‘Je bent een risico voor dit college.’
Katie haalde haar schouders op. ‘Ik hou u ook in de gaten.’
Daarna draaide ze zich om en liep weg. Ze voelde zijn ogen op haar rug branden en haar hart sloeg razendsnel. Niet omdat ze bang was voor zijn dreigementen, maar omdat ze door iets in verwarring was gebracht: het zwarte kostuum, de keurige zijscheiding, het gezicht dat zo glad geschoren was dat de huid zo dun moest zijn als perkament, de dure hoornen bril, de leren schoenen die waarschijnlijk op maat waren gemaakt. En uitgerekend die verstoorden het perfecte plaatje, want ze waren smerig. Niet alleen stoffig, maar aan de zolen en op het leer kleefden dikke modderkluiten, alsof meneer Forster vanochtend een verre wandeling had gemaakt. Een wandeling over onbegaanbaar terrein. Misschien in het verboden gebied waar Katie had geklommen.
‘Wat wilde Forster van je?’ Julia dook naast haar op.
‘Niets bijzonders.’
‘Zo zag het er anders niet uit.’
‘Sorry, ik moet naar mijn volgende les.’
Julia keek haar wantrouwend aan. ‘Waar was je vanochtend?’ vroeg ze. ‘Ik heb in je kamer op je gewacht.’
Katie keek haar geïrriteerd aan. Bespioneerde uitgerekend Julia haar? Plotseling had ze er spijt van dat ze haar kamer niet afsloot, zoals Debbie altijd deed. ‘Heb je bij me rondgesnuffeld?’
‘Natuurlijk niet. Ik heb me voor Debbie verstopt. Die was in de keuken en ik wilde niet dat ze me zou zien. Ik heb vannacht bij Chris geslapen en heb me verslapen.’
Katie ademde opgelucht uit door het verlegen lachje op Julia’s gezicht. Ze wilde geen problemen met haar.
‘Ik vertel het je later,’ zei ze met een blik op de klok die boven elke glazen deur hing. ‘We moeten naar wiskunde, of ben je dat soms vergeten?’
Julia gaf niet op. ‘Waarom heb ik het nare gevoel dat je iets voor me verzwijgt?’
Katie keek om zich heen. Zou ze Julia in haar plan inwijden? Nu al? Ze wist hoe ze Julia moest overtuigen. De vraag was alleen of het zou werken.
De slungelige Benjamin, clown van hun jaar en zelfbenoemde videoartiest, slenterde langs en haalde de dop van zijn camera. ‘Hé, jullie komen te laat bij wiskunde. Kunnen jullie me uitleggen wat daar de reden van is?’ De camera snorde. ‘Is er iets belangrijks wat ik moet weten?’
‘En dat zeg jij? Jij bent de koning van het te laat komen,’ zei Julia terwijl ze de camera wegduwde.
‘Dat is het geheim. Je moet het regelmatig doen, dan wennen de docenten eraan.’
‘Hoepel op, Benjamin,’ zei Katie.
‘Toe nou, ik heb de blik van een regisseur. Ik zie aan je gezicht dat er iets aan de hand is, Katie. En ik snak naar nieuwtjes.’
Katie draaide Benjamin haar rug toe en trok Julia met zich mee.
‘Hé, mensen, heb medelijden. Sinds de kwestie met Angela Finder is er niets spannends meer gebeurd in de vallei,’ riep Benjamin hun achterna.
Julia en Katie negeerden hem. Ze waren bijna bij het leslokaal, toen Julia haar huisgenote in de hoek bij het toilet trok. ‘Oké,’ zei ze terwijl ze om zich heen keek. ‘De kust is veilig. Vertel je het of niet?’
Katie keek haar een hele tijd aan voordat ze een besluit nam. ‘Jij weet iets over de verdwenen studenten en de gedenksteen in het bos, nietwaar?’ vroeg ze ten slotte.
Julia staarde haar aan. ‘Hoe kom je daar ineens bij?’
‘Dat vertel ik zo.’ Ze boog zich dichter naar haar huisgenote toe. ‘Maar eerst moet ik weten waarom je daar altijd bloemen naartoe brengt.’
‘Misschien omdat ik het verschrikkelijk vind wat er is gebeurd.’ Julia fronste haar voorhoofd. ‘Katie, wat bedoel je? Waar wil je naartoe?’
Katie wierp een blik over haar schouder naar de gang, waar Benjamin alweer aan kwam lopen met zijn camera. ‘Ik weet zeker dat de verklaring voor het verdwijnen van de studenten op de top van de Ghost te vinden is. Er is destijds iets gebeurd, en ik heb besloten om naar boven te gaan en dat uit te zoeken.’
‘Je wilt de Ghost beklimmen? Vanwege de studenten?’
‘Maakt het je niet nieuwsgierig? Als het gewoon een klimongeluk was geweest, dan zou de school er niet over zwijgen.’
‘Ze willen de reputatie van Grace niet beschadigen.’
Katie schudde haar hoofd. ‘Nee, dat is het niet. Maar dat maakt ook niet uit. Ik ga in elk geval naar boven.’
‘Je bent gek.’
‘Dat is niets nieuws. Maar hoe zit het met jou? Ga je mee?’
‘Ik heb niet eens geschikte schoenen.’ Julia schudde haar hoofd. ‘Shit, Katie, het is een berg van meer dan drieduizend meter. Heb je trouwens wel een kaart voor de tocht?’
‘Maak je daarover maar geen zorgen. Geloof me, ik weet wat ik doe.’
‘Hé, meiden, goed dat ik jullie hier tref.’ Isabel Hill kwam door de gang naar hen toe lopen. Hun studiebegeleider had weer een van de lijsten in haar hand die ze de laatste tijd voortdurend met zich meedroeg. ‘Hebben jullie je al voor het programma opgegeven? Ik heb nog iemand nodig voor de podiumdiscussie met de gouverneur-generaal. Is dat iets voor jou, Julia?’