26
‘Ana?’
Er waaide een harde wind op de top van de Ghost en Katie had het gevoel dat het plotseling veel kouder was geworden. Ze staarde verbijsterd naar de roerloze gestalte onder haar. Was Ana van de rots gevallen of had ze niet eens geprobeerd naar boven te klimmen?
‘Ana!’
Het meisje verroerde zich niet. De wind floot in Katies oren. Nu? Uitgerekend nu ze hun doel bereikt hadden, gebeurde dit?
‘Wat is er gebeurd?’ David dook naast Katie op.
‘Vertel jij het maar. Toen ik naar boven klom om de zekeringen te plaatsen, was alles nog in orde.’ Maar was dat echt zo geweest? Had Ana zich de laatste uren al niet vreemd gedragen?
David maakte het onderste vak van zijn rugzak open en haalde zijn eerstehulpset tevoorschijn. Daarna kwam hij overeind, trok zijn riem vast en ging vlak bij de afgrond staan. ‘Ik ga terug. Zeker jij me?’
‘O god,’ hoorde ze Julia naast zich fluisteren. ‘Ana! Is ze gevallen?’
Katie aarzelde geen moment. Als Ana niet meer in staat was om de groep te leiden, dan moest zij die rol overnemen. Ze kon het zich niet permitteren dat een van hen hier boven doordraaide. ‘Ik ga mee naar beneden,’ besloot ze.
Paul zekerde hen en even later knielde David naast Ana. Toen Katie met een sprong naast hem belandde, hoorde ze hem meerdere keren achter elkaar vragen: ‘Ana? Ana, hoor je me?’
‘Wat is er met haar?’
‘Geen idee. Misschien een hersenschudding?’
‘Wat is er aan de hand?’ hoorde Katie Paul roepen.
Ana had haar ogen open en staarde naar hen, maar Katie wist niet zeker of ze bij bewustzijn was.
David zette Ana’s helm af. Over haar slaap liep een flinke schram.
‘Ze heeft haar hoofd gestoten, maar het ziet er niet zo ernstig uit.’ Hij tastte naar haar pols. ‘Ana,’ zei hij weer tegen haar. ‘Ben je gevallen, Ana?’
Het meisje reageerde voor de eerste keer. Ze schudde haar hoofd, wilde iets zeggen, maar had blijkbaar moeite met praten. Ze probeerde overeind te komen, maar haar benen weigerden dienst. Ze liet zich terugvallen en plotseling schudde haar lichaam door een heftige koude rilling.
David boog zich bezorgd over haar heen. ‘Die koude rillingen komen niet van een hersenschudding. Het moet iets anders zijn.’
Ana’s tanden sloegen op elkaar. ‘Alles is in orde. Maar we moeten…’ stamelde ze moeizaam.
‘Kalm blijven.’ David trok zijn jas uit en legde die over haar schouders. ‘Het lukt ons wel.’
Toen Ana haar rechterhand ophief om het jack om zich heen te trekken, kromp ze van pijn in elkaar.
‘Wat is er?’ David pakte haar arm vast.
Ze trok hem haastig terug. ‘Niets.’
Maar David, die wantrouwig was geworden, maakte het klittenband van haar rechterklimhandschoen los en trok hem uit. Ana gaf een schreeuw van pijn. Geschrokken staarde Katie naar Ana’s hand. De aanblik trof haar als een stomp in haar maag. Ana’s rechterhand was rood en gezwollen. Katie vroeg zich af hoe het haar was gelukt om hem in haar handschoen te krijgen. David draaide haar hand om en wees naar de gapende wond in haar handpalm. ‘Sinds wanneer heb je die?’
‘Sinds de… tunnel.’ Ana’s tanden sloegen op elkaar. ‘Ik ben tegen iets van metaal gestoten.’
David vloekte. ‘Waarom ben je niet naar mij toe gekomen? Ik had de wond kunnen desinfecteren. Met een verbandspray had je er een dag later al niets meer van gevoeld. Hij zocht in het rode nylon etui. ‘Ben je ingeënt tegen tetanus?’
Ana schudde haar hoofd.
‘Kunnen jullie me het laatste nieuws geven?’ Benjamin stond aan de rand van de top en hield zijn camera op hen gericht.
‘Alsjeblieft, laat hem stoppen,’ mompelde Ana.
‘Hoe erg is het? Kan ze verder lopen? Redt ze het naar beneden?’
Katie voelde hoe frustratie en woede zich vermengden tot een uiterst explosief mengsel. En op de een of andere manier leek het alsof de harde wind het vuurtje nog aanwakkerde. ‘Waarom heb je niets gezegd?’ riep ze tegen Ana. ‘Ben je met deze hand omhooggeklommen?! Dat is toch krankzinnig! Je hebt ons allemaal in gevaar gebracht.’
‘Niet doen, Katie,’ mompelde David. ‘Dit is niet de juiste plek of het juiste moment voor verwijten. We moeten zo snel mogelijk terug.’ Hij ging staan en riep naar boven: ‘Hé, luister eens allemaal. We moeten de sightseeing helaas afbreken.’
‘Maar we zijn hier net,’ riep Benjamin terug zonder de camera van zijn gezicht te halen. ‘Ik heb me toch niet afgebeuld om hier maar vijf minuten te staan. Niet met zo’n mega-uitzicht. 3D-films zijn waardeloos spul vergeleken hiermee. Eerlijk, als je hier boven staat begin je te geloven dat er nog een vierde dimensie bestaat. Geef me in elk geval nog vijf minuten.’
‘Sorry, Benjamin, het gaat niet goed met Ana. We moeten aan de afdaling beginnen.’
‘En onze missie dan? De verdwenen studenten? We zijn nog niet eens begonnen met zoeken.’ In Julia’s stem klonk iets waardoor Katie haar oren spitste. Vertwijfeling? Frustratie? Ze kon het niet goed plaatsen.
David gaf geen antwoord. In plaats daarvan draaide hij zich naar Katie om. ‘Geen woord over de ernst van de verwonding tegen de anderen,’ fluisterde hij. ‘Anders breekt er paniek uit. Ze mogen niet weten hoe erg het is.’ Daarna knielde hij weer naast Ana. ‘Ik verzorg de wond zo goed mogelijk en je krijgt als eerste een pijnstiller. Bovendien geef ik je een antibioticum.’
‘David, hoe moet ze zo naar beneden komen?’ vroeg Katie. De bergkam leek van boven af nog smaller en steiler dan bij de beklimming. Ze keek weer naar Ana, die lijkbleek tegen de rotswand leunde.
‘Jij en ik, Katie. Wij helpen haar samen naar beneden.’
Sneller dan Katie had gedacht waren de anderen bij hen.
‘Wat is er met haar?’ vroeg Julia. Blijkbaar had ze geaccepteerd dat ze vroegtijdig moesten afdalen, en nu was ze alleen nog bezorgd.
‘Niets ernstigs,’ zei David nadrukkelijk nonchalant. ‘Niets wat een pijnstiller niet kan verhelpen.’ Hij pakte zijn eerstehulpetui kalm weer in.
Chris keek wantrouwend naar Ana. ‘Neem je ons in de maling, David? Ana ziet eruit alsof ze elk moment kan flauwvallen. Het kan voor ons allemaal gevaarlijk worden om haar naar beneden te krijgen.’
Katie merkte dat Paul naast haar kwam staan. Zijn stem was volkomen emotieloos toen hij zei: ‘Je vergeet één ding, Chris. Ana is een autochtoon. Haar opa heeft jarenlang de Mounties geleid. Ze komt deze berg nog naar beneden als er allang geen huid meer op jouw kont zit omdat je zo bang bent dat je op je zitvlak naar beneden bent gegleden.’
‘En dat was een citaat van meneer Forster junior. Meneer Forster, wat zou uw vader ervan zeggen als hij u zo hoort praten?’ vroeg Benjamin spottend. ‘Zou hij u ophangen? Vierendelen? Als straf voor…’
‘Hou je kop!’ zeiden Julia, David en Katie tegelijkertijd. Benjamin trok zich er niets van aan en richtte zijn camera op Ana, die moeizaam overeind kwam en met haar linkerhand tegen de rots steunde. ‘Dames en heren, Ana Cree, onze berggids.’ En daarna: ‘Jezus, je ziet er echt beroerd uit, weet je dat?’
Ana hield het vol.
Katie nam de leiding op zich, met Ana op sleeptouw, die door David werd ondersteund. Ze liepen als een driemans-touwgroep dicht achter elkaar aan, het opgerolde touw in hun handen om een val te kunnen opvangen. Telkens weer moest David Ana helpen, omdat ze moeite had om haar evenwicht te bewaren, en meer dan één keer wankelde ze gevaarlijk dicht bij de afgrond. Katie merkte dat David zijn best deed om te zorgen dat de anderen er zo weinig mogelijk van merkten dat Ana er zo beroerd aan toe was. Toch hadden zijn eerstehulpmaatregelen langzaam effect. Ana begon er steeds beter uit te zien.
Ze praatten nauwelijks met elkaar en concentreerden zich er helemaal op het tempo hoog te houden om Ana zo snel mogelijk naar beneden te krijgen. Het was lastig, afmattend en al hun zenuwen lagen bloot toen ze eindelijk de rand van de gletsjer bereikten.
De middagzon straalde op de enorme ijsvlakte die ze vandaag al een keer overgestoken waren. Ze lieten zich allemaal uitgeput vallen en deden hun rugzak af. Alleen David bleef staan en staarde bezorgd naar de gletsjerspleet.
‘Maak het jullie niet te gemakkelijk,’ riep hij terwijl hij Ana een fles water gaf.
‘Sinds wanneer deel jij hier de bevelen uit?’ protesteerde Chris. ‘Heb je jezelf tot onze berggids benoemd? Hebben we geen democratie meer?’
‘Ik ben nog nooit voor democratie geweest,’ bemoeide Benjamin zich ermee. ‘Democratie betekent dat losers losers kiezen. Ik ben een anarchist.’
‘Een loser?’ Chris stak zijn handen in de lucht. ‘Ben ik een loser?’
‘Sinds wanneer kun jij gekozen worden?’ vroeg David.
‘Redt Ana het wel over de gletsjerspleet?’ Paul stond weer heel plotseling naast Katie. Zijn vermogen om zich onzichtbaar te maken en daarna plotseling als een geest naast haar te staan was werkelijk verbazingwekkend. Hij keek bezorgd naar Ana, die tegen de rotswand leunde en haar ogen gesloten had.
‘Geen idee. Ze doet erg haar best, maar een sprong over de spleet…’ Katie schudde haar hoofd.
‘Misschien kunnen we om de spleet heen lopen.’
Katie schudde haar hoofd weer. ‘Dat kost te veel tijd. En daarvoor hebben we niet genoeg kracht meer.’
Paul knikte. ‘Je hebt gelijk.’
‘Kun jij me helpen, Paul?’ riep Julia. ‘Mijn karabijnhaak klemt.’
Terwijl Paul naar Julia liep, keek Katie naar de top van de Ghost en probeerde het gevoel van onrust te onderdrukken. Ze had de top bedwongen, haar doel bereikt. En toch was ze geen stap verder gekomen voor wat betreft het geheim van haar moeder. Met wie had haar moeder de berg beklommen? Waarom? En waarom was ze zogenaamd verdwenen, terwijl ze gewoon in Washington woonde? Ooit zal ik je ernaar vragen, eomma, dacht ze. Katies moeder had altijd gewild dat ze haar mama noemde, maar dat had ze categorisch geweigerd.
Katie keek om zich heen. Op de berghelling tegenover de gletsjer was de hut als een piepkleine stip zichtbaar. In Ana’s toestand zouden ze het vandaag zeker niet tot Fields redden, maar ze moesten de hut in elk geval bereiken en daar was Katie verantwoordelijk voor. Weliswaar was het pas vroeg in de middag en scheen de zon nog steeds met volle kracht, maar de wind was veel frisser en het was duidelijk kouder geworden. Als het smeltwater weer tot ijs bevroor, zouden ze maar langzaam vooruitkomen over de gletsjer.
‘Goed, mensen, luister allemaal.’ Katie draaide zich naar hen toe. ‘We moeten over de spleet. Jullie weten wat dat betekent. Ik heb het volgende bedacht. Paul zekert met een ijshouweel, Chris springt naar de overkant en zekert daar. Dan spannen we een touw over de spleet, die we aan Ana’s gordel vasthaken, en dan trekken we haar over de afgrond. Ana, denk je dat dat lukt?’
Ana schudde haar hoofd. ‘Nee, ik kan springen…’
David schudde energiek zijn hoofd. ‘Geen sprake van. Dat is veel te riskant.’
Chris sloeg zijn armen over elkaar. ‘En aan een touw boven de spleet hangen is dat niet?’
‘Heeft iemand een ander voorstel?’ Katie keek van de een naar de ander.
‘Ik vertrouw Katie,’ zei Julia, en ze pakte haar rugzak. ‘Ik spring eerst.’
‘Nee, ik.’ Benjamin drong naar voren. ‘Ik heb de afgelopen dagen en uren zoveel Monster Energy-drank gedronken dat ik op elk moment de stunts in Superman Returns kan uitvoeren.’
Ze barstten allemaal in lachen uit en de stemming was in één klap beter. Als we terug zijn, trakteer ik Benjamin op een uitgebreide maaltijd, dacht Katie. Zo langzamerhand begon het haar duidelijk te worden dat clowns zoals hij onmisbaar waren voor het psychisch overleven van de mensheid.
Paul had de ijshouweel ingegraven en begon de sneeuw vast te stampen en de zekering op te bouwen. De zon stond schuin boven de top van de Ghost en brandde op Katies gezicht, maar dat was niet de reden waarom het zweet van haar voorhoofd liep. Stel dat haar plan niet werkte? Stel dat ze niet voldoende kracht had om Ana te houden?
‘Oké, laten we beginnen.’ Paul bevestigde de karabijnhaak aan Ana’s borstgordel. ‘Je moet je helaas met twee handen aan het touw vasthouden. Negeer de pijn. Denk er niet aan. Leid jezelf af. Ik weet dat je dat kunt.’
Ana produceerde een zielig glimlachje. ‘Omdat indianen geen pijn voelen?’
David kwam overeind en gebaarde naar Chris, die aan de andere kant van de spleet stond en het touw strak trok.
‘We kunnen beginnen!’
David had de woorden nauwelijks uitgesproken toen het inderdaad begon, maar niet zoals ze gepland hadden.
In eerste instantie leek de sneeuwbank die kilometers ver weg met een vloeiende, geluidloze beweging loskwam op de westelijke helling van de White Soul heel onschuldig. Maar even later klonk er een geruis in de verte, dat snel dichterbij kwam en overging in een dreigend gerommel.
‘Een lawine!’ riep Katie, en ze wilde de anderen waarschuwen dat ze moesten bukken. Maar de woorden stierven op haar lippen toen het touw plotseling door haar handen zwiepte. Katie werd naar voren getrokken. Tegelijkertijd galmde het donderende geluid van bergwand naar bergwand. Het touw, dat aan haar klimgordel bevestigd was, liep ongehinderd door haar natte handschoenen en ze werd met een ruk naar voren getrokken en gleed op haar buik naar de gletsjerspleet.
Bijna op hetzelfde moment vervaagden de beelden voor haar ogen. Katie probeerde tevergeefs houvast te vinden met haar ijskoude handen. Haar stijgijzers veroorzaakten een vonkenregen van ijsschilfers terwijl ze naar de afgrond werd getrokken. Haar hoofd sloeg tegen iets hards. Dat was het dan, dacht ze, waarna ze het bewustzijn verloor.
Toen Katie weer bijkwam, heerste er één moment een totale leegte in haar hoofd. Ze had het gevoel dat ze nog steeds viel, een val die niet wilde eindigen. Alsof de tijd stilstond. Langzamerhand begreep ze echter wat er was gebeurd. Ze lag op het harde, ijskoude ijs en haar linkerwang leek aan het gletsjerijs vastgevroren te zijn. Ze deed haar ogen open en staarde in een fel licht dat haar verwarde.
Een vage herinnering kroop in haar omhoog. Dof gerommel. De sneeuwbank die loskwam van de rotswand. De witte wolk die de berghelling af donderde. Het was een lawine geweest. Niet op de Ghost, maar op de tegenoverliggende berghelling.
Ze bewoog haar hoofd. Haar wang schuurde over het ijs en ze staarde in een donkerblauwe diepte. De gletsjerspleet. Ana. Ana?
Ana moest in de gletsjerspleet gegleden zijn. Omdat Katie een fractie van een seconde afgeleid was en zich niet had geconcentreerd.
‘Katie! Is alles in orde?’ Pauls geschrokken gezicht verscheen boven haar. Alsof hij eerst lucht was en daarna in een mens veranderde, dacht Katie. Het is griezelig, maar hij is altijd in mijn buurt. Als een beschermengel. Een beschermengel, Katie? Je moet je eigen beschermengel zijn.
‘Hoe is het met Ana?’
Paul negeerde de vraag. ‘Je hebt heel veel geluk gehad dat David zo snel reageerde. Hij kon je nog net vastgrijpen voordat je over de rand getrokken werd.’
‘Maar… Ana…’ Katie probeerde om zich heen te kijken.
Paul keek haar aan en er verscheen iets ondefinieerbaars in zijn goudgele ogen. Een blik die ze niet meteen begreep. ‘Het was jouw schuld niet, Katie. Het touw… het is gewoon geknapt. Ze is in de spleet gevallen.’
Katie staarde hem aan. ‘Wat wil je daarmee zeggen, dat het gewoon geknapt is?’
‘Precies zoals ik al zei.’
Het touw was geknapt. Katies ademhaling stopte. Secondelang kon ze geen lucht meer krijgen.
‘Katie? Katie?’ Pauls hand lag op haar schouder. Zijn ogen zochten de hare. Het volgende moment snakte Katie naar adem en probeerde ze zo veel mogelijk zuurstof in haar longen te pompen. ‘Kalmeer, Katie. Haal heel langzaam adem. In. Uit. En nog een keer. Goed zo.’ Hij riep iets naar achteren wat ze niet verstond. ‘Goed, we trekken je nu naar achteren.’
Ze stelde opnieuw dezelfde vraag, eigenlijk was er maar één naam die telde. ‘Ana?’
‘Het ging allemaal te snel, snap je, Katie?’ zei Paul. ‘David heeft jou vastgehouden en daarmee ook Ana, maar het touw knapte.’
‘We moeten haar helpen.’
‘Eerst trekken we jou naar boven, daarna bekommeren we ons om Ana.’
Instinctief verzette ze zich. ‘Ana?’ Ze keek in de gletsjerspleet. Haar stem echode dof tegen de ijswanden. ‘Ana, hoor je me?’
Geen antwoord. Katie had het gevoel dat de loodrecht naar beneden lopende ijswanden dreunden. Nee, het was de echo van de lawine, die nog niet tot rust was gekomen.
‘Ana?!’
‘De natuur was één seconde stil en plotseling hoorde ze het. Een beklagenswaardig gejammer steeg uit de diepte omhoog.
Katies hart verkrampte. Het klonk niet als Ana. Het klonk als de vertwijfeling van iemand die op de bodem van een ijzige gletsjerspleet ligt en geen hoop meer heeft.
Daarna begon het dreunen weer, toen de lawine op de tegenoverliggende helling in de diepte stortte.