22
‘Doe dat nooit meer!’ Katie had haar stem terug en schreeuwde tegen Paul. Daarna draaide ze zich om en rende naar de hut terug. Hoewel, rennen, dat was met zoveel sneeuw niet mogelijk. Ze liep zo snel mogelijk over het sneeuwveld de berg op terwijl ze zich een houding probeerde te geven. Een ijzige wind waaide in haar gezicht en stak in haar ogen. Een keer bleef ze met haar schoen in een gat steken en had moeite los te komen. Ze had er geen idee van of Paul haar volgde en het kon haar ook niet schelen.
Het lukte de wind niet om de wolken weg te blazen. In plaats daarvan schoven er nieuwe donkere wolken over de bergtop en Katie had geen idee van de stand van de zon. Het moest inmiddels al laat in de ochtend zijn.
De woede dreef haar sneller voort dan de wind. Woede en een gevoel van verwarring. Misschien was zijn kus helemaal onschuldig geweest. Gewoon een poging, meer niet.
Wat zou haar vader ervan zeggen als hij wist dat ze tijd doorbracht met een moordenaar? Dat ze hem had gekust en… Ho, Katie. Dat klopt niet. Hij had háár gekust. Dat was waar, maar het was ook een feit – je kon tenslotte tegen anderen liegen maar niet tegen jezelf – dat ze het niet vervelend had gevonden. Hij had haar vastbesloten en eisend gekust. Alsof het vanzelfsprekend was. Kon iemand zo kussen als hij iemand had vermoord? Alsof dat belangrijk was. Katie merkte dat ze haar handen in de handschoenen onwillekeurig tot vuisten balde.
Het was een schok geweest om zijn lichaam zo dicht tegen het hare te voelen. Ondanks de dikke kleding die ze beiden droegen had ze zijn warmte gevoeld. Of speelde haar fantasie haar parten? In deze ijzige kou verbeeldde ze zich waarschijnlijk zelfs dat een blok hout warmte uitstraalde.
Paul had haar niet zo gekust als Sebastien. Ze had de eerste kus van Sebastien gekregen na haar eerste sprong. Na de eerste keer dat ze samen van een brug waren gesprongen. Ze hadden pas veel later seks met elkaar gehad en de kussen die hij haar daarna elke keer bij het afscheid had gegeven, waren anders geweest. Lang, teder. Oneindig lang, oneindig teder.
Katie ging sneller lopen en struikelde prompt. Ze kon net voorkomen dat ze in een hoop sneeuw viel. Het ontbrak er nog maar aan dat Paul haar moest helpen. Ze kon een opgeluchte zucht niet onderdrukken toen ze eindelijk de gedrongen omtrek van de hut in het sombere licht herkende. Het sneeuwde weer en nu pas werd Katie zich ervan bewust dat ze de afgelopen minuten helemaal was vergeten waarom ze eigenlijk op pad waren gegaan.
Ana. Hadden Chris en David haar gevonden? Of was ze inmiddels zelf teruggekomen?
Ze duwde de deur open en haar hoop werd meteen de grond in geboord. Ana was er niet. Benjamin leunde tegen de muur, naast het vuur dat in de fornuiskachel knetterde. Hij hield zijn camera op Julia gericht, die merkwaardig bleek tegen de kast leunde, terwijl Chris en David midden in de ruimte stonden en elkaar woedend aankeken.
Katie deed haar mond open om naar Ana te vragen, maar voordat ze iets kon zeggen, zei Chris met een gevaarlijk zachte stem: ‘Ik waarschuw je, David. Raak haar niet meer aan.’
‘Ik wilde alleen…’
‘Hou je bek! Ik ben aan het woord! Je blijft bij haar uit de buurt. Je brengt haar blijkbaar geen geluk. Tenslotte heb je haar gisteren bijna vermoord.’
‘Chris! Stop daarmee!’ riep Julia. Hij schonk echter helemaal geen aandacht aan haar.
‘Types zoals jij werken op mijn zenuwen.’
‘Je verdient haar niet,’ antwoordde David kalm.
‘Verdien ik haar niet?’ herhaalde Chris. ‘Liefde verdien je niet. Die is er gewoon. Als een natuurwet.’
‘O ja?’
Er stonden tranen in Julia’s ogen en Katie had het liefst met haar meegehuild, maar tranen stonden niet in haar emotionele programma.
‘O ja?’ aapte Chris David na. ‘Luister eens. Ik geloof niet in je rol van mister Nice Guy. Laat dat geklets dus maar zitten, ik heb je al een hele tijd door.’
‘En jij denkt dat je driedagenbaard en Marlboro Man-uitstraling aantrekkelijk blijven?’
‘Als je iemand voor in bed nodig hebt, David, neem dan een non.’ De stem van Chris werd steeds luider en scherper. ‘Dat past helemaal bij je aureool. Maar blijf van Julia af. Je bent het type die de beste vriend van een meisje kan zijn, maar verder niet. Aardige mannen en aardige vrouwen kunnen niet gelukkig worden. Dat is een natuurkundige wet. Twee pluspolen stoten elkaar af. Welk meisje wil met haar psychotherapeut of priester naar bed? Blijf dus met je poten van mijn vriendin af.’ Chris liep naar David toe en pakte zijn schouder vast. ‘Anders sta ik niet voor mezelf in.’
David zweeg. Katie vroeg zich af waar hij zijn kalmte vandaan haalde.
‘Toe dan, watje! Beweeg. Sla me dan!’ Chris gaf een duw tegen Davids borstkas.
Katie hoorde dat Julia naar adem snakte. Plotseling rende haar huisgenootje naar de tafel, pakte een van de koffiekopjes die op het blad stonden en gooide dat tegen de muur, waar het in honderd stukken brak.
‘Wauw!’ riep Benjamin terwijl hij de camera een moment liet zakken. ‘Scherven brengen geluk.’
‘Donder toch op!’ riep Julia. ‘Ik heb zo genoeg van jullie! Snappen jullie!? Ik wil jullie allebei niet! Ik wil gewoon met rust gelaten worden!’
‘Ja, ja, goed zo, Julia!’ Benjamin filmde fanatiek. ‘Maak ze af! En blijf vooral huilen. Je ziet er prachtig uit met die tranen op je wangen. Dat geeft je de ultieme smokey eyes.’
Julia luisterde niet naar Benjamin, maar rende de trap op.
Katie liet zich op de hoekbank vallen. Wat zou er verder nog allemaal gebeuren? Eerst de verdwijning van Ana, daarna de kus en nu hadden de jongens ruzie om Julia. Nou ja, in elk geval raakte Pauls zoen daarmee op de achtergrond.
‘Gefeliciteerd, dat hebben jullie mooi voor elkaar,’ zei ze vermoeid.
‘Bemoei je er niet mee. Jij kunt er helemaal niet over meepraten. Waarschijnlijk heb je nog nooit een afspraakje gehad,’ antwoordde Chris minachtend, waarna hij zich op de hoekbank liet vallen.
Katie rolde met haar ogen.
‘Wat maakt het ook uit,’ zei Chris. ‘Berg die rotcamera op en laten we een biertje nemen. Iets anders kunnen we vandaag toch niet doen. Waarschijnlijk moeten we door dit weer tot het voorjaar hier boven blijven.’
Benjamin zette zijn camera inderdaad uit. Katie volgde hem met haar ogen terwijl hij naar de voorraadkast ging en vier blikjes bier pakte. Een ervan gooide hij naar Chris, die het met een hand opving.
‘Wil jij, David?’
David schudde zwijgend zijn hoofd.
‘En jij, Katie?’
‘’s Ochtends bier? Nee, dank je.’
Katie overwoog of ze naar Julia zou gaan om te kijken hoe het met haar was. Aan de andere kant was troosten niet haar sterkste kant. Het was beter dat ze ervoor zorgde dat de jongens niet helemaal doordraaiden.
Ze keek door het raam naar buiten. Het was nog harder gaan sneeuwen. Ze haalde diep adem. ‘Oké, mensen. Terug naar wat belangrijk is. Hoe zit het met Ana? Hebben jullie een spoor van haar gevonden?’
Chris trok met een snelle ruk zijn bierblikje open. ‘Nee.’
‘Julia heeft gezegd dat ze alles uit haar rugzak heeft gehaald, behalve de stijgijzers. Ze zal toch niet geprobeerd hebben om alleen…’ vulde David aan.
‘Vergeet niet dat ze niet alleen als berggids werkt, maar ook als skilerares. Zo gek is ze niet,’ antwoordde Katie.
Kon ze daar zeker van zijn? Nee, als ze eerlijk was, kende ze Ana net zo weinig als de anderen. Ze dacht eraan dat ze er volkomen vanzelfsprekend van uit was gegaan dat Ana al een keer op de gletsjer was geweest. Aan de andere kant had Ana het over instinct gehad.
Katie voelde een koude tocht op haar rug en draaide zich om. Toen ze Pauls silhouet in de deuropening zag, draaide ze zich abrupt om.
Ze stond op het punt om Benjamin toch om een blikje bier te vragen, maar ten eerste was alcohol nog nooit een oplossing voor haar geweest en ten tweede moest in elk geval een van hen een helder hoofd houden. Ze liep naar de kachel en schonk een kop koffie voor zichzelf in. Het brouwsel stond waarschijnlijk al uren op het fornuis. Het was verschrikkelijk sterk en smaakte afschuwelijk, maar het was gelukkig nog redelijk warm. Hemel, ze was door en door koud.
Ze negeerde Paul, maar ze voelde hoe zijn blikken zich in haar rug boorden. Met op elkaar geklemde tanden ging ze weer op de bank zitten en dronk het kopje met grote slokken leeg. Haar zenuwen waren tot het uiterste gespannen en ze begon bijna de sneeuwvlokken te tellen, waarvan er steeds meer kwamen, alsof ze tijdens het naar beneden zweven gekloond werden.
Het kon eeuwig blijven sneeuwen. Uren. Dagen. Misschien zelfs een week. De afdaling naar Fields zou bij dit weer heel lastig zijn, áls het mogelijk was. En ze bedacht nog iets: hun verdwijning zou opvallen op Grace. Tijdens het weekend, als de gouverneur in de vallei was, konden Rose en Robert hun misschien nog dekken, maar daarna? En dan was Debbie er nog. Op haar kon je nooit rekenen. Zij was degene geweest die het geheime feest bij de decaan had gemeld om zelf in een goed blaadje te komen.
Het was heel benauwd in de hut. David staarde mistroostig naar de trap, maar Julia liet zich niet zien. Chris had zijn pokerface opgezet en dronk van zijn bier en Paul had haar zijn rug toegekeerd en staarde naar de kaart die hij voor zich op de tafel had uitgespreid.
Benjamin was de enige die nog voldoende energie had. ‘Hé, mensen,’ riep hij. ‘Willen jullie een mop horen? Een berggids leidt een groep al urenlang door het dichte bos van de Rocky Mountains. Uiteindelijk begint de groep te mopperen en de gids geeft toe dat hij verdwaald is. Iemand uit de groep vraagt: “Hoe kan dat? Er wordt gezegd dat je de beste berggids in de Verenigde Staten bent.” “Ja, antwoordt de gids, maar inmiddels zijn we in Canada.”’
Benjamin begon hysterisch te lachen en Chris mompelde: ‘Als we in de vallei terug zijn, geef ik je op voor Canadians got talent. Als komiek.’
Benjamin negeerde hem. ‘Oké, deze is voor Paul,’ ging hij verder. ‘Twee wandelaars staan voor een gletsjerspleet. Zegt de een: “Vorige week is mijn wandelgids hierin gevallen.” “Wat, en dan blijf je zo kalm?” vraagt de ander. “Nou ja, het was niet de nieuwste druk en er ontbraken ook een paar bladzijden.”’
Katie rolde geïrriteerd met haar ogen, maar een moment later was ze Benjamin vergeten. De deur werd opengeduwd, koude lucht stroomde de ruimte in en de deur sloeg met een knal weer dicht. Ana stond voor hen. Haar kleding was doornat en ze leek volkomen uitgeput.
Ze staarden haar allemaal aan en wachtten op een verklaring.
‘Daar is de verloren dochter van de Cree-stam weer,’ zei Benjamin spottend terwijl de camera zoemde.
In plaats van een verklaring te geven zei Ana alleen: ‘Ik heb razende honger. Hebben jullie gekookt?’
‘Jezus,’ riep Chris. ‘Waar ben je geweest?’
Hij kreeg geen antwoord. Ana keek niet eens naar hem. In plaats daarvan trok ze een stoel bij de kachel, ging zitten en trok haar schoenen en sokken uit. Daarna legde ze haar linkerbeen op haar rechterknie en begon haar voet te masseren.
Katie schrok zich dood, want ineens was het haar duidelijk dat Ana inderdaad de waarheid had verteld. Ze had meer in de bergen beleefd dan zij allemaal bij elkaar. Als je eerdere bevriezingen tenminste als maatstaf nam. Aan Ana’s voet ontbraken drie tenen.
Ana reageerde niet op de vragen van de anderen, maar haalde alleen haar schouders op als een van hen aandrong. Katie vond het bijna lijken alsof ze een soort zwijggelofte had afgelegd. En Julia liet zich helemaal niet meer zien.
Het bleef tot ver in de middag sneeuwen. De vlokken waren in de opkomende mist nauwelijks te zien, en hoewel Ana heelhuids was teruggekeerd, voelde Katie zich niet veel beter. Integendeel, dit wachten, opgesloten in de hut, was bijna net zo erg als de toestand in de tunnel de vorige dag. Gedwongen wachten was een perfecte voedingsbodem voor ongewenste gedachten.
Benjamin boerde in de stilte. ‘Sorry,’ zei hij, ‘maar iemand moet iets zeggen.’
Paul lachte als eerste. De afgelopen uren leek hij merkwaardig ontspannen, bijna alsof er een zware last van zijn schouders was gevallen. Was het zijn bekentenis geweest? De kus? Of allebei? Had hij misschien hoop?
Benjamin pakte zijn camera, stond op, deed het raam achter zich open en stak hem naar buiten. ‘Shit, wat is het koud.’
‘Als we geluk hebben, steekt er een warme chinookwind op en dan stijgt de temperatuur onmiddellijk,’ zei Paul.
Benjamin legde zijn camera weer op tafel en duwde zich op zijn rug door het raam naar buiten. Daarna deed hij zijn mond open en liet de dikke sneeuwvlokken op zijn tong smelten. Hij was nauwelijks te verstaan toen hij schreeuwde: ‘Waarom hebben we een gletsjeruitrusting meegenomen als we wachten tot de sneeuw smelt?’
‘Jezus, Benjamin,’ zuchtte Chris. ‘Je hebt je ouders vast tot waanzin gedreven met je eeuwige waarom–vragen. Dat is toch logisch. Je ziet de gletsjerspleten niet als ze bedekt zijn met sneeuw.’
‘Ik heb mijn ouders alleen al door mijn bestaan tot waanzin gedreven.’
‘Dat verbaast me niets.’ Ana glimlachte. Wat was er plotseling met haar aan de hand? Net als Paul zag ze er sinds haar terugkeer veel kalmer uit.
Benjamin trok zijn hoofd weer naar binnen. ‘Zeg eens, Ana, jullie indianen staan toch bekend als de beste weermakers ter wereld? Kun je geen regendans voor ons doen?’
Ana kwam overeind, liep naar de kast en haalde er een blik tomatensaus uit. ‘Nee, maar ik kan iets voor jullie koken.’
‘Kom op, je kent vast wel wat spreekwoorden of toverformules waarmee jullie de demonen verdrijven.’
Ana glimlachte naar hem. ‘Natuurlijk. Kennen jullie de zin niet waarmee de Sioux de slag bij de Little Bighorn in gegaan zijn?’
Ze keken haar allemaal afwachtend aan.
Ana trok haar wenkbrauwen spottend op.
‘Zeg dan!’
‘Vandaag is het een goede dag om te sterven.’
Katies adem stokte in haar keel. Sebastien had voor elke sprong gezegd: ‘Vandaag is het de dag waarop we kunnen sterven!’