29
Julia rende naar de hut. Ana’s gegil toen ze over de scherpe ijsrand werd getrokken, galmde nog steeds in haar oren. Ze rende de ondergaande zon tegemoet, een vuurrode bal die nog maar een paar centimeter boven de horizon zweefde.
Katie had nauwelijks iets gezegd. Julia kreeg het idee dat ze aan een shock leed. Elke vraag, elke aanraking had ze afgeweerd, bijna alsof ze haar nabijheid niet kon verdragen. Maar de blik in haar ogen toen ze Julia zag en begreep dat haar vriendin was teruggekomen, was voldoende voor Julia. Op dat moment had ze geen spijt meer gehad van haar beslissing om Chris en Benjamin achter te laten en alleen over de gletsjer terug te gaan.
Benjamin, Chris en zij hadden ongeveer een derde van het gletsjerveld achter zich toen Julia plotseling abrupt bleef staan.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Chris.
‘Ik kan dit niet doen. Het gaat niet.’
‘Wat gaat niet?’
‘We kunnen ze niet gewoon achterlaten. Dat is verkeerd.’
‘Wat wil je dan?’
‘Ik weet het niet.’
‘Hé, mensen, laten we verdergaan. Het is nu te laat om terug te gaan,’ zei Benjamin.
Julia en Chris schonken allebei geen aandacht aan hem.
‘Vertel eens,’ zei Chris met een stem waarin de sarcastische ondertoon klonk die Julia haatte. ‘Gaat het je echt alleen om Ana?’
‘Natuurlijk.’
‘En niet om David?’
‘David heeft er niets mee te maken, maar Ana… ze kan doodgaan.’
‘En dat wil uitgerekend jij veranderen? Hoe dan? Heb je misschien een medische studie gevolgd waarvan wij niets weten?’
Benjamin hupte van zijn ene been op het andere. ‘Ga mee, Chris. Laat haar toch teruggaan als ze dat wil. Jullie zijn tenslotte niet getrouwd.’
‘Hou je kop, Benjamin,’ mompelde Chris.
‘Hoe vaak moet ik mijn kop nog houden? Ik ben de enige die de realiteit een beetje in het oog houdt. Namelijk dat Ana waarschijnlijk morsdood is.’
Chris negeerde hem en staarde naar Julia met de grijze ogen die haar nog steeds fascineerden. ‘Julia, je hebt het daarstraks zelf gezegd. We gaan verder. Misschien kunnen we vanuit de hut hulp halen.’
‘Nee.’ Het was een innerlijke dwang. Julia kon niet anders. Met trillende handen maakte ze het touw van haar integraalgordel los. ‘We hebben geen ontvangst in de hut, dat weet je heel goed.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, ik moet terug.’
‘Waarom?’ riep Chris. ‘Waarom nu?’
Julia kon het niet uitleggen. Ze kon hem niet uitleggen dat ze wist waar ze Ana’s gejammer in de gletsjerspleet eerder had gehoord.
‘Ga dan maar! Draai je om!’ Chris’ arm schoot naar voren. ‘Je weet wat dat betekent? Je moet alleen terug over de gletsjer. Dan ben je dus net zo levensmoe als de andere drie.’
‘Ja, dat weet ik.’
‘Toe nou, Julia!’ Blijkbaar begreep Benjamin nu pas dat ze het serieus meende. ‘Doe niet zo stom. Chris heeft gelijk, het is te gevaarlijk.’
‘Je zet je leven op het spel.’ Chris pakte haar schouder beet.
Julia trok zich los. ‘Ik kan ze niet in de steek laten. Dat gaat gewoon niet.’
Ze draaide zich om en terwijl ze naar haar voetsporen in de witte sneeuwlaag zocht, hoorde ze Chris schreeuwen. Maar het gejammer dat in haar oren klonk overstemde hem. Het was het gejammer dat Julia twee nachten geleden in haar droom had gehoord.
Vreemd genoeg was Julia geen seconde bang geweest om in een van de ontelbare spleten te vallen die de gletsjer doorkruisten. Af en toe zag ze een van Ana’s markeringen, maar meestal kon ze zich oriënteren op het spoor dat haar voeten hadden achtergelaten. Het leek bijna alsof de spleten in het ijs op mysterieuze wijze voor haar gesloten waren, alsof een beschermengel haar over de verlaten ijsvlakte leidde. Haar vader? Plotseling dacht ze terug aan de avond bij het meer, toen Katie voor het eerst over haar plan had verteld. Toen had ze geloofd dat ze haar vader zag. Ze had gedacht dat hij haar kwam halen, maar misschien had hij haar alleen willen beschermen.
Sommige mensen winnen de lotto en anderen overleven. Zo waren de regels. Of liever gezegd, er waren geen regels voor geluk of ongeluk. En als er toch een bestond, dan was het: shit happens. Of had ze gewoon geluk gehad? Ze wist het niet. In elk geval had ze de anderen bereikt op het moment dat Paul en David de gewonde Ana over de ijsrand uit de gletsjerspleet trokken.
Inmiddels waren ze met z’n vieren op de terugweg. Waarschijnlijk waren David en Paul met Ana op de draagbaar, die ze hadden gemaakt van aan elkaar gebonden kledingstukken, bij het eind van de gletsjer aangekomen.
Julia was vooruitgelopen om Chris en Benjamin te halen, zodat ze David en Paul konden aflossen. Die twee waren aan het eind van hun krachten nadat ze Ana over de gletsjer hadden gesjouwd. Ana had de hele tijd gejammerd en het was telkens het geluid uit Julia’s droom geweest.
Julia rende. Haar voeten vonden bijna vanzelf de weg over het puinveld dat naar de hut leidde. De schemering was nu al zover gevorderd dat de horizon een smalle streep was, waardoor nog maar weinig licht aan deze kant van de berg viel. Het zou niet lang meer duren of de streep was verdwenen. Maar in de verte zag ze de hut liggen. En daar zouden ze het vanavond vieren. Niet dat ze op de top van de Ghost hadden gestaan – dat was een eeuwigheid geleden en leek helemaal niet belangrijk meer – nee, dat het ze was gelukt om heelhuids beneden te komen.
Toen Julia de hut bereikte verspreidde zich een zeldzaam gevoel in haar. Ze had verwacht dat er rook uit de schoorsteen zou opstijgen, had gehoopt dat Chris op de veranda zou staan om naar haar uit te kijken.
Liefde is iets vreemds, dacht ze terwijl ze hijgde van inspanning. Je weet in principe dat het voorbij is, maar je kunt het niet loslaten. Jij bent degene die aan hem blijft plakken, en bij elke belediging van hem zoek je een reden om hem te verontschuldigen. En je vindt er een. Altijd.
Vanaf het moment dat ze teruggegaan was, had ze vergeefs gehoopt dat Chris haar achterna zou komen. Dat hij zou beseffen waarom het niet goed was wat hij deed. Ze had zich voorgesteld hoe hij voor haar zou staan, zijn gezicht eindelijk een spiegel van zijn ware ik.
Ze zou hem aankijken en zou dezelfde rust voelen als ’s nachts, als ze zich veilig voelde in zijn armen nadat ze gesekst hadden. Maar toen Julia de deurklink naar beneden duwde, wist ze eigenlijk al wat haar te wachten stond. Koude duisternis. IJzige stilte. Niemand die op haar wachtte. Alleen de wind joeg om de hut.
Julia staarde bewegingloos door het raam naar buiten, waar de streep aan de horizon definitief verdwenen was. Chris had haar in de steek gelaten. Hen allemaal. De tranen sprongen in haar ogen. Ze was uitgeput en had zich maar één keer eerder zo hulpeloos gevoeld.
Plotseling zag ze in het halfdonker het briefje op de tafel liggen. Ze rende ernaartoe. Ze hadden een bericht achtergelaten. Het was te donker om het te kunnen lezen. Julia pakte de lucifers van het fornuis en streek er een aan.
We hebben het overleefd!, stond er op het briefje. Julia kon zichzelf niet langer iets wijsmaken. Het klonk spottend.