20
Die nacht viel Julia telkens maar heel even in slaap, om meteen weer wakker te schrikken als de beelden haar bestormden. Ze lag tussen Katie en Ana in, op twee verschrikkelijk oncomfortabele, tegen elkaar aan geschoven eenpersoonsbedden. Ze voelde de houten rand voortdurend onder zich en had het gevoel dat de twee bedden uit elkaar schoven.
Chris had haar vreemd aangekeken toen ze gingen slapen. Ze wist dat hij erop had gerekend met haar in één kamer te slapen, maar er waren maar twee slaapkamers in de hut. Benjamin had met een arrogant lachje aangeboden om de plek tussen Katie en Ana in te nemen, om het jonge liefdesgeluk niet te verstoren. Maar sinds de tunnel wist Julia helemaal niet meer of je wel van geluk kon spreken. Iets in haar was veranderd. Waarom was Chris zo humeurig? Zo prikkelbaar?
Ze had al vrij snel begrepen dat hij iemand was die alles wilde hebben. Hij wilde haar met huid en haar, en dat was nu eenmaal niet mogelijk. Tussen hen stond namelijk haar grote geheim: the big secret!
Ze moest eerst verwerken dat ze haar vader op de foto had gezien. Ze was zo geschokt dat het niet eens tot haar doordrong.
Toen ze de deur hoorde piepen ging ze geschrokken rechtop zitten. Het was aardedonker in de kamer. Er drong zelfs geen maanlicht door de smalle ramen naar binnen. En dat terwijl de maan, op het moment dat ze naar bed was gegaan, als een enorme schijf aan de hemel had gestaan en het vale, gele schijnsel de horizon zeldzaam blauw had gekleurd. Het was heel onwerkelijk geweest. Benjamin zou het waarschijnlijk ‘te heftig’ noemen. Julia staarde in de duisternis. Niets. Er was niemand. Ze moest zich vergist hebben. Of toch niet? Had ze de deur niet dichtgedaan toen ze ging slapen?
Verdorie, ze had het ijskoud, en dat terwijl ze haar fleece trui en sokken had aangehouden. Julia trok de slaapzak tot haar kin op. Had ze de deur dichtgedaan of niet? Ze probeerde het zich te herinneren, maar ze kon zich niet concentreren. Ze had dat laatste biertje niet moeten drinken. Ze wist dat ze niet goed tegen alcohol kon.
Er klonk weer geritsel.
Naast haar sliep Katie diep en vast. Het enige geluid waar ze zeker van was, was het snurken in de kamer naast hen. Het kwam niet van Chris, die snurkte niet. Ze had de afgelopen weken zo vaak naast hem geslapen dat ze dat gemerkt zou hebben. David? Nee, David was mister Perfect. Iemand als David snurkte niet, boerde niet en deed verder ook niets wat op de een of andere manier gênant kon zijn. Waarschijnlijk was het Benjamin. Op een schaal van één tot tien had de hoeveelheid alcohol in zijn bloed vanavond waarschijnlijk de negen bereikt.
Julia kromp in elkaar. Daar was het geritsel weer. Kwam het uit de gang? Van buiten? Nee, op de een of andere manier had ze het gevoel dat het uit de muren kwam.
‘Hé, Katie!’
Haar vriendin verroerde zich niet.
‘Katie!’
Geen reactie. Ze pakte haar schouder beet en schudde haar voorzichtig. Niets.
Natuurlijk, iemand als Katie sliep diep en vast. Ieder min of meer normaal mens viel na zo’n dag en twee flesjes bier in een diepe slaap. En vooral Katie. Julia was een keer naar haar kamer gegaan en had haar slapend aangetroffen. Niet in bed, maar op de glanzende, houten planken van haar kamer. Oké, dat was ook niet normaal.
Ze draaide zich naar Ana, die aan de andere kant lag. ‘Ana?’
Weer geen antwoord.
Was zij de enige die het geluid hoorde? Het was alsof iemand met lange vingernagels over de muur kraste. Dat verbeeld je je alleen, Julia. Misschien is het de wind. Of takken die tegen de hut slaan. Takken? De hut stond op een kale rots, de boomgrens lag een stuk onder hen. Een dier? Vogels die op het dak van de hut zaten en met hun snavels in de zwarte leisteen hakten? Jezus, Julia, nu draai je echt door. Waarom zouden vogels gaten in de leisteen hakken? Vleermuizen dan? Nee. Vleermuizen vlogen geruisloos door de duisternis, en als ze contact met elkaar hadden, gebeurde dat via ultrasoon geluid.
Julia luisterde in de duisternis. Het krabben aan de muur ebde even weg, om dan weer te beginnen, deze keer begeleid door een deerniswekkend gejammer.
O, god! Wat was dat? Stond ze op het punt om door te draaien? Om een psychopaat te worden zoals Robert, die stemmen hoorde? Nee, dat niet! Alsjeblieft niet!
Julia kwam trillend overeind, kroop uit bed, trok de slaapzak naar zich toe en wikkelde zich erin. Daarna trok ze haar schoenen aan en glipte door de deur naar buiten. Zachtjes sloop ze de smalle houten trap af en struikelde op de laatste trede bijna over de slaapzak. Ze kon zich nog net aan de leuning vastgrijpen. De deur van de hut stond wijd open.
Natuurlijk, er was iemand buiten. Misschien Benjamin, die moest kotsen. Waar was het goed voor dat hij zich eerst had laten vollopen met bier en haar nu doodsbang maakte?
Julia liep naar buiten. Omdat het in de slaapkamer zo donker was geweest, had ze een inktzwarte duisternis verwacht, een nacht zonder sterren, waarin je kon verdwijnen omdat je niet zag waar je was. Zoals gisteren in de tunnel.
In plaats daarvan scheen er een onwerkelijk licht aan de horizon, alsof de bergtop tegenover de hut van binnenuit verlicht werd en de hemel groen kleurde. Blauw, dat zou ze begrepen hebben. Maar groen?
Ze had geen tijd om er lang over na te denken, want ze hoorde het gejammer opnieuw. Een gejammer waarin ze nu enkele woorden kon onderscheiden: Help! Help me! Help!
De stem was duidelijk te horen. Julia verstarde van ontzetting. Het was een vrouwenstem, maar Ana en Katie lagen te slapen in hun slaapzak. Ze moest zich dus vergissen.
Julia deed één moment haar ogen dicht en concentreerde zich op logisch nadenken. Dat was haar kracht. Als haar broer Robert weer eens een van zijn hallucinaties had, probeerde ze altijd hem met logische argumenten naar de realiteit terug te halen. Dat moest ze nu voor zichzelf doen. Goed, Julia. Gistermiddag in de tunnel was je er bijna geweest. Daarna volgde de inspannende tocht naar de hut. Vervolgens de foto en het vooruitzicht van de beklimming van de Ghost. Geen wonder dat je doordraait.
Julia haalde diep adem. Ze hoefde niet omhoog. Dacht ze op de Ghost iets te weten te komen wat ze nog niet wist? Wat wilde ze bewijzen? Het lijk van haar vader zou ze niet vinden op de bergtop. Ze wist maar al te goed hoe hij een jaar geleden was gestorven. Niet op een hoogte van dik drieduizend meter, maar opgesloten in de kofferruimte van zijn Mercedes. Vermoord.
En ik? Ik? Ik? Had ze dat zelf geroepen, of was het de stem weer? Nee, er was geen stem. Alleen zijzelf. En als Benjamin inderdaad rond de hut sloop? Misschien was het een van zijn grappen en probeerde hij haar bang te maken.
Het volgende moment draaide ze zich om, liep de hut in, sloeg de deur achter zich dicht en rende naar de trap. Ze deed niet haar best om stil te zijn. Haar voeten stampten op de houten treden. Iemand moest toch wakker worden van het lawaai!
Julia trok de deur van de jongenskamer open en verwachtte elk moment protesten te horen, maar er klonk alleen gesnurk. In deze kamer was geen bed, alleen matrassen. Ze boog zich over de slapende jongens heen. Hoewel er nauwelijks iets van hen te zien was in de slaapzakken, wist ze meteen dat Chris helemaal aan de buitenkant lag. Ze hoorde hem ademhalen. Het klonk heel vertrouwd. Ze moest gewoon heel dicht naast hem gaan liggen, dan zou alles goed komen, dan was ze in veiligheid.
Maar een luid gesnurk verdreef die gedachte. Het was inderdaad Benjamin, die naast Chris lag. Hij was niet buiten de hut. Het geluid was niet van hem afkomstig geweest.
Haar gedachten sloegen op hol. Waar was zijn camera? Ze tastte over het dekbed en vond hem naast zijn hoofd. Dat had ze kunnen weten. Als iemand contactlenzen met een videofunctie zou ontdekken, was Benjamin de eerste die deze nieuwe techniek zou gebruiken. Zonder er verder over na te denken pakte Julia de camera en liep de trap weer af. Bij de voordeur aarzelde ze heel even, maar toen vermande ze zich en liep weer naar buiten.
De koude lucht sloeg in haar gezicht. Ze luisterde. Was het gejammer verdwenen? Ja. Het was stil. Doodstil. Julia ademde opgelucht uit en ontspande. Oké, nu had ze het bewijs. Het was verbeelding geweest, haar fantasie draaide na een krankzinnige dag door.
Ze wilde zich net omdraaien om naar bed te gaan, toen ze de meisjesstem weer hoorde. Opnieuw riep ze om hulp en Julia kromp zo plotseling in elkaar alsof er een elektrische schok door haar lichaam stroomde. Deze keer aarzelde ze geen seconde. Ze draaide zich naar de Ghost, waar de stem vandaan kwam, en begon te rennen. Had de berg zijn naam gekregen omdat er wezens woonden die je gek konden maken?
Ga terug, Julia! Doe het niet! Maak de anderen wakker. Chris of Katie.
Ze moest aan haar broer denken. Robert had voorspeld dat er iets zou gebeuren. Daarna zag ze het beeld van haar vader voor zich. Was hij hier ook geweest? Midden in de nacht?
Help!
Nee, dat was hij niet. Het was de kreet van een meisje.
Julia had inmiddels de uitstekende rotspunt bereikt die de afdaling naar de gletsjer markeerde. Het sneeuwveld onder haar was nog altijd in een groenachtig licht gedompeld, maar ze lette er niet meer op. In plaats daarvan zocht ze haar weg langs de helling naar beneden. In het begin kwam de sneeuw tot haar enkels, maar met elke stap werd het moeilijker om vooruit te komen. Julia beet op haar tanden. Verdomme, het voelde niet als sneeuw, maar eerder als dat verschrikkelijke moeras. Ze tilde haar rechtervoet moeizaam op.
Nog steeds hoorde ze het gejammer, maar ze wist niet meer precies waar het vandaan kwam. Onzeker draaide ze zich om. Liep ze in de verkeerde richting?
Het volgende moment stapte ze in de leegte, of eerder in een gat dat onder de sneeuw verborgen lag.
Ze deed haar uiterste best om haar voet uit het gat te trekken, maar ze zat vast, net zo vast als in de tunnel.
Hemel, waarom was ze niet gewoon in haar slaapzak blijven liggen? Moest ze absoluut alles uitzoeken? Had dat haar ooit geholpen? Nee, mensen zoals Benjamin waren degenen die overleefden. Misschien stoned en dronken, maar ze overleefden. Benjamin nam alles gemakkelijk op, maar zij, Julia…
Ze voelde haar benen koud worden. Een ijzige kou kroop van haar tenen naar haar kuiten omhoog. Ze kon geen stap meer zetten, haar benen niet meer bewegen. Ze voelde dat haar tenen begonnen te bevriezen en als er niet snel iemand kwam om haar te bevrijden, dan…
‘Help!’ schreeuwde Julia hard. ‘Help me!’