Heb je nog iets nodig voor de nacht?’
De nachtzuster stond in de deuropening. In haar ene hand droeg ze een dienblad met bekertjes medicijnen, terwijl ze met de andere hand de deurkruk stevig vasthield. Ze zag er gestrest uit.
‘Nee, dank je, we redden ons wel. Wat jij. Eva?’
De laatste scheut pap liep door de sonde haar maagzak in en hij streelde zachtjes over haar voorhoofd.
‘Welterusten, dan. En als we elkaar niet meer zien voordat mijn dienst afgelopen is, dan het beste ermee morgen.’
‘Dank je wel.’
Ze glimlachte en trok de deur achter zich dicht. Hij vond het verplegend personeel hier in het Huddinge Ziekenhuis aardiger. Ze wisten zijn inspanningen te waarderen en toonden openlijk hun bewondering voor zijn toewijding.
Drieënveertig dagen.
Morgen zouden ze beginnen met het eindonderzoek. Er zouden minuscule elektroden worden ingebracht om nog één keer te meten of haar hersenactiviteit was toegenomen.
Over een paar dagen zouden ze het weten.
Hij pakte haar hand beet om de ongerustheid te verjagen die hem te pakken probeerde te krijgen.
‘Alles komt goed, schat. We hebben het goed zo.’
Toen tilde hij het dekbed op en schoof het lichtblauwe ziekenhuishemd omhoog, hij haalde de huidcrème uit het laatje van het nachtkastje en tekende een witte sliert op haar linkerbeen. Met regelmatige bewegingen bewoog hij van de kuit over de knie verder naar de lies.
‘Je moeder is echt een fantastische vrouw. Ik ben zo blij dat we zo’n goed contact hebben gekregen, zij en ik.’
Behoedzaam tilde hij haar been op, hij legde zijn ene hand in haar knieholte en boog het been een paar maal voorzichtig.
‘Goed zo. Eva.’
Hij liep om het bed heen en tekende een sliert op haar andere been.
‘Heb je gehoord dat we het erover hadden om Axel ook een keer mee te nemen? Maar ze heeft wel gelijk dat we eerst de uitslag van het e.e.g. af moeten wachten, dan weten we wat we hem moeten vertellen. Misschien kan ik hem beter eerst ergens anders ontmoeten voordat we elkaar hier zien. Misschien kan ik hem meenemen naar Gröna Lund, houdt hij van pretparken? Of misschien is de dierentuin beter?’
Hij legde haar been recht op de onderlegger en ging met zijn wijsvinger over haar wang. Reikte naar de borstel en deed een paar slagen door haar haar.
‘Zo, mijn schatje, nu ben je klaar. Moet ik nog iets voor je doen voordat we gaan slapen?’
Hij trok zijn trui en zijn broek uit, vouwde ze op en legde ze op de bezoekersstoel. Toen stak hij zijn hand uit om het lampje uit te doen, maar hij brak zijn beweging af Hij bleef staan en keek haar aan, volgde met zijn ogen de omtrek van haar lichaam onder het hemd.
‘Goh, wat ben je mooi.’
De rust waar hij zo naar had verlangd kwam over hem. Weer een hele nacht slapen voordat de dwang weer vat op hem kon krijgen.
Zo dankbaar.
Voorzichtig ging hij op zijn zij naast haar liggen, trok het dekbed over hen heen en legde zijn hand als een kom over haar ene borst.
‘Welterusten, lieverd.’
Zachtjes duwde hij zijn onderlijf tegen haar linkerdij en hij voelde hoe hij steeds opgewondener raakte, wist weer hoe haar handen zo vanzelfsprekend de weg gevonden hadden naar zijn geheimen.
Hij wilde maar één ding.
Eén ding.
Hij wilde dat zij haar armen om hem heen sloeg en zei dat hij nooit meer bang hoefde te zijn.
Nooit meer alleen.
‘Wees maar niet bang, liefste, ik blijf altijd bij je.’
Hij zou haar nooit verlaten.
Nooit.
‘Ik hou van je.’