Een jaar.
De gedachte alleen al was een vuistslag tegen zijn middenrif. Steeds als die zich herhaalde drong de consequentie ervan dieper door. Afgelopen zomer op vakantie, toen ze met de auto naar Italië gingen. Alle etentjes met hun vrienden. Toen hij met haar was meegegaan naar Londen op die zakenreis en ze met elkaar naar bed gegaan waren. Zowel voor als na die tijd was die ellendeling er geweest. Hij had hem te kijk gezet als een slappe sul. Een middelmatig iemand die je liever kwijt dan rijk was en voor wie je iedereen in de plaats kon zetten.
Hij zat op de vaste bank en keek naar buiten door het raampje van de luxe hut. De aanlegsteiger van Nyckelviken gleed voorbij en aan de horizon verrezen Nicke en Nocke als twee uitroeptekens boven alles wat thuis was.
Zijn tas stond ongeopend op de vloer. Hij hoorde haar bewegingen in de badkamer, hoe haar hand met regelmatige tussenpozen zocht tussen alle benodigdheden in haar toilettas.
Een jaar.
Ik hou van je vrouw en zij houdt van mij.
De deur van de badkamer ging open en ze bleef verwachtingsvol op de drempel staan. Hij merkte op dat ze een dunne, lichtgele zijden ochtendjas aanhad en hij had haar nooit eerder met het haar zo opgestoken gezien.
Hij keerde terug naar het uitzicht buiten de hut.
Omwille van hem hebben we meerdere keren geprobeerd er een punt achter te zetten, maar we kunnen gewoon niet zonder elkaar.
Uit een ooghoek zag hij haar naar haar koffer lopen die open op het bed lag.
‘Heb je al gebeld voor meer handdoeken?’
De toon was kortaf en geïrriteerd.
Hij draaide zijn hoofd om en keek haar weer aan.
‘Nee.’
Dat was geen bewuste keuze geweest. Natuurlijk, toen ze binnenkwamen hadden ze geconstateerd dat ze er meer nodig hadden, maar uit een stevig ingesleten gewoonte had hij haar initiatief afgewacht. Dat zij zou bellen om het te regelen.
Zoals dat altijd ging.
Voor het eerst drong het met onweerlegbare scherpte tot hem door hoezeer alle jaren met Eva een stempel op hem hadden gedrukt. Hoe lekker rustig het was geweest om zich achter haar bedrijvigheid te kunnen verschuilen. Opeens werd het hem duidelijk hoe verlammend bedreigend het voelde om los te moeten laten en alles waar hij zo aan gewend was geraakt achter zich te laten. Wie was hij nog zonder dat alles?
‘Ga je het nog doen dan?’
Hij tuimelde de werkelijkheid weer binnen door de felheid in haar stem.
‘Wat?’
‘Bellen voor handdoeken. Of moet ik het zelf doen?’
‘Nee, ik bel wel als jij dat wilt.’
Hij steunde met zijn handen op zijn dijen toen hij opstond, liep naar het bureautje en begon lusteloos in een van de brochures van de rederij te bladeren.
In alle opzichten volmaakt. Nou ja, daar weetje zelf alles van.
Klootzak.
Hij legde de brochure weer neer, wist niet meer wat hij zocht en ging weer bij het raampje staan. Nicke en Nocke waren verdwenen uit het zicht dat hij door het gepantserde glas had. Hij sloot zijn ogen in een poging om de behoefte te overwinnen om aan dek te gaan in de vrije buitenlucht om te kijken of ze nog steeds zichtbaar waren.
Toen hij zich omdraaide had ze de koffer op de vloer gezet en was op bed gaan zitten met haar rug tegen het gefineerde hoofdbord. Haar tepels tekenden zich duidelijk af onder de dunne zijden ochtendjas en maakten duidelijk dat ze geen ondergoed aanhad. Ze hield een taxfree-catalogus in haar hand, maar hij kon zien dat ze niet echt las, en er alleen haar ogen maar op gevestigd hield met het doel om haar teleurstelling over zijn gebrek aan
aandacht en betrokkenheid te benadrukken.
Opeens besefte hij wat er van hem verwacht werd, en tevens dat hij het niet kon. Alle lust die hem nog maar een paar uur geleden gek had gemaakt, was uit hem weggestroomd als olie uit een lekkende jerrycan; het restant, waar je nog een vuurtje mee aan kon steken, lag op de vloer vlak bij de deuren van Viking Line-terminal Stadsgarden.
Hoe moest hij in vredesnaam een etmaal doorkomen, opgesloten op volle zee? Om nog maar te zwijgen van het hotelverblijf in het pittoreske Nadendal dat bij de ticketprijs van hun Romantische Cruise in zat. Schalks had ze bij het binnenstappen van de hut al met twee pas gekochte pakjes condooms gewapperd. Duidelijker had ze het niet kunnen maken.
Zij ging ervan uit dat dit de gelegenheid voor hen was om alle belangrijke beslissingen te nemen, om toekomstplannen te maken, om eindelijk de knoop door te hakken.
Het was hem plotseling duidelijk geworden dat hij niets wist. Niet eens wat zijn keuzemogelijkheden waren.
Bruusk legde ze de taxfree-catalogus neer en kruiste ze haar armen over de borst in een afwijzend gebaar.
‘Voel je je niet goed?’
De toon waarop ze het zei gaf duidelijk aan dat de vraag niet gesteld was uit bezorgdheid, maar puur als kritiek.
‘Jawel hoor.’
‘Jawel?’
Als een beet, waarna het gif bleef zitten.
‘Wat is er dan? Ik dacht dat we het een beetje leuk zouden maken op ons reisje.’
Geërgerd schoof ze de blonde haarlok die buiten het kapsel gebleven was, achter haar oor en kruiste ze haar armen weer voor haar borst. Door haar bewegingen gleed de zijde uiteen en werd haar decolleté zichtbaar. Hij constateerde dat dat ook niet hielp, maar opeens niet meer met haar te kunnen praten over hoe hij zich voelde was onverdraaglijk. Met haar had hij alles kunnen bespreken. Zij was zijn vrijplaats geweest, weg van de treurigheid. Het gouden randje. De spanning. Zij tweeën verwikkeld in eindeloze geheime gesprekken met steeds weer nieuwe, nog niet verkende zijsporen. Zij zorgde er altijd voor dat hij zich goed voelde, ze maakte het de moeite waard. Lachen ging zo gemakkelijk, haar hand raakte hem plotseling en onverwacht aan op plekken waar hij het allerminst had verwacht; ze wilde hem aanraken.
Dat was bij Eva nooit zo.
Ze had zoveel braakliggende driften en behoeftes bevredigd toen ze zijn leven binnenstormde. Als een uitgedroogde spons had hij haar aandacht opgeslorpt.
Waar en wanneer waren hij en Eva begonnen met vergeten? Sinds wanneer deden ze hun best niet meer en sprongen ze slordig om met wat ze hadden? Ooit moest Eva alles geweest zijn wat hij nu in Linda had menen te vinden. Of niet? Had hij werkelijk ooit hetzelfde voor haar gevoeld? Zo ja, wanneer waren ze dan het beslissende ogenblik gepasseerd, het keerpunt, waarna ze de terugreis hadden aanvaard? Of misschien niet terug, maar op naar onverschilligheid voor elkaar. En als dat zo was, was hij dan al op dat punt aangekomen? Als dat zo was, hoe kon het dan zo totaal onverdraaglijk zijn zich haar met een andere man voor te stellen? Was hij gewoon op de vlucht geslagen? Weg van de teleurstelling dat ze misschien nooit helemaal echt van hem had gehouden, nooit had gehuiverd bij de gedachte hem te verliezen. Alleen maar bij hem was gebleven uit plichtsgevoel en consideratie. Die gedachte was onuitstaanbaar. Wanhopig probeerde hij een woede te voorschijn te toveren waarachter hij bescherming kon vinden, maar alles wat hij vond was de paniek dat overal scheuren in kwamen en dat alles om hem heen aan het instorten was. Hij keek naar Linda en plotseling zou hij wel willen dat zij haar armen om hem heen sloeg, dat ze begreep hoeveel pijn het verraad deed, hoe bang hij was. Waar hij nu vooral behoefte aan had was haar medelijden.
Met een diepe zucht plofte hij weer op de bank neer.
‘Eva heeft een ander.’
Haar armen, die zo krampachtig over haar borst gekruist waren, vielen op haar schoot alsof ze zojuist bevrijd waren van een hinderlijke dwangbuis. De ontevreden trek op haar gezicht was in een oogwenk opgelost.
‘Maar Henrik, dat komt prachtig uit, daarmee is het hele probleem opgelost!’
Eerst hoorde hij niet wat ze zei, ja, wel de woorden, maar hij kon met geen mogelijkheid begrijpen wat ze zouden kunnen betekenen.
Haar gezicht straalde oprechte blijdschap uit. Alsof ze net een pakje had opengemaakt waar iets in zat wat ze altijd graag had willen hebben, maar waarvan ze nooit had gedacht dat ze het ook echt zou krijgen.
‘Dan hoeven we niet stiekem meer te doen. Als ze al een ander heeft, krijgt iedereen zijn zin.’
‘Maar het is schijnbaar al een jaar bezig.’
Dat was kennelijk bijna te mooi om waar te zijn. Ze straalde van louter geluk toen ze de toestand met maar een paar zinnen ontwarde.
‘Ongelooflijk. En jij had nog wel zoveel schuldgevoelens ten opzichte van Axel, omdat jij degene was die het gezin kapotmaakte. Begrijp je niet wat dit betekent? Zij laat het tot een scheiding komen, jij niet. Zij was al ontrouw voordat wij elkaar ontmoetten.’
En ter afsluiting een hulde aan het verrukkelijke leven;
‘Eindelijk ben je vrij!’
Opeens besefte hij dat ze het nooit zou begrijpen.
En dat hij het nooit uit zou kunnen leggen.
Een andere man had zijn plaats ingepikt. Een man die Eva boven hem verkoos, die zij aantrekkelijker vond, spannender, intelligenter, waardevoller.
Beter.
Een man die een heel jaar rondgelopen had in de wetenschap dat hij zijn meerdere was, die allemaal negatieve dingen over hem had gehoord, arme Henrik, die niet goed genoeg was, die nu eenmaal niet méér te bieden had. Hij was hem te slim af geweest. Die laffe klootzak had achter de coulissen van zijn bestaan rondgeslopen, te benauwd om zich te laten zien, terwijl hij al die tijd wel een volledig inzicht had gehad in zijn leven en er de regie over had gevoerd. Hij had hier en daar een ruk aan de touwtjes gegeven, terwijl Henrik ais een malloot alle kanten op gesprongen was en zichzelf publiekelijk voor joker had gezet.
Hij werd plotseling zo kwaad dat hij moest gaan staan.
‘Maar snap je niet wat ik zeg! Het gaat toch verdorie niet om schuldgevoelens. Zij heeft me een heel jaar lang bedonderd. Een heel jaar! Ze heeft geneukt met een godvergeten vijfentwintigjarige zonder ook maar iets te zeggen.’
Zij zweeg verbaasd bij zijn onverwachte gevoelsuitbarsting en de stilte duurde zo lang dat hij spijt begon te krijgen van zijn woorden. Een conflict was het laatste wat hij moest hebben.
Het laatste wat hij aandurfde.
Met een boze beweging trok ze de ochtendjas strakker om haar hals.
‘En jij dan? Wat heb jij de afgelopen zeven maanden gedaan?’
Ja. Wat moest hij daarop zeggen? Als hij heel eerlijk moest zijn, wist hij het niet meer.
‘Maar er is natuurlijk wel een klein verschil. Ik ben tenminste een godvergeten negenentwintigjarige.’
Hij liet zich weer op de bank vallen.
‘Hou op.’
‘Wat moet ik dan zeggen?’
Hij had geen idee. Daarom zweeg hij. Liet de dreunende, doffe motorgeluiden uit de machinekamer van het schip samensmelten met zijn verwarring.
‘Moet ik je misschien troosten of zo?’
Ik hou van je vrouw en zij houdt van mij.
‘Je moet het me maar niet kwalijk nemen, maar daar heb ik echt geen zin in. En eerlijk gezegd begrijp ik niet goed waarom dat zou moeten, als je tenminste niet al die tijd tegen me hebt zitten liegen.’
Ze kwam van het bed en pakte een trui uit de koffer en trok die aan. Haastige, drukke gebaren, alsof ze even snel weg wilde als hij. Toen ze naar de badkamer liep zag hij dat ze met haar hand over haar linkerwang veegde. Ze had zoveel gehoopt en verwacht. Hij
had zoveel gewild en beloofd. Een golf van tederheid ging door hem heen. Het laatste wat hij wilde was haar pijn doen, als iemand recht had op een beetje geluk na alles wat ze had doorgemaakt, dan was zij het wel, maar tot zijn verbazing had hij ontdekt dat hij niet toe was aan haar dromen.
Ze bleef bij de deur van de badkamer staan, maar keek hem niet aan.
‘Ik neem vanavond de boot terug vanuit Abo.’
Toen stapte ze over de drempel, ze trok de deur naar zich toe en deed die nauwgezet achter zich op slot.