Op de crèche was niets te merken van de vergadering van zondag. Kerstin had ervoor gezorgd dat alles zo normaal mogelijk doorging en toen Eva de deur uit wilde gaan hield ze haar staande om haar nogmaals te bedanken voor haar inzet, omdat ze de verontwaardigde gevoelens had weten te temperen en had voorkomen dat de vergadering uit de hand gelopen was. Eva had verlegen geglimlacht en haar verzekerd dat ze alleen maar had gedaan wat haar goed en juist leek.

Axel zat op de achterbank. Ze had haar ouders niet verteld waarom ze langs wilde komen. Dat ze niet zomaar op de koffie kwam. Ze had niet onthuld dat ze eigenlijk kwam om geld te lenen. Veel geld. De gedachte dat ze zou moeten vertellen hoe het ervoor stond, dat Henrik op het punt stond haar te verlaten voor een andere vrouw, vervulde haar met diepe schaamte.

‘Mama, kijk eens wat ik vandaag gekregen heb.’

Ze wierp een blik in de achteruitkijkspiegel en zag een glimp van iets bruin-met-roods in Axels hand.

‘O, wat mooi. Van wie heb je dat gekregen?’

‘Ik weet niet hoe hij heet.’

Hoe zou ze ooit aan haar ouders kunnen bekennen dat Henrik haar niet meer wilde, zonder dat ze alle illusies kapotmaakte die ze over haar hadden? Ze wist dat het voor hen net zo’n belediging zou zijn als voor haarzelf. Misschien nog wel erger. Het laatste wat ze wilde was hen teleurstellen. Na alles wat ze voor haar hadden gedaan, wat ze haar hadden weten te geven.

Wat zijzelf haar zoon niet zou weten te geven.

‘Weet je niet hoe hij heet? Zit hij in een andere groep?’ ‘Nee, het was een groot mens. Net als jij.’

Wonderlijk dat de vervanger van Linda cadeautjes gaf aan de kinderen.

‘Was het iemand die vandaag op de crèche kwam werken?’ ‘Nee, hij stond voor het hek bij het bos en hij riep mij toen ik op de schommel zat en zei dat hij wat moois voor me had.’

De auto minderde vaart zonder dat ze zich ervan bewust was dat ze de voet op de rem had gezet. Ze zwaaide naar de kant, trok de handrem aan en draaide zich naar hem om.

‘Mag ik eens zien?’

Hij gaf haar een bruin beertje met een rood hartje op zijn buik. ‘Wat zei hij nog meer?’

‘Niets bijzonders. Hij zei dat ik goed kon schommelen en dat hij een speeltuin wist met een heleboel schommels en een hele lange glijbaan, waar we misschien wel eens heen konden als dat van jou mocht.’

Er werd iets strak om haar borstkas aangesnoerd. Ze probeerde zich te vermannen om niet hard te gaan praten en hem aan het schrikken te maken.

‘Axel, ik heb je toch gezegd dat je niet met volwassenen mag praten die je niet kent. En je mag beslist niets aannemen van een volwassene.’

‘Maar hij wist hoe ik heette. Dan telt het toch niet?’

Ze moest even slikken en diep ademhalen.

‘Hoe oud was hij? Zo oud als papa, of zo oud als opa?’

‘Zo oud als papa, maar niet helemaal.’

‘Hoe oud was hij dan?’

‘Vijfenzeventig ongeveer.’

‘Heeft een van de leidsters gezien dat je met hem praatte?’ ‘Dat weet ik niet.’

‘Hoe zag hij eruit?’

‘Weet ik niet goed. Waarom praat je zo boos?’

Hoe zou ze dat ooit kunnen uitleggen? Dat de gedachte dat hem iets zou kunnen overkomen haar ademnood bezorgde.

‘Ik ben niet boos. Ik ben alleen ongerust.’

‘Maar hij was aardig. Waarom mag ik niet met hem praten?’ ‘Herkende je hem? Had je hem wel eens eerder gezien?’

‘Dat geloof ik niet. Maar hij zei dat hij misschien nog wel eens langs zou komen.’

‘Nu moet je heel goed naar me luisteren. Axel. Als hij nog eens komt, dan wil ik dat je een van de juffen gaat halen, dan kan die

met hem praten. Kun je me dat beloven? Je mag beslist niet meer met hem praten.’

Hij zweeg en prutste aan het rode hartje op de buik van de beer.

‘Beloof je me dat, Axel?’

‘Ja!’

Ze haalde diep adem en reikte naar haar mobieltje. Alle andere gedachten verdrongen, alleen het ingesleten instinct om Henrik te vertellen wat er was gebeurd. Meteen daarna de realiteit dat hij op een geheime liefdestrip was met de crècheleidster van hun zoon en vond dat hij dringender bezigheden had dan zich zorgen te maken over zijn zoon. Vanaf nu stond ze er alleen voor, daar moest ze maar aan wennen. Ze legde het mobieltje neer en besloot dat ze die avond, als Axel sliep, Kerstin zou bellen om te vragen of ze hem voortaan beter in de gaten konden houden. Als ze hem daar tenminste überhaupt zou laten, zolang ze de onbekende man die Axels naam kende niet hadden gevonden.

Dat probleem loste zich op zodra ze haar ouders verteld had over het voorval. Ze boden onmiddellijk aan om Axel een paar dagen bij hen te laten logeren. Tot ze er zeker van waren dat die man niet weer zou komen.

Ze zaten in de keuken met een kop koffie en versgebakken cake en alles had net zo tijdloos en vertrouwd kunnen zijn als anders, wanneer ze naar haar ouders ging. Nu zat ze daar met bonzend hart, vol van schuld en schaamte over haar eigen onvolmaaktheid.

Axel was achter de oude, ontstemde piano in de woonkamer gaan zitten en ze konden zijn gepingel horen, hoe hij koppig probeerde de goede noten van ‘Vader Jacob’ te vinden, die zij hem steeds had trachten te leren.

Nu moest ze het vertellen, nu Axel niet kon horen wat hem boven het hoofd hing. Dat zijn vader weg zou gaan, dat die niet meer bij hem zou blijven wonen. Keer op keer probeerde ze het, maar ze kon de woorden om haar nederlaag mee toe te geven niet uit haar mond krijgen. Dat ze aan de kant gezet was. Afgewezen. Niet gewenst. Dat ze niet goed genoeg meer was voor haar man.

Ze zei steeds minder, hoe completer vader Jacob werd, en ze wist dat ze nog maar weinig tijd had.

‘Hoe is het eigenlijk met je?’

Ze keek haar moeder in de ogen, besefte dat die aanvoelde dat er iets niet goed was.

‘Goed, hoor.’

Er viel een korte stilte waarin haar ouders elkaar aankeken, met die blik van verstandhouding die alle woorden overbodig maakte, een blik die zij haar hele leven ook al graag met iemand had willen delen.

‘Ja, wij willen ons nergens mee bemoeien, maar als je ergens over wilt praten, dan...’

Haar vader maakte zijn zin niet af en speelde daarmee het initiatief terug naar haar. Ze voelde dat haar handen trilden en ze vroeg zich af of het opviel. Nooit had ze gedacht dat ze het nog eens moeilijk zou vinden hun om hulp te vragen. Om de waarheid te vertellen.

Ze slikte.

‘Misschien gaat het toch niet zo goed.’

‘Nee, dat dachten we al.’

Het werd weer stil. Straks was vader Jacob wakker en iedere seconde was kostbaar.

Dus sprak ze met een enorme krachtsinspanning de woorden uit.

‘Henrik en ik gaan scheiden.’

Haar ouders bleven rustig zitten, er was geen enkele reactie op hun gezicht te lezen. Zelf had ze moeite om op haar stoel te blijven zitten. Ze had de woorden voor het eerst uitgesproken en had ze van buitenaf op zich af horen komen. Had ze het universum ingestuurd ais een onherroepelijk feit. Voor het eerst werd de inhoud ervan werkelijk, ze hoorde bij de mislukkelingen die van hun zoon of dochter een kind van gescheiden ouders maakten.

‘Dus zover is het al.’

Haar vader had een bezorgde rimpel op zijn voorhoofd.

Zijn woorden brachten haar in verwarring. Waarom waren ze

niet verbaasd? Wat hadden ze gezien dat zij niet had kunnen

zien?


Haar moeder begreep haar reactie zoals gewoonlijk, en begon het met verdriet in haar stem uit te leggen.

‘Ja, we kunnen net zo goed eerlijk zijn. Wij zagen meteen al dat jij en Henrik iets te, ja, hoe moet ik het zeggen, misschien iets te verschillend waren. Maar jij wist het zo zeker en je wilde het zo graag, dus wat moesten wij er nog van zeggen, en met welk recht zouden wij ons bemoeien met jouw keuze van huwelijkspartner? Je hebt immers altijd je eigen zin gedaan.’

Ze legde haar hand liefdevol op die van Eva en glimlachte flauwtjes.

‘Wij hebben gezien hoe het bij jullie ging en wij waren al bang dat jij het op den duur niet vol zou houden. Dat hij niet echt kon voldoen aan alle verwachtingen waarvan we wisten dat jij die had. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik bepaald blij ben dat we gelijk krijgen.’

Ze trok haar hand terug, bang dat haar moeder zou voelen hoe die trilde. Alles één grote chaos. Ze keek om zich heen in de keuken, liet haar blik rusten op het glazenblaadje aan de wand dat nog uit het huis van haar overgrootmoeder kwam. Generaties van ijverige paren die door hun zwoegen haar de kans gegeven hadden zover te komen. Van geslacht op geslacht. Totdat zij de keten kwam breken door haar falen. De Grote Verliezer, die niet goed genoeg was voor haar man en die haar stempel zou zetten op haar zoon en de rest van de keten en nieuwe referenties mee zou geven van wat liefde en huwelijk. Bewarendrieglijk en onbetrouwbaar. Niet de moeite waard om voor te vechten. Of om überhaupt in te geloven.

Haar vader zette zijn koffiekopje met een gezellig rinkelend geluid neer.

‘Hoe neemt Henrik het op? Hij zal het er wel moeilijk mee hebben.’

Ze keek haar moeder stomverbaasd aan. En toen haar vader,

die nog steeds even trots was op zijn dochter die zelf het heft in handen nam, die geen genoegen nam met tweede keus, die zoveel

meer waard was.

En er viel een ijzeren gordijn voor de waarheid.

‘Ja. Het gaat wel goed met hem.’

‘Hoe doen jullie met het huis?’

Denk nu goed na.

Zwak en krachteloos probeerde de stem uit het duister zich nog een laatste maal te laten horen.

Wat men zaait zal men oogsten.

Toen draaide ze haar hoofd om naar haar vader en de stem van de Eva die ze vroeger was geweest gaf het op en deed er het zwijgen toe en zou haar nooit meer kunnen waarschuwen.

Innerlijk bad ze dat ze ooit in haar leven iemand zou ontmoeten die aan haar zijde zou staan en van haar zou houden, iemand op wie ze kon steunen als ze het zelf niet meer aankon.

‘Ik wil Henrik uitkopen en het huis houden. Ik wil graag geld lenen.’