Misschien vind je het maar raar dat ik zo tegen je zit te praten, maar ergens ben ik er zeker van dat je mij kunt horen. Ik weet niet of je dat kunt begrijpen, maar ik heb zo duidelijk het gevoel dat je altijd een deel van mij zult zijn, dat zullen alle moeders wel hebben, dat de band nooit echt doorgesneden wordt, dat wordt alleen maar duidelijker als... o. Eva... mijn lieve kindje, hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Sorry. Niemand schiet er iets mee op dat ik hier zit te huilen, maar... het is zo leeg en zo eenzaam zonder jou. Erik, ik weet niet, wij proberen elkaar zo goed en zo kwaad als het gaat te steunen, maar hij kan er niet eens toe komen je hier op te zoeken, hoewel ik tegen hem heb gezegd dat het zeker goed voor hem zou zijn.
Kon je me maar een teken geven, wat dan ook, mij op de een of andere manier duidelijk maken dat je me kunt horen.
Axel vraagt zo vaak naar je, ik vind het zo moeilijk wat ik dan tegen hem moet zeggen. Hij is ook van kinderdagverblijf veranderd, al begrijp ik niet goed waarom dat moest nu jij hier net... maar Henrik wilde niet luisteren. Hij werd vreselijk boos toen ik hem probeerde over te halen om Axel te laten blijven waar hij was. Ik dacht alleen dat het beter voor hem geweest was als niet alles tegelijk veranderde. Terwijl jullie nog wel zoveel omgingen met de andere ouders bij jullie in de buurt. Jullie hadden het zo gezellig. We zagen dat jongetje nog waar Axel vaak mee speelde, die met dat donkere haar, David of Daniël, hoe heet hij ook weer? Ik weet het niet meer. In ieder geval, hij kwam met zijn ouders langslopen over straat toen wij in de tuin waren. Ja, Erik was er ook bij, want we waren Henrik aan het helpen met takken afzagen en zo, maar Axel was binnen. Ik vond het toch wel vreemd dat ze gewoon doorliepen en net deden of ze ons niet zagen, of liever gezegd alsof ze ons niet wilden zien. Henrik stond daar maar wat en zei ook niets tegen hen. Ik weet het niet, ik vond het maar vreemd, jullie gingen toch veel met hen om, dacht ik. Maar misschien weten ze niet goed wat ze tegen ons moeten zeggen, nu... De mensen doen zo raar. Ik wil immers niets liever dan dat ze het over jou hebben.
Die kleine Axel. Hij is zo stil geworden. Ik heb geprobeerd met hem te praten over hoe het met hem gaat, maar... hij zegt niet veel, hij wacht erop dat jij thuiskomt. Op de nieuwe crèche gaat het steeds beter, al wil hij wel dat ik bij hem blijf. Ja, ik breng hem erheen, want Henrik... ja, ik weet het niet, maar als ik het eerlijk moet zeggen, dan maken we ons best zorgen over hem, ik denk zelfs dat hij is gaan drinken. Ik heb al een paar keer midden op de dag gebeld en toen klonk het alsof hij al een flinke slok ophad. Het lijkt wel of hij zich steeds meer afzondert, en het lijkt er ook niet erg op dat hij nog werkt.
We weten niet goed wat we moeten doen, natuurlijk maken we ons zorgen over Axel. Hoe hij op den duur gaat reageren op al deze dingen. We hebben tegen Henrik gezegd dat Axel altijd bij ons terechtkan of dat wij naar hem toe kunnen komen als hij liever thuis wil zijn, maar... ik geloof dat hij het huis wil verkopen en wil verhuizen, we proberen hem over te halen om nog even te wachten, totdat we heel zeker weten dat... ik weet immers hoe graag jij daar wilde blijven.
O, ik word zo kwaad als ik denk aan alles wat je nog voor je had, nu je eindelijk had besloten om er een punt achter te zetten.
Ik had je zo graag willen vragen of het de schuld is van mij of van Erik, of we iets fout hebben gedaan dat je zulke schuldgevoelens hebt gekregen, of het ligt aan de manier waarop we jou hebben opgevoed. Wij stonden aan jouw kant, we zouden altijd aan jouw kant staan, begreep je dat niet? Hoe kwam je er nu bij dat iemand jou zou veroordelen omdat je eindelijk je grote liefde had gevonden? Ik kan zo kwaad op je worden, omdat je zo dom was dat je alles wilde ontvluchten, ik begrijp gewoon niet hoe je Axel dat kon aandoen. En waarom zei je niet hoe slecht het met je ging, waarom gaf je ons geen kans om je te helpen?
Sorry. Maar ik heb zoveel vragen.
Je mag de moed niet opgeven. Eva, beloof me dat, al was het alleen maar omwille van Axel. Ze hebben gezegd dat je vijftig procent kans hebt voor het onderzoek morgen en we mogen de hoop nog niet opgeven. Ik weet zeker dat die arts gelijk heeft, die zei dat je ons kunt horen. Erik heeft eens hier en daar nagevraagd, er schijnt een arts in het Karolinska Ziekenhuis te werken die gespecialiseerd is in dit soort hersenbeschadigingen, ik geloof dat hij Sahlstedt of Sahlgren heet. We hebben geprobeerd contact met hem op te nemen, maar hij is blijkbaar deze en volgende week met vakantie. Ze zeiden dat we weer moesten bellen als hij terug is.
Lieve Eva, je moet blijven vechten, je hebt zoveel om voor te leven. Je moest eens weten hoe dankbaar ik ben dat hij bij je was, dat hij je toch boven water heeft weten te krijgen. Ik heb geloof ik nog nooit eerder een man met zoveel liefde en toewijding gezien. Ondanks alles ben ik dankbaar dat je hem hebt, dat jullie dat in ieder geval samen hebben beleefd, ongeacht hoe het morgen gaat.
Het maakt het toch iets makkelijker voor ons dat we weten dat je dat nog hebt meegemaakt, ook al heb je dan gedaan wat je hebt gedaan. En dat hij hier bij je is. De hele tijd.’