48

Ze zitten in het kantoor van de bureauchef: Griessel, Vusi en John Afrika.

‘Ik wil alleen maar zeggen dat ik trots op jullie ben, de korpschef is trots op jullie. De minister zegt dat ik jullie hartelijk moet gelukwensen uit haar naam,’ zegt Afrika.

‘Vusi is degene die de zaak heeft gekraakt,’ zegt Griessel.

‘Nee, commissaris, dat was Bennie... hoofdinspecteur Griessel.’

‘De saps is trots op jullie allebei.’

‘Commissaris, het is een grote zaak,’ zegt Vusi.

‘Hoe groot?’

‘Commissaris, ze hebben mensen gesmokkeld, acht tegelijk, via Zimbabwe. Somaliërs, Soedanezen, Zimbabwanen.’

‘Allemaal plekken waar problemen zijn.’

‘Dat klopt, commissaris, mensen die niets hebben, die opnieuw willen beginnen, die daar alles voor doen.’

‘Zeker zakken vol geld gevraagd om ze naar het beloofde land te brengen?’

‘Nee, commissaris, niet zo heel veel.’

‘O?’

‘Wij dachten aanvankelijk ook dat het alleen illegale immigratie was, commissaris. Toen vertelde Barry Smith, een van de gidsen, me de rest. Het ziekenhuis, het hele gedoe.’

‘Wat voor ziekenhuis?’ vraagt John Afrika.

‘Misschien moeten we helemaal bij het begin beginnen. Bennie heeft met Blake gepraat, commissaris.’

Griessel knikt, krabt achter zijn oor en bladert in zijn notitieblok tot hij de goede bladzij vindt. ‘Duncan Blake, commissaris. Hij is Zimbabwaans staatsburger, vijfenvijftig jaar oud. Hij was getrouwd, maar zijn vrouw is in 2001 aan kanker overleden. In de jaren zeventig maakte hij deel uit van de Rhodesian Special Air Services, hij heeft dertig jaar lang op de familieboerderij even buiten Hurungwe in Mashonaland-West gewerkt. Zijn zus, Mary-Anne Blake, was chirurg in het ziekenhuis van Harare. In mei 2000 heeft de leider van de oud-strijdersbeweging, Chenjerai Hitler Hunzvi, Blakes boerderij bezet. Blakes voorman, Justice Chitsinga, schijnt nog geprobeerd te hebben de bezetters tegen te houden, maar hij werd doodgeschoten. Blake heeft twee jaar lang geprobeerd zijn boerderij via de rechtbank terug te krijgen, maar in 2002 heeft hij de moed opgegeven en is hij met zijn zus naar de Kaap gekomen. Hij heeft Steven Chitsinga, de zoon van zijn voorman, meegenomen, en heeft African Overland Adventures opgezet. Zijn personeel bestond voornamelijk uit jongens en meisjes uit Zimbabwe, kinderen van onteigende boeren of hun werknemers. De Klerk, Steven Chitsinga, Eben Etlinger, Barry Smith...’

‘En die man van Metro die jullie hebben doodgeschoten? Oerson?’ vraagt de commissaris.

‘Dat is weer een ander verhaal, commissaris,’ zegt Vusi. ‘Smith zegt dat Oerson bij Verkeerscontrole zat. Twee jaar geleden werkte hij bij de weegbrug op de N7, bij Vissershok, en toen haalde hij een van hun Adventure-trucks van de weg en het ding had overgewicht. Toen begon hij te suggereren dat ze geen boete hoefden te betalen, en De Klerk stond meteen klaar om hem iets onder tafel toe te schuiven. Oerson pakte het aan en ze mochten doorrijden. Maar hij begon zich af te vragen hoe het kwam dat die lui van Adventure zo snel zoveel hadden betaald. En hij dacht: ze komen uit het noorden, door Afrika, dus ze smokkelen iets. Toen wachtte hij tot ze weer langskwamen, een maand later. Hij haalde ze weer van de weg. En hij zei dat hij even in de truck en de aanhanger wilde kijken, in alle hoeken en gaten. Toen zei De Klerk dat dat niet nodig was, hoeveel wilde hij hebben. Maar Oerson zei nee, hij wilde kijken, want hij dacht dat ze iets te verbergen hadden. De Klerk bood steeds meer en Oerson zei maak open. De Klerk zei dat hij dat niet kon doen, en Oerson zei: ‘Dan wil ik een aandeel, want ik ruik groot geld.’ Dus De Klerk belde Blake. En ze zetten Oerson op de loonlijst. Maar op één voorwaarde: Oerson moest bij Metro solliciteren, want ze hadden een mannetje nodig om een oogje te houden op de Somali’s en de Zimbo’s die al organen hadden gedoneerd en allemaal in de stad...’

‘Organen gedoneerd?’

‘Daar kom ik zo op, commissaris. Veel van die mensen die al gedoneerd hadden, openden van het geld dat ze kregen een kraampje in de stad. Een aantal van hen dreigde te gaan praten als ze niet nog meer geld kregen. Het was Oersons job om ze het zwijgen op te leggen.’

‘Je bedoelt permanent?’

‘Soms, commissaris. Maar nooit zelf. Daar had hij een ander contact voor. Ook bij Metro.’

‘Jissis,’ zegt John Afrika en vouwt zijn handen voor zich. Dan kijkt hij naar Vusi. ‘En de organen?’

‘Blake had die Adventure-handel opgezet, en in 2003 hebben hij en zijn zus het oude Atlantic Hotel in Kampsbaai gekocht. Het is helemaal verbouwd en nu zijn ze er een particulier ziekenhuis begonnen. Zij is de “directrice”.’

‘Een ziekenhuis?’

Vusi bedenkt opeens iets. ‘Pardon, commissaris,’ zegt hij en hij trekt het toetsenbord en de muis naar zich toe. Hij draait het computerscherm om zodat hij het beter kan zien, klikt op het icoon van de webbrowser en tikt een webadres in.

google south africa verschijnt op het scherm.

Vusi tikt het woord ‘AtlantiCare’ in het venster en klikt dan op Google Search. Onmiddellijk verschijnt er een lange lijst mogelijkheden. Hij kiest de bovenste link en langzaam begint een webpagina te laden op het scherm. Een wit gebouw tegen de helling van de Twaalf Apostels, met een banner: atlanticare: exclusive international medical centre. Er verschijnt nog een foto, het gebouw van achteren gezien, met de Atlantische Oceaan die zich tot aan de horizon uitstrekt.

‘Daar is het, commissaris.’

John Afrika fluit. ‘Groot geld.’

‘Steven Chitsinga zegt dat het grote boeren waren. Ze pachtten een heleboel boerenbedrijven: vee, tabak, maïs. Veilige investeringen. Maar waar het om gaat, commissaris...’ Vusi verschuift de muis weer en klikt op transplants. ‘... ze doen transplantaties.’

Er gaat nog een webpagina open, met de banner met het witte gebouw helemaal bovenaan. Dan de kop: transplants you can afford. Vusi leest hardop voor: ‘De gemiddelde kosten voor een harttransplantatie in de Verenigde Staten zijn $ 300.000. Een longtransplantatie kost $ 275.000, en een darmtransplantatie bijna een half miljoen dollar. Dat kan niemand zich veroorloven zonder ziektekostenverzekering, maar ook al bent u verzekerd, er is geen garantie dat u op tijd een donororgaan zult krijgen. In de Verenigde Staten staan bijvoorbeeld meer dan 55.000 mensen op de wachtlijst voor een niertransplantatie.’

‘Je gaat me toch niet vertellen dat ze...’

‘Jawel, commissaris,’ zegt Vusi en hij leest verder voor van de webpagina: ‘Wij beschikken over de modernste medische voorzieningen, bieden specifieke, specialistische nazorg in een schitterende omgeving, werken met chirurgen van wereldklasse en een internationaal netwerk van donoren, zodat u binnen drie weken na aankomst uw transplantatie kunt ondergaan, tegen een fractie van de kosten.’

‘Daarom smokkelden ze de mensen binnen,’ zegt Griessel.

‘Voor de organen,’ zegt Vusi.

‘Bliksems,’ zegt de commissaris. ‘We moeten onmiddellijk mensen naar dat ziekenhuis sturen, voor de dossiers.’

‘Mat Joubert is daar al, commissaris. Met een groot team.’

‘Dus ze brachten die mensen binnen en vermoordden ze dan?’

‘Niet altijd, commissaris,’ zegt Vusi. ‘Blijkbaar was dit de prijs die de mensen moesten betalen voor een beter leven in Zuid-Afrika. Ze moesten een nier of een long of een deel van hun lever doneren. Of een deel van een oog, hoornvlies, en ook beenmerg, ik weet het allemaal nog niet precies. Kennelijk kun je veel van je organen weggeven zonder dat je er echt last van hebt.’

‘En harten?’

‘Dat moeten we nog bekijken, commissaris, want op de website hebben ze het ook over harten. Maar de vluchteling die Rachel Anderson heeft gezien, die bij Kariba door De Klerk en Chitsinga is vermoord, die had aids. Smith zegt dat ze tests bij zich hadden. Voordat ze zo’n figuur onder de trailer laadden, namen ze bloed af en dan onderzochten ze dat. Zo ontdekten ze dat hij aids had. Ze hebben hem er uitgehaald, maar ze konden het zich niet veroorloven om hem te laten lopen.’

‘Wat zíjn dat voor mensen?’ vraagt John Afrika.

‘Dat heb ik Duncan Blake ook gevraagd,’ zegt Griessel. ‘Hij vertelde dat Afrika alles van hem had afgepakt, al zijn dromen, Afrika heeft zijn hart uitgerukt. Waarom zou hij Afrika dan niet hetzelfde aandoen?’

Griessels mobiel gaat abrupt en schril. Hij kijkt naar het schermpje, staat op, loopt een eindje weg en neemt op.

De commissaris leunt naar voren, kijkt naar de website, zucht diep en luistert hoe Griessel geluiden van ongeloof maakt.

Bennie Griessel komt weer naar het bureau. ‘Dat was Mat,’ zegt hij. ‘Commissaris, dit gaat nog een hele toestand worden.’

‘Waarom?’ Er klinkt grote bezorgdheid in John Afrika’s stem.

‘Er zit een minister tussen de dossiers van het ziekenhuis.’

‘Een van onze ministers?’

‘Ja, commissaris. Levertransplantatie.’

‘Ach nee, o fok,’ zegt John Afrika.

 

Fransman Dekker had al gehoord dat de computerspecialist van de saps geniaal was. Dus verwachtte hij iemand die op Bill Gates leek. Wat hij kreeg, was een tenger kereltje met het gezicht van een schooljongen, twee ontbrekende voortanden, een groot afrokapsel, geen gevoel voor humor en een ernstige slis. ‘Dit if gefponnen fuiker,’ zegt het genie tegen Dekker in het kantoor van Wouter Steenkamp.

‘Pardon, brother?’ vraagt Dekker, want hij verstaat er geen woord van.

‘Fuikerfpin.’

‘Suikerspin?’

‘Dat klopt.’

‘Hoezo, brother?’

‘Illufief. Een pdf-wachtwoord if nutteloof.’

‘Een pds-wachtwoord?’

‘Nee, een pdf.’

‘Pdf?’

‘Dat klopt. Menfen denken dat een pdf-wachtwoord fafe if. Maar het if fo fafe alf me reet.’

‘Hoe hebben ze het dan gedaan?’

‘Defe jongen...’ en hij wijst naar de computer van Steenkamp, ‘... heeft de met een wachtwoord beveiligde pdf’f van de verkopen van elke artieft van de diftributeur gekregen. Via e-mail. Het fiet ernaar uit dat het fijn taak waf om het naar de artieft te fturen alf het geld werd overgemaakt.’

‘Ja.’

‘De artieft denkt dat hij de enige if die het wachtwoord heeft, duf denkt hij dat de platenmaatfchappij de opgave van de fee-dee-verkopen niet kan veranderen. Hij denkt dat hij al fijn geld krijgt.’

‘Omdat het van de distributeur komt?’

‘Ja, de diftributeur heeft het wachtwoord aangemaakt, maar het aan defe figuur gemaild. En defe figuur heeft het aan de artieft gemaild.’

‘Ja.’

‘Maar kijk hier eenf...’ Het computergenie opent een programma. ‘Dit if ElcomFoft, Advanfed Pdf Paffword Recovery, de profeffionele editfie. Je koopt het via hun webfite, dat koft je net onder de duifend rand, maar dan kun je prefief doen wat je wilt met een pdf, zelfs al heeft hij een veertig-bitf verfleuteling met Thunder Tablef. Dat betekent dat het gefponnen fuiker if, elke wachtwoord-beveiliging.’

‘Dus Steenkamp kon achter het wachtwoord van die figuur komen en dan kon hij de opgaven veranderen.’

‘Prefief. Hij kopieert het pdf-tablet, plakt het in Exfel, verandert de fijferf, maakt een nieuwe pdf, want hij heeft Adobe Acrobat Profeffional, de Fee Ef Drie editie, gloednieuw, nieuwfte van het nieuwfte, en hij fet er defelfde wachtwoord-beveiliging weer op. Nu denkt de artieft dat het de orifinele pdf if, hij weet niet dat hij opgelicht if.’

‘Hoeveel hebben ze verduisterd?’

‘Fo te fien wiffelt het, van tien profent tot veertig profent, dat hangt ervan af hoeveel de artieft verkoopt. Van de grote fterren, foalf die Iván Nell, daar hebben fe tot veertig profent gepakt op fijn laatfte fee-dee.’

‘Jezusmina.’

‘Prefief, wat u fegt.’

13 Uur
x9789044965308.html1.xhtml
x9789044965308.html2.xhtml
x9789044965308.html3.xhtml
x9789044965308.html4.xhtml
x9789044965308.html5.xhtml
x9789044965308.html6.xhtml
x9789044965308.html7.xhtml
x9789044965308.html8.xhtml
x9789044965308.html9.xhtml
x9789044965308.html10.xhtml
x9789044965308.html11.xhtml
x9789044965308.html12.xhtml
x9789044965308.html13.xhtml
x9789044965308.html14.xhtml
x9789044965308.html15.xhtml
x9789044965308.html16.xhtml
x9789044965308.html17.xhtml
x9789044965308.html18.xhtml
x9789044965308.html19.xhtml
x9789044965308.html20.xhtml
x9789044965308.html21.xhtml
x9789044965308.html22.xhtml
x9789044965308.html23.xhtml
x9789044965308.html24.xhtml
x9789044965308.html25.xhtml
x9789044965308.html26.xhtml
x9789044965308.html27.xhtml
x9789044965308.html28.xhtml
x9789044965308.html29.xhtml
x9789044965308.html30.xhtml
x9789044965308.html31.xhtml
x9789044965308.html32.xhtml
x9789044965308.html33.xhtml
x9789044965308.html34.xhtml
x9789044965308.html35.xhtml
x9789044965308.html36.xhtml
x9789044965308.html37.xhtml
x9789044965308.html38.xhtml
x9789044965308.html39.xhtml
x9789044965308.html40.xhtml
x9789044965308.html41.xhtml
x9789044965308.html42.xhtml
x9789044965308.html43.xhtml
x9789044965308.html44.xhtml
x9789044965308.html45.xhtml
x9789044965308.html46.xhtml
x9789044965308.html47.xhtml
x9789044965308.html48.xhtml
x9789044965308.html49.xhtml
x9789044965308.html50.xhtml
x9789044965308.html51.xhtml
x9789044965308.html52.xhtml
x9789044965308.html53.xhtml
x9789044965308.html54.xhtml
x9789044965308.html55.xhtml
x9789044965308.html56.xhtml
x9789044965308.html57.xhtml
x9789044965308.html58.xhtml
x9789044965308.html59.xhtml
x9789044965308.html60.xhtml
x9789044965308.html61.xhtml
x9789044965308.html62.xhtml
x9789044965308.html63.xhtml
x9789044965308.html64.xhtml
x9789044965308.html65.xhtml
x9789044965308.html66.xhtml
x9789044965308.html67.xhtml
x9789044965308.html68.xhtml
x9789044965308.html69.xhtml
x9789044965308.html70.xhtml
x9789044965308.html71.xhtml
x9789044965308.html72.xhtml
x9789044965308.html73.xhtml