·27·

Annabelle stond op de straathoek in Georgetown toen Knox daar dertig minuten later stopte. Hij maakte de deur aan de passagierskant open en ze stapte in. Hij reed weg, richting binnenstad.

Knox keek even naar haar. Ze had een blos op haar gezicht en rode ogen. Hij kon niet weten dat ze een beetje rouge had gebruikt en met opzet iets prikkends in haar ogen had gedaan.

‘Gaat het wel?’ zei hij ten slotte.

Ze veegde over haar ogen. ‘Eigenlijk niet.’

‘Laten we erover praten.’

‘Ik wil niet dat ik in moeilijkheden kom.’

‘Dat wil ik ook niet.’

‘Ja, maar kunt u dat garanderen?’

‘Als u niets verkeerds hebt gedaan, kan ik dat wel. En zelfs als u in de fout bent gegaan, komt u misschien met de schrik vrij. Het hangt ervan af wat u me vertelt.’

Annabelle wrong haar handen. ‘Het is ingewikkeld.’

‘Geloof me. In mijn werk heb ik nooit te maken met iets wat eenvoudig is.’

‘Wat is precies uw werk?’ vroeg ze zonder omhaal.

Hij stopte langs de kant van de weg en zette de motor uit.

‘Laat één ding duidelijk zijn. Dit is geen uitwisseling van informatie. U praat; ik luister. Als u iets goeds te vertellen hebt, help ik u. Als u me belazert, nou, dan help ik u niet.’

Ze haalde diep adem en stak van wal. ‘Oliver deed erg geheimzinnig. Eigenlijk wist niemand iets concreets over zijn verleden. Maar we konden allemaal merken dat hij anders was, dat hij bijzonder was. Waarschijnlijk hebt u de boeken in zijn huisje gezien. Hij sprak verschillende talen. Hij gedroeg zich gewoon anders.’

‘Ik ben redelijk goed geïnformeerd over zijn verleden. Op dit moment interesseert zijn huidige verblijfplaats me het meest.’

‘Die weet ik niet.’

‘Waarom belde u me dan?’

‘Oliver had informatie over Carter Gray. Daarom heeft Gray indertijd ontslag genomen.’

‘Wat voor informatie?’

Annabelle schudde haar hoofd. ‘Dat heeft hij nooit gezegd, maar hij ging bij Gray op bezoek en de volgende dag nam Gray ontslag. Het moet dus nogal compromitterend zijn geweest.’

‘Maar toen kreeg Gray zijn oude baan terug.’

‘Ja, omdat hij bewijsmateriaal terug had gekregen. Het materiaal dat Oliver had.’

‘In het bezoekerscentrum van het Capitool?’ vroeg Knox op scherpe toon.

‘Ik denk van wel. Niet dat ik er zelf bij was, maar Oliver had het daarover vlak voordat hij verdween.’

‘Wat zei hij nog meer?’

‘Dat het beter was dat niemand ooit achter de echte waarheid kwam. Dat het dit land kwaad kon doen, en dat zou hij nooit willen.’

Knox glimlachte. ‘U zou een geweldige getuige à decharge zijn.’

‘Weet u wat hij voor zijn land heeft gedaan?’

‘De man was een fantastische soldaat. Hij had de Medal of Honor moeten krijgen. En hoe zit het met senator Simpson? Wat is de connectie?’

‘Oliver zei dat Simpson bij de cia werkte voordat hij in de politiek ging.’

‘Dat klopt. Dus Oliver kende hem toen al?’

‘Ik denk het. Als hij voor de cia werkte, bedoel ik. Ik zou niet kunnen bewijzen dat Oliver dat deed.’

‘Laat de bewijzen maar aan mij over. Zegt de term Triple Six u iets?’

‘Oliver had het er een keer over, maar hij heeft niet uitgelegd wat het was.’

‘Allicht niet.’

‘Hij was een goede man. Hij heeft geholpen een spionagebende op te rollen. Hij had een aanbevelingsbrief van de directeur van de fbi.’

‘Fijn voor hem. Nou, waarom denkt u dat hij Gray en Simpson heeft vermoord?’

‘Ik heb geen reden om aan te nemen dat hij dat heeft gedaan.’

‘Kom nou, Susan of hoe u in werkelijkheid ook heet, u bent niet dom. U weet dat Carr en Stone dezelfde persoon zijn. Hij heeft zich dertig jaar schuilgehouden.’

‘Als dat zo is, waarom zou hij dat dan hebben gedaan?’

‘Vertelt u het me maar.’

‘Misschien zaten er mensen achter hem aan.’

‘Wat voor mensen?’

‘Mensen die hem wilden doden, denk ik.’

‘Zei hij dat?’

‘Hij heeft eens tegen me gezegd dat sommige diensten hun mensen niet lieten vertrekken. Ze hadden liever dat je dood was dan dat je niet meer voor ze werkte.’

Die opmerking trof Knox als een harde klap, maar hij liet dat niet blijken. Dat wil ik wel geloven.

‘Dus laten we even aannemen dat hij een Triple Six was en eruit wilde stappen. Wilden ze niet dat hij wegging?’

‘Ik weet dat hij getrouwd is geweest en een dochter heeft gehad. Maar hij zei dat zijn vrouw en dochter allebei dood waren.’

Knox leunde tegen de zitting achterover, zijn vingers nog op het stuur. ‘Bedoelt u dat ze zijn vermoord door degene die achter hem aan zat?’

‘Ik weet het niet. Misschien wel.’

Knox liet het stuur los en keek naar het verkeer dat met grote snelheid door Pennsylvania Avenue reed. Hij dacht even aan zijn eigen zoon en dochter. Misschien was zijn zoon veiliger in Irak dan zijn dochter in Washington. Dat was nog eens een harde, verdovende gedachte.

‘Hebt u een gezin?’

‘Wat kunt u me nog meer vertellen?’ snauwde Knox terug. ‘Over zijn laatste dagen bij u? Iets waaruit zou kunnen blijken waar hij heen ging?’

‘Als hij Gray en Simpson heeft vermoord, was dat waarschijnlijk hun verdiende loon.’

‘Dat vroeg ik niet, en trouwens: door dat soort uitspraken kunt u in de gevangenis terechtkomen.’

‘Ik heb mijn leven aan Oliver te danken.’

‘U wel, maar ik niet.’

‘Dus als u hem vindt, gaat u hem dan doden?’

‘Ik werk voor de federale overheid. Ik ben geen huurmoordenaar.’

‘Bedoelt u dat hij voor de rechter komt als u hem te pakken krijgt?’

Knox aarzelde. ‘Die beslissing is niet aan mij. Het hangt voor een groot deel van hem af.’

‘Ja, ik dacht wel dat u dat zou zeggen.’

‘We hebben het over een moordenaar, mevrouw Hunter.’

‘Nee, we hebben het over mijn vriend die tot het uiterste is gedreven.’

‘Weet u dat zeker?’

‘Ik ken hem. Zo zit hij in elkaar. Of hij in staat was tot geweld, tot het doden van mensen? Jazeker. Of hij een koelbloedige moordenaar was? Nee.’

‘Ik heb informatie die in een andere richting wijst.’

‘Dan is uw informatie verkeerd.’

‘Waarom bent u daar zo zeker van?’

‘Intuïtie.’

‘Intuïtie? Is dat het?’

‘Ja, dezelfde intuïtie die me ingeeft dat u eigenlijk niets met deze zaak te maken wilt hebben. Ik wed dat u een gezin hebt en ervan droomt om met pensioen te gaan. Maar ze hebben u bij deze shit gehaald en nu weet u niet wie er een loopje met u nemen.’

Het bewees hoe staalhard Knox’ zenuwen waren dat hij niet eens met zijn ogen knipperde toen hij deze trefzekere inschatting te horen kreeg.

‘Als u verder niets hebt toe te voegen, zet ik u weer af.’

‘Verkeer ik nu in moeilijkheden?’

‘Zo ja, dan bent u de eerste die het hoort.’

Toen ze in Georgetown terug waren, stapte ze uit de Rover. Voordat ze het portier dichtdeed, zei hij: ‘In een zaak als deze, mevrouw Hunter, moet iedereen erg voorzichtig zijn.’

Hij reed weg.

Annabelle trok haar jas dichter om zich heen en keek met een ijzig gezicht naar de straat. Reubens pick-up reed haar voorbij en zette de achtervolging van Joe Knox in.

De vos was nu de prooi geworden.

Even later stopte er een oude Nova met een pruttelende uitlaat langs de stoeprand, met Caleb achter het stuur. Annabelle stapte in en ze reden in de tegenovergestelde richting.

Annabelle keek Caleb even aan, en hij keek terug. ‘Wij worden ook gevolgd, weet je,’ zei Annabelle.

‘Het verhaal van mijn leven,’ antwoordde Caleb zonder ook maar een zweem van een klaaglijke toon.

De rechtvaardigen
titlepage.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_0.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_1.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_2.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_3.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_4.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_5.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_6.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_7.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_8.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_9.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_10.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_11.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_12.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_13.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_14.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_15.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_16.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_17.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_18.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_19.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_20.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_21.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_22.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_23.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_24.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_25.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_26.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_27.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_28.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_29.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_30.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_31.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_32.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_33.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_34.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_35.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_36.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_37.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_38.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_39.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_40.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_41.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_42.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_43.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_44.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_45.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_46.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_47.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_48.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_49.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_50.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_51.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_52.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_53.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_54.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_55.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_56.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_57.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_58.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_59.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_60.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_61.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_62.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_63.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_64.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_65.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_66.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_67.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_68.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_69.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_70.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_71.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_72.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_73.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_74.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_75.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_76.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_77.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_78.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_79.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_80.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_81.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_82.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_83.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_84.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_85.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_86.xhtml
awb_-_De_rechtvaardigen_split_87.xhtml