HOOFDSTUK 20


‘H

et was een hele opluchting voor hem om eindelijk alleen te zijn. Hij was moe van al die mensen die klaar stonden om op zijn bevel overeind te springen. Hoewel hij had geprobeerd de soldaten op hun gemak te stellen, waren ze bang hem in hun buurt te hebben en leken ze te vrezen dat hij ze met magie zou neermaaien als ze er niet in slaagden Brogans spoor te vinden. Zelfs toen ze dat niet was gelukt en hij ze had gezegd dat hij daarvoor begrip had, waren ze niet gerustgesteld. Pas tegen het eind hadden ze zich wat ontspannen, maar ze hielden hem voortdurend in de gaten, voor het geval hij een bevel zou fluisteren dat hun zou kunnen ontgaan. Richard werd er nerveus van te zijn omgeven door mensen die zo'n ontzag voor hem hadden.

Zorgelijke gedachten woelden in zijn geest rond, terwijl hij de stamppot opat. Zelfs als hij niet compleet uitgehongerd was, had dit hem niet beter kunnen smaken. Het was niet vers bereid, maar het had flinke tijd staan sudderen en was verrijkt met een mengsel van smaken dat geen enkel ingrediënt dan de tijd eraan kon toevoegen.

Toen hij van zijn mok thee opkeek, stond Berdine in de deuropening. Zijn spieren spanden zich. Voor hij haar kon wegsturen, zei ze: 'Hertogin Lumholtz van Kelton is hier om Meester Rahl te spreken.'

Richard zoog aan een stuk vlees dat hij tussen zijn tanden geklemd hield en keek Berdine star aan. 'Ik ben niet geïnteresseerd in gesprekken met smekelingen.'

Berdine liep naar hem toe, maar werd tegengehouden door de tafel. Ze zwaaide haar golvende bruine vlecht over haar schouder. 'IJ zult haar toch echt te woord staan.'

Richard streelde met zijn vingers de vertrouwde deuken en krassen in het notenhouten gevest van het mes aan zijn gordel. 'De voorwaarden voor overgave staan niet ter discussie.'

Berdine plantte haar knokkels op de tafel en boog zich naar hem toe.

Haar Agiel, die aan een dunne ketting om, haar pols hing, tolde om haar hand heen. Haar blauwe ogen leken op koud vuur. 1.1 milt haar te woord staan.'

Richard voelde dat zijn gezicht warm werd. 'Ik heb mijn antwoord gegeven. Ik geef je geen ander antwoord.'

Ze bleef staan waar ze stond. 'En ik heb mijn woord gegeven dat u met haar zou spreken. U milt met haar spreken.'

`Het enige wat ik van een afgevaardigde van Kelton wil horen, is onvoorwaardelijke overgave.'

`En dat zult u ook horen,' zei een melodieuze stem van een silhouet vlak achter de deuropening. 'Als u ermee instemt me tot het einde toe aan te horen. Ik ben niet gekomen om enig dreigement te uiten, Meester Rahl.' Richard kon de aarzeling van angst in haar zachte, nederige toon horen. Die bracht een steek van medeleven in hem teweeg.

`Laat die dame binnen...' Hij keek Berdine opnieuw vernietigend aan.

en doe dan de deur achter je dicht en ga naar bed.' Zijn toon liet er geen twijfel over bestaan dat dit een bevel was waarop hij geen tegenspraak duldde.

Berdine toonde geen enkele emotie. Ze liep naar de deur en stak haar armen uitnodigend naar voren. Toen de hertogin de warme gloed van het haardvuur tegemoet stapte, ging Richard staan. Berdine keek hem uitdrukkingsloos aan en sloot de deur, maar dat ontging hem bijna.

`Hertogin Lumholtz, komt u alstublieft binnen.'

`Dank dat u me aan wilt horen, Meester Rahl.'

Hij bleef even zwijgend staan en keek naar haar zachte bruine ogen, haar volle rode lippen en haar dikke manen van zwart haar dat haar smetteloze, stralende gezicht in krullen omgaf. Richard wist dat in het Middenland de haarlengte de sociale status van een vrouw aangaf. Het lange, weelderige haar van de vrouw getuigde van een hoge positie. Het enige haar dat hij ooit had gezien en dat langer was, behoorde aan een koningin toe, maar de Biechtmoeder had het langste haar.

Duizelig ademde hij diep in en wist hij nog net op tijd zijn goede manieren aan te spreken. 'Wacht, ik zal een stoel voor u halen.'

Hij kon zich niet herinneren dat de hertogin eruitzag als op dit moment en zo'n zuivere, innemende elegantie bezat, maar hij had ook nooit zo dicht bij haar gestaan. Hij herinnerde zich haar als een opzichtige vrouw, onnodig zwaar opgemaakt, in een japon die niet bepaald zo eenvoudig en verfijnd was als degene die ze nu droeg, en die van simpele, soepele, roze zijde was die gewillig over de contouren van haar lichaam golfde en haar bevallige lichaamsvormen aanvulde en vlak onder haar borsten haar lichaam nauw omsloot.

Richard zuchtte toen hij aan hun laatste ontmoeting dacht. 'Hertogin, het spijt me dat ik zulke gemene dingen tegen u heb gezegd in de raadskamers. Zult u me dat ooit kunnen vergeven? Ik had naar u moeten luisteren — alles wat u deed was me voor Generaal Brogan waarschuwen.' Toen hij die naam noemde, dacht hij angst in haar ogen te zien flitsen, maar dat duurde zo kort dat hij er niet helemaal zeker van was. 'Ik zou u vergiffenis moeten vragen, Meester Rahl. Het was onvergeeflijk van me om u te onderbreken toen u de vergadering van afgevaardigden toesprak.'

Richard schudde zijn hoofd. IJ wilde me slechts waarschuwen voor die man, en zoals inmiddels is gebleken, had u gelijk. Ik zou willen dat ik naar u had geluisterd.'

`Het was verkeerd van me dat ik mijn mening onder woorden bracht zoals ik toen deed.' Een ingetogen glimlach sierde haar gelaatstrekken. `Slechts de meest galante heer zou het anders doen voorkomen.' Richard bloosde toen hij hoorde dat ze hem galant vond. Zijn hart bonsde zo hard dat hij bang was dat ze de aderen in zijn nek kon zien kloppen. Om de een of andere reden stelde hij zich voor dat hij de donzige haarlok die losjes over haar oor hing met zijn lippen naar achteren streek. Het leek bijna pijnlijk zijn blik van haar gezicht los te maken.

Achter in zijn hoofd klonk een zacht stemmetje dat waarschuwde, maar dat werd overstemd door het gebulder van een rivier vol warme gevoelens. Met één hand greep hij de tweede van het paar met kwastjes versierde stoelen, draaide hem vlak voor de tafel op één poot snel om, en schoof hem naar haar toe.

`IJ bent allervriendelijkst,' stamelde de hertogin. 'Alstublieft, vergeeft u me dat mijn stem wat onvast klinkt. De afgelopen paar dagen zijn een bezoeking voor me geweest.' Ze schuifelde wat heen en weer bij haar stoel, sloeg haar ogen op en keek hem aan. 'Ik ben gewoon een beetje zenuwachtig. Ik heb nog nooit in het gezelschap verkeerd van een groots man als u, Meester Rahl.'

Richard knipperde en slaagde er niet in zijn ogen van haar af te houden, al deed hij daar grote moeite voor. 'Ik ben alleen maar een woudloper die ver van huis is.'

Ze lachte, en dat zijdezachte geluid veranderde de kamer in een knusse en gerieflijke plek.

`U bent de Zoeker. U bent de Meester van D'Hara.' De pret op haar gezicht maakte plaats voor een eerbiedige uitdrukking. 'Op een goede dag heerst u misschien over de wereld.'

Richard reageerde met een huiverend schouderophalen. 'Ik wil over niets heersen, alleen...' Hij dacht dat hij een dwaas leek. 'Alstublieft, waarom gaat u niet zitten, mevrouw?'

Haar glimlach keerde op haar gezicht terug en was zo stralend, warm en vol tedere bekoring dat hij voelde dat hij erdoor verstarde. Hij kon de weldadige warmte van haar adem in zijn gezicht voelen.

Ze bleef hem aankijken. 'Vergeeft u me mijn brutaliteit, Meester Rahl, maar u weet waarschijnlijk wel dat uw ogen een vrouw waanzinnig van verlangen kunnen maken. Ik durf te wedden dat u elke vrouw in de raadskamers het hart hebt gebroken. De koningin van Galea moet een buitengewoon gelukkige vrouw zijn.'

Richard fronste zijn voorhoofd. 'Wie?'

`De koningin van Galea. Uw toekomstige bruid. Ik benijd haar.'

Hij keerde zich van haar af toen ze voorzichtig op het puntje van haar stoel ging zitten. Richard haalde diep adem, probeerde helder na te denken, liep om de tafel heen en liet zich in zijn eigen stoel zakken. `Hertogin, het speet me zo te moeten horen van de dood van uw man.' Ze wendde haar blik af. 'Dank u, Meester Rahl, maar maakt u zich maar geen zorgen om mij — ik treur weinig om die man. Begrijp me niet verkeerd, ik wenste hem geen kwaad toe, maar...'

Richard begon een warm gevoel van binnen te krijgen. 'Heeft hij u gekwetst?'

Toen ze met een verlegen schouderophalen de andere kant uit keek, moest Richard met kracht de opwelling bedwingen om haar in zijn armen te nemen en haar te troosten. 'De hertog had een gemeen karakter.' Met sierlijke vingers streelde ze het glanzende bont op de zoom van haar hermelijnen japon. 'Maar het was niet zo erg als het misschien lijkt. Ik hoefde hem slechts zelden onder ogen te komen — hij was de meeste tijd weg en sliep nu eens in het ene en dan weer in het andere bed.'

Richards mond viel open. 'Liet hij u voor andere vrouwen in de steek?' Haar onwillige knikje vertelde hem dat hij gelijk had.

`We hadden een verstandshuwelijk,' legde ze uit. 'Hoewel hij van adel was, betekende ons huwelijk voor hem een stap hoger op de sociale ladder. Hij heeft zijn titel ontleend aan zijn huwelijk met mij.'

`Wat bent u ermee opgeschoten?'

De ringvormige krulletjes aan weerszijden van haar gezicht gleden over haar jukbeenderen toen ze opkeek. 'Mijn vader werd een genadeloze schoonzoon met de aandelenportefeuille van zijn familie rijker, en wist zich tegelijkertijd van zijn nutteloze dochter te ontdoen.'

Richard veerde uit zijn stoel op. 'Zegt u toch niet zulke vreselijke dingen over uzelf. Als ik dit had geweten, dan had ik de hertog wel een lesje...' Hij liet zich weer achterover zakken. 'Vergeeft u me mijn vrijmoedigheid, hertogin.'

Volkomen ontspannen bevochtigde ze haar lippen met haar tong tot in de hoeken. 'Had ik u maar gekend toen hij me sloeg, dan was ik misschien zo vrij geweest om bij u bescherming te zoeken.'

Had hij haar geslagen? Richard wenste hevig dat hij bij haar was geweest om iets aan die situatie te doen.

`Waarom bent u niet van hem weggegaan? Waarom zou u dat allemaal verdragen?'

Ze keek zoekend in het lage haardvuur. 'Ik kon dat niet. Ik ben de dochter van de broer van de koningin. Bij ons soort mensen is scheiden niet toegestaan.' Plotseling bloosde ze en glimlachte verlegen. 'Hoor mij nou eens over mijn pietepeuterige probleempjes. Vergeeft u me, Meester Rahl. Anderen hebben veel meer moeilijkheden in hun leven dan een ontrouwe echtgenoot met een slagvaardige hand. Ik ben als vrouw niet ongelukkig. Ik heb verantwoordelijkheden tegenover mijn volk om me mee bezig te houden.'

Ze stak een van haar slanke vingers wijzend op. 'Hebt u misschien een slokje thee voor me? Mijn keel is er droog van, zoveel zorgen heb ik me gemaakt dat u...' Haar blosje nam opnieuw bezit van haar wangen. 'Dat u mijn hoofd zou afhakken als ik u tegen uw bevelen in zou bezoeken.' Richard sprong overeind. 'Ik haal wat verse thee voor u.'

`Nee, alstublieft, ik wil u niet ontrieven. Een slokje is alles wat ik nodig heb. Echt waar.'

Richard greep de mok en gaf die aan haar.

Hij keek hoe haar lippen zich om de rand krulden. Hij keek naar het dienblad en spande zich in zijn gedachten tot zakelijke aangelegenheden te beperken. 'Waarover wilde u me spreken, hertogin?'

Nadat ze haar slokje had genomen, zette ze de mok precies voor Richard neer als hij daarvoor had gestaan door hem bij het oor te draaien. Op de rand van de mok zat een spoortje van haar rode lippenstift. 'Wat betreft die verantwoordelijkheden waarover ik het had. U moet weten dat de koningin op haar sterfbed lag, toen Prins Fyren werd gedood, en spoedig na hem overleed. Maar hoewel de prins ontelbare schofterige nazaten had, was hij niet getrouwd, en had hij dus geen kroost van enige positie.'

Richard had nog nooit zulke zachte bruine ogen gezien. 'Ik ben geen deskundige op het gebied van koninklijke aangelegenheden, Hertogin. Ik ben bang dat ik u niet kan volgen.'

`Wel, wat ik u probeer te zeggen is dat nu de koningin en haar enige opvolger dood zijn, Kelton zonder vorst zit. Aangezien ik wat de troonopvolging betreft de volgende ben in de familielijn — dochter van de overleden broer van de koningin — zal ik de koningin van Kelton opvolgen. Ik hoef me tot niemand meer te wenden om raad te vragen in de kwestie van onze overgave.'

Richard moest grote moeite doen zijn aandacht bij haar woorden te houden, en niet bij haar lippen. 'IJ bedoelt dat u de macht hebt Kelton tot overgave te bewegen?'

Ze knikte. 'Jazeker, Eminentie.'

Hij voelde dat zijn oren rood werden bij het aanhoren van de titel waarmee ze hem aansprak. Hij pakte de mok op en probeerde zoveel mogelijk van zijn blozende gezicht erachter te verbergen. Toen hij de pikante vlek lippenstift op de rand van de mok proefde, besefte Richard dat hij hem op precies dezelfde plek aan zijn lippen had gezet als de hertogin. Hij hield de mok stil terwijl hij het zachte, honingzoete warme vocht over zijn tong liet glijden. Met bevende hand zette hij de mok op het zilveren dienblad.

Richard veegde met zijn bezwete handpalmen over zijn knieën. 'Hertogin, u hebt gehoord wat ik te zeggen had. We vechten voor vrijheid. Als u zich aan ons overgeeft, zult u niet iets kwijtraken, maar u zult er juist rijker van worden. Onder ons bewind zal het bijvoorbeeld als een misdrijf worden aangerekend als een man zijn vrouw kwetst — een niet minder ernstig vergrijp dan wanneer hij op straat een onbekende zou verwonden.'

Haar glimlach had een zweempje opgewekte spot. 'Meester Rahl, ik ben er niet zeker van of zelfs u genoeg macht zult hebben om zoiets tot wet uit te roepen. In sommige gebieden in het Middenland geldt het voor een man slechts als een symbolische boete als hij zijn vrouw vermoordt, in het geval dat zij hem aanspoort tot een reeks wandaden. Vrijheid zou mannen overal dezelfde vrijbrief verschaffen.'

Richard streek met zijn vinger langs de rand van de kom. 'Het is verkeerd een onschuldige te benadelen, wie dat ook is. Vrijheid is geen excuus voor wangedrag. Mensen in sommige landen zouden niet hoeven lijden onder daden die in aangrenzende landen als misdaad te boek staan. Als we eenmaal verenigd zijn, zal die ongerechtigheid niet meer bestaan. Alle mensen zullen dan dezelfde vrijheden hebben, en dezelfde verantwoordelijkheden, en zullen onder rechtvaardige wetten leven.'

`Maar u kunt toch zeker niet verwachten dat u ze een halt kunt toeroepen, alleen door zulke algemeen aanvaarde gewoonten uit te roepen tot een vergrijp?'

`De moraal komt van boven af, zoals in een ouder-kindrelatie. De eerste stap is dat we goede wetten moeten opstellen, en moeten zorgen dat iedereen naar de letter daarvan leeft. Je kunt nooit een eind maken aan alle misdaad, maar als je niet straft, dan zal het zich verspreiden, totdat anarchie gehuld is in de kleren van verdraagzaamheid en begrip.'

Ze aaide met haar vingers over het zachte kuiltje onder aan haar hals. `Meester Rahl, de dingen die u zegt, vervullen me met een zweempje hoop op de toekomst. Ik bid tot de goede geesten dat u erin zult slagen.

`Dus u wilt zich bij ons aansluiten? Wilt u Kelton zich laten opgeven?'

Ze sloeg haar zachte bruine ogen smekend naar hem op. 'Er is wel een voorwaarde.'

Richard slikte. 'Ik heb nog zo gezegd: geen voorwaarden. Iedereen zal gelijk worden behandeld. Hoe kan ik anderen gelijkheid beloven als ik niet naar mijn eigen woord en wet leef?'

Ze maakte opnieuw haar lippen vochtig en begon angstig te kijken. 'Ik begrijp het,' fluisterde ze, en de stilte maakte haar bijna onverstaanbaar. `Vergeeft u me dat ik slechts aan mijn eigen gewin denk. Een man van eer zoals u zou niet kunnen begrijpen hoe een vrouw als ik tot een dergelijk laag niveau zou kunnen afzakken.'

Richard zou zijn mes wel in zijn borst willen steken om haar door vrees te laten overspoelen.

`Wat is uw voorwaarde?'

Ze keek naar haar schoot waar ze haar handen in had genesteld. 'Na uw toespraak, toen mijn man en ik bijna thuis waren...' Ze trok een grimas terwijl ze slikte. 'We waren bijna veilig en wel thuis toen we door dat monster werden aangevallen. Ik heb het niet eens zien aankomen. Ik hield mijn man bij de arm. Toen zag ik een flits van staal.' Ze kreunde. Richard moest moeite doen te blijven zitten. 'De ingewanden' kwamen uit het lichaam van mijn man, die vlak voor me stond.' Ze onderdrukte een gilletje. 'Het mes waarmee hij gedood werd, maakte in het voorbijgaan drie sneden in mijn mouw.'

`Ik begrijp wat u bedoelt, Hertogin, u hoeft niet...'

Ze stak haar bevende hand omhoog om hem het zwijgen op te leggen en haar betoog af te maken. Ze trok de zijden mouw van haar japon terug en liet drie sneden in haar onderarm zien. Richard herkende die drie sneden als de wond van een mriswith-mes. Hij had nooit vuriger gewenst dat hij zijn gave voor genezing kon gebruiken als op dat ogenblik. Hij had alles willen doen om die lelijke rode sneden van haar arm te halen. Ze schoof de mouw terug en leek de bezorgdheid van zijn gezicht te kunnen lezen. 'Het is niets. Nog een paar dagen, dan is die wond wel weer hersteld.' Ze klopte op het kuiltje tussen haar borsten. 'Wat ze me hierbinnen hebben aangedaan, dat zal nooit meer helen. Mijn man was een vaardig zwaardvechter, maar hij had even weinig kans als ik tegen die wezens. Ik zal nooit vergeten dat ik zijn warme bloed over mijn borst omlaag voelde sijpelen. Ik moet toegeven dat ik ontroostbaar schreeuwde totdat ik die japon van mijn lijf kon scheuren en het bloed van mijn naakte huid kon wassen. Ik was zo bang dat ik wakker zou worden en zou denken dat ik die japon nog steeds aanhad, dat ik sindsdien zonder ondergoed aan heb geslapen.'

Richard had gewild dat ze zich niet in zulke beeldende bewoordingen had uitgedrukt. Voor zijn geestesoog zag hij haar japon omhoog en omlaag gaan. Hij dwong zich een slok thee te nemen, maar werd onverwachts geconfronteerd met haar lipafdruk. Hij veegde een zweetdruppel achter zijn oor vandaan.

U had het over een voorwaarde?'

`Vergeeft u me, Meester Rahl. Ik wilde dat u mijn angst zou begrijpen, zodat u zich kunt verplaatsen in mijn toestand. Ik was zo bang.' Ze sloeg haar armen om zich heen en plooide haar japon, terwijl ze haar borsten tegen elkaar drukte.

Richard keek naar zijn maaltijd op het dienblad en wreef met zijn vingertoppen over zijn voorhoofd. 'Ik begrijp het. Maar die voorwaarde?' Ze vermande zich, en ging rechtop zitten. 'Ik zal Kelton opofferen als u mij uw persoonlijke bescherming aanbiedt.'

Richard keek op. 'Wat?'

`IJ hebt die wezens daarginds gedood. Men zegt dat alleen u ze kunt doden. Ik ben doodsbang van die monsters. Als ik eenmaal bij u ben, mag de Orde ze gerust op me afsturen. Als u me toestaat dat ik hier onder uw bescherming blijf totdat het gevaar is geweken, dan is Kelton van u.' Richard boog zich naar voren. IJ wilt zich alleen maar veilig voelen?' Ze knikte terwijl ze iets ineenkromp, alsof ze vreesde dat hij haar hoofd zou afhakken om wat ze vervolgens ging zeggen. 'Ik wil een kamer vlak bij de uwe hebben, zodat u dichtbij genoeg bent om te hulp te komen als ik schreeuw. '

`En...'

Ze verzamelde genoeg moed om hem in de ogen te durven kijken. `Verder niets. Dit is mijn voorwaarde.'

Richard lachte. Zijn angst werd minder, en ook de beklemming in zijn borst. 'IJ wilt alleen beschermd worden, zoals mijn bewakers dat met mij doen? Hertogin, dat is geen voorwaarde — u vraagt me om een simpele gunst: een volkomen redelijk en eerzaam verlangen om tegen onze meedogenloze vijanden te worden beschermd. Ik willig uw verzoek in.' Hij wees met zijn vinger. 'Ik slaap in een van de logeerkamers daarginds. Die kamers zijn allemaal vrij. U bent een hoog geëerde gast, net als al diegenen die aan onze kant staan, en u hebt het voor het kiezen. U mag de kamer vlak naast de mijne hebben, als u zich op die manier veiliger voelt.' In vergelijking met de stralende blik die nu op haar gezicht verscheen, had ze nog nooit echt geglimlacht. Ze hield haar handen gekruist voor haar boezem. Ze slaakte een enorme zucht, alsof ze van de grootste gevaren was bevrijd. '0, Meester Rahl, dank u.'

Richard veegde het haar van zijn voorhoofd. 'Morgenvroeg zal een afvaardiging onder begeleiding van onze troepen naar Kelton vertrekken. Uw strijdkrachten moeten onder ons bevel worden gebracht.' `Ondergebracht._ ja, natuurlijk. Morgen. Ik zal ze persoonlijk een brief schrijven met de namen van al onze hoogwaardigheidsbekleders. Kelton is hierbij een deel van D'Hara.' Ze boog haar hoofd en haar donkere krullen gleden over haar rossige wangen. 'Het is voor ons een eer ons als eerste bij u aan te sluiten. Heel Kelton zal vechten voor vrijheid.' Richard slaakte nu zelf een reusachtige zucht. 'Dank u, Hertogin... of kan ik u beter Koningin Lumholtz noemen?'

Ze leunde achterover, vlijde haar polsen op de armleuningen van de stoel en liet haar handen omlaag hangen. 'Geen van beide.' Ze sloeg haar ene been over het andere. 'Noemt u me maar Cathryn, Meester Rahl.' `Goed, Cathryn, en alsjeblieft, noem mij dan Richard. Eerlijk gezegd word ik er zo langzamerhand moe van dat iedereen me...' Toen hij in haar ogen keek, vergat hij wat hij wilde zeggen.

Met een verlegen glimlach leunde ze voorover en liet haar ene borst langs de tafelrand glijden. Richard besefte dat hij weer op het puntje van zijn stoel zat, toen hij zag dat ze een krul van haar zwarte haar om haar vinger wond. Hij keek naar het dienblad met eten dat voor hem op tafel stond in een poging zijn spiedende ogen in toom te houden.

`Vooruit, Richard,' giechelde ze, absoluut niet meisjesachtig, maar eerder hees en vrouwelijk en bovendien allerminst als de stem van een dame. Hij hield zijn adem in om te voorkomen dat hij een luide zucht zou slaken. 'Ik weet niet of ik eraan kan wennen zo'n groot man als de Meester van D'Hara op zo'n intieme manier aan te spreken.'

Richard glimlachte. le zult daar misschien wel enige oefening voor nodig hebben, Cathryn.'

`Oefening, ja,' zei ze met haar hese stem. Ze bloosde plotseling. 'Hoor mij nu weer eens ratelen. Die pijnlijk mooie grijze ogen van je maken dat elke vrouw zichzelf wegcijfert. Ik kan je maar beter door laten eten, voordat alles koud wordt.' Ze staarde naar het dienblad dat tussen hen in stond. 'Het ziet er heerlijk uit.'

Richard sprong op. 'Ik zal wat voor je laten brengen.'

Ze deinsde achteruit en vlijde haar schouders tegen de rugleuning van haar stoel. 'Nee, alsjeblieft. Je bent een druk bezet man, en je bent al vriendelijk genoeg voor me geweest.'

`Ik heb het helemaal niet druk. Ik neem alleen een hapje voordat ik ga slapen. Je zou me tenminste gezelschap kunnen houden terwijl ik eet —misschien wil je wat met me delen? Hier staat meer dan ik op kan — dat zou alleen maar zonde zijn.'

Ze schoof wat dichter tegen hem aan en leunde zwaar tegen de tafel. `Nou, dat ziet er prachtig uit... en als je het toch niet allemaal opeet... misschien een klein hapje dan.'

Richard grijnsde. Wat wil je hebben? Stoofpot, pikante eieren, rijst, lamsvlees?'

Toen hij het lamsvlees aanwees, kirde ze van plezier. Richard schoof het goudgerande witte bord voorzichtig over het dienblad. Hij was niet van plan het vlees zelf te eten — sinds de gave in hem was ontwaakt, kon hij geen vlees meer eten. Het had iets te maken met de magie toen de gave zich manifesteerde, of misschien kwam het wel door de Zusters die hem hadden verteld dat alle magie in evenwicht moest zijn. Aangezien hij een oorlogstovenaar was, at hij misschien geen vlees om het feit te compenseren dat hij af en toe zelf slachtoffers moest maken.

Richard gaf haar zijn mes en vork. Ze schudde haar hoofd opnieuw glimlachend en pakte de lamskotelet met haar vingers van het bord. `De Keltanen hebben een spreekwoord dat zegt dat als iets goed is, er niets tussen jou en jouw ervaring mag komen.'

`Dan hoop ik maar dat hij goed is,' hoorde Richard zichzelf zeggen. Voor de eerste keer sinds dagen voelde hij zich niet meer eenzaam.

Ze keek hem met haar bruine ogen aan, boog zich voorover, leunde op haar ellebogen en nam een bevallige hap. Richard keek als verlamd toe. `En... is het lekker?'

Ze antwoordde hem door met haar ogen te rollen, haar oogleden te sluiten en haar schouders op te trekken, terwijl ze van uiterste verrukking kreunde. Ze keek hem weer aan en herstelde zo hun verzengende band. Haar mond omsloot het vlees en haar smetteloos witte tanden scheurden een sappig stuk vlees los. Haar lippen werden er vettig van. Hij dacht niet dat hij iemand ooit zo langzaam had zien kauwen.

Richard trok het zachte binnenste van het brood in tweeën en gaf haar het stuk met de meeste boter erop. Met de korst schepte hij wat rijst uit de bruine room. Hij hield zijn hand stil voor zijn mond toen ze het brood met één grote lik van de boter ontdeed.

Er kwam een goedkeurend spinnend geluid uit haar keel. 'Heerlijk, hoe glibberig het aanvoelt op mijn tong,' verklaarde ze bijna fluisterend. Ze liet het stuk brood uit haar glimmende, neerhangende vingers op het dienblad vallen.

Ze keek in zijn ogen toen ze met haar tanden het bot bewerkte en aan een rand knaagde. Met kleine hapjes zoog ze het stuk bot schoon. Het stuk brood wachtte voor Richards mond.

Haar tong streelde haar lippen. 'Het beste dat ik ooit heb geproefd.' Richard besefte dat zijn vingers leeg waren. Hij dacht dat hij de schep rijst moest hebben opgegeten toen hij opeens de witte klodder op het dienblad onder zich zag.

Ze plukte een ei uit de kom, drukte haar lippen eromheen en beet het door midden. `Hmm, goddelijk.' Ze duwde het ronde uiteinde van het ei tegen zijn lippen. 'Hier, proeft u eens.'

Het zijdeachtige oppervlak gaf een zacht-kruidige smaak op zijn tong en voelde veerkrachtig aan. Ze duwde het met één vinger helemaal in zijn mond. Het was kauwen of stikken. Hij koos voor kauwen.

Ze maakte haar blik van de zijne los en inspecteerde het dienblad. 'Wat hebben we daar? 0, Richard, zeg me niet dat het...' Ze streek met haar wijs- en middelvinger langs de kom met peren. Ze zoog de dikke witte saus van haar wijsvinger. Er droop een beetje van het suikerlaagje langs haar middelvinger op haar hand en pols. '0 jee, Richard, dit is verrukkelijk! Hier.'

Ze drukte haar middelvinger tegen zijn lippen. Voor ze het wist, zat haar hele vinger in zijn mond. 'Zuig maar schoon,' drong ze aan. 'Is dit niet het lekkerste wat je ooit hebt geproefd?' Richard knikte en probeerde op adem te komen toen ze haar vinger uit zijn mond trok. Ze hield haar pols schuin. 'Alsjeblieft, lik maar schoon, voordat dit op mijn japon terechtkomt.' Hij nam haar hand in de zijne en bracht hem naar zijn mond. Haar smaak prikkelde hem. De sensatie van haar huid tegen zijn lippen deed zijn hart pijnlijk bonzen.

Ze lachte vanuit haar keel. 'Dat kietelt! Wat heb jij een ruwe tong, zeg.' Hij liet haar hand los en ontwaakte uit dit intieme contact. 'Sorry,' fluisterde hij.

`Doe niet zo mal. Ik zei niet dat ik het niet leuk vond.' Haar blik ontmoette de zijne. Het licht van een lamp scheen zachtjes op de ene kant van haar gezicht en het schijnsel van het haardvuur zette haar andere gezichtshelft in vuur en vlam. Hij stelde zich voor dat hij zijn vingers door haar haren liet woelen. Ze ademden als één mens. 'Ik vond het lekker, Richard.'

Hij ook. De zaal leek rond te draaien. Als hij zijn naam uit haar mond hoorde, werd hij overspoeld door golven van geluk. Met een bovenmenselijke krachtsinspanning dwong hij zichzelf op te staan.

`Cathryn, het is laat, en ik ben doodmoe.'

Ze stond gewillig en onstuimig op en de sierlijke beweging waarmee ze dat deed, verried haar lichaamsvormen onder het zijden gewaad. Hij dreigde zijn zelfbeheersing te verliezen toen ze haar arm om hem heen sloeg en hem tegen zich aan trok. 'Laat me eens zien welke kamer de jouwe is.'

Hij voelde haar stevige borsten hard tegen zijn arm drukken toen hij haar naar de gang leidde. Ulic en Egan stonden niet ver van hen vandaan met de armen over elkaar. Iets verder weg, in de verste hoeken van de gang, kwamen Cara en Raina overeind. Richard zei niets tegen ze toen ze naar de logeerkamers liepen.

Cathryn streelde geestdriftig zijn schouder met haar vrije hand. De gloed van haar huid tegen de zijne verwarmde hem tot in zijn botten. Hij was er niet zeker van of zijn benen hem nog lang zouden kunnen dragen.

Toen hij de vleugel met logeerkamers had gevonden, wenkte hij Ulic en Egan. 'Houden jullie om de beurt de wacht. Ik wil dat een van jullie voortdurend de wacht houdt. Ik wil niet dat iemand of iets vannacht op deze gang komt.' Hij keek naar de twee Mord-Sith die achter in de gang stonden te wachten. 'Ook zij niet.' Ze stelden hem geen vragen en zwoeren dat zijn wil zou geschieden, en gingen toen in de houding staan.

Richard leidde Cathryn halverwege de gang door. Ze streelde nog steeds zijn arm. Haar borst drukte er nog steeds tegenaan.

`Ik denk dat deze kamer geschikt is.'

Haar lippen weken uiteen toen ze haar boezem ophief. Met haar delicate vingers greep ze zijn hemd beet.

`Ja,' fluisterde ze hijgend, 'deze kamer.'

Richard sprak het laatste sprankje wilskracht aan. 'Ik neem de kamer hiernaast. Hier zul je veilig zijn.'

`Wat?' Het bloed leek uit haar gezicht weg te stromen. 'Toe, Richard, alsjeblieft...'

`Welterusten, Cathryn.'

Ze greep zijn arm steviger vast. 'Maar... maar je moet meekomen. 0, Richard, alsjeblieft. Zonder jou zal ik bang zijn.'

Hij kneep in haar hand toen ze zijn arm losliet. 'In jouw kamer ben je veilig, Cathryn. Maak je maar geen zorgen.'

`Misschien wacht daarbinnen wel iets op me. Alsjeblieft, Richard, kom toch met me mee.'

Richard glimlachte geruststellend. 'Daarbinnen is niets. Als hier ergens gevaar zou zijn, zou ik dat moeten kunnen voelen. Ik ben een tovenaar, weet je nog? Je bent hier volkomen veilig, en ik ben maar een paar voetstappen van je vandaan. Niets zal jouw nachtrust verstoren, dat zweer ik.'

Hij opende de deur, gaf haar een lamp die vlak bij de deur aan een haak hing en legde zijn hand onder op haar rug om haar aan te moedigen de kamer binnen te gaan.

Ze draaide zich om en streek met haar vinger over het midden van zijn borst. 'Zie ik je morgen?'

Hij maakte haar hand los van zijn borst en kuste die zo hoffelijk mogelijk. 'Reken maar. We hebben morgenvroeg veel te doen.'

Hij trok de deur van haar kamer dicht en ging naar zijn eigen kamer. De ogen van de twee Mord-Sith lieten hem geen moment onbespied. Hij keek toe terwijl ze zich met hun rug langs de muur lieten glijden en op de vloer gingen zitten. Ze sloegen beiden hun benen over elkaar alsof ze duidelijk maakten dat ze zo de hele nacht zouden blijven zitten, en ze hielden hun Agiel in beide handen.

Richard staarde lang naar de deur van Cathryns kamer. Het stemmetje achter in Richards hoofd schreeuwde als een bezetene. Hij rukte de deur van zijn eigen kamer open. Toen hij binnen was, deed hij de deur dicht, vlijde zijn gezicht er tegenaan terwijl hij op adem kwam. Hij dwong zichzelf de klink dicht te slaan.

Hij liet zich op de rand van het bed zakken en hield zijn gezicht in zijn handen. Wat bezielde hem? Zijn hemd was kletsnat van het zweet. Waarom zou hij zulke gedachten over die vrouw koesteren? Maar dat deed hij nu eenmaal. Goeie geesten, wat een gedachten. Hij herinnerde zich dat de Zusters van het Licht meenden dat mannen leden aan onbedwingbare driften.

Met een duizelingwekkende krachtsinspanning trok hij het Zwaard van de Waarheid uit de schede en een zacht, helder gerinkel vulde de donkere kamer. Richard zette de punt van het zwaard op de grond, hield met beide handen het gevest tegen zijn voorhoofd en liet zich overspoelen door de warmte van het zwaard. Hij voelde de stormachtige razernij in zijn ziel, en hoopte dat dat genoeg zou zijn.

In een duister hoekje van zijn geest besefte Richard dat hij in een dans met de dood was verwikkeld, en deze keer zou zijn zwaard hem niet kunnen redden. Maar hij wist ook dat hij geen keus had.