Een snufje zout
Ze kan bijna niet wachten tot Fenny haar komt aflossen. Fen, dit ga je niet geloven.
Ze kan het zelf niet eens geloven. Ze verkeert nog in een halve shock.
Ze kijkt weer op haar horloge. Vierentwintig uur geleden was er nog niets aan de hand. Bij thuiskomst had ze alleen maar gedacht: Wat is Igor laat vandaag. Zou hij na het werk iets met die Lisa zijn gaan drinken, hij was immers van plan haar mee uit te nemen? Raar, maar nu ze aan het idee begon te wennen, was ze best trots op hem.
Fenny zal haar voor gek verklaren als ze met de climax op de proppen komt. Hoe die twee, of beter gezegd die drie, uiteindelijk bij haar op de stoep hadden gestaan. ‘Besef je wel wat je je op je hals haalt? Jij laat alles altijd maar gebeuren, Nettie, maar ik beloof je één ding: hier krijg je spijt van, gloeiende spijt.’
Ze drukt haar vingertoppen tegen haar slapen. Als Fenny doorvraagt, zal pijnlijk snel duidelijk worden dat ze zelf nog maar amper iets van de situatie begrijpt, ondanks Lisa’s stortvloed aan uitleg. Dakloos. Iets met een ongeluk, van haar fiets gevallen. Het was ook zo’n overval. Zo is er nog niets aan de hand, en zo zit er opeens een heel gezinnetje tegenover je.
Lisa is wel handig met de baby. Toegewijd en zorgzaam. De spulletjes van het kindje zien er ook allemaal fris en zo goed als nieuw uit. Daar is ze blijkbaar altijd heel precies op geweest. Het heeft iets aandoenlijks. Dat wel.
Typisch Igor om vooraf niet meer te zeggen dan dat het meisje baby’s leuk vindt. Daar moest je dan zelf de juiste conclusie uit zien te trekken. Maar Igor, Igor, wat moet uitgerekend jij nou met zo’n jong moedertje?
Ze heeft Lisa nog niet naar haar leeftijd durven vragen, bang voor wat ze te horen zou krijgen. Zeventien, achttien? Moeilijk te zeggen met zo’n spichtig ding. Misschien is ze allang meerderjarig.
Maar ze is niet in een positie om over haar te oordelen. Ze heeft zelf in haar schoenen gestaan. Ze is net zo stom geweest. Hoe had ze haar de deur kunnen wijzen? Het was zelfs even door haar heen geflitst dat ze nu de gelegenheid kreeg om recht te zetten wat ze met Jolie allemaal fout had gedaan. Een soort kosmische vereffening. Hier is je nieuwe kans, Nettie. Verspeel hem niet.
Hoe is het mogelijk: weer een meisje dat voor geen goud terug wil naar haar ouderlijk huis. Bij wijze van spreken weer een baby in een Indiase doek… Lisa, ga terug naar je ouders. Zij helpen je wel. Ouders kúnnen niet anders dan helpen. Die willen ook niets liever, en weten ze trouwens wel dat ze een kleindochtertje hebben? Maar ze had het niet over haar lippen kunnen krijgen. Die grote donkere ogen met kringen eronder, dat zielige groene haar, verdord aan de punten. En de manier waarop Lisa de inhoud van het flesje voor Bobbie secuur uittestte op de binnenkant van haar magere pols. ‘Het is nog net te warm.’
Manhaftig denkt ze: Als zij vanavond met Bobbie bezig is, zoek ik net zo lang in haar spullen tot ik haar identiteitsbewijs vind. Als ze nog minderjarig is, stuur ik haar linea recta terug naar huis. Linea recta. Maar nee, dat kan ze Igor toch niet aandoen?
Hoe vaak zal hij in de praktijk een kans maken? Hoeveel meisjes en vrouwen zullen in staat zijn door dat starre gezicht heen te kijken, die plompe bewegingen, die eeuwige identieke grapjes? Lisa moet een goed hart hebben. En ze heeft ook wel iets opgeruimds over zich. Ze maakt niet de indruk erg zwaar aan de dingen te tillen. Nee, anders was ze ook niet in deze situatie beland. Vanochtend aan het ontbijt had ze vrolijk zitten kwebbelen alsof alles de gewoonste zaak van de wereld was.
‘Nettie!’ Fenny stuift binnen in een wolk eau de toilette. ‘Vind je het ook geen schandaal? Het is toch om te janken? De gemakzucht van die ouders van tegenwoordig!’ Ze gooit haar tas op de grond en plukt haar witte jas van het haakje. ‘O nee, wacht, ik heb een nieuwe olifant.’ Ze bukt zich.
‘Waar heb je het over?’
‘Heb je gisteren het nieuws dan niet gezien? Het stond vanochtend ook in de Metro.’ Uit haar tas haalt ze een met pailletten beplakte olifant met een waxinelichtje op zijn rug. Triomfantelijk houdt ze hem omhoog. ‘Geinig, hè?’ Ze zet het gedrocht in het nisje in de muur, naast de olifant van speksteen, de olifant van vilt en de olifant van hout. Haar nieuwste theorie is dat mensen met een volle blaas op een openbaar toilet niets liever willen dan een collectie olifanten bekijken.
‘Nee, want gisteravond… Dit ga je niet geloven. Igor…’
Fenny wuift haar weg. ‘Ja, nu is het tranen met tuiten, natuurlijk, maar dan hadden ze hun verstand maar moeten gebruiken. Je let toch op een baby? Een kind van twee maanden laat je niet onbeheerd achter. Die ontvoerde baby, Nettie.’ Ze rommelt weer in haar tas, haalt een aansteker tevoorschijn en houdt het vlammetje bij de pit van het waxinelichtje. ‘Ze hadden een foto van haar op het journaal. Babette heet ze. Schattig. Maar ja, alle baby’s lijken op elkaar. Je ziet soms amper verschil. Vind je het geen drama?’
Fenny en haar sensatieverhalen. Er gebeurt te weinig in haar eigen leven. ‘Ik zit anders ook opeens midden in een heel drama,’ zegt ze vinnig. ‘Dat vriendinnetje van Igor, weet je wel, die blijkt een kind te hebben, Bobbie, en nu ziet het ernaar uit dat het hele spul bij mij wil intrekken. Dat stond gisteravond bepakt en bezakt voor de deur, ik wist niet wat me overkwam.’
‘Kind, wat gezellig voor je. Heb jij ook eens aanspraak. Ik heb nooit gesnapt hoe je het volhoudt, alleen met Igor. Je moet ook aan jezelf denken.’ Fenny strekt haar armen uit. ‘Kom eens hier. Waarom noem je het nou een drama? Je wilt Igor toch niet voor jezelf houden? Wees blij!’
Ze laat zich omhelzen. ‘Maar een baby…’
‘Prijs je gelukkig dat die baby er nog ís. Er loopt een kinderrover rond. Hij kan elk moment opnieuw toeslaan. Zeg maar tegen Igors meisje dat ze goed op Bobbie moet letten. Hoe denk je dat de ouders van die Babette zich nu voelen? Ze waren met een heel stel mensen aan het picknicken, had ik dat al verteld, met allerlei vrienden en kinderen. En met zo’n groot gezelschap verlies je soms het overzicht, zeggen ze. Iedereen gaat en staat maar, en toen het mooie weer ineens omsloeg en ze hun spullen pakten, dacht de een van de ander dat die de baby veilig mee naar huis had genomen. De politie is een massale zoekactie gestart, door het hele land, met honden en speciale eenheden. Ze denken dat de georganiseerde misdaad erachter zit.’ Ze dempt haar stem. ‘Kinderporno. Of orgaanhandel. Om een losgeld kan het niet gaan, die mensen zijn helemaal niet rijk, ze hebben een boerderij, nee, een imkerij. Gelukkig is er tegenwoordig Amber Alert, dat nieuwe opsporingsprogramma.’ Ze stapt achteruit en kijkt naar de olifanten. ‘Bobbie is trouwens ook een schattige naam.’
Iemand met een baby die Bobbie heet: zou Igor Lisa daarom leuk vinden? Net iets voor hem. Beklemd denkt ze: Kan hij dit wel aan?
‘Al zeg ik er meteen eerlijk bij,’ – Fenny slaat haar ogen ten hemel – ‘dat ik me niet kan voorstellen wat zo’n meisje nou in Igor ziet.’
Ze besluit een paar metrohaltes over te slaan en het eerste stuk naar huis te lopen. Wandelen schept rust en ruimte. Het zal toch niet zo zijn dat Lisa louter met Igor heeft aangepapt om zichzelf en Bobbie onder de pannen te krijgen? Een vingerhoedje inlevingsvermogen volstaat al om je in te denken hoe het voor haar geweest moet zijn om met een baby op straat te overleven. Dat red je niet zonder geslepen te zijn. Geslepen genoeg om misbruik te maken van een verliefde onnozele hals?
Gek hoe de ene negatieve gedachte de weg vrijmaakt voor de volgende. Klopt het hele verhaal wel? Is dat meisje echt dakloos, zoals ze beweert? Of moet dat maar met een korreltje zout worden genomen? Ze kan het best gewoon hebben verzonnen, om op Igors gemoed te werken. Misschien zat ze tot voor kort doodleuk driehoog achter in de Pijp, samen met Bobbies vader. Die verslaafd was, of losse handen had, er zijn plenty dingen die mensen elkaar aandoen, of voor hetzelfde geld was het juist een keurige student en had Lisa opeens genoeg van een dooie diender die vlijtig naar college ging en netjes zijn studiepunten probeerde te halen. Op een ochtend, middag of avond keek ze naar hem en dacht: Wegwezen hier. Je hoeft haar niet lang mee te maken om te vermoeden dat zij iemand is die meteen toegeeft aan iedere impuls. En dit zou ook verklaren waarom Bobbies spulletjes er niet uitzien als die van een zwerfbaby.
Ze denkt: Ik ben iets op het spoor. Dit zit heel anders in elkaar dan het lijkt. Ik moet… Maar in de eerste plaats moet ze zich niet gek laten maken door een opmerking van Fenny. Dan snapt die maar niet wat iemand in Igor kan zien. Ze weet niet half hoeveel bijzondere kanten hij heeft. ‘Dan zie ik een zonnestraal, oma.’ En Fenny was trouwens de eerste om te suggereren dat deze situatie een glimp biedt op een toekomst waarin hij niet langer van haar afhankelijk is. Hier heeft ze altijd van gedroomd. Voor hem, en voor zichzelf. Juist nu hij al zo lang volkomen… gestabiliseerd is, heeft hij recht op een volwassen leven. Hij zal niemand meer onbedoeld kwaad doen of de stuipen op het lijf jagen. Igor en Lisa. Iemand om mee te snoezelen.
‘Ik slaap wel op de bank,’ zei Lisa gisteravond. ‘Dan kan ik Bobbie ook het beste bij me houden.’
Dat is leuk en aardig voor een paar nachten, maar wat als Lisa werkelijk van plan is om te blijven? Straks moet ze nog een tweepersoonsbed aanschaffen. Igor met een seksleven. Ze probeert de gedachte weg te drukken, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Ze ziet hem weer voor zich op zijn zestiende, druipend van de hormonen, met altijd de lauwe geur van sperma om zich heen.
Nou, en dan is het nu zo ver. Hij heeft in elk geval genoeg in zijn eentje geoefend.
Wat kan ze anders doen dan hem deze kans gunnen? Ze kijkt het gewoon een paar dagen aan. Als hij averij oploopt, dan lapt ze hem wel weer op, en als Lisa niet oprecht is, valt die vanzelf door de mand.