22
De ochtendzon brandde op het zilverkleurige metaal van de geparkeerde auto’s bij Blue Eagle Security. In een hoek van de garage zat Ivory met een blikje Mountain Dew wijdbeens achter een bureau met een computer. Haar zwarte werkschoenen tikten op de maat van de stuiterende zenuwen in haar hoofd. Ze las de recentste boodschap van Tom Paine. Tasia heeft ons gewaarschuwd. Ze kwam gewapend met het pistool van de jakhals naar het concert. Ze stak het omhoog.
Ivory fluisterde de rest: ‘“Haar boodschap had niet luider kunnen klinken: Ware Amerikanen laten zich niet als makke schapen aan de kant zetten.”’
Het bureau was een smoezelig tafeltje vol paperassen en onderhoudsboekjes. Keyes doemde naast haar op en zag dat ze had ingelogd op Tree of Liberty. ‘Wil je soms op straat worden getrapt?’
‘Ik wis de browsergeschiedenis heus wel. Ik ben niet achterlijk, hoor.’
Toch keek ze even om zich heen. Een gepantserde wagen reed met een rommelend geluid en een stinkende dieselwolk achter zich aan het parkeerterrein af. Keyes zwaaide naar de chauffeur.
Ivory tikte op het scherm. ‘Die inbraak gisteren in Tasia’s huis, die is door de regering gepleegd. De politie heeft het aantal patrouilles opgevoerd en is op zoek naar de indringer. Dat is een prachtig excuus om wegversperringen neer te zetten en de National Guard erbij te halen.’
‘Weet je zeker dat de politie in Tasia’s huis heeft ingebroken? Was het geen aardworm die zich een fan noemde?’ vroeg Keyes.
Ivory bloosde. Waarom bracht hij haar nu in verlegenheid? Haar gezicht gloeide en ze bedekte haar wangen met haar handen. Ze had een hekel aan kleur. Vanaf haar sneeuwachtige haar tot haar gelakte teennagels was ze wit, en alles ertussenin was gebleekt. Ze was puur.
Tasia was ook puur geweest, een blondine, goudkleurig. ‘Tasia had lid van de Walkure-zusterschap kunnen zijn. Ze zou gewroken moeten worden.’
Keyes draaide haar met stoel en al naar zich toe en zette zijn handen op de armleuningen. ‘Dit gaat niet om jullie gevangenisbende van blank uitschot. Het gaat erom dat deze stad geen gevangenis mag worden. Dat dit een vrij land blijft.’
Ze keek naar de vloer en knikte. Als de kop van een lucifer lag San Francisco aan het uiteinde van een schiereiland. Het schiereiland was tien kilometer lang, tien kilometer breed en werd omringd door een woeste branding, ijzige getijdenstromen en gevaarlijke zeestromingen. Als je de snelwegen naar het zuiden blokkeerde, de bruggen opblies en de veerboten liet zinken, kon je de stad van de rest van de wereld afsluiten. San Francisco was bepaald geen Malibu. De stad was een vesting. En vlakbij, in de baai, lag Alcatraz, het perfecte concentratiekamp.
Ze zag dat hij zich zorgen maakte. Ze zag het op zijn krachtige gezicht. Hij staarde langs haar heen naar het computerscherm. Neem het voortouw, volg de leider of ga aan de kant, schreef Thomas Paine al.
Wie doet er mee?
Ivory wist niet wat er was gebeurd toen Keyes in het buitenland voor een particulier militair bedrijf had gewerkt, maar na de verkiezing van Robert McFarland was hij ontslagen. Keyes dacht dat McFarland mensen als hij de schuld wilde geven van een buitenlands beleid waarvan men zich inmiddels had afgekeerd. Tulbanddragers afschieten en met oorlogsbuit naar huis komen – als je een eerbiedwaardige traditie volgde, kon je tegenwoordig vervolgd worden. Ondertussen boog McFarland het hoofd voor buitenlandse koningen. Keyes vervoerde miljoenen dollars in zijn auto, en naar wie gingen die? Arabieren en Joden. De tulbanden verkochten hun olie aan Amerika, de zionisten stopten de rente in hun zak – en alles ging via de centrale bank hier in San Francisco.
Dat was een van de redenen waarom hij belasting weigerde te betalen. Om die reden zat de regering trouwens ook achter hem aan, maar die blik, die woede, was weer in zijn ogen te lezen.
‘Aan de kant,’ zei hij.
Ze schoof haastig aan de kant en hij nam het toetsenbord van haar over. Hij tikte een bericht aan Tom Paine van Tree of Liberty.
De macht en de kracht van het despotisme bestaan volledig uit de vrees voor verzet, schreef Thomas Paine vroeger al.
Ik verzet me. Neem buiten het forum om contact met me op.
Jo was alleen toen ze wakker werd. Het was nog vroeg en buiten hing de ochtendmist als een deken over Noe Valley heen. Ze trof Gabe beneden in de keuken aan, waar hij al een halve pot koffie had leeggedronken. In zijn hand had hij zijn mobieltje. Hij tikte ermee tegen het hakblok, alsof hij het daarmee kon dwingen te gaan rinkelen.
‘Nog nieuws over Rabin?’ vroeg ze.
Hij schudde zijn hoofd.
Toen ze thuiskwam liep ze naar haar werkkamer om te kijken of er e-mails waren binnengekomen. Er waren geen berichten van het Witte Huis. Maar wat had ze dan verwacht, een feestelijke tros heliumballonnen?
Ze ging aan haar bureau zitten, zette Tasia McFarlands mobieltje aan en dook in de angstaanjagende e-mails die Tasia van Aartsengel X had gekregen.
De eerste was in maart verstuurd. Hoi Tasia. Ben een enorme fan van je. Ik las net dat je aan de Bad Dogs and Bullets-tournee gaat meedoen. Fantastisch!! Klopt alles wat ik in de popblaadjes lees? (Haha.) Wanneer komt je nieuwe album uit?
Het mailtje was ondertekend met NMP.
Het duurde drie weken voordat Tasia reageerde, maar ze schreef terug. Hallo NMP – leuk om te horen dat je fan bent. Het nieuwe album komt op 30 maart uit. Groeten, Tasia.
Een halfuur later kwam er een reactie van NMP. O, wauw, kwam dat bericht echt van jou? Ik dacht dat een beroemdheid als jij slaafjes zou hebben om haar e-mails te beantwoorden. Thx voor de info over je album. Maar hoe zit het met de popbladen? Zijn alle roddels waar? NMP.
Tasia had niet meer gereageerd, en vier weken lang waren er geen mailtjes meer binnengekomen. Maar op 30 april schreef Aartsengel X: Sodeju, ik heb net je nieuwe single gehoord. Geweldig. Je stem klinkt heel zuiver. Maar ik kijk halsreikend uit naar je duetten. Kimber Holloway? Searle Lecroix? Dat moet wel vette muziek opleveren. Peace, NMP.
Vijf dagen later kwam de reactie van Tasia. Hartelijk bedankt!
Kennelijk hadden die twee woorden de kraan opengedraaid. Twintig minuten nadat Tasia het bericht had verzonden, schreef NMP terug, een epistel dat Jo alleen maar kon classificeren als een cri du coeur. De kreet van een krampachtig bewegend, ijzingwekkend, oververhit hart. Nu ik merk dat mijn berichten je blij maken, moet ik bekennen dat ik heel lang heb uitgekeken naar deze tournee.
NMP begon verder uit te weiden over ‘mijn jarenlange, complexe liefde voor muziek, die tijdens mijn jeugd ontkiemde en tijdens een pijnlijke puberteit bleef floreren’. De toon werd steeds intiemer, alsof NMP dacht dat ze door Tasia’s standaardantwoord op de fanmail boezemvrienden waren geworden.
Tasia reageerde niet.
NMP schreef: Even voor de zekerheid: heb je mijn mailtje gekregen?
Ook daarop reageerde Tasia niet. Vervolgens stuurde NMP haar wel zeventig e-mails vol links naar grappige filmpjes. Maar onder de luchtige façade lag een hunkering naar contact, en hij leek er steeds stoutmoediger van uit te gaan dat er een bepaalde intimiteit tussen hen bestond. De eerste tien berichten waren hoopvol, alsof NMP een puppy met wat lekkers naar zich toe probeerde te lokken. Daarna werden ze een poosje volgens een zeker ritme verstuurd: NMP stuurde elke ochtend, middag en avond aforismen en grappige links.
Jo wreef in haar ogen. Een ingehouden angst groeide uit tot een sterker vermoeden.
Aartsengel X, of NMP, leek een volwassene te zijn. Hij maakte een geletterde indruk en gebruikte volledige zinnen zonder grammaticale fouten. Jo vermoedde dat Engels zijn moedertaal was, dat hij een redelijk goede opleiding had gehad en dat hij blank was, gezien het feit dat alle musici die in de e-mails werden genoemd Nashville-sterren uit de middenklasse waren.
Toen zijn puppybrokjes er niet in slaagden Tasia een reactie te ontlokken, schreef hij uiteindelijk: Ik noem mezelf Aartsengel omdat ik ben vernoemd naar de aartsengel Michaël. En net als hij ben ik een beschermer. Beschouw mij maar als een beschermengel. Je kunt me vertrouwen.
Tasia reageerde niet.
De volgende e-mails kwamen stootsgewijs en in groepjes, vijfentwintig of dertig kort achter elkaar. De toon werd opdringerig en rancuneus. Ik las op internet dat je het met Searle Lecroix doet. Dat is toch niet waar, hè?
Toen Tasia voor de driehonderdste keer niet reageerde, schreef NMP: Wie zei dat jij een relatie met Searle mocht hebben?
Jo zuchtte. Een stalker, honderd procent zeker. Hou je van Searle? Waarom doe je dit?
Tot hij uiteindelijk schreef: Slet.
Daarna kwam er eindelijk een reactie van Tasia. Vanaf nu zullen al je e-mails worden gewist.
En de toon van Aartsengels reacties veranderde. Zo, je hebt dus eindelijk genoeg moed verzameld om te reageren. Dat heeft een poos geduurd, laffe trut. Ik dacht dat je mijn vriendin was, dat je me begreep. Maar nu blijkt dat je mijn berichten gewoon wist. Dat is een klap in mijn gezicht. Schaam je je? Geneer je je, smerige SLET die je bent?
De volgende e-mail bestond uit een lijst waarin Tasia met Pol Pot, Lucrezia Borgia, Cruella De Vil en vierhonderd andere schurken werd vergeleken.
Jo keek in Tasia’s Postvak Uit. Het al je e-mails worden gewist-bericht was het laatste wat ze had verstuurd. Jo vroeg zich af of ze daarna nog wel eens haar e-mails had gelezen. Of had ze helemaal niet meer naar het mobieltje omgekeken? Uiteindelijk was ze het vergeten en had ze het bij haar zus laten liggen.
Wist ze dat Aartsengel X jacht op haar maakte?
Jo belde Tang. ‘Ik twijfel er niet aan dat Aartsengel X Tasia stalkte. Misschien bleef het bij cyberstalken, maar de laatste e-mails zijn verontrustend.’
‘Enig idee wie het is?’ vroeg Tang.
‘Nog niet. Ik heb nog geen naam. Maar die persoon zegt dat hij naar aartsengel Michaël is vernoemd, en de letters NMP zouden initialen kunnen zijn.’
‘Geslacht?’
‘Bedoel je of Aartsengel eigenlijk de mooie, jonge Irina Bendova uit Archangelsk is die met me wil trouwen?’ vroeg Jo.
‘Kun je ze door een van die programma’s halen die je vertellen of de schrijfstijl mannelijk of vrouwelijk is?’ informeerde Tang.
‘Die zijn waardeloos. Volgens die dingen ben ik een grotere macho dan Steven Seagal,’ zei Jo. ‘Ik heb het e-mailadres van Aartsengel X. Kun je dat natrekken en me een naam bezorgen?’
Er viel een geladen stilte. ‘Misschien. Het zal wel even duren.’
Jo keek weer naar de stroom e-mails. ‘Ik denk dat Tasia een aantal van deze e-mails niet heeft gelezen. Tegen het einde, lang nadat Tasia voor het laatst had gereageerd, schreef Aartsengel: “Voel je je soms beter dan een ander?”’
‘Leuk.’
‘Aartsengel wordt steeds bezorgder over de roddelbladen en het gerucht dat Tasia iets met Searle Lecroix heeft.’
‘Dat werd genoemd in elk showbizzjournaal.’
‘Dit is wat me zorgen baart.’ Jo liet haar vinger over de rij e-mailberichten glijden. ‘Ik schat dat de laatste vijfhonderd e-mails benadrukken hoe vreselijk het voor NMP is dat Tasia een verhouding heeft.’
‘Wat is de toon?’
‘Jaloezie. Bezitterigheid. Als ik puur naar deze e-mails kijk, zou ik niet durven zeggen dat Aartsengel van plan is haar te vermoorden. De berichten bevatten geen openlijke dreigementen, maar ze zijn wel agressief en verontrustend. Luister maar. “Wat doe je me aan? Ik kan hier niet tegen.”’
‘Dat zou ik kunnen interpreteren als een dreigement.’
‘Of als een smeekbede. Hier is er nog een: “Het deugt niet. Waarom doe je dit? Moet je nu per se Searle hebben? Er zijn ook nog anderen die je kunt krijgen. En ondertussen moet ik maar wachten… Egoïstische trut.”’
‘Klinkt als een arrogante tiener.’
‘Of een fan die bezeten is van zijn idool. “Je breekt mijn hart. Als jij niet met Searle breekt, doet NMP het voor je.”’
Tang zweeg even. ‘Dat is een dreigement. En “NMP“? Verwijst hij naar zichzelf in de derde persoon?’
‘Ja,’ antwoordde Jo. ‘En hij heeft ook foto’s gestuurd. Porno. Verontrustende foto’s.’
Opeens klonk Tangs stem vermoeid. ‘Ik luister.’
‘In het mailtje staat: “Heb je dit ooit gedaan?” Op de foto staat een naakte man die seks heeft met een reusachtige schorpioen. De staart van de schorpioen zwaait tussen de benen van de man omhoog en staat op het punt om zijn gigantische gifstekel in de man te rammen.’
Tang was even stil. ‘Kun je daar psychologische conclusies uit trekken?’
‘Een heleboel,’ antwoordde Jo. ‘En nu komt het griezelige, Amy. Na al dat hysterische gedoe schreef NMP: “Tot ziens in San Francisco. Ik heb al een kaartje gekocht.”’
‘Beckett, dat is een goed aanknopingspunt.’
‘Mooi.’
‘Er hebben veertigduizend mensen kaartjes gekocht, maar het ís een houvast.’
‘Misschien was Aartsengel X bij het concert aanwezig. Misschien heeft hij haar aangesproken. Kun je erachter komen van wie dat e-mailaccount is?’
‘Er zal wel een dagvaarding voor nodig zijn. En voordat je het zegt: ik ga erachteraan.’
‘Hoe lang duurt dat?’
‘Ik kan niets beloven. Misschien wel dagen.’
‘Zijn er aanwijzingen dat de stalker Tasia volgde? Aanklachten bij de politie, verzoeken om een contactverbod, vandalisme, inbraken in…’
Ze hield op met praten.
‘In Tasia’s huis?’ vroeg Tang.
‘Zat ik net aan te denken. De man met de bivakmuts. De indringer.’
Tang zweeg even. ‘Dat zou een heel nieuw licht op deze zaak werpen.’
‘Kun je daarachter komen?’
‘Ik bel je nog.’
‘Amy, als dit klopt, zijn ze je eeuwig dankbaar. Dan neem je de aandacht van de politieke intriges weg en kun je een onvervalste stalker als dader aanwijzen.’
‘Mijn hemel, wat ben jij machiavellistisch. Ik wist niet dat je het in je had.’
Toen Jo ophing, was ze geagiteerd en voelde ze zich opgelaten. Zelfs nu ze veertienhonderd e-mails van Aartsengel had gelezen, had ze het gevoel dat ze iets over het hoofd zag. Er ontging haar een bepaalde toonbuiging, een onderliggende boodschap. Er smeulde iets onder de oppervlakte van Aartsengels woorden, als een brand in een ondergrondse steenkoollaag.
Ze wilde niet wachten tot ze meer informatie over Aartsengel X kreeg. Ze pakte haar computer en ging op zoek naar Ferd Bismuth.