Hoofdstuk 7
‘Hoe haal je het in je hoofd om die vieze troep mee naar mijn huis te nemen,’ mopperde Sheridan, kijkend naar de inhoud van de vuilniszak die Skye in haar keuken op een plastic zeil had omgekeerd.
‘Jij hebt mij gebeld en gezegd dat ik naar jou toe moest komen.’ Skye ging zitten en begon het afval te sorteren. ‘En ik zei dat ik aan een zaak bezig was en dat ik wat rommel bij me had.’
‘Ik maakte me zorgen toen ik je thuis niet kon bereiken.’ Sheridan leunde tegen de deurpost en trok haar neus op. ‘Bah, die zak stinkt. Heeft rechercheur Willis jou nog gesproken?’
‘Ja, hij kwam tijdens een van mijn lessen op de schietbaan langs,’ antwoordde Skye. ‘Hij vond het nodig een paar vervelende opmerkingen te maken, dus je wordt hartelijk bedankt.’
Sheridan trok haar wenkbrauwen op bij het sarcasme van haar vriendin. ‘Mag ik hem niet eens meer vertellen waar je bent?’
Skye wist niet wat ze daarop moest zeggen. Ze deed haar uiterste best niet aan die kus in de parkeergarage te denken. ‘Ik weet het niet,’ verzuchtte ze.
‘O, dat is een antwoord waar ik echt iets aan heb,’ reageerde Sheridan spottend.
Schouderophalend ging Skye door met haar werk.
‘Je blijft vannacht hier, hè?’ Met haar voet duwde Sheridan de zak nog wat verder op het zeil. ‘Ik bedoel, als ik in deze lucht moet zitten, neem ik aan dat er een goede reden voor is.’
‘Ja hoor, ik wil best blijven.’
‘Wauw, dat viel mee.’ Sheridan glimlachte opgelucht. ‘Vertel eens, wiens vuilnis heb je gepikt? Zeg alsjeblieft niet dat dit uit de vuilnisbak van Sean Regan komt.’
‘Nee. In die zaak vertrouw ik op Jonathan,’ antwoordde Skye. Ze moest wel. Ze had zelf al genoeg aan haar hoofd.
‘Aan welke zaak werk je dan?’
‘Mijn eigen zaak.’
Er viel een beladen stilte. Sheridan bukte zich om een enveloppe uit de stapel te halen. ‘Jane A. Burke,’ las ze hardop. Haar mond viel open, en ze zette grote ogen op. ‘Dat meen je niet.’
Op de grond bleef Skye tussen de rommel zoeken. Een leeg pak waarin koekjes hadden gezeten. Een chipszak.
‘Ben je gek geworden?’ vroeg Sheridan.
‘Nee.’ Skye keek haar niet aan.
‘Je wordt boos als Willis zegt dat je je moeilijkheden op de hals haalt, maar hoe zou je dit dan noemen?’
Eindelijk keek Skye haar bezorgde vriendin aan. ‘Hij denkt dat we ons allemaal moeilijkheden op de hals halen. Als Burke die vrouwen heeft gedood, is hij een serieverkrachter en een moordenaar, Sheridan. Zulke mannen slaan uiteindelijk weer toe. We moeten hem tegenhouden. Ik weet hoe berekenend en sadistisch hij is.’
‘Dat is nu net het probleem. Het zou kunnen dat hij nog steeds geobsedeerd is door jou,’ zei Sheridan. ‘Als hij ontdekt dat je bij hem thuis bent geweest, wordt hij razend. Dit is net of je een hondsdol beest uitdaagt! Hij zal wraak willen nemen. Dat weet je zelf ook wel.’
Skye vermoedde dat hij ook wel achter haar aan zou komen als hij niets van de vuilniszak wist. ‘Zijn vrouw heeft een verhouding met zijn broer,’ kondigde ze aan.
Zoals ze wel had verwacht, maakte Sheridans boosheid plaats voor verbijstering. ‘Wat?’
‘Ik heb hen vanavond samen gezien.’
Sheridans wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Waren ze…’
‘Ze kusten elkaar hartstochtelijk. Beslist een vorm van voorspel.’
‘Dus je hebt niet alleen Jane Burkes vuilniszak gestolen, maar ook bij haar naar binnen geloerd?’
Skye trok haar neus op bij een natte prop keukenpapier. ‘Het is een lang verhaal, maar het komt erop neer dat ik meer over Burke wilde weten voordat hij thuiskomt.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik hem in de gaten wil houden. Omdat ik wil zorgen dat hij wordt opgesloten voordat hij weer toeslaat.’
Sheridan schudde haar hoofd. ‘Dat moet je aan de politie overlaten.’
‘Dat ben ik niet met je eens. Ik vind dat zulke dingen bij mijn werk horen, en jij bent in andere zaken ook wel eens zo ver gegaan.’
‘Dit beangstigt me, Skye. Het is al erg genoeg dat hij vrijkomt,’ zei Sheridan. ‘Ik vind het een naar idee dat je rond zijn huis sluipt.’
‘Er zit niets anders op. Ik wil niet bang op de bank blijven zitten.’
Sheridan rechtte haar rug. ‘Hoe zou Burke reageren als hij ontdekt dat zijn vrouw een verhouding heeft met zijn broer?’
‘Waarschijnlijk net zo woedend als jij nu denkt.’
Geschokt legde Sheridan haar handen op haar wangen. ‘Dit is echt vreselijk. Ze zit diep in de nesten.’
‘En ze is zich er niet eens van bewust.’ Met een diepe zucht boog Skye zich weer over het afval.
Naast haar kwam Sheridan op haar knieën zitten. ‘Vind je dat we haar moeten waarschuwen?’
‘Ik weet het niet.’ In de stapel vond Skye een briefje van de school van Burkes dochter. De juf vond dat Kate zich misdroeg en wilde een gesprek met haar ouders.
Terwijl Skye het papiertje apart legde, probeerde ze geen medelijden met Jane te hebben. Ze wist dat Jane niet bepaald op haar medeleven zat te wachten. Toch wist ze dat Burkes vrouw het niet makkelijk had.
‘Wat heb je gevonden?’ informeerde Sheridan.
‘Weer een fragment van Janes leven.’
Peinzend staarde Sheridan naar het briefje. ‘Zullen we haar bellen?’
‘Wat moeten we dan zeggen? Als het bewijsmateriaal in de rechtszaal haar nog niet heeft overtuigd dat haar man gevaarlijk is, heeft mijn waarschuwing ook niet veel zin.’
‘Wat een puinhoop.’
Skye wist niet of haar vriendin op de situatie doelde of op het afval, maar in beide gevallen had ze gelijk.
Nadat Sheridan haar mouwen had opgerold, ging ze in kleermakerszit op de grond zitten om Skye te helpen. ‘Wat zoeken we?’ vroeg ze.
‘Een aanwijzing waar ze straks gaan wonen, wat ze hierna willen gaan doen,’ antwoordde Skye. ‘Iemand moet hen goed in de gaten houden.’
Uit het afval viste Sheridan een lege wijnfles. ‘Hé, dit was dure wijn,’ merkte ze op.
‘Een intiem avondje voor twee,’ zei Skye, het etiket bestuderend. Haar gedachten gingen terug naar wat ze die avond had gezien.
‘Zeg alsjeblieft dat die broer van Oliver niet getrouwd is,’ zei Sheridan.
‘Volgens mij is hij wel getrouwd.’
Sheridan mompelde een krachtterm. ‘Het probleem wordt met de minuut groter.’
‘Misschien zijn er ook wel kinderen bij betrokken. Afgezien van Kate, bedoel ik,’ zei Skye.
Sheridan hield een nat memobriefje omhoog. Hoewel de inkt was doorgelopen, waren Olivers naam en een adres nog goed te lezen. ‘Wat zullen we hiermee doen?’ vroeg ze.
‘Er staat geen postcode bij,’ reageerde Skye peinzend.
‘Dan zal het wel ergens in de buurt zijn, maar misschien is er helemaal geen verband tussen Oliver en dat adres. Misschien heeft Jane zomaar wat opgeschreven,’ zei Sheridan.
‘Misschien, maar ik wil het toch even natrekken.’
Sheridan gaf haar het gele papiertje. ‘Zou Jane Burke zich wel eens afvragen of je in die rechtszaal de waarheid over haar man hebt verteld?’ vroeg ze.
‘Als ik moet afgaan op die akelige brieven die ze me heeft gestuurd, zou ik denken dat ze me een leugenaarster vindt,’ antwoordde Skye.
‘Misschien steekt ze haar kop in het zand. Misschien wil ze niet onder ogen zien dat ze een kind heeft van een man die zulke gruwelijke dingen doet.’ Sheridan gooide een kapotte schoenendoos op de stapel die weg mocht. ‘Of misschien interesseert het haar niet of hij onschuldig is.’
‘Jawel, dat kan haar wel schelen. Anders had ze nooit zulke vurige brieven gestuurd en was ze tijdens het proces niet zo geëmotioneerd geweest.’
‘Er moet toch een moment komen waarop de twijfel gaat knagen… Ik probeer me voor te stellen hoe haar leven er de afgelopen jaren heeft uitgezien.’
‘Als ze slim was, nam ze de benen naar een plaats waar Burke haar nooit zou vinden,’ zei Skye.
Sheridan legde een paar reclamefolders op een stapeltje. ‘Waarom heb je me niet gebeld voordat je naar Burkes huis ging?’ Verwijtend keek ze opzij. ‘Ik had best met je mee willen gaan.’
‘Nee. Je zou je best hebben gedaan het me uit mijn hoofd te praten.
‘Natuurlijk, ik ben je vriendin. Maar daarna zou ik je je zin hebben gegeven.’
Er gleed een vermoeide glimlach over Skyes gezicht. ‘Dat weet ik. Ik had alleen geen energie om met je in discussie te gaan.’
Nu de adrenaline uit haar lichaam was verdwenen, had ze überhaupt geen energie meer. Ze was blij dat ze naar Sheridan toe was gegaan. Hier zou ze niet twaalf keer alle deuren hoeven te controleren voordat ze in slaap kon vallen.
‘Heb je rechercheur Willis gebeld?’ vroeg Sheridan.
Skye herinnerde zich zijn lippen op de hare, zijn lichaam dat zich tegen haar aan had gedrukt. Ze werd gek van verlangen naar hem, en de emotionele gebeurtenissen van de afgelopen dagen hadden dat alleen maar versterkt. ‘Waarom zou ik hem moeten bellen?’
‘Om te vertellen dat je naar Burkes huis bent gegaan.’
Skye trok een vies gezicht toen ze een plastic zak met bedorven vlees pakte. ‘O, jasses…’ Haastig stond ze op om het zakje naar buiten te brengen. Ze had echter wel gezien dat het restjes biefstuk bevatte. Misschien weer een bewijs van een romantisch dineetje.
‘Je hebt nog geen antwoord gegeven,’ zei Sheridan bij haar terugkeer.
Met een plof liet Skye zich op de grond zakken. ‘Ik heb ook nog geen antwoord bedacht,’ legde ze uit. ‘Hij vindt het vast niet leuk dat ik naar dat huis ben gegaan, maar ik heb zijn hulp nodig om Jane te beschermen. Misschien moet ik hem dus toch vertellen wat ik heb gedaan.’
‘Kun je de zorg daarna aan de politie overdragen?’ vroeg Sheridan.
‘Nee. Hoe kan ik nu klaar zijn als Burke nog op vrije voeten is?’
‘Omdat rechercheur Willis hem uiteindelijk wel in zijn nek grijpt,’ zei Sheridan, het afval verzamelend waarin ze niets interessants hadden gevonden.
Uiteindelijk, ja. Dat was nu net het probleem. Ze hadden niet veel tijd. David moest zich aan de regels houden, Burke trok zich waarschijnlijk nergens iets van aan. ‘David heeft nog meer zaken, Sheridan. Ik denk dat hij onze hulp goed kan gebruiken.’
‘Dan huren we Jonathan weer in.’
‘Jonathan heeft het druk.’
‘Ach, waarom probeer ik je ook op andere gedachten te brengen?’ zei Sheridan. ‘Jij kunt deze zaak pas laten rusten als…’
‘Precies. Het is persoonlijk geworden.’
Zwijgend gingen ze een paar minuten door met hun taak. Uiteindelijk nam Sheridan weer het woord.
‘Denk jij dat we weleens doordraven in ons werk?’ vroeg ze onzeker.
‘Ik moet weten waar Burke is en wat hij doet,’ zei Skye, al was dat geen antwoord op de vraag.
‘Ik heb het niet alleen over Burke. Ik heb het over onze baan.’
Peinzend gooide Skye een bekertje weg waarin zure room had gezeten. Zelf vond ze hun werk bij De Laatste Linie nuttig en belangrijk. Ze konden het leven van hun cliënten veranderen. Soms konden ze het zelfs letterlijk redden. Net wilde ze zeggen dat het nooit te veel moeite mocht zijn om andermans leven te redden toen ze het gezicht van haar vriendin zag.
‘Wordt het je te veel, Sher?’ vroeg ze zacht. ‘Vind je de risico’s en de offers te groot?’
Natuurlijk hoopte ze dat Sheridan dat zou ontkennen, maar in plaats daarvan dacht haar vriendin diep na.
‘Soms wel, ja,’ antwoordde ze uiteindelijk. Uitdagend hief ze haar kin een stukje op. ‘Ik weet dat we belangrijk werk doen. Ik geloof in ons doel, maar dat valt me soms zwaar. Kon ik maar zijn zoals al die mensen die nooit iets met geweld te maken hebben gehad. Konden we onze herinneringen maar wissen.’
‘Zou je willen dat het je minder kon schelen?’
‘Ja.’
Skye begreep wel waarom ze dat zei. ‘Sher, je moet jezelf niet zo kwellen,’ zei ze. Zelf moest ze leven met de gevolgen van Burkes aanval en met de gedachte dat hij deze week vrijkwam, maar ze hoefde in elk geval niet te denken dat zij verantwoordelijk was voor een aanval die haar vriend het leven had gekost. ‘We hebben het hier al honderd keer over gehad. Jasons dood is niet jouw schuld.’
‘Zonder mij zou hij nooit op die plek zijn geweest.’ Sheridans stem klonk emotieloos, maar het was duidelijk dat ze er nog steeds mee worstelde. Uiteindelijk kwam ze hier altijd op terug.
‘Je stond gewoon met hem te praten,’ zei Skye. ‘Het was volkomen onschuldig.’
‘Onschuldig? Ik probeerde zijn oudere broer jaloers te maken,’ zei Sheridan. ‘Ik had mijn zinnen op Cain gezet. In plaats daarvan heb ik nu de dood van zijn enige broer op mijn geweten. Hij heeft nooit meer een woord met me willen wisselen’
‘Je hebt zijn dood niet op je geweten! Je was amper zestien, Sher!’ zei Skye. ‘Hoe kon jij nu weten dat er opeens een man met een wapen voorbij zou komen die het vuur op jullie opende? Het had iedereen kunnen overkomen.’
‘Maar het was Jason niet overkomen als ik hem daar niet mee naartoe had genomen!’
‘Sheridan…’ Skye wist werkelijk niet meer wat ze moest zeggen om haar vriendin te troosten. Telkens weer kwamen de herinneringen aan hun verleden terug. Het was hun realiteit, een realiteit die ze anderen wilden besparen.
Sheridan veegde haar neus af en ging rechtop zitten. ‘Het gaat wel weer,’ zei ze. ‘Ik ben gewoon moe. Dan komen de herinneringen aan Jason sneller terug.’
Dat was een leugen. Skye wist dat Sheridan voortdurend aan de jongen dacht. Meestal wist ze het alleen beter te verbergen.
‘Kom, we ruimen die rommel op en dan gaan we naar bed,’ zei ze.
Ze veegde het afval bij elkaar en bracht het naar buiten. Tegen de tijd dat ze terugkwam, zat Sheridan nog steeds voor zich uit te staren.
‘Sher, heb je misschien wat desinfecterend schoonmaakmiddel?’ vroeg Skye.
Sheridan schrok op uit haar overpeinzing. ‘Ja, onder de gootsteen,’ zei ze.
Zelfs nadat ze alles hadden schoongemaakt, was Sheridan nog van streek. Om het gesprek in andere banen te leiden, begon Skye over de benefietavond, al wilde ze daar helemaal niet over praten.
‘Ik heb een afspraakje geregeld voor zaterdagavond,’ meldde ze.
Sheridans mondhoeken gingen omhoog. ‘Wie?’
‘Raad eens.’
‘Heb je rechercheur Willis gevraagd?’
Skye knikte, en tot haar opluchting zag ze weer wat kleur op Sheridans wangen verschijnen.
‘Ik dacht dat hij zich had verzoend met zijn vrouw.’
‘Als dat zo was, had hij vast niet beloofd dat hij mee zou gaan,’ zei Skye.
‘Hoe gaat het met zijn ex?’
Daar wilde ze liever niet over nadenken. Ze wist zeker dat David niet meer van Lynnette hield, maar op een of andere manier leek hij haar niet los te kunnen laten.
‘We hebben het nooit over haar,’ antwoordde ze. We spreken elkaar sowieso nauwelijks, voegde ze er in gedachten aan toe.
‘Misschien valt er ook niets te zeggen en is het nu definitief voorbij.’
‘Dat denk ik niet.’ In dat geval was David wel naar haar toe gekomen, want ze wist dat hij dat wilde. ‘Wie neem jij mee?’
Glimlachend hief Sheridan haar handen op. ‘Ik heb nog niemand,’ antwoordde ze. ‘De enige mannen die ik op dit moment ontmoet, zijn de gewelddadige echtgenoten van onze cliënten. Misschien moet ik wel iemand huren!’
‘Neem je gescheiden buurman mee,’ plaagde Skye. ‘Tijdens de kerstborrel heb ik het erg gezellig met hem gehad.’
‘Ik peins er niet over. Ik zie hem nu al te veel.’
‘Misschien wil Jasmine hem wel.’
‘Ik denk niet dat Jasmine zaterdag al terug is.’
Meteen verdween de lach van Skyes gezicht. ‘Gaat het niet goed in Fort Bragg?’
Sheridan schudde haar hoofd. ‘Ze hebben de jurk van het meisje gevonden.’
Een koude hand sloot zich om Skyes hart. ‘Hoe is Jasmine eronder?’
‘Ze is ervan overtuigd dat het meisje dood is.’
Dat zei genoeg. ‘Dan zal ze zich wel ellendig voelen.’
Sheridans mond werd een dunne streep. ‘Net als wij.’
Oliver Burke wachtte geduldig tot Victor Romey langs de tientallen mannen op de luchtplaats was gelopen. De meeste mannen waren aan het basketballen, gewichtheffen of kletsen.
Oliver mocht Romey niet, maar de afgelopen drie jaar hadden ze vaak zaken kunnen doen. Hoe had hij het anders moeten redden in een gevangenis die zo gewelddadig was dat ze de bijnaam De Arena had gekregen? Daarnaast had Romey contacten, hij kon spullen krijgen waar Oliver niet aan kon komen. Extra papier. Pennen. Chocola. Informatie. Vooral aan dat laatste had Oliver behoefte, want daardoor voelde hij zich niet zo machteloos. Hij moest er elke keer echter vorstelijk voor betalen.
Vanuit zijn ooghoek keek hij opzij naar de bewakers, die vanaf hun verhoogde wandelgang de gevangenen in de gaten hielden. Ze moesten vooral tijdens het luchten op hun hoede zijn en hielden hun wapens in de aanslag. Als er problemen uitbraken, was dat meestal op de luchtplaats. Om die reden zat Oliver liever in de bibliotheek, of in het kantoortje waar hij de gebitten van zijn medegevangenen behandelde. Hij kwam alleen naar buiten als hij Vic moest spreken.
‘En?’ vroeg hij zodra Romey bij hem was.
Vic spuwde op de grond. ‘Ik ben er nog mee bezig.’
Dat klonk niet alsof hij zijn best deed. ‘Waarom duurt het zo lang? Ik heb je twee maanden geleden al betaald.’
‘Het valt niet mee. Ze heeft een geheim nummer, en ze ontvangt haar post op een postbusnummer.’
‘Dat moet voor jou toch geen probleem zijn?’
‘Zulke dingen kosten tijd, Burke. Ik kan je wel het adres van haar kantoor geven.’
Zuchtend hief Oliver zijn ogen ten hemel. ‘Dat kan ik ook wel uit het telefoonboek halen. Daar hoef ik jou niet voor te betalen.’
‘Waarom heb je haar eigen adres nodig als je weet waar je haar kunt vinden?’
‘Zeg, we zitten hier niet in een quiz. Dat gaat jou niet aan.’
Victor grinnikte zachtjes.
‘Zorg dat je die informatie voor me te pakken krijgt.’
‘Alles op zijn tijd.’
Opeens moest Oliver weer vechten tegen de opborrelende haat. Hij had de man verdorie al betaald! ‘Probeer je dit nu expres te rekken?’ Bij het zien van Vics vernauwde ogen had hij spijt van zijn vraag. Hij moest voorzichtig zijn. Geen vijanden maken. Vooral nu niet.
‘Denk je dat ik tegen je lieg, Ollie?’ bitste Vic.
‘Nee, natuurlijk niet,’ mompelde Oliver, maar de woorden smaakten bitter in zijn mond. Hij voelde zich beter dan Vic, beter dan alle gevangenen. Hij voelde zich zelfs beter dan de bewakers. Hij had een goede opleiding achter de rug en had een succesvolle praktijk gehad. Deze mannen waren allemaal mislukkelingen en verslaafden.
Hij nam zich voor om het Vic nog eens betaald te zetten. Als je geduld had, kwam er meestal wel een gelegenheid om wraak te nemen.
‘Ik wil gewoon waar voor mijn geld,’ zei hij, terwijl hij de luchtplaats rondkeek. Je wist maar nooit of een van Vics vrienden hem met een zelfgemaakt wapen zou aanvallen. ‘Ik kom over twee dagen vrij.’
‘Wat maak je je dan druk om een adres? Jezus man, die meid is echt belangrijk voor je, hè?’
Inderdaad, dacht Burke. Door haar ben ik alles kwijtgeraakt. Dat zal ik nooit vergeten. ‘Ik ben haar geld verschuldigd,’ loog hij.
‘Ja hoor, dat zal wel,’ zei Romey grijnzend. ‘Weet je wat, Ollie, als jij iets voor mij doet, zal ik zorgen dat je dat adres krijgt.’
‘Ik heb je al betaald.’
‘Ik wil nog iets extra’s van je.’
Nu keek Oliver nog nerveuzer om zich heen. ‘Geld?’
‘Nee, iets beters.’ Romey boog zich naar hem toe. ‘Crack.’
Burke verstijfde. ‘Wat? Moet ik drugs voor je regelen?’
‘Vind je dat zo schokkend?’ Vics koude ogen fonkelden.
‘Ja… Ik ben hier nooit bij de drugshandel betrokken geweest, dat weet je best. Waarom vraag je dat aan mij?’
‘Omdat jij op dit moment niet in de gaten wordt gehouden. Jij komt bijna vrij,’ antwoordde Romey. ‘Daarnaast is het de enige manier waarop je je eer kunt redden, verrader.’
Burkes hart bonkte in zijn keel. Hoe wist Romey dat hij een deal met de politie had gesloten? De rechercheurs hadden beloofd dat ze hun mond zouden houden. Als het in de gevangenis uitlekte dat hij mensen had verraden, kon het hem zijn leven kosten.
Of was dat juist de bedoeling geweest?
Burke wist dat hij niemand kon vertrouwen, behalve Jane.
‘Ik weet niet waar je het over hebt,’ loog hij.
Romey trok een mondhoek op. ‘Ja hoor, tuurlijk. Ze laten je vrijdag vrij omdat ze je zo aardig vinden.’
‘Ik kom voorwaardelijk vrij.’ Burke wist echter dat ze daar op terug zouden komen als ze hem met drugs betrapten. Dat mocht niet gebeuren. Hij ging langzaam dood in San Quentin. De stank van de gevangenis leek al uit zijn poriën te sijpelen. Hij vroeg zich af of hij de herinnering aan dit oord ooit uit zijn geheugen zou krijgen.
Vic spuwde nogmaals op de grond en schopte met zijn schoen in het zand. ‘Zie je die schoorsteen daar?’
Oliver keek naar de groene pijp die uit het dak van het noordelijke blok stak. Hij wist dat die oorspronkelijk van de gaskamer was geweest. Dat wist iedereen die hier zat. ‘Wat is daarmee?’
‘Dat is de enige manier waarop ik hier weg kan.’
‘Je bent niet ter dood veroordeeld.’
‘Dat komt nog wel. Er zijn weer aanklachten tegen me ingediend, en daar kan ik niet onderuit.’
Oliver kon zich er niet druk over maken. Hoe sneller ze Romey executeerden, hoe beter. Dat zou hem uiteindelijk de moeite besparen. ‘Er worden geen mensen meer vergast,’ zei hij koeltjes. ‘In dat geval zou je een dodelijke injectie krijgen.’
‘Geeft hetzelfde resultaat, slimmerik,’ gromde Vic. ‘Ik ben ten dode opgeschreven. Ik heb niets meer te verliezen.’
Burke deinsde achteruit, om Vic de indruk te geven dat hij bang voor hem was. ‘We hebben de afgelopen jaren altijd een goede relatie gehad. Ik heb je altijd netjes betaald.’
‘Klopt, maar nu betaalt iemand anders me meer,’ zei Romey. Hij schopte tegen een steen die tegen Burkes scheen tikte. ‘Zorg dat ik mijn crack krijg.’
De pijn in Olivers been was scherp en heftig. Terwijl hij naar de steen keek, had hij bijna niet in de gaten dat Romey wegliep. ‘Dat kan ik niet,’ riep hij. ‘Ik zou niet weten hoe.’
‘Verzin maar een manier.’
Daarmee zou hij alles op het spel zetten! ‘Ik begrijp het niet. Waarom laat je me nu ineens vallen?’
‘Jou laten vallen?’ Romey liet een kil lachje horen. ‘Wie laat wie nu vallen? Je was toch bevriend met Johnny Pew? Hij vertelde je in vertrouwen wat hij had gedaan.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is een schande dat je hierbinnen niemand meer kunt vertrouwen.’
Koortsachtig dacht Oliver na. Vic probeerde hem erin te luizen. Als hij de drugs wist te bemachtigen, zou iemand de bewakers waarschuwen en zou zijn vrijlating worden uitgesteld. Als hij geen moeite deed om drugs te krijgen, zou hij waarschijnlijk vóór vrijdag worden neergestoken.
‘Dit deugt niet,’ schreeuwde hij. ‘Ik heb niemand verraden.’
‘Zorg in elk geval maar dat je mij niet verraadt, want anders ga je hier weg in een lijkenzak.’