Hoofdstuk 1
‘Je hebt het zeker al gehoord.’
David Willis keek op van zijn propvolle, slordige bureau naar zijn goede vriend en collega ‘Tiny’ Wyman, die nauwelijks in de piepkleine ruimte paste. Tiny was een van de beste politiemensen die hij kende, en was zelfs nog langer dan hij. Hij had een getinte huid en een vriendelijke lach, die niet altijd paste bij de droevige blik in zijn bruine ogen. Tiny nam zijn werk heel serieus en was een man van weinig woorden. Als hij iets zei, luisterde iedereen. David ook.
‘Wat had ik moeten horen? Dat mijn rapport allang binnen had moeten zijn?’ grapte hij.
Tiny stopte zijn reusachtige handen in de zakken van zijn kakibroek. Hij zag eruit alsof zijn kleren hem niet lekker zaten. Hij was gewoon geen man voor een nette lange broek en een colbert, laat staan een das.
‘Je bent altijd te laat met je rapporten,’ reageerde hij met een grijns. ‘Dacht je dat ik daar mijn waardevolle tijd aan verspilde?’
Bij het zien van de ernstige blik in zijn ogen wist David dat Tiny niet voor de gezelligheid langskwam. ‘Nee,’ zei hij. ‘Wat is er aan de hand?’
Tiny frummelde aan zijn das, alsof hij niet goed kon ademhalen. ‘Kun je je die man nog herinneren die ’s nachts die kleine blonde vrouw heeft aangevallen?’
In zijn dertien jaar bij de politie van Sacramento had David zoveel zaken behandeld dat zo’n omschrijving in de meeste gevallen niet voldoende zou zijn. Toch wist hij meteen welke blonde vrouw Tiny bedoelde. Hij had Skye al een paar maanden niet meer gesproken, maar hij dacht vaak aan haar.
‘Ja, die zaak herinner ik me wel,’ antwoordde hij. ‘Burke heeft toch tussen de acht en tien jaar gekregen?’
‘Het worden er maar drie.’
David leunde achterover in zijn stoel en gooide zijn pen op de stapel rapporten die hij nog moest afmaken. ‘Ik had gehoord dat hij een aanvraag voor een voorwaardelijke vrijlating had ingediend,’ zei hij. ‘Maar ik had ook gehoord dat hij geen schijn van kans maakte.’
‘Dat laatste klopt helaas niet,’ verzuchtte Tiny. ‘Burke is gevaarlijk.’ Hij liet zijn das los, alsof hij erin berustte dat hij er een moest dragen. ‘Hij heeft een medegevangene verlinkt, waardoor de politie van San Francisco twee moordzaken kon afsluiten. Dat heeft hem een wit voetje bij de autoriteiten opgeleverd.’
David sprong van zijn stoel. ‘Verdorie, hebben die lui mijn brief dan niet gelezen? Waarom hebben ze ons niet eerst gebeld?’ riep hij uit. ‘We hadden hun heel wat over die man kunnen vertellen.’
‘Blijkbaar hebben ze commissaris Jordan al een paar weken geleden gebeld.’
‘Heeft hij gezegd dat er bij de rivier aanzienlijk minder lijken worden gevonden sinds onze vriendelijke tandarts in de gevangenis zit?’
‘Natuurlijk, maar ze zeiden dat dat toeval kon zijn.’ Tiny schudde zijn hoofd. ‘Ik zou zeggen dat ze ons op ons woord moeten geloven, maar zij willen méér.’
Meer. Dus daarom had de commissaris geïnformeerd naar die onopgeloste zaken. Daarom had hij gevraagd of David al een verband tussen Oliver Burke en de moorden had ontdekt. Jordan had argumenten willen hebben om San Francisco tegen te spreken. David had hem helaas niets kunnen bieden.
Op dat moment had hij zich daar niet zo druk om gemaakt, want hij had niet geweten wat er op het spel stond. Hij vermoedde dat hij nog twee jaar nodig zou hebben om de zaak helemaal af te ronden.
‘Ze zijn niet goed bij hun hoofd.’ Hij duwde zijn vriend opzij en wilde Jordan gaan zoeken.
Tiny greep hem bij de arm. ‘Bespaar je de moeite, David. Jordan kan er ook niets aan doen. Het besluit is al gevallen. Tandarts Oliver Burke komt volgende week vrij.’
‘Volgende wéék? Beseffen die lui dan niet waar hij toe in staat is?’
David praatte zo hard dat twee andere rechercheurs opkeken van hun bureau. Bij het zien van zijn dreigende blik verplaatsten ze hun aandacht weer naar hun eigen werk.
‘Het ziet ernaar uit dat ze in San Francisco meer interesse hebben in het oplossen van hun eigen zaken,’ zei Tiny. ‘Nu ze Burke hebben beloond, hopen ze dat er nog meer mensen komen die hun medegevangenen verlinken. Ik denk dat de politie van San Francisco zelfs bereid zou zijn geweest de vrijlating van Burke bij de gouverneur te bepleiten.’
Blijkbaar was dat niet nodig geweest. Burkes vrijlating was veel eenvoudiger geweest dan David ooit had kunnen denken.
‘Als hij weer toeslaat, kunnen we er donder op zeggen dat hij zijn slachtoffer vermoordt,’ merkte hij op. ‘Hij heeft één keer de fout gemaakt een slachtoffer te laten leven, en daardoor is hij in de gevangenis beland.’
‘Dat was natuurlijk ook het belangrijkste argument van commissaris Jordan.’
‘Wat zeiden ze daarop?’
‘Dat we niet zeker weten óf hij nog een keer toeslaat. Als we met alle mogelijkheden rekening moeten houden, kunnen we ons werk niet doen, zeiden ze.’
‘Skye Kellerman is méér dan zomaar een mogelijkheid!’
Tiny haalde zijn hand over zijn kale schedel. ‘Ze betekent nogal wat voor je, hè?’
Zoals gewoonlijk klonk Tiny’s stem als een laag gebrom, maar David hoorde het ondertoontje. Hij besloot geen aandacht te schenken aan de waarschuwing dat Skye té belangrijk voor hem was. Waarschijnlijk vond Tiny dat hij zijn best moest doen zich te verzoenen met zijn ex-vrouw, maar David had al zo lang zijn best gedaan.
‘Volgens mij is Burke in staat haar weer op te zoeken, zijn oorspronkelijke plan uit te voeren en zich op haar te wreken,’ zei hij. Bij de gedachte werd hij al misselijk.
‘Dat zou inderdaad best kunnen,’ beaamde Tiny.
‘We moeten iets doen.’
‘Wat dan? Tot hij weer iets doet, of we het bewijs voor die andere misdaden vinden, staan we machteloos.’ Tiny slaakte een diepe zucht. ‘Zal ik haar bellen?’
David wenste dat hij die taak aan Tiny kon overdragen. Het laatste wat hij wilde, was Skye met het nieuws over Burke opzoeken. Hij besefte echter dat hij niet de weg van de minste weerstand mocht kiezen. Hij was degene die het haar moest vertellen. ‘Nee, ik doe het wel.’
‘Zeker weten?’
‘Ja.’ Nijdig sloeg David met zijn vuist op zijn bureau.
Tiny draaide zich om en liep weg. De mannen hoefden geen woorden meer aan de kwestie vuil te maken; ze wisten precies hoe gefrustreerd de ander was. Even verderop keken hun collega’s weer op van hun werk.
‘Valt er iets te zien?’ gromde David.
Zijn collega’s sloegen hun ogen neer, maar David bleef onrustig. Hoe moest hij Skye vertellen dat haar grootste angst uitkwam? Ze had Burkes aanval overleefd, maar nu kreeg ze te horen dat de nachtmerrie weer begon.
Skye Kellerman verstijfde toen ze autobanden op haar grindpad hoorde. Het was een koude ochtend in januari, die heel mistig was begonnen. Door die grijze, kille omgeving voelde ze zich geïsoleerd. Het was alsof ze van de rest van de wereld was afgesneden.
Kwetsbaar…
Ze haastte zich naar de antieke secretaire, die ze een jaar geleden samen met het huis van haar moeder had geërfd. Uit de secretaire haalde ze een semiautomatisch handwapen. Met het vuurwapen in haar hand rende ze naar haar slaapkamer om een T-shirt aan te trekken. Als er iemand bij haar langskwam, had ze geen zin hem in een sportbeha en korte broek te ontvangen. Ze was niet altijd even gelukkig met haar cup D, omdat ze vond dat die te veel aandacht trok.
Er viel een autoportier dicht en er kwamen zware voetstappen naar de voordeur. De voetstappen van een man.
Skye trok een wijdvallend T-shirt aan, waarop DE LAATSTE LINIE: SLACHTOFFERS SLAAN TERUG stond. Daarna tuurde ze door het kijkgaatje in haar deur. Helaas was de mist zo dicht dat ze alleen maar een donkere schim kon onderscheiden.
O nee…
Ze kreeg pijn in haar maag en voelde de angst opwellen. Waarschijnlijk was het gewoon iemand die de weg wilde vragen. Sherman Island, een eiland met honderdvijfenzeventig inwoners, lag in het hart van de Sacramento River Delta. Mensen van buitenaf waren meestal niet bekend met de moerassen, dijken, ophaalbruggen en natuurlijke waterwegen die dit drassige gebied zo uniek maakten. Toch was ze niet zomaar meer bereid om onbekenden te vertrouwen. Dat vertrouwen was verdwenen toen er ’s nachts een man met een kap over zijn hoofd en een mes in zijn hand naast haar bed was verschenen.
De hemel zij dank zat Burke inmiddels in de gevangenis, maar door De Laatste Linie, de hulporganisatie voor slachtoffers die ze twee jaar geleden met haar vriendinnen Sheridan Kohl en Jasmine Stratford had opgezet, had ze veel vijanden gemaakt. Haar bezoeker zou bijvoorbeeld de man van Tamara Lind kunnen zijn, die Skye de schuld gaf van het feit dat zijn mishandelde echtgenote hem had verlaten. Vorige week had hij nog gedreigd dat hij De Laatste Linie zou opblazen. Het zou ook Kevin Sheppard kunnen zijn, die zich vorige week als vrijwilliger bij de organisatie had gemeld, maar in het verleden beschuldigd was van stalking. Toen Skye daarover was begonnen, was hij woedend het gebouw uit gestormd. Sindsdien had niemand hem meer gezien.
Er werd aangebeld, en vrijwel meteen daarna werd er geklopt. Het zweet stond haar in de handen. Ze had een wapen en kon goed schieten, maar zenuwen waren nooit goed als je je moest concentreren. Ze besloot de deur niet open te doen. Met een beetje geluk zou haar bezoeker weer vertrekken.
Met ingehouden adem drukte ze haar rug tegen de muur. Wat zouden haar cursisten zeggen als ze hun schietinstructrice zo zouden zien? Een schim in de mist was voldoende om haar als een espenblad te laten trillen. De meeste cursisten dachten dat Skye onoverwinnelijk was met een wapen in haar hand. Als ze een paar lessen hadden gehad, dachten ze dat ze zelf ook onverslaanbaar waren. Ze begrepen echter niet hoe het was om doodsbang en wanhopig te zijn. Een vrouw kon nog kwetsbaar zijn als ze een miljoen vuurwapens om zich heen had. Tenzij ze bereid was om de trekker over te halen.
Zou ze Kevin Sheppard kunnen vermoorden? Of Tamara’s agressieve echtgenoot?
Als het echt moest…
Hoewel ze doodstil was, leek haar bezoeker te weten dat ze thuis was. Hij belde nog een keer aan en klopte nog een keer hard op de deur. Daarna bracht hij zijn gezicht naar het raam, in de hoop dat hij tussen de jaloezieën door kon turen.
‘Skye, ben je thuis? Ik ben het, David Willis.’
Met een diepe zucht haalde ze haar vinger van de trekker. David. Ze was dus niet in gevaar. Toch was de wetenschap dat hij voor haar deur stond nog niet voldoende om haar roffelende hart te kalmeren.
‘Je auto staat op de oprit,’ riep hij. ‘Wil je alsjeblieft opendoen?’
Nadat ze nog een keer diep had ademgehaald, liet ze het wapen in de zak van haar jas glijden, die naast de deur aan de kapstok hing. Daarna wiste ze met de rug van haar hand het zweet van haar bovenlip.
‘Skye?’
‘Ik kom eraan!’
Ze zette het alarmsysteem af en haalde de veiligheidsketting van de deur. Daarna schoof ze de grendel naar achteren en deed de deur open.
Hij droeg een groen overhemd en zag er goed uit. Té goed. Zijn das was een beetje te chic voor zijn overhemd, maar hij had nu eenmaal een unieke stijl. Hij combineerde de coole stijl van James Dean met het eigenzinnige van Johnny Depp. Heel even dacht ze terug aan die kus van een jaar geleden. Hij had haar met haar verhuizing geholpen, en opeens was er een soort spanning tussen hen ontstaan. Hij had met zijn lippen over de hare gestreken en haar daarna intiem gekust. Op dat moment was ze alles om zich heen vergeten.
‘Hallo.’ Ze glimlachte, in de hoop dat ze ontspannen overkwam. In werkelijkheid was hun relatie zo ingewikkeld dat ze nooit wist hoe ze moest reageren, zeker niet als hij onverwachts voor de deur stond. ‘Hoe ben jij hier verzeild geraakt?’
Aan zijn gezicht zag ze dat hij niet kwam om een praatje met haar te maken. Even vroeg ze zich af of hij was vergeten dat hij tijdens haar verhuizing bijna met haar in bed was beland.
‘Ik moet met je praten,’ zei hij. ‘Mag ik even binnenkomen?’
Wat was hij vormelijk en afstandelijk. En waarom had hij niet eerst gebeld?
Ze stapte opzij en gebaarde dat hij mocht binnenkomen. Ondertussen hield ze zichzelf voor dat ze geen enkele reden had om zich zo druk te maken. Wat er ook gebeurde, het kon nooit zo erg zijn als de dingen die ze al had meegemaakt. ‘Heb je zin in een kop groene thee?’
‘Groene thee?’ herhaalde hij met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Sorry, ik drink geen koffie meer.’
‘Ik hoef geen thee, dank je wel. Ik denk dat mijn lichaam niet weet wat het met zulke gezonde dingen aan moet,’ zei David. Zijn lichtgroene ogen leken haar verschijning in te drinken.
Skye werd er zenuwachtig van, maar zijn ogen verraadden niet of hij het fijn vond om haar te zien. Hij hield zijn gevoelens verborgen achter een onpersoonlijk masker.
Toen hij om zich heen keek, zag Skye haar huis voor het eerst door andermans ogen. Uit de woonkamer had ze haar moeders bank, bijzettafeltjes, snuisterijtjes en vazen met zijden bloemen verwijderd. Ze had ze aan haar stiefzussen Jennifer en Brenna gegeven, die in het zuiden van Californië vlak bij hun vader woonden. De ruimte in de kamer had ze opgevuld met fitnessapparatuur. Achter de kamer was de patio te zien waarop ze kruiden kweekte.
‘Je hebt het leuk ingericht,’ merkte hij op.
Zijn sardonische glimlach verraadde dat hij het geen verbetering vond. In zijn ogen was het een bewijs dat haar verleden haar leven had overgenomen. Bij hun vorige ontmoeting hadden ze het daar ook al over gehad.
‘Ik vond het zonde om de ruimte niet te benutten.’
‘Heel praktisch.’
Vroeger was Skye helemaal niet praktisch geweest. Drieënhalf jaar geleden, op 11 juli om precies te zijn, was een gebroken nagel in haar ogen nog een ramp geweest. Burke had alles veranderd. ‘Een mens verandert als hij een verkrachter moet neersteken,’ zei ze.
Een spiertje in zijn kaak spande zich en verraadde zijn ongenoegen. Blijkbaar had ze hem herinnerd aan het doel van zijn bezoek – alsof het litteken op haar wang hem niet aan die ene nacht deed denken.
‘Ik denk dat je even moet gaan zitten,’ zei hij.
‘Waarom?’
Hij schraapte zijn keel, duidelijk niet op zijn gemak. ‘Ik heb slecht nieuws voor je.’
Had hij zich definitief met zijn ex-vrouw verzoend? In dat geval zou ze blij voor hem moeten zijn. Zijn achtjarige zoon verdiende het gelukkige gezin dat David hem wilde geven.
‘Ik blijf liever staan,’ zei ze. ‘Wat is er? Kun je geen bewijs vinden dat Burke die andere vrouwen heeft vermoord?’
‘Ik heb nog niets gevonden, nee.’
De spijt was duidelijk in zijn stem te horen. Op een of andere manier was deze zaak voor David persoonlijk geworden, veel meer dan een gewone politieklus.
Hoewel ze wist dat hij zijn best had gedaan, was ze teleurgesteld. Ze hoopte vurig dat hij zou kunnen bewijzen dat Burke een gestoorde man was. Tijdens het proces hadden zijn advocaten aangevoerd dat hij nog nooit eerder geweld had gebruikt. Zijn vrouw had beweerd dat hij zelfs nog nooit tegen haar had geschreeuwd en dat hij een goed, verantwoordelijk lid van de maatschappij was. Skye wist wel beter. Zij had hem die nacht gezien, en ze had gevoeld dat hij haar wilde doden.
‘Ben je van gedachten veranderd?’ informeerde ze. ‘Denk je dat iemand anders het heeft gedaan?’
‘Nee, ik weet zeker dat hij de dader is.’ David stak zijn handen in zijn zakken. ‘Hetzelfde gedragspatroon, overeenkomsten tussen de slachtoffers. Hij heeft een opvallend kleine schoenmaat voor een man, en we hebben een voetafdruk in die maat gevonden.’
‘Is dat niet genoeg?’
‘Verder hebben we niets.’
‘Zijn er nog nieuwe slachtoffers gevallen?’
‘Niet volgens dit patroon. Die drie moorden hoorden bij elkaar.’
Wat kwam David dan doen? Ze legde haar hand op zijn arm en voelde hem verstijven. Vond hij het vervelend dat ze hem aanraakte, of vond hij het juist prettig? Ze had geen idee, maar ze wilde haar vriend bij de politie niet kwijtraken. De meeste politiemensen hadden niet veel op met De Laatste Linie, omdat de organisatie de schijnwerpers op onopgeloste of slecht aangepakte zaken zette.
‘We hebben nog tijd,’ zei ze. ‘Burke zit veilig achter de tralies.’
Zijn gezicht vertrok.
Een ijskoude hand klemde zich om haart hart. ‘Wat?’ vroeg ze. ‘Hij is toch niet vrijgelaten? Hij zou minimaal acht jaar krijgen!’
‘Het spijt me, Skye,’ mompelde hij.
Ze hapte naar adem en voelde het bloed in haar aderen suizen. ‘Voor de draad ermee,’ zei ze.
‘Hij wordt volgende week vrijgelaten.’