Hoofdstuk 5

 

 

 

Wat zag hij over het hoofd?

David had het huis van zijn ex-vrouw verlaten zodra hij had vastgesteld dat ze veilig in bed lag. Inmiddels bevond hij zich in zijn studeerkamer, de derde slaapkamer van zijn appartement in het centrum van de stad. Het licht van de opgaande zon kroop over zijn bureau, waardoor hij de lamp eigenlijk niet meer nodig had. Hij was echter zo verdiept in zijn dossiers dat hij de lamp niet uitdeed. Hij had de dossiers in het weekend al doorgenomen, maar nu bestudeerde hij alle foto’s en verslagen nog een keer. Er móést iets te vinden zijn, een flard bewijsmateriaal die een link legde tussen Burke en de drie jonge vrouwen die in hun huis waren vermoord. Wat kon het zijn?

In gedachten liep hij alle feiten na. De slachtoffers, Meredith Connelly, Amber Farello en Patty Poindexter, waren alle drie tussen de achttien en vijfentwintig jaar oud geweest.

Terwijl hij naar hun foto’s staarde, hoorde hij de stem van Burke: ‘Waar denk jij aan als je een naakte vrouw in Playboy ziet?’

Net als Skye waren de drie vrouwen allemaal bijzonder aantrekkelijk en rondborstig. In de gevangenis had Burke opgemerkt dat zijn vrouw ook een flinke boezem had, waardoor David begon te vermoeden dat Burke een borstenfetisj had.

Hij wist niet zeker waarop dat vermoeden gebaseerd was, want de meeste mannen hielden van vrouwenborsten. Toch besloot hij dit detail te onthouden, voor het geval het later nog in de puzzel zou passen. Naar aanleiding van Burkes opmerking over de vrouwen die hij in tijdschriften zag, begon David zich ook af te vragen of hij die vrouwen had aangevallen om een fantasie te realiseren. Was hij in het verleden misschien hardhandig door iemand afgewezen? Door een mooie vrouw misschien, die zich te goed voor hem voelde?

Het was de moeite waard om dat te controleren. David maakte er een aantekening van en ging verder met zijn werk.

Amber en Patty waren vrijgezel geweest en woonden bij hun ouders. Meredith woonde met haar vriend in een huurhuis. Ambers ouders waren tijdens de aanval thuis geweest, maar hadden niets gehoord, wat de hele situatie voor hen nog veel schrijnender maakte.

Patty en Meredith waren rond acht uur ’s avonds vermoord, maar Amber had tussen twee en vier uur ’s nachts de dood gevonden. David wist dat Oliver elke dag op de fiets naar zijn werk ging en soms pas laat op de avond thuiskwam. Dat betekende dat hij meer dan genoeg gelegenheid had gehad de huizen van Patty en Meredith geluidloos te benaderen en er in te breken.

Maar hoe zat het dan met de aanvallen op Amber en Skye? Eerst had David niet begrepen hoe Oliver zijn huis ’s nachts kon verlaten zonder zijn vrouw wakker te maken, maar gelukkig was dat mysterie inmiddels opgelost. Hij had Janes medische dossier gelezen en ontdekt dat ze na Kates geboorte een postnatale depressie had gekregen. Haar artsen hadden haar slapeloosheid met zware slaapmiddelen bestreden.

David vroeg zich nog wel steeds af wat Oliver na de moorden met zijn bebloede kleding had gedaan, en hoe hij zich had opgefrist voordat hij naar huis ging. Bij hem thuis hadden ze natuurlijk geen sporen meer gevonden, want hij werd pas twee jaar na de moorden als mogelijke verdachte gezien. Er zaten geen vlekken in zijn kleren of op zijn schoenen, en in zijn auto en op zijn fiets was ook niets aangetroffen.

Peinzend wreef David over zijn lip. Misschien was het een goed idee Olivers buren en vrienden nog eens te ondervragen. In de tijd dat Burke verdacht werd, had hij bij iedereen een zielig verhaal opgehangen. Aan elke verslaggever had hij verteld dat Skye drugs gebruikte en hem had aangevallen. Het gevolg was dat zijn hele omgeving het voor hem had opgenomen. David had brieven gekregen van mensen die verontwaardigd waren dat de leugens van één vrouw een gelukkig gezinnetje mochten ontwrichten. De dochter van de burgemeester, die patiënt van Burke was geweest, had in de rechtbank zelfs verklaard dat Burke een zeer fatsoenlijk mens was.

David wenste dat Burke met dat verhaal over Skye was gekomen op een moment dat ze het nog konden testen. Hij had echter wijselijk zijn mond gehouden en afgewacht wat er verder gebeurde. Weken later had Burke het verhaal gewijzigd en gezegd dat Skye hem had aangevallen toen ze samen in bed lagen. Niemand kon toen nog bewijzen of Skye inderdaad ooit drugs had gebruikt.

Helaas was Skye die avond naar een feestje geweest waar ecstasy was verkocht. Ze had David verteld dat het voor haar juist een reden was geweest om vroeg naar huis te gaan. Haar huisgenote was dat weekend in Tahoe, dus Skye was alleen thuis geweest. Daardoor was het haar woord tegen dat van Burke geworden.

Het feit dat Burkes DNA in Skyes slaapkamer was gevonden, bevestigde alleen maar dat hij daar was geweest. Niets wees erop dat hij tegen haar zin was binnengekomen, vooral niet omdat er geen sporen van braak waren gevonden. Bij de moorden aan de rivier waren horren kapot gesneden, maar hier niet. De politie merkte bij aankomst dat de voordeur niet op slot zat, maar Skye hield bij hoog en laag vol dat ze de deur had afgesloten. David vermoedde dat Burke haar ooit een sleutel had zien verstoppen en hem had gebruikt om binnen te komen. Bij controle bleek haar verstopte sleutel op de gebruikelijke plaats te liggen, dus waarschijnlijk had Burke hem meteen weer teruggelegd.

Gelukkig was Skyes verhaal overtuigend geweest. Burke was veroordeeld, maar het was geen eenvoudig proces geweest.

Skye… Het frustreerde David dat hij emotioneel bij haar zaak betrokken was. Hij dwong zichzelf aan zijn zoon te denken en zich op zijn werk te concentreren.

De drie slachtoffers hadden allemaal in het gebied rond Campus Commons aan de American River gewoond. Een van hen werkte in de Pavilions, een chic winkelcentrum in een rijke buurt. De andere twee studeerden aan Sacramento State University.

Zijn blik viel op de foto’s van de plaatsen delict. Veel van Burkes patiënten hadden te doen gehad met zijn gezin. Beseften ze wel wat hij deze gezinnen had aangedaan?

Er rolde een vloek uit zijn mond bij de gedachte dat Skye ook op zo’n foto had kunnen staan. Hij werd woedend als hij zich Burkes handen op haar lichaam probeerde voor te stellen.

Hij nam een slok van de inmiddels koud geworden koffie die hij onderweg naar huis had gekocht. Daarna liet hij zijn blik nog eens aandachtig over de foto’s dwalen. Er moesten belangrijke aanwijzingen op de foto’s te zien zijn, details die hij de vorige keren niet had opgemerkt. Toen hij niets kon ontdekken, begon hij een lijst te maken van alles wat hij tot nu toe zeker wist.

1. De dader was een sadist. De vele blauwe plekken en het grote aantal steekwonden bewezen dat.

2. De dader had zijn slachtoffers vaginaal en anaal verkracht.

3. Hij had handschoenen gedragen. Op geen enkele plaats delict waren vingerafdrukken aangetroffen, zelfs niet op de ramen.

4. De dader had zijn schaamstreek waarschijnlijk kaalgeschoren. Bij geen enkel slachtoffer waren namelijk schaamharen aangetroffen.

5. Rond de plaats waar de dader zich toegang tot de huizen had verschaft, waren geen voetafdrukken gevonden. Had hij van die papieren slofjes gebruikt die artsen vaak over hun schoenen droegen? Het zou kunnen, maar naast de oprit naar Patty Poindexters huis was wél een opvallende voetafdruk gevonden. Als de dader slofjes had gedragen, had hij ze dus pas aangedaan in de buurt van het huis.

6. Bij elke misdaad was een condoom gebruikt, dat door de dader was meegenomen. In de lichamen van de meisjes waren geen spermasporen aangetroffen, al was het overduidelijk dat ze met grof geweld waren verkracht.

7. De dader had ervaring met messen. Wist hij door zijn werk misschien hoe hij een scalpel moest hanteren?

8. Waarschijnlijk was de dader kleiner dan een meter tachtig. Omdat hij twee keer door een slaapkamerraampje naar binnen was geklommen, kon hij niet erg lang zijn. Hoe groter de man, hoe moeilijker het was op die manier binnen te komen.

9. De slachtoffers waren gestalkt, de dader was op de hoogte van hun dagindeling. Hij wist wanneer de meisjes alleen in hun slaapkamer waren, ook als ze met anderen in een huis woonden. Zou hij daar juist een kick van krijgen? Dat zou kunnen, want anders had hij misschien wel eenvoudigere doelen uitgekozen. David schreef erbij dat de dader het waarschijnlijk leuk vond zijn prooi op te jagen.

10. De dader was bijzonder brutaal. Hij durfde in te breken terwijl de ouders van een van zijn slachtoffers thuis waren. Daaruit concludeerde David dat de man het leuk vond om met gevaar te flirten. Waarschijnlijk wond het hem op, net zoals het hem opwond vrouwen te laten zien dat ze in hun eigen slaapkamer niet veilig waren.

11. Het was duidelijk dat de dader bijzonder gedisciplineerd was. Anders had hij wel ergens bewijsmateriaal achtergelaten.

12. Het vermoeden bestond dat de dader veel misdaadseries op tv volgde om tips op te doen. Veel gewelddadige criminelen vonden de politie fascinerend, en Burke was daarop geen uitzondering.

Bij de huiszoeking op Burkes adres had David geen souvenirs van de vermoorde meisjes, bebloede kleding of messen gevonden, maar wel boekenkasten vol verslagen van waargebeurde misdaden. Sommige boeken bevatten gedetailleerde beschrijvingen van slachtpartijen.

David leunde achterover op zijn stoel en las het lijstje na. Elk punt was van toepassing op de man die op dit moment in de gevangenis zat. Het was ook opvallend dat er geen vergelijkbare misdaden meer waren gepleegd sinds hij achter de tralies zat.

Hij vermoedde dat een tandarts er minder moeite mee had om in iemands vlees te snijden dan een ander. Een tandarts wist bovendien hoe hij een effectieve incisie moest maken, en was waarschijnlijk niet bang voor bloed. Burke was een intelligente man, die ook nog eens de juiste bouw had.

Toch moest David erkennen dat de meeste punten op zijn lijstje ook op veel andere mannen van toepassing zouden zijn. Zijn vermoeden dat Burke de dader was, was puur intuïtief. Hij herinnerde zich ook dat Oliver Burke tijdens de eerste ondervraging een vreemde blik op zijn gezicht had gekregen, alsof hij in de verleiding was gekomen alles te bekennen.

Natuurlijk besefte David dat hij niet met een blik en zijn intuïtie bij een openbare aanklager kon aankloppen. Ook een jury zou hij hiermee natuurlijk niet kunnen overtuigen. Hij had meer nodig.

Met een diepe zucht sloot hij de dossiers. Er was niets meer te vinden. Hij had alle gegevens meermalen bestudeerd. Als hij niet snel nieuwe informatie vond, zouden deze zaken voor altijd onopgelost blijven.

Als hij vooruitgang wilde boeken, moest hij een beroep doen op de mensen die Burke goed kenden.

 

Zodra ik vrijkom, snij ik je keel door…

Aan haar bureau staarde Skye wezenloos voor zich uit. Ze was er de hele ochtend nog niet in geslaagd te werken. Of Oliver Burke dat telefoontje nu had gepleegd of niet, ze was ervan overtuigd dat hij wraak wilde nemen. Ze was niet veilig meer…

‘Goedemorgen, u spreekt met Peter Vaughn, vrijwilliger bij De Laatste Linie. We zijn een non-profitorganisatie die de slachtoffers van gewelddadige misdrijven wil ondersteunen…’

Vanuit een ander kantoor dreef de stem van Peter naar haar toe. Drie uur per dag waren vrijwilligers bezig om fondsen te werven voor de organisatie. Het was de enige manier om de deuren open te houden. De meeste vrijwilligers bleven niet lang. Het was moeilijk om lang gemotiveerd te blijven, en ze kregen natuurlijk niets betaald. Toch waren er een paar op wie ze altijd konden rekenen, mensen die iemand kenden die was verkracht of vermoord. Peter was een van hen. Zijn oudere broer was bij een wilde schietpartij omgekomen, en hoewel hij pas achttien was, deed hij zijn werk zeer professioneel.

Hoezeer Skye ook van streek was, ze vond het toch plezierig om Peter aan de telefoon te horen praten. Maar nu moest ze toch echt zelf aan het werk. Ze moest de ontwikkelingen in een aantal zaken nalopen en een paar mensen terugbellen. Een van die mensen was Jonathan, die had ontdekt dat de vrouw van Sean Regan regelmatig lunchte met een vierkant gebouwde, rijke man. Een ander telefoontje was van een cliënte die naar haar man was teruggegaan, ook al had hij haar mishandeld. Zulke telefoontjes baarden Skye altijd zorgen.

Verder moest ze nog een mooie jurk én een date voor de benefietavond regelen. Ook wilde ze een persbericht over Burkes vrijlating laten uitgaan, waarin ze nog eens zou benadrukken dat organisaties als DLL erg belangrijk waren.

Ze besloot te beginnen met het persbericht. Ze had gehoopt dat ze daarvan zou opknappen, maar dat was helaas niet het geval. Telkens dwaalden haar gedachten af, en staarde ze naar de telefoon, omdat ze hoopte dat David zou bellen. Hun vorige telefoongesprek was niet prettig geëindigd, maar ze was het beu om op iets onmogelijks te wachten. Als ze verstandig was, probeerde ze David als een platonische vriend te zien. Helaas was het niet eenvoudig haar gevoelens voor hem uit te schakelen. Ze wist dat ze er beiden vanaf het begin tegen hadden gevochten. Nu Burke was vrijgelaten, leek alles weer opnieuw te beginnen. Het contact. Het piekeren. Het verlangen. De angst.

Hoewel ze zich voornam niet meer aan David of Burke te denken, kon ze zich niet op haar werk concentreren. Het was alsof de klok een kleine vier jaar was teruggedraaid. Burke vormde nog steeds een dreiging. David probeerde haar nog steeds te helpen. Het probleem was dat ze nog heviger verliefd op hem was dan toen. Hij probeerde echter nog steeds de brokstukken van zijn huwelijk te lijmen. Waarom was er niets veranderd? En moest ze nu werkelijk de rest van haar leven op haar hoede blijven?

Ze duwde haar bureaustoel naar achteren en wreef met haar vingers over haar slapen. Ze moest méér doen dan persberichten schrijven. Waarschijnlijk was David het niet met haar eens, maar ze wilde niet meer hulpeloos achter haar bureau zitten. Het was waarschijnlijk zinvoller als ze zelf informatie over Burke en zijn levensstijl verzamelde.

Misschien werd het tijd om vuur met vuur te bestrijden.

 

Janes voeten deden pijn, want ze had al meer dan vijf uur gestaan. Ze had behoefte aan een pauze, dus het was een opluchting toen ze daar eindelijk tijd voor kreeg. Nadat ze in haar kappersstoel was gaan zitten, stak ze een sigaret op. Vervolgens staarde ze door het raam van de kapperszaak, waar klanten voor tien dollar konden worden geknipt. Mensen die niet méér geld voor hun kapsel overhadden, gaven meestal ook geen fooi. De laatste klant had haar een handvol kleingeld gegeven en gezegd dat het tien dollar was, maar tegen de tijd dat ze alles had geteld, was de man verdwenen en bleek dat zij een dollar te weinig had gekregen.

‘Hufter,’ mompelde ze. Ze had die dag zelfs een laag uitgesneden shirt aangetrokken, omdat ze daardoor meer fooien kreeg. De mannelijke klanten hielden van een mooi uitzicht, en Jane had er geen moeite mee hen op hun wenken te bedienen. Je moest toch iets doen om de kost te verdienen? De laatste klant had echter wellustig naar haar geloerd en alsnog te weinig betaald.

‘Jane toch!’ Haar collega Danielle zwaaide waarschuwend met haar vinger. ‘Je mag binnen niet roken. Dat is in Californië verboden.’

‘Californië kan de pot op. We zijn hier met ons tweeën, en jij rookt meestal meer dan ik,’ riposteerde Jane.

‘Het kan zijn dat de eigenares het ruikt,’ waarschuwde Danielle. ‘Met een beetje pech word je ontslagen.’

‘O ja? Door wie wil ze mij dan vervangen?’ wilde Jane weten. ‘Wie is er nou bereid om voor dit salaris te werken?’

‘Ik denk dat je je vergist, Jane. Jonge meisjes staan in de rij om hier te mogen werken.’

Jane was er niet van onder de indruk. ‘Ach, ik heb dit baantje toch niet lang meer nodig.’

Oliver kwam vrijdag vrij, en een man met zijn opleiding zou vast wel weer ergens aan de slag kunnen. Voordat hun leven als een kaartenhuis was ingestort, verdiende hij een kwart miljoen dollar per jaar. Alle vriendinnen hadden haar benijd om het huis waarin ze woonde. Jane was vastbesloten alles weer terug te krijgen. Het was slechts een kwestie van tijd.

‘Neem je ontslag?’

Met een geïrriteerde zucht drukte Jane haar sigaret uit. Waarom misgunde Danielle haar nu dit pleziertje? ‘Zo. Hij is al uit. Ben je nu tevreden?’ vroeg ze.

Haar collega keek haar chagrijnig aan. ‘Ik heb die wet niet verzonnen, hoor. Bovendien moet je het haar rond je stoel wegvegen voordat je pauze neemt.’

Jane stond op en veegde met tegenzin de vloer rond haar stoel netjes schoon. Daarna liep ze naar buiten om op het plaatsje bij de vuilnisbakken nog een sigaret te roken. Ze had nauwelijks een trek genomen of Danielle stak haar hoofd om de hoek van de deur.

‘Er is een klant voor je,’ kondigde ze aan.

‘Een leuke vent?’ informeerde Jane.

‘Ik zou wel met hem mee naar huis gaan,’ antwoordde Danielle.

‘Nou, dat zegt ook niet veel,’ schamperde Jane.

Danielle fronste haar wenkbrauwen. ‘Hou op, zeg! Wat heb jij vandaag een rothumeur!’

‘Ik maak maar een grapje,’ loog Jane.

‘Nou ja, ik denk dat we hem geen van beiden zouden kunnen krijgen,’ merkte Danielle schouderophalend op.

Aandachtig keek Jane haar aan. ‘Is het zo’n lekker ding?’

‘We hebben het over een lang, gespierd lijf, het strakste kontje dat ik ooit heb gezien en lippen waarvoor elke vrouw zou smelten.’ Na die woorden ging de deur weer dicht.

Jane werd heen en weer geslingerd tussen haar verlangen naar nicotine en nieuwsgierigheid naar de klant. Uiteindelijk drukte ze haar sigaret uit en liep ze naar binnen. Daar had ze spijt dat ze Danielle niet naar een naam had gevraagd.

De man bleek inderdaad bijzonder aantrekkelijk te zijn. Hij had kort, donker haar, zo donker dat het bijna zwart leek. Hij had lichtgroene ogen en een stoer, vierkant gezicht. Het was iemand wiens gezicht je niet snel zou vergeten.

Het was alleen jammer dat het de rechercheur was door wie haar man achter de tralies was beland.

‘Wat kom jij doen?’ vroeg ze onvriendelijk.

Danielle trok haar wenkbrauwen op bij het horen van haar onvriendelijke toon.

‘Hij is van de politie,’ legde Jane aan haar uit.

‘Hij heeft zeker gehoord dat je in de kapsalon zat te roken.’ Danielle lachte hem toe, waardoor niet alleen de kuiltjes in haar wangen, maar ook haar scheve tanden zichtbaar werden. ‘Ik hoop dat hij zijn handboeien heeft meegenomen,’ zei ze op verleidelijke toon.

De wenkbrauwen van rechercheur Willis gingen omhoog, maar aan zijn grijns was te zien dat hij het compliment wel leuk vond.

‘Danielle begint wanhopig te worden,’ bromde Jane. ‘Sinds ze wat dikker is geworden, is er niets meer van haar liefdesleven over.’

Haar belediging leek Willis meer te verbazen dan Danielles schaamteloze geflirt. Toch maakte hij er geen opmerking over. ‘Kan ik je misschien even spreken?’ vroeg hij aan Jane.

‘Ik wil ook wel, hoor,’ zei Danielle.

De politieman lachte naar haar, met een glimlach die tegelijkertijd vriendelijk en afstandelijk was. Hij liet haar zijn trouwring zien, ten teken dat hij niet beschikbaar was. Dat laatste verbaasde Jane, want ze had gehoord dat hij gescheiden was.

‘Hè, verdorie,’ mompelde Danielle. ‘De leuke mannen zijn altijd bezet.’

‘Laat je niet inpakken door deze man, Danielle,’ zei Jane. ‘Mijn echtgenoot zou je het een en ander over deze fantastische rechercheur kunnen vertellen.’

De intrigerende ogen van Willis keken haar aandachtig aan. ‘Wil je het hierbinnen werkelijk over je man hebben?’

Zijn ernstige toon maakte Jane nerveus. Had hij slecht nieuws? Ze wist dat hij ervan overtuigd was dat Oliver drie vrouwen had vermoord. Soms droomde ze dat er een politieman op haar deur klopte om te vertellen dat het waar was. Kwam hij haar nu vertellen dat hij bewijzen had gevonden? Jane dacht dat ze dan zou flauwvallen. De relatie met Noah en de zorg voor Kate vergden al genoeg van haar.

‘Ik kan nu niet weg,’ antwoordde ze onzeker. ‘Sinds de kostwinner van ons gezin door jouw toedoen in de gevangenis zit, moet ik de rekeningen betalen.’ De onuitgesproken boodschap die ze eraan toevoegde, was dat hij haar al genoeg verdriet had bezorgd.

Willis kwam echter geen centimeter van zijn plaats.

‘Hoeveel tijd heb je nodig om me te knippen?’ vroeg hij.

‘Twintig, dertig minuten.’

Hij gaf haar een briefje van twintig dollar. ‘Alsjeblieft. Ik koop graag twintig minuten van je tijd. Zal ik in je stoel gaan zitten, of zullen we die knipbeurt laten zitten en een wandeling gaan maken?’

Ze stopte het briefje demonstratief in haar decolleté, maar ze bleef hem aankijken. Danielle had gelijk. Zelfs als ze haar zinnen op deze man zou zetten, kon ze hem niet krijgen. Met haar tweeënveertig jaar was ze duidelijk ouder dan hij, en dat was goed te zien. In leeftijd scheelde ze nog meer met hem dan met Oliver. Zou haar man haar nog aantrekkelijk vinden als hij uit de gevangenis kwam?

Laat ik eerst maar afwachten óf hij thuiskomt, dacht ze somber. Nu Willis voor haar neus stond, wist ze niet wat ze moest verwachten.

Ze sloeg een lang paars vest om haar schouders en liep met hem naar buiten. ‘Vind je het erg als ik een sigaret rook?’ vroeg ze.

‘Nee hoor, als je dat prettig vindt.’

Ze stak een sigaret op en nam een flinke trek. Het was een slechte gewoonte, een die door haar oude vriendinnen afkeurend zou worden bekeken. Toch hielpen de sigaretten haar om de dag door te komen. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze, zich schrap zettend voor het ergste.

‘Gebruik je nog steeds slaappillen?’

Nors keek ze naar hem opzij. Tijdens het proces had de openbare aanklager haar medische dossier gebruikt om aan te tonen dat Oliver zonder problemen het huis had kunnen verlaten. Aan Willis’ gezicht zag ze echter dat hij het niet zei om haar te pesten. Hij was werkelijk geïnteresseerd. ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Het lukt me meestal wel om in slaap te komen.’

‘Dat is fijn. Heb je misschien iets ontdekt sinds je man naar de gevangenis is gegaan? Weet je toevallig of hij Meredith Connelly, Patty Poindexter of Amber Farello kende?’

‘Denk je dat ik dat jou zou vertellen?’ was haar wedervraag.

‘Er zijn drie jaren voorbijgegaan,’ verklaarde hij. ‘Ik had gehoopt dat je tijd had gekregen om na te denken.’

Na die woorden haalde Jane weer wat opgeluchter adem. Hij had dus geen nieuwe informatie. Misschien zou het allemaal toch nog meevallen. ‘Je bent vastbesloten die moorden op te lossen, hè?’

Hij glimlachte.

Ze vermoedde dat zijn vriendelijke blik was bedoeld om haar in te palmen, maar toch was ze gevoelig voor zijn charmes. Met zijn brede schouders en gespierde lijf was hij een bijzonder aantrekkelijke man. In haar labiele staat moest ze oppassen voor mannen zoals hij. ‘Wat had ik moeten ontdekken?’ informeerde ze.

‘Kleding. Een sieraad. Een mes.’

‘Waarom denk je toch het slechtste van mijn man?’ vroeg Jane. ‘Skye Kellerman gebruikte drugs. Ze heeft Oliver met een schaar gestoken!’

Zijn donkere wimpers waren de perfecte omlijsting voor zijn lichtgroene ogen. ‘Skye gebruikt geen drugs.’

‘Hoe weet jij dat? Je denkt gewoon dat zo’n mooie vrouw geen fouten kan hebben.’

Hij ging niet in op de jaloerse ondertoon in haar stem. ‘Ik had het over trofeeën. Sommige verkrachters en moordenaars vinden het leuk om die te verzamelen, te koesteren, om terug te denken aan hun misdaden.’

Verkrachters en moordenaars… Er verscheen weer een norse blik op haar gezicht. ‘Waarom geef je geen antwoord?’

‘Het feit dat Skye een mooie vrouw is, heeft niets met mijn bezoek te maken.’

‘Wel waar.’

‘Is het weleens gebeurd dat je wakker werd en Oliver niet meer naast je zag liggen? Of dat je hem aantrof terwijl hij zich ’s nachts in de badkamer opfriste?’

Hij schakelde zo makkelijk over op de zaak dat Jane zich afvroeg of ze de blikken tussen de rechercheur en Skye tijdens het proces verkeerd had geïnterpreteerd. Ze had de indruk gekregen dat die twee iets voor elkaar voelden, maar nu begon ze daaraan te twijfelen. ‘Mijn man had een drukke baan. Soms kwam hij ’s avonds heel laat thuis, en ’s ochtends stond hij meestal vroeg op.’

‘Kwam het weleens voor dat hij zo vroeg vertrok dat je geen idee had hoe laat hij was weggegaan?’

‘Ja, natuurlijk, maar dat bewijst niets. Ik denk dat heel veel vrouwen dat zouden kunnen zeggen,’ antwoordde Jane. ‘Ik sliep meestal langer dan hij, of ik nu een slaappil had genomen of niet. Er stond echt geen prikklok naast de deur. Maar dat was in de goede oude tijd…’ Er verscheen een frons op haar gezicht.

‘Was het echt een goede oude tijd?’

‘Wat bedoel je?’

‘Was Oliver nooit afstandelijk? Gedroeg hij zich weleens vreemd?’

Meteen dacht Jane terug aan een weekend waarover ze nooit had gesproken. Oliver had willen experimenteren met Viagra, een middel dat net op de markt was. Een paar dagen later was hij thuisgekomen met een middel dat háár zou moeten prikkelen. Ze had het middel geslikt omdat ze niet wilde dat haar jongere echtgenoot haar saai zou vinden. Achteraf wist ze niet goed wat er was gebeurd. Oliver beweerde dat ze een paar keer met elkaar naar bed waren geweest. Hij had krassen op zijn lichaam, die volgens hem bewezen dat ze alle remmingen had laten varen. Ze kon zich echter niet herinneren dat ze hem had aangeraakt, maar dat was vóór de moorden op de jonge vrouwen geweest. Waarschijnlijk had deze ervaring niets te betekenen.

‘Jane?’

Op dat moment besefte Jane dat ze stil was blijven staan. ‘Hij gedroeg zich volkomen normaal,’ zei ze terwijl ze verder liep.

‘Soms is het gevaarlijk te zwijgen, Jane,’ waarschuwde Willis.

Opeens had Jane genoeg van alle vragen. Ze was het beu dat iedereen haar overtuiging in twijfel trok. Maar was het wel haar overtuiging? Of zei ze wat ze wilde geloven? Ze zuchtte diep. ‘Ik zou het fijn vinden als je hiermee ophield.’

Hij haakte zijn duimen door de lusjes van zijn oude spijkerbroek en kwam voor haar staan. Het T-shirt onder zijn leren jack spande zich over zijn brede borst. ‘Je moet goed onthouden wat er kan gebeuren als je jezelf iets wijsmaakt,’ zei hij.

Bij het zien van zijn spieren vergat Jane bijna dat hij haar vijand was. ‘Ik gebruik geen slaappillen meer, dus hij weet dat ik beter op hem zal letten,’ zei ze.

‘Denk je dat hij zich daardoor laat tegenhouden?’

‘Je maakt je zorgen om niets,’ hield ze vol, maar de overtuiging was uit haar stem verdwenen. Ze maakte zich meer zorgen om dat ene vreemde weekend dan ze had gedacht. ‘Je hebt mijn huis doorzocht, maar je hebt niets gevonden.’

Peinzend wreef Willis over zijn stoppelbaard. ‘Tijdens het proces vertelde je dat je Oliver had ontmoet toen je al als kapster werkte. Hij zat toen nog op de middelbare school, maar jullie voelden je meteen tot elkaar aangetrokken.’

Ze lachte bitter. ‘Klopt, maar ik maakte me zorgen om het leeftijdsverschil. Die zorg valt in het niet bij alles wat er later is gebeurd.’ Door haar sigarettenrook heen keek ze naar de aantrekkelijke rechercheur. ‘Je hebt geen idee hoe het voelt als je man, de vader van je kind, wordt veroordeeld wegens poging tot verkrachting.’

Willis knikte. ‘Ik heb bewondering voor de manier waarop je je erdoorheen hebt geslagen,’ zei hij oprecht.

‘Dat kon ik alleen maar omdat ik wist dat hij het niet heeft gedaan,’ verklaarde Jane, maar in haar achterhoofd begonnen de twijfels te knagen. Stel dat Oliver wel wat op zijn kerfstok had…

‘Vertel me eens wat meer over de meisjes met wie hij vroeger omging. Wie waren zijn vriendinnen voordat hij jou ontmoette?’

‘Op de middelbare school?’ vroeg Jane verbaasd. Ze had geen idee waar Willis op aanstuurde, maar ze besloot dat ze maar beter voorzichtig kon zijn. ‘Waarom vraag je dat? Geen van die meisjes is verkracht of vermoord. Een paar van hen hebben tijdens het proces zelfs vóór Oliver getuigd.’

‘Is het weleens gebeurd dat hij een meisje leuk vond dat niets van hem wilde weten?’

Daar hoefde Jane niet eens over na te denken. ‘Nee. Ik ben de enige vrouw van wie hij ooit heeft gehouden,’ antwoordde ze.

‘Ik heb het niet over liefde.’

‘Ik denk dat iedereen wel aantrekkelijke mensen ontmoet. Je hebt net gemerkt dat mijn collega je wel sexy vindt.’ Jane kon zich niet voorstellen dat er vrouwen waren die Willis níét sexy vonden, maar dat hoefde hij niet te weten.

‘Ik heb het niet over vrouwen die hij aantrekkelijk vond, ik heb het over vrouwen van wie hij het jammer vond dat hij ze niet kon krijgen. Het mooiste meisje van de klas, een cheerleader bijvoorbeeld.’

‘Er schiet me geen naam te binnen.’

‘Wie was het mooiste meisje van zijn middelbare school?’

Jane wilde zeggen dat ze geen idee had, maar opeens herinnerde ze zich dat Oliver tijdens zijn eindexamenfeest lange tijd naar een roodharig meisje had zitten staren. Het meisje had een strakke avondjurk gedragen, waarin haar mooie figuur goed uitkwam. Hij was zo betoverd geweest door deze schoonheid dat hij later naar haar toe was gegaan om haar ten dans te vragen. Ze had geweigerd, en Jane herinnerde zich dat Oliver daar de rest van de avond de smoor over in had gehad.

Doorgaans was ze niet jaloers, maar die avond had ze het roodharige meisje wel kunnen schieten. ‘Miranda Dodge,’ zei ze bijna automatisch.

‘Wie is dat?’

Ze nam nog een trek van haar sigaret. ‘Het meisje dat alle jongens wilden hebben.’ Ze blies de rook uit. ‘Jij zou ook op haar vallen. En waarschijnlijk zou je haar nog krijgen ook.’

‘Heeft ze met iemand een relatie gekregen?’

‘Geen idee. Ik weet alleen dat ze later fotomodel is geworden. Ze heeft zelfs op een centerfold in Playboy gestaan.’

‘Playboy?’ herhaalde Willis, om er zeker van te zijn dat hij het goed had verstaan.

‘Ja.’ Kort na hun huwelijk had Jane dat bewuste nummer in Olivers bureaula gevonden. Dat had haar vreselijk dwarsgezeten. ‘Waarom vind je dat belangrijk?’

Er kwam geen antwoord.

‘Willis?’ vroeg Jane nerveus. Had ze iets verteld wat ze niet had moeten zeggen? ‘Hij heeft nooit meer contact met haar gehad. Het heeft niets te betekenen.’

‘Ken je iemand die nog contact met Miranda zou kunnen hebben?’

Jane maakte een wegwuivend gebaar. ‘Ik weet niet eens waarom ik me haar naam nog herinner.’ In werkelijkheid werd ze weer jaloers als ze aan dat beduimelde tijdschrift dacht.

‘Heeft het leeftijdsverschil tussen jou en Oliver ooit…’

‘Leeftijd heeft niets met aantrekkingskracht te maken,’ reageerde Jane kortaf.

‘Je was tweeëntwintig toen je een relatie met hem kreeg. Hij was zes jaar jonger. Sommige ouders zouden daar bezwaar tegen hebben gehad.’

‘Hij kon gaan studeren omdat ik een baan had,’ zei Jane. ‘Zijn ouders zouden me dankbaar moeten zijn.’

‘Zijn ze dat ook?’

‘Nu wel.’

‘Destijds niet?’

‘Tot zijn eindexamen hebben we mijn leeftijd in het midden gelaten. Ze dachten dat ik ook op de middelbare school zat.’ Ze wierp een blik op haar horloge, omdat ze terug wilde naar de kapsalon voordat ze iets zou zeggen waar ze spijt van kreeg. ‘Ik moet weer eens terug.’

Hij stak zijn wijsvinger op, ten teken dat hij nog heel even met haar wilde praten. ‘Denk je dat Oliver je vóór het incident met Skye al eens heeft bedrogen?’

Dat was de vraag die al aan Jane knaagde sinds ze de naam Skye Kellerman voor het eerst had gehoord. Goed, Skye was bijzonder aantrekkelijk, maar als Oliver zo makkelijk door de knieën was gegaan, had hij misschien wel eerder aan de verleiding toegegeven. Misschien had hij wel iets gehad met een van zijn patiënten, of anders met een van zijn assistentes. Ze moest er niet aan denken dat ze een van zijn minnaressen misschien een kerstcadeau had gegeven.

Toch besefte ze dat ze niet te snel mocht oordelen, omdat ze Oliver inmiddels zelf ook ontrouw was geweest. ‘Dat moet je niet aan mij vragen. Als hij dat heeft gedaan, ben ik natuurlijk de laatste aan wie hij dat zou vertellen.’

‘Klopt, maar misschien ben je de eerste die het zou vermoeden.’

Ze nam een laatste trek van haar sigaret, die bijna was opgebrand. ‘Goed, als je het dan toch zo graag wilt weten: het zou me niet verbazen. Hoe kan ik van zijn trouw overtuigd zijn na alles wat er is gebeurd?’

‘Heeft hij ooit vreemde telefoontjes ontvangen of zich geheimzinnig gedragen?’

Hij vraagt me steeds hetzelfde, dacht Jane geïrriteerd. Hij formuleert het steeds anders, maar het komt op hetzelfde neer. ‘Ik zou het niet weten.’ Ze gooide haar peuk op de grond en drukte hem met haar hooggehakte schoen uit. ‘Soms stond hij op straat stil om een mooie vrouw na te kijken, maar dat doen wel meer mannen.’

‘Hoe ging het in bed?’

‘Wat bedoel je?’

‘Had hij normale verlangens?’

Jane snakte nu al naar de volgende sigaret. ‘Wat is normaal?’ was haar wedervraag. Soms had Oliver moeite gehad een erectie te krijgen. Dat was frustrerend, vooral omdat hij háár meestal de schuld gaf. Hij zei dat ze niet opwindend genoeg was.

‘Was hij verslaafd aan seks? Praatte hij er vaak over, wilde hij vaak vrijen?’

Juist niet, dacht Jane. Hij wilde zelden vrijen, en ze vermoedde dat hij de foto van Miranda gebruikte om aan zijn gerief te komen. ‘Dat gaat je niet aan, Willis.’ In de verte zag ze haar collega nieuwsgierig naar hen kijken.

‘Hoe vaak schoor hij zijn schaamhaar?’

‘Wat?’ Met grote ogen keek ze hem aan.

Nu had Willis ook in de gaten dat Danielle naar hen keek. Hij draaide haar de rug toe en boog zich naar Jane toe. ‘Je hebt me wel verstaan. Ik ben alleen maar uit op de waarheid.’

‘Je verdraait de waarheid om een onschuldige man te ruïneren,’ bitste ze.

‘Weet je zeker dat hij onschuldig is?’

‘Laat me met rust, Willis.’

‘Hoe vaak schoor hij zijn schaamhaar?’

‘Dat doen veel mensen. Hij is wielrenner.’

‘Wielrenners scheren hun armen en benen.’

Jane balde haar vuisten tot haar vingers wit werden. ‘Tegenwoordig zijn er wel meer mensen die zich scheren.’

‘Dan kun je me toch ook gewoon antwoord geven?’

Er rinkelden alarmbelletjes in Janes hoofd.

‘Ik zou het fijn vinden als je me helpt.’

Met die woorden kun je elke vrouw om je vinger winden, dacht Jane. Zelfs ik ben er gevoelig voor. ‘Af en toe,’ bekende ze.

‘Liet hij het ook weer teruggroeien, of schoor hij zich regelmatig?’

Hoewel Jane nog een sigaret wilde opsteken, weerstond ze het verlangen naar nicotine. Als ze buiten zou blijven, zou dit gesprek nog langer duren. Dat was gevaarlijk, want ondanks alles begon ze hem aardig te vinden. ‘Soms liet hij het teruggroeien.’

Met afgewende blik vouwde Willis zijn armen over elkaar. ‘Wilde hij… Wilde hij dat jij ook gladgeschoren was?’

Het deed haar goed dat hij het vervelend leek te vinden die vraag te stellen. Rechercheur Willis was niet alleen verschrikkelijk sexy, hij was ook een fatsoenlijke man. ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Het was gewoon iets wat hij zelf wilde. Waarom vraag je dat?’

Er kwam geen antwoord op die vraag. In plaats daarvan haalde Willis een visitekaartje uit zijn zak.

‘Bel me als je iets ongewoons opmerkt. Vooral als hij zich die dag heeft geschoren.’

Met een ongelovige lach keek ze hem aan. ‘Je denkt echt nog steeds dat mijn man een moordenaar is.’

‘Inderdaad.’ Hij drukte het kaartje in haar hand.