Hoofdstuk 4
‘Je bent laat.’
David stond op de stoep van het huis waarin hij met zijn ex-vrouw had gewoond. Hij deed zijn best vriendelijk naar haar te lachen. ‘Ik vind het ook leuk om jou te zien, Lynnette.’
‘Waar zat je?’ vroeg ze. ‘Ik probeer je al de hele middag te bereiken.’
Hij had zijn telefoon uitgezet, omdat hij wel had verwacht dat ze zou bellen en hij geen zin had gehad om naar haar gemopper te luisteren. ‘Vervelende dag op mijn werk.’
‘Jouw werk is altijd vervelend.’ Ze liet de deur openstaan en liep naar binnen. Blijkbaar was haar wrevel al overgegaan in onverschilligheid. ‘Jeremy heeft naar je gevraagd. Hij was bang dat je weer zou afbellen.’
Nu was het Davids beurt om kribbig te worden. ‘Waarom zeg je dat? Je weet best dat ik bijna nooit afbel. Ik doe het alleen als ik echt niet gemist kan worden op mijn werk.’
‘Ach ja, we weten allemaal hoe belangrijk je baan is.’
Zelf had Lynnette een baan met vaste uren. Ze werkte vijf dagen per week van negen tot drie, wat perfect aansloot op Jeremy’s schooltijden. Ze had nooit begrip gehad voor het feit dat Davids werk soms onregelmatig was. Ze was ook altijd boos geworden als hij een paar uur moest overwerken.
‘Je weet dat ik niet altijd om vijf uur naar huis kan gaan, Lynnette.’
Zijn baan was veeleisend, maar niet half zo veeleisend als zij tijdens hun huwelijk was geweest. Door haar pittige temperament kon ze heel vrolijk zijn, maar kon haar vrolijke bui ook razendsnel omslaan in woede.
‘Ik wil het niet horen.’ Ze trok haar schoenen aan en haalde een jas van de kapstok. Daarna wees ze naar de gangkast, waarin zijn jassen, hoeden, paraplu’s en skispullen waren opgeslagen. ‘Daar liggen nog spullen van jou.’
‘Dat weet ik.’ Was het de bedoeling dat hij ze meenam?
Tot nu toe had ze het hem nooit rechtstreeks gevraagd. David was er met opzet ook nog nooit over begonnen. Sinds Lynnette kort na hun tweede echtscheiding de diagnose multiple sclerose had gekregen, vond hij dat hij haar niet zomaar in de steek kon laten. Wie liet de moeder van zijn kind nu aan haar lot over als ze met zo’n ziekte worstelde? ‘Ik haal ze binnenkort weleens op,’ zei hij schouderophalend.
‘Dat zeg je nu wel, maar je weet best dat je ze laat liggen tot ze uit elkaar vallen of worden weggegooid.’
David had het gevoel dat hij voor altijd aan haar vastzat. Zelf had ze nauwelijks familieleden. Zijn familie was haar familie geworden, en omwille van Jeremy had iedereen besloten haar te steunen. Ze verdiende niet zoveel, en door haar ziekte kon ze over een poosje misschien helemaal niet meer werken. David had al een aantal veranderingen aan haar opgemerkt, waaronder een nog explosiever temperament.
Ooit hadden ze van elkaar gehouden. Ze hadden tien jaar van hun leven in elkaar geïnvesteerd. Als ze hun best deden, konden ze misschien nog samenleven. Het probleem was dat hij Skye niet kon vergeten…
‘Ik ben pas na middernacht thuis,’ kondigde ze aan.
Waarom zo laat? Hij bracht elke maandagavond met Jeremy door, terwijl zij een cursus aan het American River College volgde. Doorgaans kwam ze altijd rond een uur of tien thuis. Had ze misschien iemand anders ontmoet?
Als dat zo was, kon hij zich niet voorstellen dat het een blijvende relatie zou zijn. Er zouden maar weinig mannen willen trouwen met een vrouw wier gezondheid snel achteruitging. Hij wist trouwens ook niet of hij wel een stiefvader voor Jeremy wilde. Dit was zijn gezin, en hij was van plan voor zijn vrouw en zoon te blijven zorgen.
‘Veel plezier,’ zei hij.
Met een sceptische blik keek ze hem aan. ‘Moet je niet vragen waar ik na mijn cursus naartoe ga?’ vroeg ze.
‘Vind jij dat ik het moet vragen?’
Er gleed een verdrietige trek over haar gezicht. ‘Nee hoor. Je hebt Jeremy. Hij is de enige om wie je iets geeft.’
‘Lynn…’ zei hij, haar bij de arm pakkend.
Er blonken tranen in haar ogen.
‘Wat is er?’ vroeg hij.
‘Je denkt dat het weer goed komt,’ antwoordde ze. ‘Je zegt dat je het weer met me wilt proberen. Dat je me niet in mijn eentje tegen deze ziekte laat vechten.’
‘Dat is ook zo.’
‘Dat doe je alleen omdat je je ertoe verplicht voelt. Je houdt niet meer van me,’ verklaarde ze.
Hij wist niet wat hij van haar grillige gedrag moest denken. Hoewel ze nooit ruzie maakten waar Jeremy bij was – dat zou David nooit willen – gedroeg ze zich vaak alsof ze een hekel aan hem had. Op andere momenten was ze zo bang voor de toekomst dat ze zich aan hem vastklemde en hem nauwelijks ademruimte gaf.
‘Ik geef heel veel om je,’ zei hij. ‘Ik wil dat je gelukkig bent.’
‘Je wilt dat Jeremy gelukkig is.’
‘Ook, ja.’
‘Toch weet ik zeker –’
Omdat hij geen zin had wéér dezelfde verwijten naar zijn hoofd te krijgen, viel hij haar in de rede. ‘We hoeven elkaar niet steeds dwars te zitten, Lynn,’ zei hij. ‘We hoeven niet ongelukkig te zijn. Als we nog eens in therapie gaan…’
‘We hebben al meer dan genoeg therapie gehad!’
Haar stem klonk schril, en er rolden nu tranen over haar wangen. Even was David bang dat Jeremy haar zou horen en geschrokken naar hen toe zou komen.
‘Toe, Lynn.’ Hij probeerde haar naar zich toe te trekken.
‘Nee!’ Boos duwde ze hem weg. ‘Begrijp je het dan niet? Ik ga hieraan kapot! Ik moet eraan wennen om zonder je te leven. Je zult nooit meer zo van me houden als vroeger.’
Daar kon David niets tegen inbrengen. Zijn gevoelens voor haar waren al vóór de MS doodgebloed door alle ruzies, klaagzangen en verwijten. Hoe hard hij ook zijn best deed ze weer tot leven te wekken, hij hield niet meer van haar. Het huwelijk had echter méér kanten dan liefde alleen. Vertrouwen. Stabiliteit. Gezelschap. Naarmate de jaren verstreken, werden die kanten misschien wel steeds belangrijker. Hij wilde dat ze iemand had op wie ze kon bouwen. Hij wilde ook dat Jeremy er zeker van kon zijn dat er voor zijn moeder werd gezorgd.
‘Ik geef het niet zomaar op. Ik zal er altijd voor je zijn, om je te steunen en zo goed mogelijk voor je te zorgen.’
‘Met andere woorden, je offert je wel op,’ onderbrak ze hem bitter. ‘Dat is niet genoeg. Ik hou ook van Jeremy. Dat is de reden dat ik het tot nu toe heb volgehouden, maar ik kan geen goede moeder zijn als ik zo ongelukkig ben.’
Ze wreef met haar hand over haar gezicht. ‘Vanavond heb ik een afspraakje. Misschien is het een goed idee als je blijft slapen, want ik weet niet hoe laat ik thuis ben. Misschien blijf ik wel de hele nacht weg.’ Na die laatste opmerking liep ze in de richting van de voordeur.
‘Lynnette.’
Ze stond stil toen ze de scherpe toon in zijn stem hoorde.
‘Als je die man nog niet goed kent, moet je oppassen.’
‘Is dat alles wat je te zeggen hebt? Dat ik moet oppassen?’
‘Doe alsjeblieft niets onverstandigs om mij een hak te zetten.’
‘Alsof ik ooit zoiets zou doen,’ reageerde ze verontwaardigd. ‘Ik wil vrijen, ik wil me bemind voelen, ik wil eindelijk weer eens lekker in mijn vel zitten! Jij brengt het slechtste in me naar boven. In jouw buurt heb ik zelfs een hekel aan mezelf.’
David wilde zichzelf opdragen haar tegen te houden en de woorden te zeggen die ze wilde horen. Hij probeerde moed te verzamelen om haar mee naar boven te nemen en met haar te vrijen, maar op dat moment verscheen Jeremy boven aan de trap.
‘Papa? Mama? Wat is er?’ vroeg hij onzeker.
Het had niet veel gescheeld of David had een zucht van verlichting geslaakt. ‘Niets, knul,’ zei hij, de trap op lopend.
De voordeur ging open en dicht. Lynnette startte haar auto en reed weg. Terwijl David het geluid hoorde wegsterven, kwam het oude schuldgevoel weer naar boven. Waarom kon hij niet beter voor haar zorgen? Ze had een akelige ziekte. Waarom kon hij haar dan niet datgene geven waaraan ze behoefte had?
Het antwoord was dat hij het niet kon opbrengen. Hij kon niet met haar vrijen en veinzen dat zij degene was naar wie hij verlangde. Nu niet meer. Niet nu hij Skye weer had gezien.
‘Papa?’
‘Ja?’
‘Kom je weer bij ons wonen?’
Zwijgend staarde David in de verdrietige ogen van zijn zoon. Hij moest een manier vinden om aan deze nare situatie een einde te maken. Dat was voor iedereen het beste.
‘Papa? Je zei dat je weer naar huis kwam.’
‘Dat wil ik ook, jongen.’
‘Wanneer?’
David klemde zijn kaken op elkaar. ‘Binnenkort.’
Met een brede grijns viel Jeremy hem om de hals. ‘Gelukkig!’
Skye voelde zich nooit prettig wanneer het regende, maar die avond werd ze erg nerveus van het holle, gestage getik op haar dak. Tijdens zware stormen kwamen de wegen in haar omgeving soms onder water te staan. Als kind had ze dat juist wel spannend gevonden, maar nu ze wist dat Oliver Burke binnenkort weer vrijkwam, zag ze het als een bedreiging. Ze moest er niet aan denken dat ze van de rest van de bewoonde wereld gescheiden kon worden.
Mijn hemel, als ze al zo zenuwachtig was voordat hij was vrijgelaten, hoe zou ze zich dan voelen wanneer de deur van de gevangenis voor hem openging? Ze was het hele weekend al onrustig.
Ze kwam uit bed en zette een kop thee voor zichzelf. Daarna liep ze naar de kamer om naar het nieuws te kijken.
Ze zette het toestel weer af toen de nieuwslezer begon over ‘een vermiste man uit Del Paso Heights’. Sean Regan. De man die ze niet op tijd had kunnen redden.
Toch wist ze dat ze op dit moment alles deed wat in haar vermogen lag. Jonathan was afgelopen vrijdag aan de zaak begonnen. Ze vermoedde dat hij Sean uiteindelijk wel zou vinden, maar op dit moment had ze daar niets aan. Sean was daarbuiten ergens in de storm, net als zoveel andere slachtoffers.
Omdat ze meestal opknapte van lichamelijke inspanning, drukte ze zich vijftig keer op, deed ze tweehonderd sit-ups en besteedde ze een halfuur aan yoga. Desondanks kon ze zich niet ontspannen.
Nadat ze nog een kop thee had gezet, ging ze aan de keukentafel zitten om Jasmine te bellen. Ze hadden elkaar in het weekend even aan de telefoon gehad, want Jasmine had haar gebeld zodra ze hoorde dat Burke op vrije voeten kwam. Op dat moment was ze in het gezelschap geweest van een FBI-agent, dus ze had niet vrijuit kunnen praten. Nu hoopte Skye dat Jasmine in haar hotelkamer was. Ze wilde met iemand praten en was benieuwd hoe Jasmine was ontvangen door het politiekorps dat haar hulp had ingeroepen.
‘Hallo?’
Ze schrok van Jasmines vermoeide, schorre stem. Waarschijnlijk had ze haar vriendin uit haar slaap gehaald. ‘Sorry, maak ik je wakker?’
‘Skye?’
‘Ja.’
‘Ik lag nog maar net in bed. Is er iets? Voel je je niet goed?’
‘Ik maakte me zorgen over jou.’
‘Over mij? Met mij gaat het prima, hoor.’
Skye had willen zeggen dat Jasmine weer mocht gaan slapen en dat ze elkaar de volgende dag wel zouden spreken, maar ze hoorde aan de stem van haar vriendin dat er iets was.
‘Je klinkt niet erg overtuigend,’ merkte ze op.
‘Dit wordt geen makkelijke zaak.’ Aan het geritsel was te horen dat Jasmine rechtop in bed ging zitten. ‘Ik vind het altijd moeilijk als het om een kind gaat.’
De meeste mensen hadden moeite met zaken die om kinderen draaiden. Voor Jasmine gingen die emoties echter nog dieper. Op een warme augustusdag, vijftien jaar geleden, was haar zus uit hun huis ontvoerd. Jasmine was toen twaalf geweest, en ze had haar zus nooit meer teruggezien. Nog altijd wist ze niet wat er met haar was gebeurd. Ze was in staat haar helderziende kwaliteiten ten behoeve van anderen aan te wenden, maar in het geval van haar zus kwam er helemaal niets boven. Ze was naar hypnotiseurs, psychologen en andere helderzienden geweest om de blokkade op te heffen, maar het had geen zin. Dat besef had diepe littekens achtergelaten. Sindsdien deed ze bij elke ontvoeringszaak haar uiterste best om de betrokkenen te helpen.
Wat zou er gebeuren als bleek dat het meisje uit Fort Bragg al was vermoord? Zou Jasmine zich verantwoordelijk voelen? Zou ze een inzinking krijgen, net als tien jaar geleden? Ze nam het zichzelf vreselijk kwalijk dat Kimberly nooit meer was gevonden. Als kind had ze de ontvoerder van haar zus gezien en hem zelfs even gesproken, maar het was alsof de herinnering aan hem volledig uit haar geheugen was gewist.
‘Hoe oud is het meisje dat je zoekt?’ informeerde Skye, met opzet in de tegenwoordige tijd sprekend. Ze weigerde te geloven dat deze zaak verloren was nu ze zo hard werkten om het kind terug te krijgen.
‘Pas drie.’
Zo klein nog… Dat betekende dat ze niet op hulp van het meisje zelf hoefden te rekenen. Op haar leeftijd zou ze haar telefoonnummer of het alarmnummer nog niet uit haar hoofd weten.
‘Weet je zeker dat ze niet zomaar is weggelopen?’
‘Ja.’
‘Hoe weet je dat?’
Er klonk een hoorbare zucht aan de andere kant van de lijn. ‘Dat weet ik gewoon.’
Met andere woorden, ze voelde het. Jasmine zei dat liever nooit hardop, omdat het zo raar en ongeloofwaardig klonk. Jasmine legde haar talent meestal uit als een soort zesde zintuig. Ze gaf onmiddellijk toe dat ze geen gedachten kon lezen of de toekomst kon voorspellen. Ze kon de politie ook niet rechtstreeks naar een slachtoffer of een dader leiden. In haar hoofd verschenen geen kant-en-klare antwoorden, maar losse beelden. Dat werkte het beste als ze een voorwerp van de dader of het slachtoffer aanraakte, of als ze zich in hun huis of op hun werkplek bevond.
In combinatie met haar kennis van crimineel gedrag en psychologie had ze op deze manier een aantal mensen kunnen redden. Sterker nog, in de loop der jaren was ze steeds beter geworden. Een paar van haar zaken hadden zelfs nationale aandacht getrokken. In de zaak Ubaldi was een kind van een schoolplein ontvoerd, en Jasmine had de politie geholpen om de vrouw op te sporen die het meisje had meegenomen. Ze wist heel zeker dat de vrouw vlak bij school woonde en had erop gestaan dat de politie in de buurt van het schoolplein zou blijven zoeken.
‘De zaak van dit kleine meisje was een gelegenheidsmisdrijf,’ zei ze nu. ‘De dader is iemand die in de buurt woont of daar toevallig op bezoek was.’
‘Hebben jullie de straat van het meisje al doorzocht?’
‘Er is niet echt sprake van een straat. De moeder is ongetrouwd en woont met haar vriend in een huis in de bossen,’ antwoordde Jasmine.
‘Heeft de politie al verdachten op het oog?’
‘Ze vermoeden dat de moeder haar vriend beschermt.’
‘Denk jij daar anders over?’
‘Ja.’
Buiten begon het steeds harder te regenen, maar Skye deed of ze het niet hoorde. Als ze er niet aan dacht, zouden de wegen niet blank komen te staan. Dan kon ze elk moment naar de bewoonde wereld rijden. ‘Hoe luidt het verhaal van de moeder?’
‘Zes dagen geleden heeft ze het kind ’s middags in bed gelegd en is ze zelf een dutje gaan doen. Toen ze wakker werd, was Lily verdwenen.’
‘Waar was de vriend op dat moment?’
‘Hij beweert dat hij hun kerstboom achter in zijn pick-up had geladen om hem weg te brengen.’
‘Kan iemand dat bevestigen?’
‘Hij zegt dat hij bewust contact met anderen heeft vermeden. Hij wilde niet in de problemen komen omdat hij illegaal een oude kerstboom loosde.’
Skye liep naar het raam en probeerde de jaloezieën te laten zakken, maar ze kreeg de knoop niet uit het koord. Eerder die dag had ze de knoop gelegd omdat de jaloezieën steeds naar beneden zakten. ‘Zijn er geen sporen van braak?’
‘Nee, er is niets geforceerd. Maar de deuren waren niet op slot, iedereen had binnen kunnen komen. Onze enige aanwijzing is een voetafdruk naast het pad naar de deur. Een voetafdruk in een afwijkende maat.’
Skye staarde naar de regen op het raam en het verwarde koord. Ze wilde de jaloezieën laten zakken, want ze had het gevoel dat iemand vanuit het donker naar haar stond te kijken. In haar hart wist ze dat dat het gevolg was van haar oude angst. Het nieuws over Burkes vrijlating had oude wonden opengereten. Het is een doodgewoon keukenraam, hield ze zichzelf voor. Veel mensen hebben niet eens gordijnen voor hun keukenraam.
‘Wat was er zo raar aan die voetafdruk?’ wilde ze weten.
‘Hij was veel kleiner dan die van de vriend, maar groter dan die van de moeder.’
‘Kan het geen monteur, postbode of meteropnemer zijn geweest?’
‘De moeder zegt dat er al dagen niemand aan de deur was geweest, maar het was een verse voetafdruk.’
‘Dat is inderdaad vreemd.’
‘Ze gaan de afdruk onderzoeken en kijken of we meer informatie kunnen krijgen.’
Er klonk een zachte piep, ten teken dat Skye een wisselgesprek had. Verbaasd trok ze haar wenkbrauwen op. Het was al na middernacht. Wie belde er nu zo laat? Normaal zou ze meteen naar het nummer hebben gekeken, maar bij een wisselgesprek kwam er geen tweede nummer door.
Omdat ze vermoedde dat het een van haar stiefzussen was, vroeg ze Jasmine even te wachten. ‘Hallo?’
Het bleef lange tijd stil.
‘Hallo?’ herhaalde ze.
‘Spreek ik met Skye Kellerman?’
Ze herkende de lage stem niet. ‘Ja.’
‘Zodra ik vrijkom, snij ik je keel door.’
Skye verstijfde. Alle herinneringen aan Burkes aanval kwamen weer naar boven. Hij zat schrijlings boven op haar en drukte haar met zijn hand op het bed. Zijn mes, dat op haar oog was gericht, raakte haar wang omdat ze zich los probeerde te worstelen. Daarna volgden de pijn, de paniek en het bloed. Het liep overal naartoe en verblindde haar terwijl ze als een razende vocht.
‘Met wie spreek ik?’ vroeg ze, maar de verbinding was al verbroken.
Met een ruk keek ze weer om naar het raam. Het kon Burke niet zijn, want die kon niet zomaar iemand opbellen. Nu nog niet, tenminste. Had hij iemand anders gevraagd haar te bellen? Dat moest wel. De beller had niet gezegd ‘ik hou je in de gaten’ of ‘ik vermoord je’, maar ‘zodra ik vrijkom…’
‘Skye? Ben je daar weer?’
Jasmine.
Geef haar antwoord, zei ze tegen zichzelf. Nadat ze diep had ademgehaald, schraapte ze haar keel. ‘Ja, Jasmine, daar ben ik weer,’ zei ze.
‘Wie had je aan de lijn?’
Er ging een huivering door Skye heen. De beller had niet geklonken als een tiener die het leuk vond om mensen bang te maken. Het was een volwassen man geweest.
Hoe was die man aan haar nummer gekomen? Ze stond niet in het telefoonboek.
‘Ik weet niet wie het was,’ antwoordde ze.
‘Wat bedoel je?’
Skye stond op en liep de keuken uit, voor het geval iemand haar daadwerkelijk vanuit de duisternis bespiedde. ‘Het was iemand die weet dat Burke binnenkort vrijkomt. Hij bedreigde me,’ vertelde ze. Weer zag ze flitsen van Burkes mes voor zich.
‘Wat zei hij dan?’
‘Hij zei: “Zodra ik vrijkom, snij ik je…”’ Ze slikte, door angst overmand. ‘Hij zei dat hij mijn keel zou doorsnijden…’
‘Bel de politie!’ Jasmine schreeuwde het bijna uit. ‘Controleer of ze Burke vervroegd hebben vrijgelaten!’
‘Ik kan me niet voorstellen dat ze dat hebben gedaan.’ Skye leunde in de gang tegen de muur. ‘Dan zou David me wel hebben gewaarschuwd. Het kan natuurlijk ook best iemand anders zijn geweest. We hebben vaak genoeg aan de pers verteld wat onszelf is overkomen.’
‘Het kan inderdaad zo zijn dat iemand heeft gelezen dat jij bent aangevallen, maar hoeveel mensen weten dat Burke wordt vrijgelaten?’ vroeg Jasmine.
‘Dat hangt ervan af wie hij allemaal heeft gesproken,’ antwoordde ze.
‘Ik vind dat je de politie moet bellen,’ herhaalde Jasmine.
De regen striemde nog altijd tegen de ramen en op de veranda. In gedachten zag Skye de wegen steeds verder onderlopen. Misschien was haar ontsnappingsroute al afgesneden. ‘Dat heeft geen zin,’ zei ze. ‘Ze hebben ons al zo vaak gewaarschuwd dat we ons met gevaarlijke zaken bezighouden. Ze zeggen dat we onszelf bewust tot doelwit van wraakzuchtige lieden maken.’
‘Toch wil ik dat je belt. Nu meteen. En zorg dat alle ramen en deuren van je huis op slot zitten. Ik bel Sheridan en vraag of ze naar je toe komt,’ zei Jasmine. ‘Het is jammer dat ik zo ver weg ben, want anders was ik zelf gekomen.’
‘Nee, ik wil niet dat je Sheridan belt. Ik kan wel voor mezelf zorgen.’ Skye haalde het vuurwapen uit de zak van haar jas, dat ze er vlak voor het gesprek met David in had laten glijden. Het was geladen en klaar om afgevuurd te worden.
‘Als er iemand bij je was, kon je gaan rusten,’ zei Jasmine. ‘Je slaapt toch al zo weinig.’
Dat was waar. Eigenlijk durfde Skye zich niet meer ontspannen aan de slaap over te geven. Als ze haar ogen sloot, gebeurden er nare dingen…
‘Ik kan niet van Sheridan verwachten dat ze midden in de nacht in de auto stapt en een uur reist om mijn handje vast te houden,’ zei ze.
‘Jawel, dat kun je wel. Je hebt nog maar net gehoord dat de man die jou heeft aangevallen op vrije voeten komt,’ verklaarde Jasmine. ‘Het is heel normaal dat je om hulp vraagt. Ik weet zeker dat Sheridan het niet erg vindt.’
‘Val haar alsjeblieft niet lastig. Ze was na het werk al zo moe.’ Skye hield de zijkant van het wapen tegen haar borst, gerustgesteld door het gewicht en het koele metaal tegen haar huid. Sinds Burke was ze doodsbang voor messen, en ze wist dat ze met een vuurwapen een goede kans had tegenover een mes – zolang ze haar aanvaller maar zag aankomen. ‘Ik red me wel, heus.’
Jasmine aarzelde, maar gaf haar uiteindelijk haar zin. ‘Goed, maar de enige reden waarom ik Sheridan niet bel, is dat die man nog steeds in de gevangenis zit,’ zei ze. ‘Ik sta er echter op dat je de politie belt, al is het alleen maar om te vragen of ze vannacht een keer extra patrouilleren.’
‘Dan zou ik de sheriff moeten bellen. Ik woon buiten de bebouwde kom.’
‘Het maakt me niet uit wie je belt. Zorg dat er iemand langskomt om te controleren of alles veilig is.’
‘Goed.’
‘En neem contact met me op als je nog een keer wordt gebeld. Dat meen ik. Het maakt niet uit hoe laat het is,’ drong Jasmine aan.
‘Afgesproken.’
Nadat Skye het gesprek had beëindigd, maakte ze een rondje door het huis om te controleren of alles netjes was afgesloten. Dat rondje maakte ze elke avond, en soms zelfs een tweede of derde keer. Het kwam ook voor dat ze ’s nachts wakker werd en voor de zekerheid nóg een keer keek. Dan tuurde ze meestal ook tussen de jaloezieën door om te kijken of er niemand buiten liep. Ook al had een aannemer ijzeren staven voor haar ramen gemaakt, ze wilde zeker weten dat ze veilig was.
Vannacht was weer een van die angstige nachten. Ze wilde de politie niet bellen. Ze wilde niemand bellen. Als Burke of iemand anders haar te grazen wilde nemen, zou ze hier, in haar eigen huis, een einde aan de dreiging maken.
Nog vóór de ochtend werd David wakker van het geluid van zijn mobiele telefoon. Hij knipperde met zijn ogen en keek slaperig om zich heen, omdat hij niet meteen wist waar hij was. Hij sliep in een eenpersoonsbed. Hij zag een paar zitzakken en een paar boekenplanken met Jeremy’s speelgoed en boeken.
Aha. Hij was in de logeerkamer van zijn oude huis. Waarschijnlijk was hij in slaap gevallen voordat Lynnette thuis was gekomen.
Geeuwend kwam hij overeind. Hij was van plan te controleren of zijn ex-vrouw thuis was en daarna meteen naar huis te gaan. Hij had veel te doen en had geen zin in een herhaling van de discussie van de vorige avond.
Met zijn gedachten was hij bij de oude moordzaken waaraan hij een groot deel van het weekend en de maandag had besteed. Hij had de rapporten van de lijkschouwer bestudeerd, de foto’s van de plaatsen delict bekeken en verklaringen gelezen van de mensen die de slachtoffers als laatsten hadden gezien. Hij móést iets vinden waarmee hij Burke weer achter de tralies kon krijgen. En hij moest het doen voordat Burke nieuwe slachtoffers kon maken of wraak op Skye kon nemen.
Op het moment dat hij de kamer uit wilde lopen, hoorde hij zijn telefoon weer. Hij herinnerde zich dat dat het geluid was waarvan hij wakker was geworden.
Haastig haalde hij het toestel uit zijn zak. ‘Hallo?’
‘Rechercheur Willis?’
‘Ja?’
‘U spreekt met brigadier Blazer van bureau Marysville Boulevard.’
David verstijfde. Het zou hem niet verbazen als hij naar een nieuwe plaats delict moest. De ergste telefoontjes kwamen altijd midden in de nacht of ’s ochtends vroeg.
Een paar weken geleden was hij naar een huis in Oak Park geroepen, waar een man zijn vrouw en twee kinderen had doodgeschoten voordat hij zichzelf van het leven had beroofd. ‘Wat is er?’ vroeg hij.
‘We hebben een telefoontje gehad van Jasmine Stratford, van De Laatste Linie.’
Meteen kreeg David een knoop in zijn maag. Waarom had Jasmine de politie gebeld? ‘Wilde ze mij spreken?’ informeerde hij.
‘Ze heeft niet speciaal naar u gevraagd. Ze wilde iets melden.’
Davids bloed werd ijskoud bij de gedachte aan de criminelen wier woede Skye, Sheridan en Jasmine zich dagelijks op de hals haalden. Hij moest er niet aan denken dat een van hen wraak wilde nemen. ‘Waar ging het over?’
‘Een van haar collega’s van de stichting is vannacht telefonisch bedreigd.’
‘Welke collega?’ vroeg David, al wist hij het antwoord op die vraag al.
‘Skye Kellerman.’
Hij verstevigde zijn greep op de telefoon. ‘Heeft Jasmine u details gegeven?’ vroeg hij.
‘Ms. Kellerman is gebeld door iemand die zei dat hij haar keel zou doorsnijden zodra hij vrijkwam.’ De stem van de brigadier kreeg een gewichtige toon. ‘Ik heb tegen Ms. Stratford gezegd dat het waarschijnlijk een misselijke grap was, van een man die het leuk vindt om vrouwen bang te maken. Toch besef ik dat die vrouwen erg veel vijanden hebben, van wie er een aantal gevaarlijk zou kunnen zijn. Voor het geval het géén grap was, leek het me goed u op de hoogte te brengen.’
‘Heel goed, brigadier. Bedankt voor de moeite,’ zei David.
Als de beller het niet over zijn vrijlating had gehad, had David best willen geloven dat iemand Skye alleen maar bang probeerde te maken. Het feit dat er een gevangenis en een mes waren genoemd, was echter te toevallig. Hoeveel mensen wisten dat Burke vrijkwam?
‘Bel me alstublieft als u nog meer nieuws over DLL hoort.’
‘Goed.’
David verbrak de verbinding, maar borg zijn telefoon niet op. In plaats daarvan deed hij de deur dicht en toetste hij Skyes nummer in. Hoewel dit een zakelijk telefoontje was, voelde hij zich altijd schuldig als hij haar belde.
De telefoon was nauwelijks één keer overgegaan voordat ze opnam. ‘Hallo?’ Ze klonk klaarwakker.
‘Met mij,’ zei hij. ‘Ik heb gehoord over je telefoontje.’
‘Heeft Jasmine je gebeld?’
‘Ze heeft contact opgenomen met bureau Marysville Boulevard.’
‘Waarom? Ik zei nog tegen haar dat ik buiten de bebouwde kom woon.’
‘Heb je de sheriff dan gebeld?’
In de stilte lag haar antwoord besloten. Blijkbaar wilde ze dit in haar eentje oplossen. David vond dat onverstandig. Hij was bang dat ze haar eigen kracht overschatte.
Hoofdschuddend dacht hij terug aan de eerste keer dat hij haar had gezien. Op dat moment had ze veertig hechtingen in haar linkerwang gehad. Ze had ook een aantal diepe sneden in haar handen en onderarmen gehad, door haar pogingen Burkes aanval af te weren. Hij was het aan haar verplicht de man weer achter de tralies te krijgen.
Destijds had ze er breekbaar en bang uitgezien, maar breekbaar was ze niet meer. De hechtingen hadden slechts een dun litteken nagelaten, en de sneeën op haar armen waren niet meer te zien. Ze had haar lichaam sterker gemaakt en haar spieren getraind. Lichamelijk had ze een uitstekende conditie, maar vanbinnen was ze nog steeds bang. David wilde haar beschermen en de gejaagde blik uit haar ogen verdrijven.
‘Waarom heb je mij niet gebeld?’ vroeg hij wrevelig. ‘Als er zoiets gebeurt, wil ik het weten.’
‘Waarom?’
Hij herinnerde zich de manier waarop Burke haar naam had uitgesproken. ‘Ik ken haar beter dan wie dan ook. Zelfs beter dan jij,’ had hij gezegd. De man was nog steeds geobsedeerd door haar.
‘Omdat ik wil dat je veilig bent!’
Haar stem werd zachter. ‘Zou je naar me toe zijn gekomen?’
Als hij verstandig was, bleef hij uit haar buurt. Als hij nu naar haar toe zou gaan, zou hij voor de bijl gaan. Hij wist dat ze ook naar hem verlangde, en die verleiding zou hij niet kunnen weerstaan. Daarna zou hij nooit meer met Lynnette kunnen samenleven. Dan zou hij nooit meer tevreden zijn met de keuzes die zijn geweten hem opdroeg.
‘Als ik je moet beschermen, kom ik.’
‘Ik kan wel op mezelf passen.’ Na die woorden hing ze op.
Fronsend draaide David haar nummer nog een keer. Deze keer liet ze de telefoon een paar keer overgaan voordat ze opnam.
‘Wat is er?’
‘Als dit nog eens gebeurt, wil ik dat je me belt. Begrepen?’
‘Waarom?’
‘Omdat ik me verdomme zorgen om je maak!’
‘Pas maar op. Dat klinkt alsof je iets om me begint te geven.’
Ze wist wat hij voor haar voelde. Ze moest het in zijn ogen hebben gezien. Elke keer was de honger naar haar in zijn blik te lezen.
‘Dat doe ik al vanaf het begin,’ snauwde hij. ‘Soms kan ik aan niets anders denken.’
‘Dat klinkt alsof je dat graag anders zou zien.’ Haar stem klonk beschuldigend.
Hij kon het niet ontkennen. Het zou eenvoudiger zijn om Lynnette te steunen als hij er niet van droomde met Skye te vrijen. ‘Dat klopt,’ zei hij.
‘Moet ik daar genoegen mee nemen?’
Zuchtend haalde hij een hand door zijn haren. ‘Meer kan ik je niet geven.’
Klik. Ze had opgehangen.
Het kostte hem moeite haar geen derde keer te bellen. Ook al bleef hij zichzelf wijsmaken dat hij er goed aan deed afstand te bewaren, hij bleef naar haar verlangen.
Hij gooide de telefoon op het bed om niet in de verleiding te komen haar nummer in te toetsen. Verdorie, hij moest haar uit zijn hoofd zetten. Tegelijkertijd mócht hij haar niet vergeten, want anders zou ze wel eens het volgende slachtoffer van Burke kunnen worden.