•4•

De auto op de snelweg hield zich precies aan de maximumsnelheid. De man reed, de vrouw zat naast hem. Ze leken allebei nogal verkrampt, alsof ze bang waren dat de één plotseling de ander zou overvallen.

Toen er een straalvliegtuig met neergelaten landingsgestel als een havik over hen heen dook op weg naar Dulles Airport, sloot Faith Lockhart haar ogen en stelde zich even voor dat ze in dat vliegtuig zat en niet ging landen maar juist was opgestegen voor een vlucht naar een verre bestemming. Toen ze langzaam haar ogen opende, nam de auto een afslag en lieten ze het onrustige schijnsel van de natriumlampen achter zich. Niet veel later reden ze langs bomen aan weerszijden van de weg, tussen brede greppels met hoog, vochtig gras. De zwakke glinstering van de ééndimensionale sterren was nu het enige licht, afgezien van de dubbele lichtbundel waarmee de koplampen de duisternis doorboorden.

‘Ik begrijp niet waarom agent Reynolds vanavond niet kon komen,’ zei ze.

‘Heel eenvoudig, Faith. Jij bent niet de enige zaak waaraan ze werkt,’ antwoordde speciaal agent Ken Newman. ‘Maar je kent mij toch ook? We gaan alleen wat praten, net als anders. Doe maar alsof ik Brooke Reynolds ben. We werken allemaal bij hetzelfde team.’

De auto draaide een andere, nog stillere weg in. De bomen maakten plaats voor kaalgeslagen velden die op de definitieve komst van de bulldozers wachtten. Over een jaar zouden hier bijna net zoveel huizen staan als er ooit bomen waren geweest. De groei van de buitenwijken was niet te stuiten. Het land leek naakt en verwoest. En troosteloos, misschien om wat er komen ging. In dat opzicht sloot het perfect aan bij Faiths stemming.

Newman keek haar even aan. Hoewel hij het niet graag toegaf, voelde hij zich nooit op zijn gemak in haar gezelschap, alsof hij naast een op scherp gestelde kneedbom zat, zonder enig idee wanneer de explosie zou komen. Hij schoof heen en weer op zijn stoel. Hij had een rauwe plek op de plaats waar het leer van zijn schouderholster normaal tegen zijn huid schuurde. De meeste agenten kregen daar eelt, maar Newman alleen blaren, die weer afschilferden. Ironisch genoeg vond hij die lichte pijn wel prettig, omdat hij zich daardoor niet kon ontspannen. Dit lichte ongemak was een duidelijke waarschuwing dat de kleinste onoplettendheid hem fataal zou kunnen worden. Maar omdat hij vanavond een kogelvrij vest droeg, had hij geen last van de holster. De irritatie was minder en zijn concentratie daarom ook.

Faith voelde het bloed in haar oren gonzen. Al haar zintuigen stonden op scherp, zoals wanneer je ’s avonds laat in bed ligt en een vreemd, verontrustend geluid hoort. Als kind rende je dan naar de slaapkamer van je ouders en klom bij hen in bed, zodat ze je begripvol en troostend in hun armen konden nemen. Maar ze was nu zesendertig en haar ouders waren dood. Wie zou Faith Lockhart nog kunnen beschermen?

‘En na vanavond is agent Reynolds weer terug,’ zei Newman. ‘Je voelt je prettiger bij haar, is het niet?’

‘Ik weet niet of “prettig” het juiste woord is in deze omstandigheden.’

‘Jawel. Dat is zelfs heel belangrijk. Reynolds weet precies wat ze doet. Geloof me, als zij er niet was geweest, waren we nog geen steek opgeschoten. Je hebt ons nog niet veel aanwijzingen gegeven. Maar zij gelooft in je. En zolang jij niets doet om dat vertrouwen te beschamen, heb je een belangrijke bondgenote in Brooke Reynolds. Ze bekommert zich echt om je.’

Faith kruiste haar benen en sloeg haar armen over elkaar. Ze was ongeveer een meter vijfenzestig en had een vrij kort bovenlijf. Haar boezem was platter dan ze graag zou hebben gewild, maar ze had lange, mooie benen. Ze kon er altijd op rekenen dat haar benen genoeg aandacht kregen. Het was haar niet ontgaan dat Newman al een paar keer een heimelijke blik had geworpen op haar fraai gespierde kuiten en dijen, verpakt in dunne nylons.

Faith veegde haar lange kastanjebruine haar uit haar gezicht en legde haar hand tegen de brug van haar neus. Ze zag al een paar grijze haren tussen het bruin. Ze vielen nog niet op, maar dat zou met de tijd veranderen. En de spanningen van dit moment maakten haar snel ouder. Naast haar ijver, haar goede verstand en haar zelfvertrouwen had haar uiterlijk zeker geholpen bij haar carrière, wist Faith. Je mocht nooit zeggen dat het een voordeel was om er goed uit te zien, maar natuurlijk was dat zo. Zeker als je voornamelijk met mannen te maken had, zoals in haar werk.

De brede lach waarmee ze werd begroet als ze het kantoor van een senator binnenkwam, had minder te maken met haar intelligentie dan met de korte rokjes die ze droeg. Soms waren het simpele dingen, zoals je schoen even laten bungelen. Dan spraken ze over stervende kinderen in verre landen, en families die in de diepste armoede moesten leven, terwijl die mannen geobsedeerd naar het decolleté tussen haar tenen staarden. God, testosteron was de grootste zwakte van een man en het grootste voordeel voor een vrouw. In elk geval zorgde het voor evenwicht op een speelveld waar mannen altijd de beste kansen hadden gehad.

‘Het is leuk om zo populair te zijn,’ zei Faith. ‘Maar me oppikken in een donker steegje en dan hierheen rijden in het holst van de nacht… is dat niet wat overdreven?’

‘Je kon moeilijk het fbi -kantoor in Washington binnenwandelen. Je bent de belangrijkste getuige in een onderzoek dat een sensatie zou kunnen worden. En dit huis is tenminste veilig.’

‘Het is ook ideaal voor een hinderlaag. Hoe weet je dat we niet gevolgd worden?’

‘O, we worden wel gevolgd. Door onze eigen mensen. Als er iemand anders in de buurt was geweest, hadden ze het wel gemerkt en ons gewaarschuwd. Tot aan die afslag hadden we een van onze eigen wagens achter ons. Dus je kunt gerust zijn.’

‘Fijn. Jullie zijn onfeilbaar. Ik wilde dat ik zulk personeel had. Waar haal je die vandaan?’

‘Hoor eens, we weten echt wel wat we doen, oké? Geen paniek.’ Maar terwijl hij dat zei, keek hij weer in zijn spiegeltje.

Toen ging zijn blik naar de mobiele telefoon die op de voorbank lag, en Faith kon bijna zijn gedachten lezen. ‘Toch maar even om versterking bellen?’ Newman keek haar verstoord aan maar zei niets. ‘Oké, laten we dan spijkers met koppen slaan,’ zei ze. ‘Wat schiet ik hier eigenlijk mee op? Dat is me nooit duidelijk geworden.’ Toen Newman nog steeds geen antwoord gaf, keek ze een tijdje naar zijn profiel om zijn weerstand te peilen. Ze boog zich naar hem toe en legde een hand op zijn arm.

‘Ik neem grote risico’s,’ zei ze. Ze voelde zijn spieren verstrakken onder de mouw van zijn jasje. Ze liet haar vingers daar liggen, met wat meer druk. Haar vingertoppen konden nu onderscheid maken tussen de stof van zijn jasje en die van zijn overhemd. Toen hij zich schuin naar haar toe keerde, zag Faith het kogelvrije vest dat hij droeg. Opeens verdampte het speeksel in haar mond, tegelijk met haar gemoedsrust.

Newman keek haar aan. ‘Ik zal eerlijk zijn. Ik weet niet wat de deal is, want daar ga ik niet over. Eigenlijk heb je ons tot nu toe niet veel verteld. Maar als je het volgens de regels speelt, komt het wel goed. Als jij de informatie levert, krijg je zo snel mogelijk een nieuwe identiteit als schelpenverkoopster op de Fiji-Eilanden, terwijl je partner en zijn vriendjes langdurig onderdak krijgen van de regering. Maak je niet druk, denk er niet te veel over na en probeer het er heelhuids vanaf te brengen. Wij staan aan jouw kant, vergeet dat niet. Wij zijn de enige vrienden die je hebt.’

Faith leunde naar achteren en maakte eindelijk haar blik los van dat kogelvrije vest. Het werd tijd voor haar verrassing, vond ze. Ze kon het net zo goed op Newman uitproberen als op Reynolds. In sommige opzichten kon ze goed met Reynolds opschieten. Twee vrouwen in een oceaan van mannen. Op veel subtiele manieren begreep de vrouwelijke fbi -agent haar veel beter dan een man. Aan de andere kant waren ze ook als twee zwerfkatten die om dezelfde visgraat cirkelden.

‘Ik wil Buchanan er ook bij halen. Ik weet dat het me zal lukken. En met ons tweeën als getuigen zullen jullie veel sterker staan.’ Ze zei het heel snel, blij dat het er eindelijk uit was.

Ze zag de verbazing op Newmans gezicht. ‘Faith, we zijn heel flexibel, maar we gooien het niet op een akkoordje met de vent die volgens jou het brein achter de hele zaak is.’

‘Je weet niet precies hoe het zit. Waarom hij dat heeft gedaan. Hij is niet de schurk van het verhaal. Hij deugt.’

‘Hij heeft de wet overtreden. Volgens jou heeft hij ambtenaren en politici omgekocht. Dat zegt mij genoeg.’

‘Als je begrijpt waarom hij dat heeft gedaan, denk je er wel anders over.’

‘Ik zou er niet op hopen, Faith. Doe dat jezelf niet aan.’

‘En als ik nou zeg dat het kiezen of delen is: ons allebei, of het gaat niet door?’

‘Dan zou je de grootste fout van je leven maken.’

‘Dus het is hij of ik?’

‘Dat lijkt me niet zo’n moeilijke keus.’

‘Ik wil met Reynolds praten.’

‘Die zal hetzelfde zeggen als ik.’

‘Wees daar niet zo zeker van. Ik kan heel overtuigend zijn. En ik heb toevallig ook gelijk.’

‘Faith, je hebt geen idee wat hier allemaal speelt. Bovendien bepaalt de fbi niet wie er vervolgd zal worden. Dat doet de officier van justitie. Zelfs als Reynolds het met je eens zou zijn, en dat betwijfel ik, zullen de juristen dat nooit accepteren. Als ze die machtige politici willen aanpakken maar tegelijk een deal sluiten met de vent die voor alles verantwoordelijk is, verliezen ze het proces en zijn ze hun baantje kwijt. Dit is Washington. We praten over een stel machtige gorilla’s, vergeet dat niet. Wat gaat er gebeuren, dacht je? De telefoons staan roodgloeiend, de pers draait overuren, achter de schermen wordt er van alles bekokstoofd en uiteindelijk zijn wij allemaal de klos. Geloof me, ik zit al twintig jaar in dit vak. Als we Buchanan er niet bijlappen, hebben we geen schijn van kans.’

Faith leunde achterover en tuurde naar de lucht. Eén moment, tussen de wolken, zag ze Danny Buchanan terneergeslagen in een donkere, ellendige gevangeniscel zitten. Zo ver mocht ze het nooit laten komen. Ze zou met Reynolds en de juristen moeten praten om ervoor te zorgen dat Buchanan ook onschendbaarheid kreeg. Anders ging het niet door. Maar Newman leek zo zeker van zijn zaak. Wat hij zei klonk ook wel logisch. Dit was Washington. En opeens smolt haar zelfvertrouwen weg, als het doven van een lucifer. Had zij, een ervaren lobbyiste die al God-mocht-weten-hoe-lang de vinger aan de politieke pols hield, in dit geval de politieke realiteit over het hoofd gezien?

‘Ik moet plassen,’ zei Faith.

‘Over een kwartiertje zijn we bij het huis.’

‘Als je de volgende afslag links neemt, is er anderhalve kilometer verderop een benzinestation dat dag en nacht open is.’

Hij keek haar verbaasd aan. ‘Hoe weet je dat?’

‘Ik weet graag van tevoren waar ik mee te maken krijg,’ zei ze met een zelfverzekerdheid die een opkomende paniek moest maskeren. ‘Dat geldt zowel voor mensen als voor de omgeving.’

Hij gaf geen antwoord, maar sloeg linksaf, en even later stonden ze bij het goed verlichte Exxon-station, waar ook een winkel was. Het leek een afgelegen plek, maar de snelweg moest dicht in de buurt zijn, want er stonden aardig wat vrachtwagens op het parkeerterrein. Het Exxon-station had een vaste klantenkring, dat was duidelijk. Mannen met laarzen en cowboyhoeden, Wrangler-jeans en windjacks met logo’s van vrachtwagen- en onderdelenmerken slenterden heen en weer. Sommigen stonden rustig te tanken, anderen dronken hete koffie, waarvan de stoom langs hun vermoeide, tanige koppen omhoog steeg. Niemand lette op hun auto toen die naast de toiletten aan het einde van het gebouw stopte.

Faith deed de deur van de wc achter zich op slot, klapte de bril neer en ging zitten. Ze hoefde niet naar de wc, maar ze wilde tijd om na te denken en de paniek die haar bestormde de baas te worden. Ze keek om zich heen en staarde afwezig naar de teksten die op de afbladderende gele verf van de muren waren gekrabbeld. Sommige opmerkingen waren zo obsceen dat ze er bijna van moest blozen. Maar er waren ook geestige dingen bij, ongelooflijk grof maar echt heel grappig. Waarschijnlijk veel origineler dan wat de mannen op de muren van de aangrenzende wc hadden geschreven, hoewel de meeste mannen dat nooit zouden toegeven. Ze onderschatten vrouwen altijd.

Faith stond op, plensde wat koud water uit de kraan over haar gezicht en droogde zich af met een papieren handdoek. Juist op dat moment dreigden haar knieën het te begeven. Ze greep zich vast aan het vlekkerige porselein van de wasbak. Vroeger had ze nachtmerries gehad dat zoiets haar op haar bruiloft zou overkomen. Dat ze haar knieën zou vergrendelen en daarna flauw zou vallen. Nou ja, daar hoefde ze zich geen zorgen over te maken. Ze had nog nooit in haar leven een langdurige relatie gehad, tenzij je een jongen uit de vijfde klas meetelde van wie ze de naam nu niet meer wist. Alleen zijn hemelsblauwe ogen zou ze nooit vergeten.

Danny Buchanan had haar blijvende vriendschap geschonken. Hij was al vijftien jaar haar mentor en een soort vaderfiguur. Hij had haar talent erkend toen niemand dat nog zag. Hij had haar een kans gegeven toen ze die wanhopig nodig had. Ze was naar Washington gekomen met genoeg ambitie en enthousiasme, maar zonder duidelijke plannen. Lobbyen? Daar wist ze helemaal niets van, maar het klonk wel spannend. En winstgevend. Haar vader was een goedhartige, maar wat doelloze zwerver geweest, die zijn vrouw en dochter van het ene zogenaamd winstgevende project naar het andere had gesleept. Hij was een van die wrede misbaksels van de natuur: een man met een visie, zonder de gave om er iets mee te doen. Hij leefde van de hand in de tand en zijn gezin wachtte elke week weer angstig af of er genoeg geld zou binnenkomen. Als zijn plannen misliepen en hij de investeringen van andere mensen dreigde te verliezen, zette hij Faith en haar moeder haastig in de auto en sloegen ze op de vlucht. Ze waren een paar keer dakloos geweest en hadden regelmatig honger geleden. Maar op de een of andere manier was haar vader altijd weer overeind gekrabbeld. Tot de dag waarop hij stierf was het zo gegaan. Armoede was een blijvende en pijnlijke herinnering voor haar.

Faith wilde een goed en rustig leven, zonder van iemand afhankelijk te zijn. Buchanan had haar de kans en de opleiding gegeven om die droom te verwezenlijken, en nog veel meer dan dat. Hij had niet alleen een visie, maar ook de middelen om zijn grootse plannen uit te voeren. Faith zou hem nooit kunnen verraden. Ze was diep onder de indruk van wat hij tot stand had gebracht en hoe hard hij nog altijd werkte. Hij was de rots in de branding waaraan ze op dat punt in haar leven behoefte had gehad. Maar het afgelopen jaar was hun relatie veranderd. Hij had zich steeds meer in zichzelf teruggetrokken en praatte nauwelijks meer met haar. Danny was vaak geprikkeld en begon bij het minste of geringste tegen haar te snauwen. Toen ze hem vroeg wat er aan de hand was, werd hij nog zwijgzamer. Ze hadden altijd zo’n goede band gehad dat die verandering nog moeilijker voor haar te accepteren was. Hij ging zich heimelijk gedragen en nam haar niet meer mee op reis. Zelfs hun urenlange tactische besprekingen behoorden tot het verleden.

En toen had hij iets totaal onverwachts en afschuwelijks gedaan. Hij had tegen haar gelogen. Het ging maar om een onnozele kwestie, maar het had enorme consequenties. Als hij tegen haar loog over kleine dingen, wat voor belangrijke zaken hield hij dan voor haar verborgen? Ze confronteerde hem nog één keer, maar Buchanan had gezegd dat ze beter niet naar zijn problemen kon vragen. En toen zei hij iets waardoor haar wereld bijna instortte.

Als ze ontslag wilde nemen, zou hij haar niet tegenhouden. En hij liet duidelijk doorschemeren dat hij het tijd vond dat ze opstapte. Ontslag! Voor haar gevoel was het eerder een vader die zijn dochter het huis uit zette.

Waarom wilde hij van haar af? Toen, in een flits, was het tot haar doorgedrongen. Hoe had ze zo blind kunnen zijn? Ze hadden Danny in een hoek gedreven. Iemand had zijn spelletje doorzien, en Danny wilde haar niet meeslepen in zijn val. Ze had het hem rechtuit gevraagd, maar hij had het met grote stelligheid ontkend. En daarna gezegd dat ze kon vertrekken. Heel beleefd.

Goed, als hij haar dan niet in vertrouwen wilde nemen, zou ze zelf wel iets bedenken. Na lang beraad was ze naar de fbi gegaan. Ze wist dat er een kans bestond dat juist de fbi Danny’s geheim had ontdekt, maar dat maakte het misschien nog gemakkelijker, dacht Faith.

Nu begon ze ernstig te twijfelen of het wel zo verstandig was geweest om de politie te benaderen. Dacht ze echt dat de fbi bereid was om Buchanan als kroongetuige te accepteren? Ze vervloekte zichzelf omdat ze hun Danny’s naam gegeven had, hoewel hij al beroemd genoeg was in een stad vol beroemde mensen. Ook zonder haar hulp zou de fbi het verband wel hebben gelegd. Ze wilden Danny arresteren. Haar vrijheid in ruil voor Danny’s ondergang. Was dat nu echt haar keus? Nog nooit in haar leven had ze zich zo alleen gevoeld.

Ze keek naar zichzelf in de gebarsten spiegel. De beenderen van haar gezicht leken door haar huid te steken. Haar oogkassen waren holle gaten. Maar één centimeter huid tussen haar en het niets. Haar grote plan, de uitweg die ze voor hen beiden had bedacht, was opeens veranderd in een vrije val in een krankzinnige, duizelingwekkende diepte. Haar vader zou zijn spullen hebben gepakt en als een dief in de nacht zijn weggeslopen. Wat moest zijn dochter doen?

Onder druk / druk 1
titlepage.xhtml
Onder_druk_125x200_split_0.xhtml
Onder_druk_125x200_split_1.xhtml
Onder_druk_125x200_split_2.xhtml
Onder_druk_125x200_split_3.xhtml
Onder_druk_125x200_split_4.xhtml
Onder_druk_125x200_split_5.xhtml
Onder_druk_125x200_split_6.xhtml
Onder_druk_125x200_split_7.xhtml
Onder_druk_125x200_split_8.xhtml
Onder_druk_125x200_split_9.xhtml
Onder_druk_125x200_split_10.xhtml
Onder_druk_125x200_split_11.xhtml
Onder_druk_125x200_split_12.xhtml
Onder_druk_125x200_split_13.xhtml
Onder_druk_125x200_split_14.xhtml
Onder_druk_125x200_split_15.xhtml
Onder_druk_125x200_split_16.xhtml
Onder_druk_125x200_split_17.xhtml
Onder_druk_125x200_split_18.xhtml
Onder_druk_125x200_split_19.xhtml
Onder_druk_125x200_split_20.xhtml
Onder_druk_125x200_split_21.xhtml
Onder_druk_125x200_split_22.xhtml
Onder_druk_125x200_split_23.xhtml
Onder_druk_125x200_split_24.xhtml
Onder_druk_125x200_split_25.xhtml
Onder_druk_125x200_split_26.xhtml
Onder_druk_125x200_split_27.xhtml
Onder_druk_125x200_split_28.xhtml
Onder_druk_125x200_split_29.xhtml
Onder_druk_125x200_split_30.xhtml
Onder_druk_125x200_split_31.xhtml
Onder_druk_125x200_split_32.xhtml
Onder_druk_125x200_split_33.xhtml
Onder_druk_125x200_split_34.xhtml
Onder_druk_125x200_split_35.xhtml
Onder_druk_125x200_split_36.xhtml
Onder_druk_125x200_split_37.xhtml
Onder_druk_125x200_split_38.xhtml
Onder_druk_125x200_split_39.xhtml
Onder_druk_125x200_split_40.xhtml
Onder_druk_125x200_split_41.xhtml
Onder_druk_125x200_split_42.xhtml
Onder_druk_125x200_split_43.xhtml
Onder_druk_125x200_split_44.xhtml
Onder_druk_125x200_split_45.xhtml
Onder_druk_125x200_split_46.xhtml
Onder_druk_125x200_split_47.xhtml
Onder_druk_125x200_split_48.xhtml
Onder_druk_125x200_split_49.xhtml
Onder_druk_125x200_split_50.xhtml
Onder_druk_125x200_split_51.xhtml
Onder_druk_125x200_split_52.xhtml
Onder_druk_125x200_split_53.xhtml
Onder_druk_125x200_split_54.xhtml
Onder_druk_125x200_split_55.xhtml
Onder_druk_125x200_split_56.xhtml
Onder_druk_125x200_split_57.xhtml
Onder_druk_125x200_split_58.xhtml
Onder_druk_125x200_split_59.xhtml
Onder_druk_125x200_split_60.xhtml
Onder_druk_125x200_split_61.xhtml