•53•

De piloot had een radiomelding doorgegeven en er stond al een ambulance te wachten op het asfalt van het vliegveldje van Manteo, dat goddank maar een paar minuten vliegen was. Reynolds en Lee hadden wat verband uit de eerstehulpkist van het vliegtuig gebruikt om de bloeding te stelpen en Lee diende Faith zuurstof toe uit de kleine cilinder aan boord, maar het leek allemaal niet te helpen. Ze was niet meer bij bewustzijn gekomen en haar hartslag was veel te zwak. Haar armen en benen werden steeds kouder, zelfs toen Lee haar tegen zich aan klemde om haar de warmte van zijn eigen lichaam te geven, alsof dat enig verschil maakte.

Lee reed in de ambulance met Faith mee naar het Beach Medical Center, dat beschikte over een polikliniek en een traumacentrum. Reynolds en Buchanan werden er in een andere auto naartoe gebracht. Op weg naar het ziekenhuis belde Reynolds met Fred Massey in Washington. Wat ze hem vertelde was voor hem genoeg om meteen te vertrekken met het vliegtuig van de fbi . Hij alleen, zei Reynolds erbij. Niemand anders. Massey accepteerde die voorwaarde zonder commentaar. Misschien was het de toon waarop ze het zei, of de verbijsterende inhoud van haar korte bericht.

Faith werd meteen naar de eerste hulp gebracht, waar de artsen bijna twee uur met haar bezig waren om haar vitale functies te herstellen, haar hartslag te normaliseren en de inwendige bloeding te stelpen. Het zag er niet goed uit. Eén keer moest de crash-cart er zelfs aan te pas komen.

Door de deuren keek Lee in apathische wanhoop toe hoe Faith een paar keer schokte onder de stroomstoten van de elektroden die tegen haar borst werden gedrukt. Pas toen hij het beeld op de hartmonitor van een rechte streep zag veranderen in een regelmatig patroon van pieken en dalen, kon hij zich weer bewegen.

Nauwelijks twee uur later moesten ze haar borst opensnijden, haar ribben spreiden en haar hart masseren om het op gang te krijgen. Elk uur leek een nieuwe crisis te brengen als het leven haar weer bijna ontglipte.

Lee ijsbeerde heen en weer, met zijn handen diep in zijn zakken, zijn hoofd gebogen, zonder met iemand te praten. Hij had alle gebeden gezegd die hij zich kon herinneren en zelf een paar nieuwe gevonden. Maar op dit moment kon hij Faith niet helpen en juist dat was zo onverdraaglijk. Hoe had hij dit kunnen laten gebeuren? Hoe was het Connie, die logge, oude klootzak, toch nog gelukt een schot af te vuren? Terwijl Lee naast hem stond? En waarom had Faith zich in de baan van het schot geworpen? Waarom? Eigenlijk zou Buchanan nu op die operatietafel moeten liggen, omringd door mensen die wanhopig probeerden zijn geteisterde lichaam weer tot leven te wekken.

Lee leunde vermoeid tegen een muur, liet zich op de grond glijden en sloeg twee handen voor zijn gezicht toen zijn grote lijf begon te schokken.

In een apart kamertje zat Reynolds te wachten met Buchanan, die nauwelijks een woord had gesproken sinds Faith was neergeschoten. Hij zat daar maar en staarde naar de muur. Wie Buchanan zag, zou niet geloven dat hij kookte van woede, dat hij werd verteerd door haat tegen Robert Thornhill, de man die alles had vernietigd wat hem lief was.

Omstreeks de tijd dat Fred Massey arriveerde werd Faith naar de intensive care overgebracht. Ze was voorlopig stabiel, zei de dokter tegen hen. Ze was neergeschoten met een gemene dumdumkogel, die door haar lichaam was getuimeld als een op hol geslagen bowlingbal en grote schade aan verschillende organen had toegebracht, met ernstige inwendige bloedingen. Maar ze was een sterke vrouw en ze leefde nog. Ze had een kans, maar meer ook niet, waarschuwde hij. Binnenkort zouden ze meer weten.

Toen de dokter wegliep, legde Reynolds een hand op Lee’s schouder en gaf hem een bekertje koffie.

‘Lee, als ze het tot hier toe heeft gered, denk ik dat ze het wel zal halen.’

‘Geen garanties,’ mompelde hij bij zichzelf, niet in staat de vrouw aan te kijken.

Ze liepen naar het aparte kamertje, waar Reynolds Buchanan en Lee aan Fred Massey voorstelde.

‘Ik vind dat meneer Buchanan je zijn verhaal maar moet vertellen,’ zei Reynolds tegen Massey.

‘Is hij daartoe bereid?’ vroeg Massey sceptisch.

Buchanan monterde wat op. ‘Meer dan bereid. Maar eerst moet u me iets vertellen. Wat vindt u belangrijker, wat ík heb gedaan of de aanhouding van de moordenaar van uw agent?’

Massey boog zich naar voren. ‘Ik denk niet dat ik een deal met u wil sluiten.’

Buchanan plantte zijn ellebogen op de tafel. ‘Als ik u mijn verhaal heb verteld, denkt u daar wel anders over. Maar op één voorwaarde. U laat mij afrekenen met die man. Op mijn eigen manier.’

‘Agent Reynolds zei me dat deze man voor de federale overheid werkt.’

‘Dat klopt.’

‘Dat kan ik moeilijk geloven. Hebt u daar bewijzen van?’

‘Als u mij mijn gang laat gaan, zal ik u de bewijzen leveren.’

Massey keek naar Reynolds. ‘Die lichamen in het huis, weten we al wie dat zijn?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Ik heb het net gevraagd. De politie en onze agenten uit Washington, Raleigh en Norfolk zijn er nu. Maar het is nog te vroeg voor identificatie. Alles gebeurt in het diepste geheim. De plaatselijke politie weet nog van niets. We houden alle feiten achter. Er komt niets op het nieuws over de lichamen of over Faith die nog leeft en in dit ziekenhuis ligt.’

Massey knikte. ‘Goed gedaan.’ Alsof hij zich opeens iets herinnerde, opende hij zijn koffertje, haalde er twee dingen uit en gaf die aan haar.

Reynolds keek naar het pistool en haar badge in zijn hand.

‘Het spijt me dat het zo is gegaan, Brooke,’ zei Massey. ‘Ik had je moeten vertrouwen en dat heb ik niet gedaan. Misschien heb ik al te lang geen contact meer met de praktijk. Misschien zit ik te veel achter een bureau en luister ik niet meer naar mijn intuïtie.’

Reynolds stak het pistool in haar holster en de badge in haar tasje. Ze voelde zich weer compleet. ‘Dat zou ik misschien ook niet hebben gedaan, in jouw plaats. Maar wat gebeurd is, is gebeurd. We moeten verder, Fred. We hebben niet veel tijd.’

‘Ik kan u verzekeren, meneer Massey,’ zei Buchanan, ‘dat u die mannen nooit zult identificeren. En als u daar toch in slaagt, zult u geen enkele connectie kunnen vinden met de persoon over wie ik het heb.’

‘Hoe weet u dat zo zeker?’ vroeg Massey.

‘Geloof me. Ik weet hoe die man te werk gaat.’

‘Hoor eens, waarom vertelt u me niet gewoon wie het is, dan kan ik de zaak van u overnemen.’

‘Nee,’ zei Buchanan beslist.

‘Wat nou nee? Wij zijn de fbi , beste vriend, dit is ons vak. Als je het op een akkoordje wilt gooien…’

‘Luister goed.’ Buchanan verhief nauwelijks zijn stem, maar hij keek Massey zo doordringend aan dat de adic vergat wat hij wilde zeggen en zijn mond hield. ‘We hebben maar één kans om hem te pakken te krijgen. Eén kans! Hij heeft de fbi al geïnfiltreerd. Constantinople is mogelijk niet de enige verrader. Er kunnen nog anderen zijn.’

‘Dat lijkt me hoogstonwaarschijnlijk…’ begon Massey.

‘Kunt u me dat garanderen?’ vroeg Buchanan, nu met stemverheffing. ‘Kunt u dat?’

Massey leunde naar achteren en keek wat ongemakkelijk. Hij wierp een snelle blik naar Reynolds, die haar schouders ophaalde.

‘Als ze Connie voor zich konden laten werken, kunnen ze iederéén rekruteren,’ zei ze.

Massey keek somber en schudde langzaam zijn hoofd. ‘Connie… ik kan het nog steeds niet geloven.’

Buchanan tikte op het tafelblad. ‘En als er nog een spion binnen uw organisatie is en u onze tegenstander in uw eentje probeert aan te pakken, zal dat nooit lukken. Dan is onze enige kans verkeken. Voorgoed. Wilt u dat echt riskeren?’

Massey streek over zijn gladde kin en dacht na. Ten slotte keek hij Buchanan weer aan, behoedzaam maar geïnteresseerd.

‘Denkt u echt dat u die vent te pakken kunt nemen?’

‘Ik ben bereid er mijn leven voor te geven. En ik zal veel moeten telefoneren om speciale hulp in te roepen.’ Buchanan glimlachte bij zichzelf. Hij bleef lobbyist, tot het eind. Hij keek naar Lee. ‘Ik heb ook jouw hulp nodig, Lee. Als je wilt.’

Lee keek verrast. ‘Ik? Wat kan ík doen om nog te helpen?’

‘Ik heb gisteravond met Faith over je gesproken. Ze vertelde me over je “bijzondere” kwaliteiten. Ze vond je de geschikte man om bij de hand te hebben in een gevaarlijke situatie.’

‘Daar heeft ze zich in vergist. Anders zou ze daar nu niet liggen met een gat in haar borst.’

Buchanan legde zijn hand op Lee’s arm. ‘Ik kan nauwelijks leven met mijn schuldgevoel omdat ze die kogel voor mij heeft opgevangen. Maar daar kan ik nu niets aan veranderen. Ik kan er alleen voor zorgen dat ze haar leven niet voor niets heeft gewaagd. Het wordt heel gevaarlijk voor je. Zelfs als we die man te pakken krijgen, staan er nog anderen klaar. Er blijven er altijd een paar over.’

Buchanan leunde naar achteren in zijn stoel en keek Lee scherp aan. Massey en Reynolds ook. De gespierde armen en brede schouders van de privé-detective vormden een schril contrast met de kwetsbare blik in zijn ogen.

Lee Adams haalde diep adem. Het liefst zou hij naast Faiths bed blijven staan tot ze eindelijk wakker werd, hem zou zien en hem glimlachend zou zeggen dat alles goed kwam. Dan pas zou het in orde zijn. Maar Lee wist dat je in dit leven zelden kreeg wat je wilde. Dus keek hij Buchanan aan en zei: ‘Goed, ik doe mee.’

Onder druk / druk 1
titlepage.xhtml
Onder_druk_125x200_split_0.xhtml
Onder_druk_125x200_split_1.xhtml
Onder_druk_125x200_split_2.xhtml
Onder_druk_125x200_split_3.xhtml
Onder_druk_125x200_split_4.xhtml
Onder_druk_125x200_split_5.xhtml
Onder_druk_125x200_split_6.xhtml
Onder_druk_125x200_split_7.xhtml
Onder_druk_125x200_split_8.xhtml
Onder_druk_125x200_split_9.xhtml
Onder_druk_125x200_split_10.xhtml
Onder_druk_125x200_split_11.xhtml
Onder_druk_125x200_split_12.xhtml
Onder_druk_125x200_split_13.xhtml
Onder_druk_125x200_split_14.xhtml
Onder_druk_125x200_split_15.xhtml
Onder_druk_125x200_split_16.xhtml
Onder_druk_125x200_split_17.xhtml
Onder_druk_125x200_split_18.xhtml
Onder_druk_125x200_split_19.xhtml
Onder_druk_125x200_split_20.xhtml
Onder_druk_125x200_split_21.xhtml
Onder_druk_125x200_split_22.xhtml
Onder_druk_125x200_split_23.xhtml
Onder_druk_125x200_split_24.xhtml
Onder_druk_125x200_split_25.xhtml
Onder_druk_125x200_split_26.xhtml
Onder_druk_125x200_split_27.xhtml
Onder_druk_125x200_split_28.xhtml
Onder_druk_125x200_split_29.xhtml
Onder_druk_125x200_split_30.xhtml
Onder_druk_125x200_split_31.xhtml
Onder_druk_125x200_split_32.xhtml
Onder_druk_125x200_split_33.xhtml
Onder_druk_125x200_split_34.xhtml
Onder_druk_125x200_split_35.xhtml
Onder_druk_125x200_split_36.xhtml
Onder_druk_125x200_split_37.xhtml
Onder_druk_125x200_split_38.xhtml
Onder_druk_125x200_split_39.xhtml
Onder_druk_125x200_split_40.xhtml
Onder_druk_125x200_split_41.xhtml
Onder_druk_125x200_split_42.xhtml
Onder_druk_125x200_split_43.xhtml
Onder_druk_125x200_split_44.xhtml
Onder_druk_125x200_split_45.xhtml
Onder_druk_125x200_split_46.xhtml
Onder_druk_125x200_split_47.xhtml
Onder_druk_125x200_split_48.xhtml
Onder_druk_125x200_split_49.xhtml
Onder_druk_125x200_split_50.xhtml
Onder_druk_125x200_split_51.xhtml
Onder_druk_125x200_split_52.xhtml
Onder_druk_125x200_split_53.xhtml
Onder_druk_125x200_split_54.xhtml
Onder_druk_125x200_split_55.xhtml
Onder_druk_125x200_split_56.xhtml
Onder_druk_125x200_split_57.xhtml
Onder_druk_125x200_split_58.xhtml
Onder_druk_125x200_split_59.xhtml
Onder_druk_125x200_split_60.xhtml
Onder_druk_125x200_split_61.xhtml