•41•
Buchanan belde vanuit de parkeergarage nog met een paar andere mensen om maatregelen te treffen. Daarna nam hij de lift naar het advocatenkantoor en voerde besprekingen over een belangrijke zaak die hem opeens volkomen koud liet. Na afloop werd hij naar huis gereden. Zijn hersens werkten op volle toeren toen hij alle details van zijn plan tegen Robert Thornhill nader uitwerkte. Dat was het enige gebied waar de cia -man niet kon doordringen en waar hij geen macht over had: Buchanans gedachten. En dat was een hele troost. Langzaam kreeg Buchanan weer vertrouwen. Misschien zou hij het de man toch nog lastig kunnen maken.
Hij opende de voordeur van zijn huis en stapte naar binnen. Hij zette zijn koffertje neer en liep langs de donkere bibliotheek, waar hij even het licht aandeed om naar zijn geliefde schilderij te kijken en kracht te verzamelen voor wat er komen ging. Maar toen het licht aanging, staarde Buchanan ongelovig naar de lege lijst. Wankelend liep hij er naartoe, stak zijn handen door het gat en raakte de muur aan. Hij was bestolen. Het huis had een goed alarmsysteem, maar dat had niet gewerkt.
Hij rende naar de telefoon om de politie te bellen, maar op het moment dat hij zijn hand uitstak, ging het toestel over. Hij nam op.
‘Uw auto staat binnen een paar minuten voor, meneer. Gaat u naar kantoor?’
Het drong eerst niet tot Buchanan door.
‘Naar kantoor, meneer?’
‘Ja,’ zei Buchanan eindelijk met moeite.
Hij hing op en staarde naar de lege plek waar het schilderij had gehangen. Eerst Faith, nu zijn meesterwerk. Thornhill, dat kon niet anders. Goed, Bob, de eerste ronde is voor jou. Nu is het mijn beurt.
Hij liep de trap op, waste zijn gezicht en kleedde zich om. Met zorg koos hij zijn kleren. Hij had een entertainment-system in zijn slaapkamer, met een tv, een stereo, een video en een dvd -speler. Het was redelijk veilig voor inbrekers, omdat je de onderdelen er niet uit kon halen zonder de complete houten ombouw los te schroeven, en dat kostte tijd. Buchanan keek nooit tv en films interesseerden hem niet. Als hij muziek wilde, legde hij een 33-toerenplaat op zijn oude grammofoon.
Hij stak zijn hand in de gleuf van de videorecorder, haalde er zijn paspoort, een creditcard en een legitimatie uit, allemaal op een valse naam, plus een dun stapeltje honderd-dollarbiljetten. Hij stak alles in de binnenzak van zijn jas en liep de trap weer af. Door het raam zag hij de auto klaarstaan. Hij zou de man nog een paar minuten laten wachten, gewoon om hem te treiteren.
Ten slotte pakte hij zijn koffertje en ging naar buiten. Hij stapte in de auto en de chauffeur reed weg.
‘Hallo, Bob,’ zei Buchanan zo rustig als hij kon.
Thornhill keek naar het koffertje.
Buchanan knikte naar het getinte raampje. ‘Ik ga naar kantoor. De fbi zal verwachten dat ik mijn koffertje meeneem. Ik ga er tenminste vanuit dat ze inmiddels mijn telefoon afluisteren, denk je niet?’
Thornhill knikte. ‘Je zou een goede agent zijn, Danny.’
‘Waar is mijn schilderij?’
‘Op een veilige plaats, en dat is meer dan je verdient, gezien de omstandigheden.’
‘Wat bedoel je daar precies mee?’
‘Daar bedoel ik precies mee dat jij Lee Adams, een privé-detective, hebt ingehuurd om Faith Lockhart te schaduwen.’
Buchanan deed alsof hij schrok. In zijn jeugd had hij er wel eens over gedacht om acteur te worden. Niet in films, maar op het toneel. Lobbyen was de op één na beste keus. ‘Ik wist helemaal niet dat ze naar de fbi was gegaan toen ik dat deed. Ik was alleen bezorgd om haar veiligheid.’
‘Waarom?’
‘Dat weet je zelf wel, neem ik aan.’
Thornhill keek beledigd. ‘Waarom zou ik in vredesnaam Faith Lockhart iets willen aandoen? Ik ken de vrouw niet eens.’
‘Moet je mensen kennen om ze kapot te maken?’
‘Het was een domme beslissing, Danny,’ zei Thornhill spottend. ‘Misschien krijg je het schilderij ooit terug, maar voorlopig zul je het zonder moeten doen.’
‘Hoe ben je binnengekomen, Thornhill? Ik heb een inbraakalarm.’
Thornhill had moeite zijn lachen in te houden. ‘Een inbraakalarm? Toe maar!’
Buchanan moest zich beheersen om de man niet naar de strot te vliegen.
‘Ik moet wel om je lachen, Danny, heus. Met je nobele ideeën om de armen te helpen. Begrijp je het dan niet? Zo blijft de wereld in stand. Door het verschil tussen arm en rijk. De machthebbers en de machtelozen. En dat verschil zal altijd blijven bestaan, tot aan het einde van de wereld. Niets of niemand kan daar iets aan veranderen. Zoals mensen elkaar altijd zullen haten en verraden. Als de mens niet zoveel slechte kanten had, zat ik zonder werk.’
‘Ik dacht net dat je je roeping als psychiater had gemist,’ zei Buchanan. ‘Voor criminele psychopaten. Je zou zoveel gemeen hebben met je patiënten.’
Thornhill glimlachte. ‘Zo heb ik jou ook ontdekt, weet je. Iemand die jij hebt geprobeerd te helpen, heeft je uiteindelijk verraden. Jaloers op je succes en je goede werken, denk ik. Hij wist niets van je omkooppraktijken, maar zijn verhaal prikkelde wel mijn nieuwsgierigheid. En als ik me in iemand verdiep, heeft hij na een tijdje geen geheimen meer voor me. Ik heb je huis afgeluisterd, je kantoor, en zelfs microfoontjes in je kleren verstopt. En daarmee heb ik een goudmijn aangeboord. Met rooie oortjes zaten we naar je te luisteren.’
‘Geweldig. Vertel me nou maar waar Faith is.’
‘Ik hoopte dat jíj me dat kon vertellen.’
‘Wat wil je van haar?’
‘Ik wil dat ze voor me gaat werken. Er bestaat een vriendschappelijke concurrentie tussen de twee diensten, maar ik kan wel zeggen dat wij onze mensen eerlijker behandelen dan de fbi . Ik werk al veel langer aan dit project dan het Bureau en al die inspanningen mogen niet vergeefs zijn.’
Buchanan koos met zorg zijn woorden. Hij wist dat hij een groot risico nam. ‘Wat zou Faith je kunnen vertellen dat je nog niet van mij hebt gehoord?’
‘In mijn beroep is het altijd beter om twee mensen achter de hand te hebben dan één.’
‘Heb je daarbij ook die fbi -agent meegerekend die jullie hebben vermoord, Bob?’
Thornhill haalde zijn pijp tevoorschijn en speelde ermee.
‘Danny, ik zou je willen aanraden om je te beperken tot je eigen deel van deze puzzel.’
‘Ik beschouw álles als mijn puzzel. Ik lees de kranten. Je had me verteld dat Faith naar de fbi was gegaan. Er werd een fbi -agent vermoord die aan een undercoverzaak werkte, en op hetzelfde moment verdween Faith. Je hebt gelijk, ik heb Lee Adams ingehuurd om uit te zoeken wat er aan de hand was. Maar ik heb nog niets van hem gehoord. Heb je hem ook laten vermoorden?’
‘Ik ben ambtenaar. Ik laat geen mensen vermoorden.’
‘De fbi heeft Faith ondervraagd, en dat kon jij niet goedvinden omdat je hele plannetje in duigen zou vallen als zij de waarheid ontdekken. En je dacht toch niet dat ik echt geloofde dat je mij zou laten gaan met een schouderklopje en een bedankje omdat ik je zo goed geholpen heb? Ik zou het niet zo lang in dit vak hebben overleefd als ik echt onnozel was.’
Thornhill borg zijn pijp weer op. ‘Overleefd… dat is een interessante gedachte. Jij ziet jezelf als iemand die alles overleeft, maar toch kom je bij mij met allerlei ongefundeerde beschuldigingen…’
Buchanan boog zich naar voren, met zijn gezicht vlak bij dat van Thornhill. ‘Ik ben meer over het onderwerp van overleven vergeten dan jij er ooit over zult weten. Ik heb geen leger agenten met pistolen die mijn orders uitvoeren terwijl ik veilig achter de muren van Langley zit om het slagveld te analyseren alsof het een schaakspel is. Zodra jij je met mijn leven ging bemoeien heb ik plannen gemaakt voor noodgevallen – plannen die jou helemaal kapot zullen maken als er iets met mij gebeurt. Heb je ooit rekening gehouden met de mogelijkheid dat iemand anders misschien net zo slim zou zijn als jij? Of zijn je successen je echt naar het hoofd gestegen?’
Thornhill keek hem zwijgend aan, maar Buchanan ging door. ‘Ik zie mezelf nu als een soort partner van je, hoe walgelijk die gedachte misschien ook is. En dus ga je mij vertellen of jullie die fbi -agent hebben vermoord, omdat ik precies wil weten wat ik moet doen om aan deze nachtmerrie te ontsnappen. En je gaat me ook vertellen of je Faith en Adams hebt laten vermoorden. Zo niet, dan stap ik meteen naar de fbi zodra deze auto stopt. En als je jezelf voor zo onoverwinnelijk houdt dat je me wilt vermoorden terwijl de fbi me al op het spoor is, ga dan je gang. Maar als ik sterf, sleep ik jou mee.’
Buchanan leunde naar achteren en stond zichzelf een glimlach toe. ‘Je kent toch het oude verhaal van de kikker en de schorpioen? De schorpioen wil naar de overkant van het water en belooft de kikker dat hij hem niet zal steken als hij de schorpioen op zijn rug naar de andere oever brengt. De kikker weet ook wel dat de schorpioen zal verdrinken als hij hem onderweg steekt, dus stemt hij toe. Maar halverwege het water steekt de schorpioen de kikker toch, tegen alle logica in. De stervende kikker roept: “Nu zul je zelf verdrinken! Waarom doe je dat nou?” De schorpioen glimlacht alleen en antwoordt: “Omdat het mijn aard is.”’ Buchanan stak zijn hand op en zwaaide theatraal naar Thornhill. ‘Hallo, meneer de kikker.’
De twee mannen keken elkaar een hele tijd aan. De auto was al anderhalve kilometer verder toen Thornhill het stilzwijgen verbrak.
‘Lockhart moest worden geëlimineerd. Ze had een fbi -agent bij zich, dus hij moest ook sterven.’
‘Maar Faith is ontkomen?’
‘Ja, dankzij de hulp van jouw privé-detective. Als jij die blunder niet had gemaakt, hadden we deze crisis kunnen vermijden.’
‘Het is nooit bij me ópgekomen dat je iemand zou willen vermoorden. Dus je hebt geen idee waar ze nu is?’
‘Dat is slechts een kwestie van tijd. Ik heb nog meer ijzers in het vuur. En een goed lokaas. Dus is er nog hoop.’
‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Ik bedoel dat wij uitgepraat zijn.’
Het volgende kwartier verstreek in doodse stilte. De auto reed de ondergrondse parkeergarage van Buchanans kantoor binnen. Beneden wachtte een grijze sedan met draaiende motor. Voordat Thornhill uitstapte, pakte hij Buchanans arm.
‘Jij beweert dat je me kapot kunt maken als jou iets overkomt. Ik zal je wat zeggen. Als jouw collega en haar nieuwe “vriend” de plannen doorkruisen waar ik zo lang aan heb gewerkt, zullen jullie allemaal sterven. En meteen.’ Hij liet Buchanans arm weer los. ‘Zolang we elkaar maar goed begrijpen, meneer de schorpioen,’ voegde hij er minachtend aan toe.
Even later vertrok de grijze sedan uit de parkeergarage. Thornhill had de telefoon al in zijn hand.
‘We mogen Buchanan geen seconde uit het oog verliezen.’ Hij hing op en bedacht hoe hij deze nieuwe situatie het hoofd moest bieden.