•54•

De zwarte sedan stopte voor het huis. Robert Thornhill en zijn vrouw kwamen in avondkleding naar buiten. Thornhill sloot de voordeur af, het echtpaar stapte in en de auto vertrok. De Thornhills waren uitgenodigd voor een officieel diner op het Witte Huis.

De sedan reed langs de telefoonkast voor de wijk waar de Thornhills woonden. De metalen kast was groot, hoekig en lichtgroen geverfd. Hij was er een jaar of twee geleden neergezet toen de telefoonmaatschappij de kabels in deze oude wijk had gemoderniseerd. De metalen kast was opeens een lelijk ding in een buurt die trots was op zijn prachtige huizen en aangelegde tuinen. Daarom hadden de omwonenden geld bijeengebracht voor wat flinke struiken om de kast heen. De kast was nu vanaf de weg niet meer te zien. De monteurs van de telefoonmaatschappij konden hem alleen bereiken via de achterkant, die naar het bos stond gericht. De struiken waren niet alleen een esthetische verbetering, maar ook heel welkom voor de man die de sedan voorbij zag rijden, de kast opende en voorzichtig zijn weg zocht door de elektronische ingewanden.

Met behulp van een speciaal instrument uit zijn eigen arsenaal vond Lee Adams de kabel van de Thornhills. Zijn kennis van verbindingssystemen kwam hem nu goed van pas. Het huis van de Thornhills had een uitstekende alarminstallatie. Maar elk alarmsysteem had een zwakke plek: de telefoonlijn. Altijd weer die telefoonlijn. Hartelijk dank, Ma Bell.

Lee ging in gedachten alle stappen na. Als een indringer ergens binnenkwam, ging het alarm af en belde de computer de centrale om de inbraak te melden. Daarna belde het veiligheidspersoneel van de centrale het huis om te vragen of alles in orde was. Als de eigenaar antwoordde, moest hij een speciale code noemen, anders kwam de politie toch. Als de telefoon niet werd opgenomen, kwam de politie altijd.

Eenvoudig gezegd zorgde Lee er nu voor dat de computer van het inbraakalarm nooit de centrale zou bereiken, maar zelf wel zou denken dat dat zo was. Daarvoor gebruikte Lee een in-line component of telefoonsimulator. Hij had de lijn van de Thornhills van het systeem losgekoppeld, waardoor er geen telefoongesprekken meer mogelijk waren. Nu moest hij de computer laten geloven dat er toch contact was. Daartoe installeerde hij de in-line component en haalde de schakelaar over, waardoor de telefoon van de Thornhills nu wel een kiestoon had, maar geen telefoonlijn naar de buitenwereld.

Lee constateerde ook dat het alarmsysteem van de Thornhills geen mobiele back-up had, alleen een telefoon met landlijn. Dat was slordig. Een mobiele back-up liet zich niet bedotten omdat het een draadloos systeem was waar Lee geen kabels van kon loskoppelen. Bijna alle alarmsystemen in het land hadden dezelfde land- en datalijnen. Dus hadden ze ook allemaal een achterdeur. Lee had die zojuist gevonden.

Hij pakte zijn gereedschap in en sloop door het bos naar de achterkant van Thornhills huis. Daar vond hij een raam dat vanaf de straat niet zichtbaar was. Van Fred Massey had hij een kopie gekregen van de plattegrond van het huis en het schema van het inbraakalarm. Door via dit raam binnen te dringen kon hij het alarmpaneel op de bovenverdieping bereiken zonder een bewegingsdetector te passeren.

Hij haalde een stun-gun uit zijn rugzak en drukte die plat tegen het raam. De ramen waren allemaal voorzien van een alarm, ook op de bovenverdieping. Zowel boven als onder aan het raam zaten contactpunten. De meeste huizen hadden alleen ramen met contactpunten aan de onderkant. Als dat hier zo was geweest, had Lee gewoon het raamslot kunnen openen en door het bovenraampje kunnen kruipen zonder het contact te verbreken.

Hij haalde de trekker van de stun-gun over en legde hem toen op een andere plaats tegen het raam, waar hij de contactpunten vermoedde. In totaal vuurde hij acht schoten af in het raamkozijn. Door de elektrische lading van het geweer smolten de contacten samen, zodat ze niet meer werkten.

Hij opende het spanjoletslot, hield zijn adem in en schoof het raam omhoog. Geen alarm. Snel klom hij naar binnen en deed het raam weer dicht. Toen haalde hij een kleine zaklantaarn uit zijn zak, vond de trap en liep naar boven. Het was hem al snel duidelijk dat de Thornhills in grote weelde leefden. Het huis was grotendeels ingericht met antieke meubels, aan de muren hingen originele olieverfschilderijen en Lee’s voeten zakten weg in een dik en waarschijnlijk ook duur tapijt.

Het alarmpaneel was waar zulke panelen altijd te vinden waren: op de bovenverdieping in de ouderslaapkamer. Hij schroefde het paneel los en vond de draden van de zoemer. Twee knipjes met de tang en het alarmsysteem had opeens een keelontsteking. Nu kon hij zich vrij door het huis bewegen. Hij liep de trap af, zwaaide uitdagend met zijn armen toen hij langs de bewegingssensor kwam en stak zelfs zijn middelvinger op, alsof het Thornhill zelf was die naar hem loerde, machteloos om iets tegen de inbraak te doen. Het rode lampje ging aan, het alarm werd geactiveerd, maar het systeem was met stomheid geslagen. De computer zou de centrale bellen, maar het signaal zou nooit aankomen. Het systeem zou acht keer hetzelfde nummer bellen, geen antwoord krijgen en daarna de moed opgeven en weer gaan slapen. Op de centrale meldpost zou alles normaal en rustig lijken: de droom van iedere inbreker.

Lee zag het rode lichtje van de bewegingssensor weer doven. Steeds als hij er voorbij kwam, werd het hele programma opnieuw afgewerkt, met hetzelfde resultaat. Acht keer bellen en dan niets meer. Lee glimlachte. Voorlopig ging alles goed. Voordat de Thornhills terugkwamen zou hij de draden van de zoemer weer met elkaar verbinden. Thornhill zou argwaan krijgen als hij niet het normale gepiep hoorde op het moment dat hij de deur opende. Maar eerst had Lee nog iets anders te doen.

Onder druk / druk 1
titlepage.xhtml
Onder_druk_125x200_split_0.xhtml
Onder_druk_125x200_split_1.xhtml
Onder_druk_125x200_split_2.xhtml
Onder_druk_125x200_split_3.xhtml
Onder_druk_125x200_split_4.xhtml
Onder_druk_125x200_split_5.xhtml
Onder_druk_125x200_split_6.xhtml
Onder_druk_125x200_split_7.xhtml
Onder_druk_125x200_split_8.xhtml
Onder_druk_125x200_split_9.xhtml
Onder_druk_125x200_split_10.xhtml
Onder_druk_125x200_split_11.xhtml
Onder_druk_125x200_split_12.xhtml
Onder_druk_125x200_split_13.xhtml
Onder_druk_125x200_split_14.xhtml
Onder_druk_125x200_split_15.xhtml
Onder_druk_125x200_split_16.xhtml
Onder_druk_125x200_split_17.xhtml
Onder_druk_125x200_split_18.xhtml
Onder_druk_125x200_split_19.xhtml
Onder_druk_125x200_split_20.xhtml
Onder_druk_125x200_split_21.xhtml
Onder_druk_125x200_split_22.xhtml
Onder_druk_125x200_split_23.xhtml
Onder_druk_125x200_split_24.xhtml
Onder_druk_125x200_split_25.xhtml
Onder_druk_125x200_split_26.xhtml
Onder_druk_125x200_split_27.xhtml
Onder_druk_125x200_split_28.xhtml
Onder_druk_125x200_split_29.xhtml
Onder_druk_125x200_split_30.xhtml
Onder_druk_125x200_split_31.xhtml
Onder_druk_125x200_split_32.xhtml
Onder_druk_125x200_split_33.xhtml
Onder_druk_125x200_split_34.xhtml
Onder_druk_125x200_split_35.xhtml
Onder_druk_125x200_split_36.xhtml
Onder_druk_125x200_split_37.xhtml
Onder_druk_125x200_split_38.xhtml
Onder_druk_125x200_split_39.xhtml
Onder_druk_125x200_split_40.xhtml
Onder_druk_125x200_split_41.xhtml
Onder_druk_125x200_split_42.xhtml
Onder_druk_125x200_split_43.xhtml
Onder_druk_125x200_split_44.xhtml
Onder_druk_125x200_split_45.xhtml
Onder_druk_125x200_split_46.xhtml
Onder_druk_125x200_split_47.xhtml
Onder_druk_125x200_split_48.xhtml
Onder_druk_125x200_split_49.xhtml
Onder_druk_125x200_split_50.xhtml
Onder_druk_125x200_split_51.xhtml
Onder_druk_125x200_split_52.xhtml
Onder_druk_125x200_split_53.xhtml
Onder_druk_125x200_split_54.xhtml
Onder_druk_125x200_split_55.xhtml
Onder_druk_125x200_split_56.xhtml
Onder_druk_125x200_split_57.xhtml
Onder_druk_125x200_split_58.xhtml
Onder_druk_125x200_split_59.xhtml
Onder_druk_125x200_split_60.xhtml
Onder_druk_125x200_split_61.xhtml