•16•
Thornhill hing op met een verstoorde uitdrukking op zijn gezicht. Zijn blik dwaalde door zijn kantoor. Zijn mannen hadden de vogel gevlogen gevonden en een van hen was zelfs gebeten door een hond. Ze hadden getuigenverklaringen over een man en een vrouw die de straat door waren gerend. Dit werd hem toch te gortig. Thornhill was een geduldig man, die gewend was om jarenlang aan bepaalde zaken te werken, maar er waren grenzen aan zijn verdraagzaamheid. Zijn agenten hadden de boodschap gehoord die Buchanan op het antwoordapparaat had achtergelaten. Ze hadden het bandje meegenomen en het Thornhill laten horen via zijn beveiligde telefoon.
‘Dus je hebt een privé-detective ingeschakeld, Danny,’ mompelde Thornhill bij zichzelf. ‘Daar zul je voor boeten.’ Hij knikte peinzend. ‘Daar zal ik voor zorgen.’
De politie had gereageerd op het inbraakalarm, maar toen Thornhills mannen hun legitimatie hadden laten zien, waren de smerissen weer afgedropen. Officieel was de cia niet bevoegd om binnen de Verenigde Staten te opereren, daarom hadden Thornhills mensen verschillende pasjes bij zich, die ze aanpasten aan degene die ernaar vroeg.
De agenten waren naar huis gestuurd met de instructie om te vergeten wat ze hadden gezien. Maar toch beviel het Thornhill niet. Het was op het randje. Zo maakten ze zich kwetsbaar, zo zouden anderen hen onder druk kunnen zetten.
Hij liep naar het raam en keek naar buiten. Het was een prachtige herfstdag. De bladeren begonnen al te verkleuren. Hij keek naar de prachtige bomen en stopte zijn pijp, maar daar moest hij het helaas bij laten. Roken was verboden op het hoofdkwartier van de cia . De adjunct-directeur had wel een balkon waar hij zijn pijp kon roken, maar dat was toch niet hetzelfde. Tijdens de koude oorlog hadden de kantoren van de cia blauw gestaan van de rook. Door tabak ging je scherper denken, vond Thornhill. Het was maar een detail, maar symbolisch voor alles wat hier fout was gegaan.
Volgens Thornhill was de neergang van de cia nog versneld door het debacle met Aldrich Ames in 1994. Het deed Thornhill nog altijd pijn als hij terugdacht aan de arrestatie van de voormalige contraspionageofficier wegens spionage voor de Sovjets en later voor de Russen. Het noodlot wilde natuurlijk dat de fbi die zaak had ontdekt. Daarna had de president een order uitgevaardigd dat de cia altijd een fbi -agent in vaste dienst moest hebben die toezicht hield op alle contraspionagezaken en toegang had tot alle cia -dossiers. Een fbi -agent in het gebouw zelf! Met zijn neus in al hun geheimen! En omdat het Congres niet wilde achterblijven bij de president hadden die idioten een wet aangenomen die alle overheidsdiensten, ook de cia , verplichtte om de fbi te waarschuwen als er aanwijzingen waren dat geheime informatie naar buitenlandse mogendheden was uitgelekt. Het gevolg was dat de cia nu alle risico’s mocht nemen terwijl de fbi de eer kon opeisen. Thornhill werd witheet van woede als hij eraan dacht. Het was een rechtstreekse ondermijning van de missie van de cia .
Thornhill werd steeds kwader. De cia kon niet eens meer mensen schaduwen of hun telefoon afluisteren. Als ze iemand verdachten moesten ze naar de fbi gaan en om surveillance vragen – elektronisch of anderszins. Voor elektronische surveillance klopte de fbi weer aan bij de fisc , de Foreign Intelligence Surveillance Court, om toestemming te krijgen. De cia mocht de fisc niet op eigen initiatief benaderen. Ze moesten hun hand laten vasthouden door Big Brother. De fbi had alle troeven in handen.
Het zweet brak Thornhill uit toen hij bedacht dat al die beperkingen voor de cia niet alleen in Amerika zelf golden, maar dat de dienst nu ook toestemming van de president nodig had voor geheime operaties in het buitenland. Ook de toezichthoudende commissies van het Congres moesten op tijd worden gewaarschuwd. En terwijl de spionagewereld steeds ingewikkelder werd, botsten de cia en de fbi voortdurend over kwesties van bevoegdheid, het gebruik van getuigen en tipgevers en dat soort zaken. Hoewel het officieel een binnenlandse dienst was, voerde de fbi in werkelijkheid heel wat operaties in het buitenland uit, met name antidrugs- en antiterreuracties, waarvoor ook inlichtingen moesten worden verzameld. Ook dat was een aantasting van de positie van de cia .
Geen wonder dus dat Thornhill de pest had aan zijn federale collega’s. Die klootzakken drongen overal door, als een kwaadaardig gezwel. En als extra nagel aan de doodskist van de cia had een voormalige fbi -agent nu de leiding gekregen over de interne veiligheidsdienst van de cia , die de achtergronden controleerde van al het huidige en toekomstige personeel. Alle cia -medewerkers moesten jaarlijks een uitvoerig formulier invullen met vragen over hun financiële status.
Voordat hij zichzelf een attaque zou bezorgen door nog langer over dit pijnlijke onderwerp na te denken, concentreerde Thornhill zich met moeite weer op andere zaken. Als Buchanan die privé-detective had ingehuurd om Lockhart te volgen, was hij misschien de vorige avond de man geweest bij dat huisje, die Serov had geraakt. De Rus had aan die kogel een blijvende zenuwbeschadiging in zijn arm opgelopen en Thornhill had opdracht gegeven hem te elimineren. Een huurmoordenaar die geen geweer meer recht kon houden zou andere manieren zoeken om geld te verdienen en vormde dus een gevaar. Het was Serovs eigen schuld, want als Thornhill één ding van zijn mensen eiste was het wel betrouwbaarheid.
Dus deze Lee Adams speelde nu ook een belangrijke rol, dacht Thornhill peinzend. Hij had al bevel gegeven tot een uitvoerig onderzoek naar de achtergrond van de man. In deze tijd van computerbestanden zou hij binnen een halfuur of nog eerder een volledig dossier over Adams op zijn bureau hebben. Thornhill had Adams’ eigen dossier over Lockhart al gekregen; dat hadden zijn mannen uit het appartement meegenomen. Uit die aantekeningen bleek dat de privé-detective grondig en logisch te werk ging bij zijn onderzoek. Dat was zowel gunstig als ongunstig voor Thornhills zaak. Bovendien was Adams erin geslaagd om Thornhills mannen af te schudden, en dat viel niet mee. Maar als hij inderdaad logisch nadacht, zou Adams ook vatbaar zijn voor een redelijk aanbod en de kans het er levend af te brengen.
Vermoedelijk was Adams bij het huisje gevlucht met Faith Lockhart. Dat had hij niet aan Buchanan gemeld en daarom had Buchanan die telefonische boodschap achtergelaten. Buchanan wist blijkbaar niets van wat zich de vorige avond had afgespeeld en Thornhill zou ervoor zorgen dat dat zo bleef.
Hoe zouden ze nu vluchten? Per trein? Thornhill vermoedde van niet. Treinen waren langzaam en er gingen geen treinen naar het buitenland. Nee, een trein naar een vliegveld, dat was mogelijk. Of een taxi. Dat leek het meest waarschijnlijk.
Thornhill liet zich in zijn stoel terugzakken toen een assistent binnenkwam met een paar dossiers waarom hij had gevraagd. Hoewel alles bij de cia tegenwoordig met computers ging, had Thornhill nog graag een stapel papier in zijn handen. Hij kon ook veel beter nadenken als hij een getypte tekst las dan als hij naar de pixels op een beeldscherm staarde.
Hij had rekening gehouden met alle voor de hand liggende mogelijkheden. Wat lag minder voor de hand? Adams was een professional, dus misschien vluchtten hij en Lockhart nu onder valse namen, of zelfs vermomd. Hij had mannen op alle drie de luchthavens en treinstations. Maar dat was geen garantie. Het tweetal kon makkelijk een auto huren, naar New York rijden en daar op een vliegtuig stappen. Of ze zouden naar het zuiden kunnen vluchten en daar een vliegtuig nemen. Thornhill had dus een probleem.
Hij had de pest aan dit soort achtervolgingen. Er waren te veel mogelijkheden en hij had niet genoeg mankracht voor deze ‘buitenschoolse activiteiten’. Gelukkig had hij het voordeel dat hij praktisch autonoom kon opereren. Niemand binnen de cia , hoog of laag, onderzocht ooit waar hij mee bezig was. En als ze dat wel deden, kon hij hun vragen gemakkelijk omzeilen. Hij boekte resultaten waar iedereen belang bij had, en dat was zijn sterkste wapen.
Het was veel beter om de twee vluchters uit hun tent te lokken en dat moest mogelijk zijn met het juiste lokaas. Dat lokaas zou Thornhill moeten vinden en dat kostte hem heel wat meer hoofdbrekens. Lockhart had geen familie, geen bejaarde ouders of jonge kinderen. Hij wist nog niet genoeg over Adams, maar dat zou niet lang meer duren. Als de privé-detective Lockhart nog maar pas kende, zou hij zeker niet bereid zijn alles voor haar op te offeren. Nog niet. Normaal gesproken was Adams dus de man om alle inspanningen op te richten. Bovendien wisten ze waar hij woonde. Ze konden hem altijd een discrete boodschap sturen.
Thornhills gedachten gingen weer naar Buchanan. Hij was nu in Philadelphia om met een vooraanstaande senator de belangen van zijn cliënten te bespreken. Ze wisten inmiddels genoeg van de illegale activiteiten van de senator om hem te dwingen op zijn knieën voor zijn leven te smeken. Hij had de cia al lang genoeg dwars gezeten vanuit zijn hoge positie als voorzitter van de Bestedingscommissie, door voortdurend op hun budget te beknibbelen. Hun wraak zou zoet zijn.
In gedachten zag Thornhill zichzelf al de kantoren van die machtige politici binnenstappen met zijn video’s, geluidsbanden en documenten. De bewijzen hoe ze, samen met Buchanan, hun kleine complotten hadden gesmeed en regelingen hadden getroffen voor betalingen achteraf. Gretig waren ze allemaal op Buchanans voorstellen ingegaan, in ruil voor al dat geld. Hebzucht, dat was hun enige motief.
Beste senator, zou u even mijn hielen willen likken, smerig, corrupt zwijn? En daarna doet u precies wat ik zeg, niet meer en niet minder, anders zal ik u sneller verpletteren dan u ‘stem op mij’ kunt roepen.
Natuurlijk zou Thornhill zoiets nooit zeggen. Deze figuren eisten respect, zelfs als ze het niet verdienden. Hij zou hun vertellen dat Danny Buchanan was verdwenen en deze bewijzen had achtergelaten. Ze wisten nog niet wat ze met de banden gingen doen, maar officieel moesten ze aan de fbi worden overgedragen. Dat deden ze niet graag, want het ging toch om integere politici die onmogelijk schuldig konden zijn aan dit soort activiteiten, maar als de fbi er eenmaal lucht van kreeg, zou het maar op één manier kunnen eindigen: in de cel. En hoe zouden ze daar hun land nog kunnen dienen? De hele wereld zou Amerika uitlachen. Terroristen zouden weer moed krijgen tegenover hun zogenaamd verzwakte tegenstander. En de middelen waren toch al zo beperkt. De cia had te weinig geld, te weinig mensen, en zijn taken waren ernstig uitgehold. Zou u, als verantwoordelijke politici, daar niet iets aan kunnen doen? Bij voorkeur ten koste van de fbi , de klootzakken die dit bewijsmateriaal zo graag in handen willen krijgen om u voor de rechter te slepen? Kunt u zorgen dat wij geen last meer van ze hebben? Hartelijk dank aan onze integere politieke leiders. We wisten wel dat u begrip zou tonen.
De eerste stap in Thornhills grote plan was een verzoek aan zijn nieuwe bondgenoten om een eind te maken aan de fbi -bemoeienis met de cia . Daarna moest de begroting voor de cia met vijftig procent worden verhoogd. Als een eerste begin. Pas in het volgende fiscale jaar zou er serieus over geld worden gepraat. En in de toekomst zou de cia zich alleen hoeven te verantwoorden tegenover een gemeenschappelijke inlichtingencommissie en niet langer tegenover aparte commissies uit het Huis en de Senaat, zoals nu. Het was veel gemakkelijker om met één comité samen te werken. Vervolgens moest de hiërarchie van alle Amerikaanse inlichtingendiensten worden doorgelicht. De directeur van de cia hoorde aan de top van die piramide te staan en de fbi zo laag als maar enigszins mogelijk was. Bovendien moesten de mogelijkheden van de cia aanzienlijk worden uitgebreid: surveillance in eigen land, clandestiene financiering en bewapening van buitenlandse verzetsgroepen om regeringen omver te werpen die de Verenigde Staten vijandig waren gezind, en in het uiterste geval zelfs selectieve moordaanslagen. Die wapens wilden Thornhill en zijn collega’s weer toevoegen aan het arsenaal van hun dienst. Op dat moment wist Thornhill minstens vijf staatshoofden te noemen die hij met liefde uit de weg zou ruimen ter wille van een veiliger en menselijker wereld. Het werd tijd om de cia uit zijn dwangbuis te bevrijden, zodat ze weer hun werk konden doen. God, hij was er nu zo dichtbij.
‘Volhouden, Danny,’ zei Thornhill hardop. ‘Doorgaan tot het eind. Doe je best. Laat ze de smaak van de overwinning maar proeven, tot het allerlaatste moment. Dan hebben we ze in de tang.’
Grimmig keek hij op zijn horloge en stond op van achter zijn bureau. Thornhill had een geweldige hekel aan de pers. Natuurlijk had hij in al zijn jaren bij de dienst nog nooit een interview toegestaan, maar in deze hoge positie moest hij zich soms toch laten ondervragen – niet door journalisten, maar door de inlichtingencommissies van het Huis en de Senaat, over het doen en laten van de cia .
In deze ‘verlichte’ tijden stuurden cia -medewerkers elk jaar meer dan duizend dikke rapporten naar het Congres. En dat heette dan een ‘geheime’ dienst. Thornhill overleefde deze bijeenkomsten alleen door het besef hoe gemakkelijk hij de idioten kon manipuleren die zogenaamd toezicht moesten houden op zijn cia . Met een zelfvoldaan smoel stelden ze hem hun vragen, opgesteld door ijverige assistenten die meer over het onderwerp wisten dan de gekozen volksvertegenwoordigers voor wie ze werkten.
In elk geval zou het een besloten zitting zijn, zonder publiek of pers. In Thornhills ogen was het eerste artikel van de grondwet, waarin de persvrijheid werd geregeld, de grootste fout die de grondleggers van de Verenigde Staten ooit hadden gemaakt. Je moest zo verdomd goed oppassen voor die journalisten. Ze maakten misbruik van elke kans om je woorden in de mond te leggen, je beentje te lichten en de cia een veeg uit de pan te geven. Het deed Thornhill pijn dat niemand de dienst echt leek te vertrouwen. Natuurlijk logen ze over bepaalde dingen; dat was hun werk.
De cia was het pispaaltje van heel politiek Washington, daar was Thornhill nu wel van overtuigd. Politici vonden het prachtig om stoer over te komen bij hun achterban door de geheime dienst te trotseren. Daarmee haalden ze altijd de plaatselijke krant: ex-boer en congreslid zet spionnen de voet dwars . Thornhill kon de koppen inmiddels dromen.
Toch zag hij de bijeenkomst van vandaag wat positiever, omdat de cia de laatste tijd wat punten had gescoord in de publiciteit door zijn nuttige rol bij de recente vredesbesprekingen in het Midden-Oosten. Grotendeels dankzij Thornhills werk achter de schermen had de dienst een wat vriendelijker en fatsoenlijker imago opgebouwd, dat hij vandaag nog verder wilde oppoetsen.
Hij klapte zijn koffertje dicht en stak zijn pijp in zijn zak. Een ochtendje liegen tegen een stelletje leugenaars. We weten het allemaal en we worden er allemaal beter van, dacht hij. Dat kan alleen in Amerika.