•22•
‘Bingo!’ zei de man achter het computerscherm. Hij zat in een busje buiten het vliegveld. De fbi had een regeling met de luchtvaartmaatschappijen om de bewegingen te kunnen volgen van mensen naar wie ze op zoek waren. Omdat verscheidene maatschappijen dezelfde boekingssystemen en gegevens gebruikten en ook de coderingen nu op elkaar waren afgestemd, was het voor de fbi wat eenvoudiger geworden. Ze hadden gevraagd om de naam Faith Lockhart van een merkteken te voorzien in de boekingssystemen van de grote maatschappijen. En dat verzoek had zonet de hoofdprijs opgeleverd.
‘Ze heeft een ticket gekocht voor een toestel naar San Francisco dat over ongeveer een halfuur vertrekt,’ zei de man in de microfoon van zijn headset. ‘United Airlines.’ Hij gaf het vluchtnummer en de gate-informatie door. ‘Erop af,’ beval hij de agenten in de vertrekhal. Daarna pakte hij de telefoon om Brooke Reynolds te waarschuwen.
Lee bladerde een tijdschrift door dat iemand op de stoel naast hem had laten liggen toen er twee mannen in pakken snel voorbij liepen. Even later volgden er twee kerels in jeans en windjacks, ook al zo haastig, en dezelfde kant op.
Lee sprong meteen overeind, keek om zich heen of hij nog meer mensen zag rennen, kon niemand ontdekken en zette de achtervolging in.
De fbi -agenten, gevolgd door de mannen in spijkerbroek, liepen langs de damestoiletten vlak voordat Faith naar buiten kwam. De mannen waren al in de menigte verdwenen voordat ze weer in de hal stond.
Lee hield zijn pas in toen hij Faith zag opduiken. Was het weer loos alarm? Maar toen ze zich omdraaide en de andere kant op verdween, wist hij dat zijn angst terecht was. Hij hield haar scherp in de gaten en zag dat ze op haar horloge keek en wat sneller ging lopen. Shit, hij wist precies wat ze van plan was. Ze wilde een ander vliegtuig nemen. Ze keek nog eens op haar horloge en liep snel door, dus haar toestel kon elk moment vertrekken. Lee wrong zich door de mensenmassa en verkende de hal voor zich uit. Er waren nog tien gates. Hij bleef even bij de monitors staan, las bliksemsnel de lijsten door en controleerde een voor een alle gates, tot hij de tekst Boarding zag oplichten bij een vlucht van United Airlines naar San Francisco. Zijn blik gleed verder. Er zou ook een vliegtuig naar Toledo vertrekken. Welke was het? Er was maar één manier om daarachter te komen.
Hij begon te rennen, stak een wachtruimte over en wist Faith te passeren zonder dat ze hem zag. Abrupt bleef hij staan toen hij de gate voor San Francisco in het oog kreeg. De mannen in de pakken die langs hem heen waren gerend stonden bij het hek te praten met een zenuwachtige medewerker van United. Daarna stelden ze zich met een onbewogen gezicht achter een schot op en tuurden naar de menigte in de hal. fbi -agenten, dat kon niet missen. Faith wilde naar San Francisco.
Maar hier klopte iets niet. Als Faith haar valse naam had opgegeven, hoe… Toen drong het tot hem door. Ze kon haar valse naam niet hebben gebruikt voor twee vluchten die vlak na elkaar vertrokken. Dat zou verdacht zijn geweest. Dus had Faith haar echte naam gebruikt voor het ticket naar San Francisco. Shit! Ze liep hen nu recht in de armen. Ze zou haar ticket laten zien, de balie zou de fbi waarschuwen en het was voorbij.
Op het moment dat hij zich wilde omdraaien zag hij de twee mannen in jeans en windjacks, die hem al eerder waren gepasseerd. Met zijn ervaring zag Lee onmiddellijk dat ze de fbi -agenten scherp maar onopvallend in de gaten hielden. Lee kwam wat dichterbij en dankzij de bewolkte hemel kon hij hun spiegelbeeld in de ruiten zien. Een van de mannen hield iets in zijn hand. Lee voelde een huivering over zijn rug lopen toen hij nog iets verder naar hen toe schoof om te zien wat het was. Of wat hij dácht dat het was. Deze zaak had opeens een heel andere dimensie gekregen.
Lee wrong zich nog verder tussen de rijen door. Het leek wel of de hele bevolking van Washington had besloten om vandaag op het vliegtuig te stappen. Aan de overkant zag hij Faith aankomen. Nog even en ze zou hem hebben ingehaald. Lee dook door een van de rijen heen en struikelde over een tas met kleren die iemand had neergelegd. Hij sloeg met een klap tegen de grond en kwam hard op zijn knieën terecht. Toen hij overeind krabbelde, was Faith hem al voorbij. Hij had nog maar een paar seconden, misschien niet eens.
‘Suzanne?’ riep hij. ‘Suzanne Blake!’
Eerst drong het niet tot haar door, maar toen bleef ze staan en keek om zich heen. Als ze hem zag, zou ze misschien vluchten, wist Lee. Maar nu ze stilstond, had hij de paar seconden die hij nodig had. Hij maakte een omtrekkende beweging totdat hij achter haar stond.
Faith kreeg bijna een flauwte toen hij haar arm greep. ‘Draai je om en kom mee,’ zei hij.
Ze probeerde zich uit zijn greep te bevrijden. ‘Lee, je begrijpt het niet. Laat me los, alsjeblieft.’
‘Nee, jíj begrijpt het niet. De fbi staat je op te wachten bij de gate voor San Francisco.’
Ze verstijfde toen ze dat hoorde.
‘Je hebt dat andere ticket op je eigen naam gekocht, dat was een grote fout. Daar zaten ze juist op te wachten, Faith. Ze weten nu dat je hier bent.’
Zo snel als ze konden liepen ze terug door de hal naar hun oorspronkelijke gate. De passagiers gingen al aan boord. Lee greep hun tassen, maar in plaats van in te stappen pakte hij Faith bij haar arm en trok haar mee, de andere kant op. Ze gingen weer het hek door en liepen naar de lift.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Faith. ‘Het vliegtuig naar Norfolk kan elk moment vertrekken.’
‘We moeten maken dat we wegkomen voordat ze de hele vertrekhal afgrendelen om ons te vinden.’
Ze namen de lift naar beneden en liepen het gebouw uit. Buiten gekomen hield Lee een taxi aan. Ze stapten in. Lee gaf de chauffeur een adres in Virginia en de taxi vertrok. Toen pas keek Lee haar doordringend aan.
‘We konden niet in dat vliegtuig naar Norfolk stappen.’
‘Waarom niet? Het ticket stond op mijn valse naam.’
Lee keek even naar de chauffeur, een oude man die onderuit in zijn stoel hing en naar country-muziek op de radio luisterde.
Gerustgesteld antwoordde Lee zacht: ‘Omdat ze meteen bij de balie zullen vragen wie dat ticket voor Faith Lockhart heeft gekocht. Dan weten ze dat jij Suzanne Blake bent en dat je in het gezelschap was van Charles Wright. Bovendien hebben ze nu een signalement van ons allebei. Ze controleren waar Blake en Wright naartoe wilden en de fbi staat al klaar als dat vliegtuig in Norfolk landt.’
Faith verbleekte. ‘Gaat dat zo snel?’
Lee beefde van woede. ‘Met wie denk je dat je hier te maken hebt, verdomme? Veldwachter Bromsnor?’ Nijdig sloeg hij zich op zijn dijbeen. ‘Godallemachtig!’
‘Wat?’ vroeg Faith dringend. ‘Wát?’
‘Ze hebben mijn pistool. Dat staat geregistreerd op mijn naam, mijn échte naam. Verdomme! Nu ben ik medeplichtig aan een misdrijf en zit de fbi ons op de hielen.’ Wanhopig steunde hij zijn hoofd in zijn handen. ‘Ik geloof dat ik jarig ben, want ik heb nog nooit zo’n leuke dag gehad.’
Faith wilde haar hand op zijn schouder leggen, maar deed het niet. In plaats daarvan keek ze uit het raampje. ‘Het spijt me. Het spijt me echt heel erg.’ Ze legde haar hand plat tegen het glas van de autoruit om de kou te voelen, diep in haar huid. ‘Hoor eens, breng me maar naar de fbi . Dan zal ik ze de waarheid vertellen.’
‘Geweldig. Maar waarom zou de fbi jou op je woord geloven? En er is nog iets anders.’
‘Wat dan?’ Faith vroeg zich af of hij haar nu ging vertellen dat hij voor Buchanan werkte.
‘Nu even niet.’ In werkelijkheid dacht Lee aan de twee andere mannen in de vertrekhal en wat een van hen in zijn hand had gehouden. ‘Eerst wil ik weten wat je van plan was daar.’
Ze staarde uit het raampje naar het woelige grijze water van de Potomac. ‘Ik weet niet of ik je dat kan vertellen,’ zei ze, zo zacht dat hij haar nauwelijks kon verstaan.
‘Probeer het maar,’ zei hij ferm. ‘Doe je best. Vooruit.’
‘Ik denk niet dat je het zou begrijpen.’
‘O, ik ben veel begripvoller dan de meeste mensen.’
Eindelijk draaide ze zich naar hem toe, met een rood gezicht, zonder hem aan te kijken. Nerveus speelde ze met de zoom van haar jasje. ‘Ik dacht gewoon dat het beter zou zijn als jij niet meer bij me was. Dat je dan minder gevaar zou lopen.’
Lee draaide nijdig zijn hoofd af. ‘Ach, klets toch niet.’
‘Het is waar!’
Hij keerde zich weer naar haar toe en greep haar zo hard bij haar schouders dat ze een grimas maakte van pijn. ‘Luister, Faith! Ze waren bij mijn appartement, wie die “ze” ook mogen zijn. Ze weten al dat ik erbij betrokken ben, of ik nu bij jou blijf of niet. Op deze manier wordt het alleen maar gevaarlijker voor mij. En dat jij me probeert te lozen maakt het ook niet makkelijker.’
‘Maar ze wisten toch al dat jij er iets mee te maken had? Ze waren bij je appartement.’
Lee schudde zijn hoofd. ‘Dat was niet de fbi .’
Ze staarde hem verbijsterd aan. ‘Wie dan?’
‘Ik weet het niet. Maar fbi -agenten vermommen zich niet als postbodes. De fbi werkt maar volgens één principe: zoveel mogelijk machtsvertoon. Die komen met honderd man, een arrestatieteam, honden, kogelvrije vesten, noem maar op. Ze storten zich boven op je en ze slepen je mee naar het bureau. Einde verhaal.’ Lee kalmeerde terwijl hij nadacht. ‘De mensen die je bij de gate stonden op te wachten waren van de fbi .’ Hij knikte peinzend. ‘Die probeerden zich niet anders voor te doen.’ En die twee andere kerels bij het hek? Lee kon een paar mogelijkheden bedenken, maar in elk geval mocht Faith van geluk spreken dat ze nog leefde.
‘O, tussen haakjes, je hoeft me niet te bedanken dat ik je weer uit de nesten heb gered. Een paar seconden later en de fbi zou je hebben gegrepen. Dan had je heel wat meer vragen moeten beantwoorden dan je lief was. Misschien had ik beter niet kunnen ingrijpen,’ besloot hij vermoeid.
‘Waarom heb je het dan tóch gedaan?’ vroeg ze zacht.
Lee had moeite niet te lachen. De hele toestand leek wel een droom. Maar wanneer word ik eindelijk wakker?
‘Krankzinnigheid, iets anders kan ik niet bedenken.’
Faith probeerde te glimlachen. ‘God zij gedankt voor krankzinnigen.’
Lee lachte niet terug. ‘Vanaf dit moment zijn wij een Siamese tweeling. Je kunt er maar beter aan wennen dat je een man ziet pissen, dame, want ik verlies je geen seconde meer uit het oog.’
‘Lee…’
‘Ik wil het niet horen! Zeg maar niets.’ Zijn stem trilde. ‘Ik moet me toch al beheersen om je niet een pak slaag te geven, dat zweer ik!’ Met veel theater boog hij zich naar haar toe en klemde een grote hand om haar pols, als een levende handboei. Toen zakte hij onderuit in de kussens en staarde met nietsziende ogen voor zich uit.
Faith probeerde haar hand niet terug te trekken; dat zou haar ook niet zijn gelukt. En ze was echt bang dat hij haar een mep zou verkopen. Ze had het gevoel dat Lee Adams zijn hele leven nog nooit zó kwaad was geweest. Ten slotte leunde ze naar achteren en probeerde wat rustiger te worden. Haar hart klopte zo snel dat ze zich afvroeg of haar aderen die druk wel aankonden. Misschien zou ze iedereen een hoop problemen besparen als ze ter plekke zou bezwijken aan een hartaanval.
In Washington kon je liegen over seks, geld, macht en trouw. Je kon leugens als waarheden verkopen en harde feiten tot leugens verdraaien. Faith had het allemaal meegemaakt. Washington was een van de wreedste en meest frustrerende steden op aarde, waar je afhankelijk was van improvisatie en oude bondgenoten om te overleven en waar elke nieuwe dag, elke nieuwe relatie, je kon maken of breken. Toch had Faith zich daar altijd als een vis in het water gevoeld en ervan genoten. Tot vandaag.
Faith durfde Lee Adams niet aan te kijken uit angst voor wat ze in zijn ogen zou zien. Hij was alles wat ze had. Hoewel ze hem nauwelijks kende, verlangde ze om de een of andere reden naar zijn respect en begrip. Tevergeefs, natuurlijk. Dat verdiende ze niet.
Ze keek door het raampje van de taxi naar een vliegtuig dat snel opsteeg. Over een paar seconden zou het tussen de wolken verdwijnen. Algauw zouden de passagiers die dikke laag watten beneden zich zien, alsof de wereld plotseling niet meer bestond. Waarom kon zij niet in dat toestel zitten en blijven stijgen, steeds hoger, naar een plek waar ze overnieuw zou kunnen beginnen? Waarom was zo’n plaats er niet? Waarom?