•43•
Het had Lee veel tijd en moeite gekost, maar eindelijk had hij Renee gevonden. Haar moeder had botweg geweigerd hem het nummer van zijn dochter bij de universiteit te geven, maar na een reeks telefoontjes naar de administratie en andere diensten, en na veel liegen, smeken en dreigen, had Lee eindelijk het nummer gekregen. Het zat ook niet mee. Hij had zijn dochter zo lang niet gebeld, en nu het er eindelijk van kwam, was het een noodgeval. Ze zou wel blij zijn met haar vader.
Renees flatgenote bij uva zwoer op haar graf dat Renee naar college was in het gezelschap van twee jongens van het footballteam, van wie er één haar vriend was. Nadat hij het meisje had verteld wie hij was en een nummer had achtergelaten waarop Renee hem kon bellen, had Lee opgehangen en het nummer opgevraagd van de county-sheriff van Albermarle. Hij wist een deputy-sheriff aan de lijn te krijgen en legde de vrouw uit dat iemand dreigementen had geuit tegen Renee Adams, een studente aan uva . Konden ze iemand sturen om te controleren of alles goed met haar was? De vrouw vroeg hem van alles waar Lee geen antwoord op kon geven, bijvoorbeeld wie hij was. Kijk maar op de lijst van meest gezochte misdadigers, wilde hij zeggen. Ziek van angst probeerde hij haar duidelijk te maken dat hij serieus meende wat hij zei. Ten slotte hing hij op en staarde weer naar het digitale bericht: ‘Renee voor Faith,’ zei hij langzaam bij zichzelf.
‘Wat?’
Geschrokken draaide hij zich om en zag Faith op de trap staan, met grote ogen en haar mond half open.
‘Lee, wat is er?’
Lee wist het even niet meer. Met een angstig gezicht hield hij de telefoon omhoog en liet hem aan haar zien.
Ze las het bericht en staarde hem aan. ‘We moeten de politie bellen.’
‘Ze is in orde, ik heb net haar flatgenote gesproken. En de politie gebeld. Iemand probeert ons gek te maken. Paniek te zaaien.’
‘Dat weet je niet zeker.’
‘Nee, dat is waar,’ zei hij terneergeslagen.
‘Ben je van plan dat nummer te bellen?’
‘Dat is precies wat ze willen, neem ik aan.’
‘Zodat ze het gesprek kunnen traceren, bedoel je? Is dat mogelijk, met een mobiele telefoon?’
‘Ja, met speciale apparatuur. De maatschappijen moeten een nummer kunnen opsporen als iemand 911 belt. Dat gaat met een tijdsintervalmethode door de signaalafstanden te meten tussen de zenders, waaruit een aantal mogelijke locaties valt af te leiden, die… Shit, mijn dochter verkeert misschien in levensgevaar en ik sta te lullen als een wetenschappelijk tijdschrift.’
‘Maar geen exacte locatie?’
‘Nee. Volgens mij niet, tenminste. Het is niet zo nauwkeurig als een satellietpeiling, dat staat vast. Maar wie zal het zeggen? Elke seconde is er wel een nerd die een nieuw speeltje bedenkt waardoor je privacy nog verder wordt aangetast. Ik weet het, want mijn ex is met zo’n figuur getrouwd.’
‘Je moet bellen, Lee.’
‘En wat moet ik dan zeggen, verdomme? Ze willen jou in ruil voor haar.’
Ze legde een hand op zijn schouder, masseerde zijn nek en leunde tegen hem aan. ‘Bel ze, dan zien we wel wat we kunnen doen. Er zal jouw dochter heus niets overkomen.’
Hij keek haar aan. ‘Dat kun je niet garanderen.’
‘Ja, ik kan je verzekeren dat ik alles zal doen om ervoor te zorgen dat haar niets overkomt.’
‘Ook jezelf aan hen uitleveren?’
‘Desnoods, als het zo ver komt. Ik kan een onschuldig meisje niet in gevaar brengen vanwege mij.’
Lee liet zich onderuit zakken op de bank. ‘Ik zou stressbestendig moeten zijn, maar ik kan niet meer helder denken.’
‘Bel ze nou maar,’ zei Faith vastbesloten.
Lee haalde heel diep adem en toetste het nummer. Faith zat naast hem en luisterde mee toen het toestel overging. Er werd meteen opgenomen.
‘Meneer Adams?’ Geen van beiden kenden ze de stem. Hij had iets mechanisch, waardoor ze de indruk kregen dat eraan gesleuteld was. In elk geval klonk hij zo onmenselijk dat ze een huivering over hun rug voelden lopen.
‘Ja, met Lee Adams.’
‘Prettig dat u uw mobiele nummer in uw flat had achtergelaten. Zo konden we u gemakkelijk bereiken.’
‘Ik heb net naar mijn dochter gebeld. Er is niets aan de hand. En de politie is al onderweg. Dus uw plannetje om haar te ontvoeren…’
‘Ik hoef uw dochter niet te ontvoeren, meneer Adams.’
‘Waarom praat ik dan met u?’
‘Je hoeft mensen niet te ontvoeren om ze te kunnen doden. Uw dochter kan elk moment worden geëlimineerd – vandaag, morgen, volgende maand, volgend jaar. Als ze naar college gaat, naar lacrosse-training, met vakantie, zelfs in haar slaap. Haar bed staat vlak bij het raam op de begane grond. Ze zit vaak nog laat op de bibliotheek. Geen enkel probleem, eigenlijk.’
‘Vuile klootzak! Gore etterbak!’ Lee keek alsof hij de telefoon doormidden wilde breken.
Faith pakte hem bij zijn schouders en probeerde hem te kalmeren.
‘Scheldpartijen zullen uw dochter niet helpen,’ vervolgde de stem treiterend kalm. ‘Waar is Faith Lockhart, meneer Adams? Dat is alles wat we u vragen. Zeg waar ze is en u hebt geen problemen meer.’
‘Moet ik dat geloven?’
‘U hebt weinig keus.’
‘Hoe weet u dat die vrouw bij me is?’
‘Wilt u dat uw dochter zal sterven?’
‘Ik vertel u de waarheid. Lockhart is me ontglipt.’
‘Goed. Dan kunt u volgende week Renee begraven.’
Faith gaf een ruk aan Lee’s arm en wees naar de telefoon.
‘Wacht, wacht!’ zei Lee. ‘Oké. Als ik weet waar Faith is, wat stelt u dan voor?’
‘Een ontmoeting.’
‘Ze zal niet vrijwillig komen.’
‘Het kan me niet schelen hoe ze daar komt. Dat is uw probleem. Wij wachten wel.’
‘En ik kan gewoon vertrekken?’
‘U kunt haar afzetten en doorrijden. Dan nemen wij het over. We hebben geen belangstelling voor u.’
‘Waar?’
Lee kreeg een adres buiten Washington, aan de kant van Maryland. Hij kende de plek: heel afgelegen.
‘Ik moet met de auto komen, en er is overal politie. Dat gaat een paar dagen duren.’
‘Morgenavond, exact om twaalf uur.’
‘Dat is niet veel tijd, verdomme.’
‘Dan zou ik maar meteen vertrekken.’
‘Luister, als je mijn dochter maar één haar krenkt, zal ik je weten te vinden, hoe dan ook. Dat zweer ik je. Eerst zal ik al je botten breken en daarna zal ik je pas écht pijn doen.’
‘Meneer Adams, u mag zich heel gelukkig prijzen dat wij u niet als een bedreiging zien. En wees verstandig. Als u wegloopt, kijk dan niet om. Nooit. U zult niet in een zoutpilaar veranderen, maar het effect zal toch heel onprettig zijn.’ En de verbinding werd verbroken.
Lee legde de telefoon neer. Een paar minuten zaten Faith en hij zwijgend naast elkaar. ‘Wat doen we nu?’ wist Lee eindelijk uit te brengen.
‘Danny zei dat hij zo gauw mogelijk hier zou zijn.’
‘Geweldig, maar ik heb een ultimatum. Morgenavond om twaalf uur.’
‘Als Danny niet op tijd is, zullen we naar de plaats rijden die ze hebben genoemd. Maar eerst roepen we versterkingen op.’
‘Wie? De fbi zeker?’ En toen Faith knikte: ‘Faith, ik vraag me af of een jáár voldoende tijd is om dit aan de fbi uit te leggen, laat staan één dag.’
‘We kunnen niet anders, Lee. Als Danny hier op tijd is en een beter plan heeft, mij best. Anders bel ik agent Reynolds. Zij zal ons wel helpen. Daar zorg ik voor.’ Ze gaf hem een kneepje in zijn arm. ‘Er zal je dochter niets overkomen, dat beloof ik je.’
Lee pakte haar hand en hoopte met heel zijn hart dat ze gelijk had.