•10•
Lee draaide de auto het steegje in en stopte. Zijn blik gleed over de donkere omgeving. Ze hadden twee uur rondgereden tot hij praktisch zeker wist dat ze niet werden gevolgd. Toen had hij vanuit een telefooncel anoniem de politie gebeld. Hoewel ze nu redelijk veilig waren, hield Lee nog steeds zijn hand op de kolf van zijn pistool, klaar om het meteen te kunnen trekken en hun vijanden uit te schakelen met een paar salvo’s van zijn dodelijke sig . Nee, dat was een geintje.
Tegenwoordig kon je dood en verderf zaaien vanuit een ververwijderd luchtruim, met een bom die slimmer was dan een mens en je vijanden het kostbaarste kon ontnemen wat ze bezaten, zonder zelfs maar een beleefd: ‘Hallo, u bent dood.’ Zou het menselijk brein snel genoeg zijn, vroeg Lee zich af, om in de milliseconde waarin die arme klootzakken werden weggevaagd nog te denken dat het de hand van God was die had toegeslagen, in plaats van een product van de gestoorde mensheid? Eén krankzinnig moment tuurde Lee naar de hemel, speurend naar een geleid projectiel. Eigenlijk was dat misschien niet zo krankzinnig, als je bedacht wie hier mogelijk bij betrokken waren.
‘Wat heb je tegen de politie gezegd?’ vroeg Faith.
‘Ik heb het zo kort mogelijk gehouden: de juiste plaats en wat er was gebeurd.’
‘En?’
‘De centrale klonk sceptisch, maar ze probeerden me wel aan de praat te houden.’
Faith keek het steegje door. ‘Is dit die veilige plek waar je het over had?’ Ze zag de duisternis, de verborgen nissen, de vuilnisemmers en ze hoorde het verre geluid van voetstappen op de stoep.
‘Nee, we laten de auto hier achter en gaan lopend naar die veilige plek. Mijn appartement.’
‘Waar zijn we?’
‘Het noorden van Arlington. Er komen hier steeds meer yuppen wonen, maar het kan toch gevaarlijk zijn, zeker om deze tijd van de nacht.’
Ze bleef dicht naast hem toen ze door het steegje naar de volgende straat liepen, een laan met oude maar keurig onderhouden rijtjeshuizen.
‘Waar woon jij?’
‘In dat grote huis aan het eind. De eigenaar is gepensioneerd en woont in Florida. Hij heeft nog wat andere panden. Ik help hem als beheerder van het gebouw, in ruil voor een korting op de huur.’
Faith wilde doorlopen, maar Lee hield haar tegen. ‘Wacht even. Ik wil eerst zien of de kust veilig is.’
Ze greep hem bij zijn jasje. ‘Je laat me hier niet alleen.’
‘Ik wil alleen weten of er niemand klaarstaat om ons een surpriseparty te bezorgen. Als er iets gebeurt, geef je maar een gil, dan ben ik in twee tellen bij je.’
Hij verdween en Faith trok zich terug in een nis van het steegje. Haar hart bonsde zo luid dat ze elk moment verwachtte dat er een raam open zou gaan en ze een schoen naar haar hoofd zou krijgen. Toen ze het niet langer meer uithield in haar eentje, dook Lee weer op.
‘Oké, geen verdachte dingen. Kom mee.’
De buitendeur van het huis zat op slot, maar Lee had de sleutel. Faith zag de videocamera die tegen de muur boven haar hoofd was gemonteerd.
Lee zag haar kijken. ‘Mijn idee. Ik zie graag wie er op bezoek komt.’
Ze liepen vier trappen op naar de bovenste verdieping en toen de gang door naar de laatste deur rechts. Faith telde drie sloten op de deur. Lee opende ze allemaal met dezelfde speciale sleutel.
Toen de deur openging hoorde ze iets piepen. Ze stapten het appartement binnen. Tegen de muur zat het paneel van een alarminstallatie. Erboven was een glimmend plaatje koper geschroefd, aan een scharnier. Lee klapte het plaatje omlaag, over het paneel. Toen stak hij zijn hand onder het plaatje, drukte een paar toetsen in en het gepiep verstomde.
Hij keek naar Faith, die scherp had gevolgd wat hij deed.
‘Van Eck-straling. Je zou het niet begrijpen als ik het uitlegde.’
Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Ik denk het ook niet.’
Naast het paneel was een kleine monitor in de muur ingebouwd. Op het scherm zag Faith de stoep voor het gebouw. Dit moest het beeld van de bewakingscamera zijn.
Lee deed de voordeur op slot en legde zijn hand er tegenaan. ‘Dit is staal, in een speciale deurpost die ik zelf heb gebouwd. Het maakt niet uit hoe sterk het slot is, meestal bezwijkt de deurpost. Dat is een cadeautje van de aannemer aan het dievengilde. Ik heb ook inbraakbestendige raamsloten, bewegingssensors buiten en een extra mobiele telefoon die verbonden is met de telefoonaansluiting van het alarmsysteem. Ons kan hier niets gebeuren.’
‘Je stelt prijs op je veiligheid, begrijp ik,’ zei ze.
‘Nee. Ik ben paranoïde.’
Opeens hoorde Faith iets naderen door de gang. Ze deinsde terug, maar haalde opgelucht adem toen ze zag dat Lee glimlachend naar het geluid toeliep. Even later kwam er een oude Duitse herder de hoek om. Lee zakte door zijn knieën en speelde even met de grote hond, die zich op zijn rug draaide. Lee beloonde hem door zijn buik te kriebelen.
‘Hé, Max, ouwe jongen, hoe gaat het?’ Lee klopte Max op zijn kop en de hond likte liefdevol de hand van zijn baasje.
‘Dit is de beste alarminstallatie die ze ooit hebben uitgevonden. Je hoeft je geen zorgen te maken over stroomstoringen, lege batterijen of menselijk verraad.’
‘Dus jouw plan is om hier te blijven?’
Lee keek naar haar op. ‘Wil je wat eten of drinken? We kunnen er net zo goed over praten met een volle maag.’
‘Hete thee zou lekker zijn. Maar ik zou geen hap door mijn keel kunnen krijgen.’
Een paar minuten later zaten ze aan de keukentafel. Faith dronk kruidenthee, Lee had een kop koffie voor zich. Max lag te dutten onder de tafel.
‘We hebben een probleem,’ begon Lee. ‘Toen ik in dat huisje was, heb ik een alarm geactiveerd of iets dergelijks. Daarom sta ik nu op een videoband.’
Faith keek ontsteld. ‘God, dan zijn ze misschien al op weg hier naartoe.’
‘En dat is misschien maar goed ook.’ Lee keek haar scherp aan.
‘Waarom?’
‘Ik help geen criminelen.’
‘Dus jij denkt dat ik een crimineel ben?’
‘Is dat zo?’
Faith legde haar handen om haar kopje. ‘Ik werkte met de fbi samen, niet tégen hen.’
‘Oké. Wat wilden ze dan van je?’
‘Daar kan ik geen antwoord op geven.’
‘Dan kan ik je niet helpen. Kom mee, dan breng ik je naar huis.’ Lee kwam al overeind.
Ze greep zijn arm. ‘Wacht. Wacht nou even.’ De gedachte om alleen te blijven was onverdraaglijk.
Hij ging weer zitten en wachtte gespannen.
‘Hoeveel moet ik je vertellen voordat je me wilt helpen?’
‘Dat hangt ervan af wat voor hulp je wilt. Ik doe niets tegen de wet.’
‘Dat zou ik ook niet van je vragen.’
‘Dan heb je geen probleem, behalve dat iemand je wil vermoorden.’
Faith nam zenuwachtig een slok van haar thee. Lee keek haar nog steeds aan.
‘Als ze jou op die video hebben gezien, moeten we hier dan wel blijven?’ vroeg ze.
‘Ik heb de tape verknoeid. Ik heb er een magneet langs gehaald.’
Faith keek hem nu wat hoopvoller aan. ‘Heb je hem gewist, denk je?’
‘Ik weet het niet zeker. Ik ben geen expert in die dingen.’
‘Maar in elk geval zal het ze wel tijd kosten om die band weer goed te krijgen?’
‘Dat hoop ik maar. We praten natuurlijk niet over de padvinderij. De apparatuur die daar stond had ook een ingebouwde beveiliging. Je hebt kans dat de recorder zichzelf vernietigt als de politie probeert die band eruit te peuteren. Daar zou ik graag de laatste zevenenveertig dollar voor willen geven die ik nog op mijn bank heb staan. Ik ben gesteld op mijn privacy. Maar toch wil ik van je horen wat er aan de hand is.’
Faith zei niets. Ze staarde hem aan alsof hij haar een onbetamelijk voorstel had gedaan.
Lee hield zijn hoofd schuin. ‘Luister. Ik ben privé-detective, oké? Ik zal je mijn theorie geven, dan mag jij zeggen of die klopt of niet. Akkoord?’ Toen Faith nog steeds niets zei, vervolgde hij: ‘De camera’s die ik heb ontdekt zaten allemaal in de huiskamer. En dat was ook de enige kamer waar een tafel en stoelen stonden, met een koffiezetapparaat en zo. Toen ik daar binnenkwam, moet het alarm zijn afgegaan waardoor de camera’s werden ingeschakeld.’
‘Dat lijkt me logisch,’ beaamde Faith.
‘Nee, helemaal niet, want ik had de code van het alarmsysteem,’ zei Lee.
‘Ja, en?’
‘Daarmee heb ik het alarm uitgezet. Dus waarom werkten die camera’s dan nog wél? Als de man met wie jij dat huis binnenkwam het alarm uitzette, werden de camera’s toch ingeschakeld als je in de huiskamer kwam. Waarom wilde hij zichzelf op de video zetten?’
Faith keek niet-begrijpend. ‘Geen idee.’
‘Hallo! Hij wilde zichzélf niet filmen, maar jóú. Zonder dat je het merkte. Zo’n onderduikadres op een afgelegen plaats, met de beste beveiliging, de fbi in de buurt en een hele batterij camera’s… dat kan maar één ding betekenen.’ Lee wachtte even toen hij bedacht hoe hij dit moest formuleren. ‘Ze hebben je daar naartoe gebracht om je te ondervragen. Maar misschien wisten ze niet zeker of je wel echt zou meewerken of waren ze bang dat iemand je zou vermoorden, dus hebben ze alles op video vastgelegd voor het geval ze je kwijt zouden raken.’
Faith keek hem aan met een berustend lachje. ‘Een vooruitziende blik, nietwaar? Dat ze me “kwijt zouden raken”, bedoel ik.’
Lee stond op en staarde uit het raam terwijl hij er nog eens over nadacht. Opeens schoot hem iets te binnen dat heel belangrijk zou kunnen zijn. Iets wat hij zich al veel eerder had moeten realiseren. En hoewel hij deze vrouw niet kende, vond hij het toch vervelend dat hij het haar moest zeggen. ‘Ik heb slecht nieuws voor je.’
Faith keek geschrokken. ‘Wat bedoel je?’
‘Je wordt ondervraagd door de fbi . Dus waarschijnlijk word je ook door hen beschermd. Een van hun mensen is vermoord en ik heb vermoedelijk de dader verwond. De fbi heeft mijn gezicht op video…’ Hij wachtte even. ‘Ik zal je moeten aangeven.’
Faith sprong overeind. ‘Dat kun je niet doen! Dat kan niet! Je zei dat je me zou helpen.’
‘Als ik je niet aangeef, zal ik heel wat jaartjes moeten doorbrengen in een omgeving waar kerels veel te intiem met elkaar worden. En zelfs in het gunstigste geval raak ik mijn vergunning als privé-detective kwijt. Als ik je beter kende, zou ik het nog erger vinden dan ik het nu al vind, maar eerlijk gezegd wil ik zelfs voor mijn eigen grootmoeder niet dit soort risico’s nemen.’ Hij trok zijn jasje aan. ‘Wie is je contact?’
‘Ik weet niet hoe hij heet,’ zei Faith kil.
‘Heb je geen telefoonnummer?’
‘Daar heb je weinig aan. Ik denk niet dat hij zou opnemen.’
Lee keek haar onderzoekend aan. ‘Wil je zeggen dat die dode agent daar jouw enige contact was?’
‘Precies,’ loog Faith met een stalen gezicht.
‘Die vent was jouw contact, maar hij heeft je nooit verteld hoe hij heette? Dat is heel vreemd voor de fbi .’
‘Sorry, maar dat is alles wat ik weet.’
‘O ja? Nou, dan zal ik je vertellen wat ík weet. Ik heb je nog drie andere keren bij dat huis gezien, samen met een vrouw. Een lange vrouw met bruin haar. Noemde je haar soms Agent X?’ Hij boog zich abrupt naar haar toe. ‘Regel nummer één: als je goed wilt liegen, laat je dan niet op leugens betrappen.’ Hij stak zijn arm door de hare. ‘Kom mee.’
‘Weet u, meneer Adams, je hebt misschien een probleem waar jíj niet aan hebt gedacht.’
‘O ja? Wat mag dat zijn?’
‘Wat wil je de fbi precies vertellen als je me aangeeft?’
‘Dat weet ik niet, maar wat dacht je van de waarheid?’
‘Oké, laten we eens zien wat de waarheid is. Jij bent me gevolgd omdat je daarvoor opdracht had gekregen van iemand die je niet kent en van wie je de naam niet weet. We zullen je dus op je woord moeten geloven. Het is je gelukt om mij te schaduwen, hoewel de fbi mij verzekerde dat dat onmogelijk was. Je was vanavond in het huis, je gezicht staat op die band en er is een fbi -agent vermoord. Jij hebt geschoten. Je beweert dat je een derde man hebt geraakt, maar je kunt niet bewijzen dat die man er werkelijk is geweest. De enige concrete feiten zijn dus dat jij en ik bij het huis waren, dat jij je pistool hebt afgevuurd en dat er een fbi -agent dood is.’
‘De dader gebruikte heel andere munitie dan ik,’ zei hij kwaad, terwijl hij haar arm losliet.
‘Je hebt dat andere wapen weggegooid.’
‘Waarom heb ik jou dan meegenomen? Als ik de dader was, waarom heb ik jou dan niet ter plekke vermoord?’
‘Ik zeg niet wat ík denk, meneer Adams, ik zeg alleen dat de fbi misschien achterdocht krijgt. Maar als je vroeger nooit een misstap hebt begaan, zullen ze je misschien geloven.’ En luchtig voegde ze eraan toe: ‘Ze zullen je gewoon een jaar lang onderzoeken en daarna de aanklacht laten vallen als ze niets kunnen vinden.’
Lee keek haar nijdig aan. Zijn recente verleden was brandschoon, maar wat verder terug waren er toch wat akkefietjes. Toen hij pas begon als privé-detective had hij dingen gedaan waar hij nu niet meer over zou peinzen. Niet echt crimineel, maar toch moeilijk te verdedigen tegenover de rechtlijnige fbi .
En dan was er nog het straatverbod dat zijn ex-vrouw hem had laten opleggen vlak voordat Lucky Eddie zijn lucratieve uitvinding had gedaan. Ze beweerde dat Lee haar lastigviel en mogelijk gewelddadig was. Ja, Lee had best gewelddadig kunnen worden als hij die kleine etterbak te pakken had gekregen. Steeds als hij terugdacht aan de blauwe plekken op de armen en de wang van zijn dochtertje toen hij een keer onaangekondigd naar hun armoedige appartement was gekomen, kreeg hij het weer benauwd. Trish beweerde dat Renee van de trap was gevallen. Ze had keihard staan liegen, terwijl Lee duidelijk de afdruk van een knokkel in de zachte huid van zijn dochtertje had herkend. Hij had Eddies auto met een koevoet bewerkt en zou Eddie zelf ook hebben toegetakeld als de smeerlap zich niet in de badkamer had opgesloten en de politie had gebeld.
Wilde hij echt dat de fbi de komende twaalf maanden zijn hele verleden zou uitpluizen? Aan de andere kant, als hij de vrouw liet gaan en het Bureau hem wist op te sporen, zat hij ook behoorlijk scheef. Hoe hij het ook bekeek, hij had zich diep in de nesten gewerkt.
‘Wil je me afzetten bij het fbi -kantoor in Washington?’ vroeg Faith vriendelijk. ‘Dat is bij Fourth en F Street.’
‘Oké, oké, je hebt gelijk,’ zei Lee geïrriteerd. ‘Maar ik heb niet om deze ellende gevraagd.’
‘Ik heb je er ook niet bij gehaald. Maar…’
‘Maar wat?’
‘Maar als jij er vanavond niet was geweest, zou ik nu dood zijn. Het spijt me dat ik je niet eerder heb bedankt, maar dat doe ik dan nu.’
Ondanks zijn achterdocht voelde Lee zijn woede langzaam wegzakken. De vrouw meende het oprecht, of ze was een van de beste actrices die hij ooit had ontmoet. Misschien een beetje van allebei. Dit was tenslotte Washington.
‘Altijd blij om een dame van dienst te zijn,’ zei hij droog. ‘Goed. Stel dat ik je niet zou aangeven, wat wil je dan verder doen vannacht?’
‘Ik moet hier weg. Ik heb tijd nodig om na te denken.’
‘De fbi laat je zomaar niet gaan. Ik neem aan dat je een afspraak met ze had.’
‘Nog niet. En zelfs als dat zo was, kan ik nu toch vaststellen dat zij hun deel van de afspraak niet zijn nagekomen.’
‘En de mensen die hebben geprobeerd jou te vermoorden?’
‘Als ik weer wat ruimte heb, zal ik beslissen wat ik moet doen. Waarschijnlijk ga ik gewoon terug naar de fbi . Maar ik wil niet dood. En ik wil ook niet dat de mensen om me heen worden vermoord.’ Ze keek hem nadrukkelijk aan.
‘Ik stel je bezorgdheid erg op prijs, maar ik kan wel voor mezelf zorgen. Dus waar wil je heen en hoe denk je daar te komen?’
Faith wilde iets zeggen, maar bedacht zich toen. Ze sloeg haar ogen neer, opeens voorzichtig.
‘Als je me niet vertrouwt, Faith, heeft dit allemaal geen zin,’ drong Lee vriendelijk aan. ‘Als ik je laat gaan, moet ik mijn hand voor je in het vuur kunnen steken. Dat besluit heb ik nog niet genomen. Het hangt ervan af wat je zelf wilt. Als de fbi jou nodig heeft om een paar machtige figuren aan te pakken, en wat ik tot nu heb meegemaakt heeft weinig met winkeldiefstal te maken, zal ik de kant van de politie moeten kiezen.’
‘Stel dat ik alleen naar hen terugga met absolute garanties voor mijn veiligheid?’
‘Dat lijkt me redelijk. Maar wat voor garantie heb ík dat je werkelijk naar ze teruggaat?’
‘Je zou met me mee kunnen komen,’ zei ze snel.
Lee schoot overeind, waardoor hij per ongeluk Max aanstootte, die onder de tafel vandaan kwam en hem zielig aankeek.
‘Je zei zelf dat het maar een kwestie van tijd was voordat ze je zouden herkennen op die videoband,’ vervolgde ze haastig. ‘En stel dat de dader, de man die jij hebt verwond, ook weet wie je bent en dat aan zijn opdrachtgevers doorgeeft? Dan loop jij ook gevaar.’
‘Ik weet niet of…’
‘Lee,’ zei Faith opgewonden, ‘is het ooit bij je opgekomen dat degene die jou heeft ingehuurd om mij te volgen ook jóú heeft laten schaduwen? Misschien ben jij wel gebruikt als middel om die aanslag te organiseren.’
‘Als ze mij konden schaduwen, konden ze jou ook volgen,’ wierp hij tegen.
‘Maar als ze jou nu op de een of andere manier die moord in de schoenen wilden schuiven?’
Lee blies de lucht uit zijn wangen toen hij besefte hoe hopeloos deze situatie was. Godsamme, wat een nacht. Waarom had hij dat niet zien aankomen? Een anonieme cliënt, een groot voorschot in contant geld, een mysterieus doelwit, een afgelegen huis… Was hij soms in coma geweest of zo? ‘Ik luister.’
‘Ik heb een kluisje bij een bank in Washington. Daar zit wat geld in, met een creditcard en een rijbewijs op een valse naam. Daar kunnen we een heel eind mee komen. Het enige probleem is dat ze die bank misschien in de gaten houden. Dus heb ik jouw hulp nodig.’
‘Ik kan niet bij die kluis komen.’
‘Maar je kunt wel de omgeving verkennen om te zien of de bank in het oog wordt gehouden. Daar ben jij beter in dan ik. Als de kust veilig is, ga ik naar binnen om zo snel mogelijk dat safeloket leeg te halen, terwijl jij voor dekking zorgt. Zodra we iets verdachts zien, gaan we er als een speer vandoor.’
‘Het klinkt alsof we een bankoverval beramen,’ zei hij nijdig.
‘Ik bezweer je dat het echt mijn kluisje is.’
Lee streek met zijn hand door zijn haar. ‘Oké, dat zou kunnen. En dan?’
‘Dan rijden we naar het zuiden.’
‘Waarheen?’
‘De kust van Carolina. De Outer Banks. Daar heb ik een huis.’
‘Sta je als eigenaar geregistreerd? Dat kunnen ze nagaan.’
‘Ik heb het gekocht op naam van een firma en de papieren met een andere naam ondertekend, als gemachtigde. Maar jij? Jij kunt ook niet onder je eigen naam reizen.’
‘Maak je om mij maar geen zorgen. Ik ben in mijn leven al meer verschillende mensen geweest dan Shirley MacLaine en ik heb zelfs de papieren om het te bewijzen.’
‘Dan zijn we klaar.’
Lee keek naar Max, die zijn grote kop op zijn schoot had gelegd. Zachtjes aaide hij de snuit van de hond.
‘Hoe lang blijven we weg?’
Faith schudde haar hoofd. ‘Ik weet het niet. Een week, misschien.’
Lee zuchtte. ‘Ik zal mijn benedenbuurvrouw wel vragen om op Max te passen.’
‘Dus je gaat mee?’
‘Als je maar één ding goed begrijpt. Ik wil best iemand helpen die in de problemen zit, maar ik laat me niet voor joker zetten.’
‘Dat zal jou niet zo snel gebeuren, lijkt me.’
‘Zeg dat maar tegen mijn ex, dan lacht ze zich tranen.’