Verdwaald
Kijk eens, zegt jip. Daar gaat Sinterklaas.
Waar dan? vraagt Janneke.
Daar! roept Jip. En hij wijst. En ja hoor, een heel eind verder, op straat, daar loopt Sinterklaas. Met Zwarte Piet. Maar het paard is er niet bij.
Kijk eens, wat een boel kinderen, zegt Jip.
Ga je mee kijken, zegt Janneke.
En daar gaan Jip en Janneke.
Ze hollen. Ze lopen heel hard.
Want ze zien Sinterklaas in de verte. Met allemaal kinderen erachter.
We halen ze nog wel in, zegt Jip.
En hij hijgt.
Ja, best, zegt Janneke.
Ze lopen en ze lopen.
Maar Jip heeft korte beentjes.
En Janneke ook.
En ze kunnen nog niet zo heel erg hard lopen.
Nu zijn ze die straat in gegaan, zegt Jip.
Niet waar, zegt Janneke. De volgende straat. Dan gaan Jip en Janneke een zijstraat in. En daar zijn veel mensen. Mensen die langs de winkels lopen.
Maar Sinterklaas is daar niet.
Dan gaan we deze straat maar weer in, zegt Jip. Daar zijn ze vast. En ze gaan weer een andere straat in.
Maar daar is Sinterklaas ook niet.
Nou weet ik het niet meer, zegt Janneke. Waar zijn we nou?
Ja, waar zijn we nou? vraagt Jip.
Ze weten het niet meer.
Ze zijn verdwaald.
En Sinterklaas is nergens meer te zien.
Jip begint te huilen.
En Janneke begint ook te huilen.
Zc gaan midden op straat staan.
En ze huilen heel hard.
Hee, Jip, wat doe jij hier? zegt een stem.
Jip kijkt op.
Dat is de melkboer. Hun eigen melkboer.
We weten niet meer waar we wonen, zegt Jip. En de tranen rollen over zijn wangen.
We zijn verdwaald, zegt Janneke.
Kom maar, zegt de melkboer. Dan mag je boven op mijn kar zitten.
En dan breng ik jullie weer in je eigen straat.
Hij pakt Jip op. En hij pakt Janneke op. En hij zet ze allebei op de kar.
Dat is heerlijk.
Wat deden jullie toch zo ver van huis? vraagt de melkboer.
Wc zagen Sinterklaas, zegt Jip. En we wilden er achteraan. En toen was hij ineens weg.
O, zegt de melkboer. Maar Sinterklaas komt toch nog bij jullie thuis?
Denk je wel? vraagt Jip.
Vast wel, zegt de melkboer. Ga maar fijn naar huis. En zet je schoentje vanavond.
De moeder van Jip staat al voor de deur.
En de moeder van Janneke staat ook al voor de deur.
Waar waren jullie toch? vragen ze angstig. Waren jullie weggelopen?
Jip en Janneke vertellen het hele verhaal.
Maar we hebben zo fijn op de kar van de melkboer gezeten, zeggen ze. Dat was zo leuk!
Nou, zegt de moeder van Jip. Sinterklaas komt misschien nog wel bij ons.
Of bij ons, hè, moeder? vraagt Janneke.
Of bij ons, zegt de moeder van Janneke.