Grote hond Hector
Jip en Janneke zitten zoet te spelen.
En Takkie ligt naast hen. Hij slaapt. En Siepie de poes ligt op een stoel. Zij slaapt ook.
En dan wordt er gebeld.
Grrr, zegt Takkie. Hij is ineens wakker. En hij gromt. En hij bromt. Grrr!
Wat is er toch, Takkie?
Maar o wee, o wee, daar gaat de deur open. En er komt een grote hond binnen.
Een hele grote hond. Er komt ook nog een meneer binnen. Dat is de buurman.
Het is de baas van de hond. En hij roept: Hier, Hector. Hier, Hector.
Maar Hector, de grote hond, blijft niet bij de baas. Hij gaat regelrecht naar Takkie.
En hij gromt ook. Grrrr. O, o, hij zal Takkie vast opeten! Hij is zo groot.
De honden staan vlak tegenover elkaar. En ze brommen erg hard.
En dan ineens, rats, daar slaat Siepie haar pootje uit. Ze geeft de grote hond een haal over zijn neus.
Jeng jeng jeng, zegt Hector. En hij kruipt achteruit. Hij had de poes niet gezien. Hij is zo geschrokken.
De baas neemt hem nu aan zijn halsband.
Ziezo, zegt de baas. En nu sluit ik jou zolang op. In de keuken.
Hè, hè, de grote hond gaat naar de keuken.
En Jip zegt: Dat was heel knap van je, Siep. Je hebt Takkie gered. Je hebt hem het leven gered.
Ja, zegt Janneke. Hij zou Takkie vast hebben opgegeten.
Dat geloof ik niet, zegt de baas van Hector. Maar misschien had hij Takkie wel gebeten. Zijn jullie erg geschrokken?
Ja, Jip is erg geschrokken.
En Janneke ook.
Wel, wel, zegt de buurman. Dat is akelig. Maar ik heb iets voor jullie meegebracht. Voor onder de kerstboom. Kijk, twee pakjes. Voor ieder een. En met Kerstmis mag je ze openmaken.
Jip en Janneke zijn heel blij. En heel nieuwsgierig.
En de pakjes zijn mooi groen en rood. Ze liggen onder de boom. Wat zou erin zitten?
Nu ga ik weer, zegt de buurman. En ik neem Hector mee.
Als de buurman weggaat, met Hector aan de lijn, blaft Takkie heel hard. Waf, waf, waf!
Ssst, Takkie, zegt Jip. Niet zo’n praats.