Bij tante Mies
Jip en Janneke zijn bij tante Mies.
Zij hebben in de tuin gespeeld.
En ze hebben een ijsje gehad.
En ze hebben bij tante gegeten ook. Worteltjes en biefstuk en pudding. En nog meer pudding.
En het was veel lekkerder dan thuis.
Ziezo, zegt tante Mies. Jullie moeten naar huis. Het is al zo laat. Ik breng jullie thuis met de tram. Ja, zegt Jip heel slaperig.
Ja, zegt Janneke ook heel slaperig.
Jullie zijn erg moe hè? vraagt tante Mies.
Ja, zeggen Jip en Janneke.
Wil je hier blijven slapen? vraagt tante Mies. In het hele grote bed?
Jip en Janneke worden ineens heel wakker. Mag dat? In het hele grote bed?
Het mag van mij, zegt tante Mies. Maar ik zal even je moeder opbellen, Jip. En ook Jannekes moeder.
Tante Mies belt Jips moeder op. En Jannekes moeder.
Het mag hoor, zegt ze.
En dan gaan ze naar bed.
In het grote bed.
Zonder pyjama, maar het is zo warm, het hindert niet.
Welterusten, zegt tante Mies.
Dag, zeggen Jip en Janneke.
Tante Mies gaat weg.
Slaap je al? zegt Jip.
Ik niet, zegt Janneke, jij?
Ik ook niet, zegt Jip, er zijn muggen.
Ja, zegt Janneke, ze steken. Ik ga ze wegjagen.
En Janneke holt door de kamer. En ze slaat met de haarborstel.
En Jip rent ook door de kamer. En hij zwaait met het kussen.
Ze gillen allebei, en ze hebben zo’n plezier.
Tante Mies komt binnen.
Hee, hee, zegt ze, wat is dat hier!
Muggen, zegt Jip.
O, zegt tante Mies. Dan krijgen jullie allebei een beetje muggenolie. Jip een druppel op zijn neus. Janneke een druppel op haar arm. En nu gaan slapen.
Ik wil je niet meer horen.
Dan gaan Jip en Janneke slapen.
En de muggen denken: die kindertjes steken we niet. Die kindertjes zijn niet lekker. Ze ruiken naar muggenolie.