x

‘Het is echt onbegrijpelijk dat je vanaf je eigen computer hebt zitten schrijven, terwijl wij er hier speciaal een voor jou hebben geregeld.’

Michael Stig stond over Louises bureau heen gebogen en praatte als een oude grammofoonplaat die blijft hangen. Het was de vierde keer dat hij zichzelf herhaalde, hoewel de woorden ietsje varieerden, en ze had zelf ook allang ingezien dat het misschien niet zo slim was. Maar ze wist ook dat een particulier niet zo veel kon traceren als de politie, dus snapte ze niet precies waarom het nou zo’n enorme ramp was.

‘We moeten je ip-adres blokkeren’, was het eerste wat Michael Stig zei toen ze ’s ochtends met het onderzoeksteam vergaderden.

De anderen hadden geïnteresseerd geluisterd toen ze over Nightwatch vertelde. Heilmann had haar geprezen omdat ze contact had gezocht toen de mogelijkheid zich voordeed. Zelfs Suhr leek onder de indruk, hoewel hij meermaals onderstreepte dat het volstrekt niet zeker was dat ze de juiste man te pakken had. Louise vertelde ook over haar opzetje met Stine Mogensen, die hun beste troef was wat contact met de dader betrof.

‘Die is samen met hem van het feest vertrokken’, bracht ze haar collega’s in herinnering. ‘Vorige week heb ik haar gevraagd hem op de chat te zoeken. Ze hebben al eerder met elkaar gemaild en gechat, dus dacht ik dat ze hem misschien aan zijn manier van schrijven kon herkennen, ook al gebruikt hij een nieuwe naam. Maar ze heeft nog niets gevonden. Dus misschien is Prinzz wel een dwaalspoor.’

Ze zei het vooral om hun verwachtingen te temperen.

Michael Stig had tijdens de rest van de vergadering met zijn hoofd zitten schudden en zij had gedacht dat hij zich maar beter kon concentreren op zijn cursus leidinggeven.

Maar nu kon ze zich niet langer inhouden.

‘En hou nou je kop maar een keer!’

Ze vocht tegen haar woede en keek hem niet aan, hoewel hij vlak boven haar hing. Hij blies het probleem op om het te doen voorkomen alsof zij onverantwoordelijk en onnadenkend gehandeld had. Dat was ook zo, dat wist ze best, maar het gaf hem geen carte blanche om maar door te blijven gaan.

Suhr stond in de deuropening en volgde het tafereel zonder een spier te vertrekken. Het duurde even voordat Michael Stig hem in de gaten kreeg en zich na een hoofdknik snel uit de voeten maakte.

‘Je gaat maar gewoon verder’, zei Suhr en hij repte niet over het gesprek waarvan hij getuige was geweest. ‘Het wordt voor ons pas echt interessant als we weten of hij het is. Maar nodig hem maar niet bij je thuis uit zonder dat wij erbij zijn.’

Louise lachte naar hem en beloofde voorzichtig te zijn.

‘De misdrijven die we tot dusver van hem hebben gezien zijn geen zaken die hij ongestraft op de openbare weg kan uitvoeren, dus ga rustig je gang.’

Ze was blij dat Suhr het allemaal vrij nuchter bekeek. Er was nog een lange weg te gaan en ze was er zeker van dat Bjergholdt pas aan een etentje zou denken als hij zeker wist dat zij het type was dat hij zocht. Iets wat hij pas kon beoordelen als ze elkaar ontmoetten. Dan pas zou ze weten of hij het ook echt was. Ze werden onderbroken door Suhrs secretaresse, die langskwam om te zeggen dat zijn bezoeker naar boven kwam.

Louise keek hem vragend aan. Hij glimlachte gelaten en haalde zijn schouders op.

‘Susannes moeder. Ze blijft me verwijten dat ik de dader nog niet heb gepakt. Ze is nu ook boos dat wij haar dochter ergens anders hebben ondergebracht, waardoor ze geen contact meer hebben.’

‘Wanneer gaat er nou eens iemand een keer een goed gesprek met haar voeren?’ vroeg Louise. ‘Iemand die haar uitlegt hoe het zit en haar duidelijk maakt dat het vooral haar schuld is dat Susanne het contact tijdelijk wil verbreken.’

Louise dacht dat Jakobsen dat had gedaan, maar de boodschap was blijkbaar niet overgekomen.

‘Nu dus’, zei Suhr terwijl hij een grimas trok.

Ongelooflijk wat er allemaal bij de functie van de chef Moordzaken hoort, dacht Louise toen ze hem nakeek. Ze kreeg een lelijke gedachte. Ze zag Michael Stig voor zich en hoopte dat hij zou verzuipen in dit soort klusjes, als hij eenmaal ergens een leidinggevende functie had gekregen.

‘Ik kom morgen ietsje later’, zei Louise toen ze aan het eind van de dag naar huis ging en Heilmann voor het kantoor van Suhr tegenkwam. Ze vertelde kort dat ze een afspraak bij de huisarts had, maar ging niet in op de details, en haar teamchef had genoeg tact om niet door te vragen.

Toen ze naar huis fietste, voelde ze geen honger en ze besloot om thuis alleen een snee roggebrood te eten, dan hoefde ze geen boodschappen te doen. Onderweg naar de vierde verdieping hield ze voortdurend haar blik op de traptreden gericht en ze werd zo in beslag genomen door haar eigen gedachten dat ze bijna tegen de persoon aan was gelopen die op de overloop voor haar deur zat.

‘Wat doe jij hier in godsnaam?’ vroeg ze en ze keek Peter verbaasd aan, maar ze wist het antwoord al.

De weekendtas stond voor de deur. Hij knikte ernaar en haalde zijn schouders op.

Ze werd er koud van en moest een kort ogenblik aan Susanne en haar moeder denken. Louise verhuisde ook liever naar een geheim adres als hij terug wilde komen. Ze realiseerde zich onmiddellijk hoe kinderachtig die gedachte was. Ze liep langs hem heen en deed de deur van het slot.

‘Kom binnen’, zei ze.

Haar hersenen waren in de war. Ze had het instinctieve gevoel van afgelopen zaterdag volledig van zich afgeschoven, maar nu stond hij hier en ze vroeg zich geen moment af waarom.

‘Ging het niet meer?’ vroeg ze en ze liep naar de keuken om de waterkoker aan te zetten.

De stemming was vreemd en het was onredelijk dat hij niet als eerste iets zei, maar het aan haar overliet om het ijs te breken.

‘Ik weet het niet’, klonk het uiteindelijk. ‘Ik denk dat ik nog maar eens heel goed moet nadenken.’

Dat klonk verstandig, vond ze. Vervolgens keerde haar ergernis terug. Hij had zich er niet eens voor verontschuldigd dat hij zomaar voor haar deur stond zonder te vragen of het haar uitkwam. En het kwam haar eigenlijk ontzettend slecht uit. Ze moest kijken of Prinzz haar had gemaild. Ze had op haar laptop voortdurend haar Hotmail gecheckt, maar er was geen bericht geweest. Haar nervositeit over het feit dat hij had toegehapt werd steeds groter en ze had het merkwaardige gevoel dat ze een mail van hem kon afdwingen door naar haar scherm te zitten staren. Dat gevoel had ze de hele dag gehad en haar hersenen kraakten. Daar was geen ruimte voor Peters problemen.

‘En wat ga je nou doen?’ vroeg ze op een toon alsof er een wedstrijd van zijn badmintonclub was afgelast.

‘Ik mis je.’

Ze keerde hem de rug toe en wilde dat hij ophield.

‘Je kunt niet zomaar even terugverhuizen’, zei ze en ze verbaasde zich erover dat die gedachte überhaupt in hem was opgekomen.

‘Dat weet ik wel. Ik ga voorlopig bij Lars wonen.’

Louise wist niet wat ze verder moest zeggen, maar was blij dat hij zelf in de gaten had dat hij beter bij zijn badmintonvriend op een matras kon kruipen dan dat hij zich afvroeg of hij bij haar op de bank kon slapen.

‘Ik wilde het je alleen even vertellen.’

‘Dank je’, zei ze met een ironische ondertoon.

‘Misschien kunnen we een keertje ergens gaan eten?’ vroeg hij.

Ze haalde haar schouders op.

‘Misschien.’

Ze liep met hem mee naar de deur en keek hem na toen hij met de weekendtas over zijn schouder naar beneden liep. Haar hoofd dreigde te knappen. Toen ze de deur achter zich dicht had gedaan, bleef ze een tijdje verdwaasd voor zich uit kijken.

‘We kunnen morgen in Tivoli koffie gaan drinken als je wilt’, stelde Prinzz voor toen Louise even later inlogde om te kijken of er een bericht in haar inbox zat.

Natuurlijk, dacht ze. Hij weet hoe eenvoudig je in het oude attractiepark in de menigte kunt opgaan.

Camilla had gebeld en gezegd dat ze eventjes langskwam, en voordat Louise nee had kunnen zeggen had haar vriendin al neergelegd. Ze haastte zich om terug te mailen en te vragen waar en hoe laat ze elkaar zouden ontmoeten.

‘Om vier uur bij café Viften (Je weet hoe ik eruitzie)’, schreef hij kort.

‘Prima’, schreef ze terug, zonder enig idee te hebben waar café Viften lag. Ze trommelde met haar vingers. Ze proefde een afstandelijke toon in zijn korte boodschappen en wilde het liefst de dialoog op gang houden om zich ervan te vergewissen dat hij niet bezig was om zich terug te trekken. Toch sloot ze haar mailbox en liep naar de keuken om een boterham te smeren. Ze was net gaan zitten om de krant door te nemen, toen Camilla aanbelde.

Louise ging ervan uit dat Peter haar gebeld had en dat ze er daarom op had gestaan om langs te komen.

‘Hoi, ik heb het een beetje druk, dus ik blijf niet zo lang’, zei Camilla al in de gang.

Louise glimlachte en schudde het hoofd. Het was immers niet haar idee dat haar vriendin een bliksembezoekje in haar toch al drukke schema moest inpassen.

Camilla ging aan de keukentafel zitten en zakte wat in elkaar.

‘Wat is dat nou in godsnaam weer met Peter?’ vroeg ze en ze keek Louise aan alsof ze een verklaring verwachtte. Ze spraken over de niet-bestaande mogelijkheid dat Louise hem terugnam en het was een troost dat Camilla niet openlijk voor hem pleitte. Ze luisterde naar wat Louise zei, maar was niet al te categorisch in haar protest toen Louise stelde dat haar vertrouwen was geschonden en dat het geen zin had om het opnieuw te proberen.

Toen het onderwerp uitgebreid was doorgesproken trok Camilla een handjevol foto’s uit haar tas en spreidde ze op de keukentafel uit, terwijl ze enthousiast over Hennings idyllische boerderijtje vertelde. Er waren ook foto’s bij van Camilla en Henning, hand in hand.

Louise constateerde opnieuw dat hij knap was. Niet opvallend, wel lang en met donker haar. Precies zoals Camilla het had gewild.

‘Het ziet er prachtig uit’, zei ze en ze voegde er plichtmatig aan toe dat ze zich erop verheugde een keer op bezoek te komen.

‘Kun je niet een keer in de loop van de week of in het weekend langskomen?’

Louise aarzelde. Ze voelde zich schuldig dat ze het maar bleef uitstellen en probeerde van onderwerp te veranderen.

‘Praat jij veel met Susanne?’

‘Dagelijks’, antwoordde Camilla, ‘ik ben trouwens op weg naar haar toe.’

Louise trok haar wenkbrauwen op en keek haar vragend aan.

‘Er is vandaag zoveel respons op haar dagboek gekomen dat we omkomen in de mails.’

Louise had het niet gelezen.

‘Ze schrijft over haar reactie toen haar verkrachter zijn volgende slachtoffer vermoordde. Ze noemt hem een monster en vertelt dat ze heel diep vanbinnen kan voelen hoe die laatste minuten moeten zijn geweest. Heel aangrijpend.’

Er klonk iets sarcastisch door in Camilla’s intonatie wat Louise provoceerde.

‘Daar heeft ze toch ook gelijk in. Dat had haar ook kunnen gebeuren. Ze lag urenlang vastgebonden met een stuk tape over haar mond geplakt, dus als iemand weet hoe dat voor Christina Lerche moet zijn geweest dan is het Susanne wel!’ zei Louise en ze dacht geïrriteerd dat Camilla zelf degene was geweest die haar had aangespoord om haar verhaal te vertellen, dus moest ze nu ook niet zo neerbuigend doen.

‘Natuurlijk, en ze beschrijft het zo goed dat mensen opstuiven van verontwaardiging. Het is alleen zo voorspelbaar dat dit soort dingen nodig zijn voordat mensen tot tranen toe bewogen worden.’

Louise kon zich niet langer inhouden.

‘Misschien wordt het tijd om een andere baan te zoeken?’ stelde ze voor. Ze wist niet hoe vaak ze dit al had gezegd.

Camilla schudde haar hoofd en wees het idee meteen van de hand.

‘Waarom? Ik weet nu eindelijk wat een goed verhaal is!’ riep ze uit terwijl ze de foto’s begon op te bergen. ‘Goed, ik zal eens naar Roskilde gaan. Ik heb een hele plastic tas vol e-mails die vandaag zijn binnengekomen. En een grote bos bloemen van de redactiechef. Terkel Høyer is, om het voorzichtig uit te drukken, zeer enthousiast.’

Dat kon Louise zich voorstellen. Ze vroeg Camilla Susanne de groeten te doen en zwaaide haar na toen ze de trap af liep.

Louise liep naar binnen en zette haar computer weer aan om te kijken of Prinzz al wat spraakzamer was geworden. Maar er waren geen nieuwe boodschappen, dus ze zette de computer weer uit en besloot de koffieafspraak voor zichzelf te houden. Ze zou de rest van het team pas inschakelen als ze zeker wist dat hij het was.