x

‘Jullie kunnen deze ruimte gebruiken. Iemand is de banden aan het zoeken. Ik heb begrepen dat jullie beide kanten van het perron van halte Kongens Nytorv plus de trap willen bekijken.’

Lars Jørgensen bevestigde dat.

De chef van het opnamearchief had hen opgewacht toen ze arriveerden. Gezamenlijk waren ze naar beneden gegaan, langs het controlecentrum van de metro, waar een continue bewaking van de stations plaatsvond. Verder de gang in bevond zich het archief met smalle, stalen kasten die vol stonden met bewakingsbanden van alle metrostations.

‘Hiernaast staan twee afspeelapparaten en beeldschermen.’ Hij wees op een ruimte ter grootte van een sigarenkistje.

‘De bewakingsbanden zijn ook op cd-rom gezet, dus wat jullie nodig hebben kun je ook meenemen naar het politiebureau, als dat praktischer is!’ bood hij aan.

‘Nee, het is prima als we ze hier kunnen bekijken.’

Louise stond te springen om te beginnen en ging ervan uit dat het niet veel tijd zou kosten. Het ging om een periode van ongeveer twee uur, en er waren camerabeelden vanuit twee hoeken, dus konden ze zich elk op een deel van het station richten. In eerste instantie interesseerden ze zich uitsluitend voor dat deel van het perron waar de treinstellen richting Vanløse reden, omdat Christina Lerche in Frederiksberg had gewoond.

‘Alstublieft’, zei een kleine, blonde man die binnenkwam om de apparaten aan te zetten. ‘Hier is iets om uzelf mee te amuseren!’

Ze bedankten hem en bleven staan tot hij was vertrokken.

Toen ze na de ochtendbriefing het bureau hadden verlaten waren ze eerst langs Christina’s woning gereden. Lars Jørgensen was naar boven gelopen om in het fotoalbum te bladeren dat hij in de slaapkamer had zien staan. Toen hij weer in de auto stapte, had hij drie foto’s bij zich. Vakantiefoto’s van een levendige, vrolijke vrouw. Twee in close-up en een waar ze helemaal op stond. Ze legden de foto’s op de tafel tussen hen in en onderzochten hoe de apparaten werkten.

‘Willen jullie koffie?’ vroeg de archiefman terwijl ze nog steeds de knoppen van de machines uitprobeerden.

‘Graag.’

Louise draaide zich om en glimlachte tegen hem. ‘Zou je ons even kunnen uitleggen hoe je de apparaten in slow motion laat lopen en hoe je ze stilzet?’

Ze had al snel de gewone functies door, maar wist dat ze de band langzamer moest kunnen laten lopen als de passagiers massaal in en uit de metro stapten. Mensen liepen snel en het was een gedrang vanjewelste als mensen van hun werk naar huis gingen.

‘Met die knop helemaal rechts kun je de snelheid omlaag brengen, en als je hem indrukt zet je hem op pauze.’

Hij zette twee plastic bekers op tafel neer. Louise merkte dat hij naar de foto’s van Christina keek. Lars Jørgensen had het ook gezien. Hij legde zijn elleboog en onderarm eroverheen en zei overdreven beleefd: ‘Hartelijk dank voor de koffie!’

‘Graag gedaan’, antwoordde de man, die zich weifelend terugtrok. ‘Geef maar een gil als jullie hulp nodig hebben.’

Ze gingen ervoor zitten en startten de banden.

‘Typerend dat het net in een periode is waarin de treinstellen iedere anderhalve minuut rijden. De ene metro na de andere’, zei Louise pissig. Ze zat met haar neus op de beeldschermen en volgde aandachtig de mensen die op het perron verschenen. Af en toe zette ze het apparaat stil, als de mensen zo dicht op elkaar liepen dat iemand aan het oog van de camera ontsnapte.

Na een goed halfuur had ze hoofdpijn gekregen, maar ze veerde op toen er eindelijk iets gebeurde.

‘Daar is ze’, zei Lars Jørgensen en hij doorbrak daarmee de enorme stilte.

Hij volgde de stroom mensen die vanaf Kongens Nytorv de roltrap naar beneden nam.

Louise stootte een plastic beker koffie om toen ze met haar stoel naar hem toe rolde. Ze vloog overeind en greep de foto’s van Christina.

‘Shit!’

De man van het archief kwam haastig aangelopen en vroeg wat er aan de hand was.

‘Heb je een doekje of zo?’ vroeg ze terwijl ze probeerde te voorkomen dat de mokkakleurige vloeistof over de tafelrand zou stromen.

Het duurde niet lang voor hij een rol keukenpapier tevoorschijn had getoverd. Lars Jørgensen had zich in de tussentijd omgedraaid, zodat zijn rug het zicht op de beeldschermen ontnam. Zo bleef hij zitten, totdat het mannetje weer de deur uit was.

‘Neem me niet kwalijk’, verontschuldigde Louise zich. ‘Mag ik eens kijken?’

Hij spoelde de band een stukje terug. De bewakingscamera’s gaven het bovenste gedeelte van de roltrap niet weer, maar halverwege kwam een blonde vrouw met een grote tas in beeld. Ze stond tegen de leuning aan, haar hoofd was schuin naar achteren gericht en ze zagen dat ze met een man praatte die een trede hoger stond, maar ze konden hem niet goed zien. Dat een niet-aflatende stroom gejaagde mensen langs het paar op de roltrap snelde maakte het er ook niet eenvoudiger op. Louise schatte de man op het eerste gezicht halverwege de dertig. Zijn donkere haar bedekte zijn gezicht terwijl hij voorovergebogen stond te luisteren naar de vrouw. Ze zagen het stel pas goed toen ze over het platform liepen om het tweede gedeelte van de roltrap te nemen.

‘Dat zijn ze!’ zei Lars Jørgensen nadrukkelijk. Hij zette het apparaat stil.

Louise bracht haar gezicht heel dichtbij en hield de foto van Christina Lerche erbij om te kunnen vergelijken. De man stond met de rug naar de camera toe.

‘Het is haar’, herhaalde Louises collega. Hij drukte op play en hield de knop ingedrukt.

Uiterst traag kwamen de mensen weer tot leven. De vrouw liep naar voren, waardoor de camera de rechterkant van haar gezicht vanuit een schuine hoek registreerde.

‘Stop’, riep Louise. ‘Zet eens helemaal stil.’

Ze hield de foto met de close-up naast het scherm.

‘Dat is Christina Lerche helemaal niet! Haar lach is anders. Volgens mij is Christina’s haar ook langer. Dit valt maar tot op de schouders.’

‘Ze kan toch naar de kapper zijn geweest’, merkte Lars Jørgensen op. Hij klonk geïrriteerd.

‘Ik heb haar gisteren gezien. Haar haar hing dan wel over de snijtafel, maar het moet op zijn minst over haar schouders hebben gehangen.’

Lars Jørgensen bromde en was duidelijk niet overtuigd.

De donkere man liep met gebogen hoofd en keek aandachtig waar hij zijn voeten neerzette.

‘Laten we ze eens op mijn band bekijken als ze op het perron komen.’

Louise rolde de stoel terug naar haar eigen beeldscherm, klaar om ze te zien verschijnen, maar ze kwamen niet in beeld. Ze vergeleek de tijdsaanduiding met die van Lars Jørgensen. Ze waren vrijwel gelijk, dus het koppel moest beneden zijn gekomen.

‘Ze zijn weg!’

‘Spoel eens terug en probeer nog eens.’

‘Ik zou ze hebben gezien als ze er waren’, zei ze zonder het geringste spoortje twijfel. ‘Ze moeten de metro naar Amager hebben genomen. We kunnen in de gaten houden of hij weer opduikt. Dat zou immers moeten als hij haar alleen maar heeft weggebracht’, stelde ze vast terwijl ze haar irritatie probeerde te verbergen.

‘Ik heb het bandnummer en de tijdcode opgeschreven, dus ik kan ze zo terugvinden. Laten we maar gewoon verder zoeken’, zei Lars Jørgensen alsof hij zich slechts noodgedwongen gewonnen gaf.

‘Als we geen anderen vinden die op ze lijken, kunnen we haar vriendin eens naar het stel laten kijken.’

‘Goed idee’, gaf Louise toe.

Het geconcentreerde kijken was vermoeiend. Hun blikken volgden aandachtig de passagiers die in- en uitstapten. Ze hadden weer een kwartier zitten kijken, toen ze met haar duim hard op de stopknop drukte.

‘Daar!’

Op het verst weg gelegen deel van het perron stond een stel te praten.

‘Ze moeten de lift naar beneden hebben genomen’, zei Louise terwijl ze naar het blonde meisje keek. Er was geen twijfel mogelijk. Christina Lerche glimlachte en knikte ijverig bij iets wat de man zei. Ze omhelsde hem snel, voordat ze uit elkaar gingen en ze naar voren liep om in de metro te kunnen stappen. Tegelijkertijd worstelde hij zich de lift in tussen een kinderwagen en een fiets door, om naar boven te gaan.

Louise zette de band stil en spoelde een stukje terug. Ze volgde de man geconcentreerd. Het donkere haar vertoonde een lichte slag.

‘Ik schat één meter vijfentachtig’, merkte Lars Jørgensen op.

‘Kom op, draai je eens om zodat we je kunnen zien!’

Louise zat op het tafelblad te trommelen. Hij lijkt zich niet bewust van het feit dat hij wordt gefilmd, dacht ze. Toch was zijn gezicht voortdurend van de camera afgewend.

Lars Jørgensen spoelde de band terug en ze bekeken het tafereel nog een keer.

Het is moeilijk om het signalement hiermee aan te vullen, dacht Louise. Ze merkte op dat hij slank was. Hij was te ver weg om duidelijk zijn gelaatstrekken te kunnen zien, maar hij had iets aristocratisch over zich. Zijn neus was licht gebogen en hij had volle lippen.

Lars Jørgensen liet zijn hoofd in zijn handen rusten. Het was niet voldoende om er iets mee te kunnen doen, dat wisten ze allebei. Met een achterkant en een onduidelijk silhouet ging je niet naar de pers. Louise spoelde de band helemaal terug, zonder dat een van hen iets zei. Er was geen reden om het resultaat van hun onderzoek bekend te maken aan de man van het archief, die ongetwijfeld zou proberen uit te zoeken waar ze naar hadden gezocht als ze eenmaal waren vertrokken.

Hij verscheen in de deuropening en knikte naar de uitgezette beeldschermen.

‘Zoeken jullie die vrouw die vandaag in de krant staat?’

Louise wilde het ontkennen. Ze zag voor zich hoe hij de banden vooruit zou spoelen naar Christina Lerche en haar zou vergelijken met de oude foto die een van de kranten had weten te bemachtigen. Ze had geen reden om zo over hem te denken, maar ze was boos en geprikkeld dat ze niet meer hadden kunnen vinden, en ze moest toch iemand de schuld geven. Toch knikte ze en gaf een bevestigend antwoord op zijn vraag, hoewel ze niet wist hoeveel kranten de foto hadden afgedrukt.

‘Wat een vreselijk verhaal’, mompelde hij terwijl hij achter hen langs liep naar de trap en in de archiefruimte verdween.

‘Waarom gaan we vrijdag niet naar zo’n datingfeest?’ vroeg Camilla toen zij en Louise ’s avonds in café Svejk op Peter zaten te wachten. Louise zat naar de vele mensen te kijken die het pad afliepen dat naar het park Frederiksbergs Have leidde en luisterde naar haar vriendin zonder op te kijken.

‘Als hij zo’n fanatieke internetdater is, dan bestaat de kans dat hij naar zo’n feest toe gaat. Daar ontmoet je andere mensen die ook een profiel op de website hebben gezet.’

‘Ik denk niet dat het zo waarschijnlijk is dat hij daar komt, als hij net in alle kranten heeft gestaan!’

Ze dronken Tsjechisch bier en hadden het geluk gehad dat een van de tafeltjes aan het water net vrijkwam toen ze aankwamen. Peter vond het ook een goed idee om een biertje te gaan drinken, maar toen ze onderweg waren had hij gebeld om te zeggen dat hij iets later was. Markus sliep bij een vriendje, dus Camilla hoefde niet zo vroeg naar huis.

Louise was nog steeds niet over de teleurstelling van die ochtend heen. Toen ze terugkwamen op het politiebureau kon Suhr maar moeilijk accepteren dat ze niets op de videobanden hadden gevonden. Hij had het persbericht dat was opgesteld voorlopig tegengehouden en had erop gestaan zelf de bewakingsbeelden van het metrostation te bekijken. Louise was in Heilmanns kantoor gaan zitten en had gevloekt omdat hij aan hun verklaring twijfelde, hoewel ze heel goed wist dat de banden toch werden opgehaald en hij na het bekijken ervan zelf ook tot de conclusie zou komen dat de beelden onbruikbaar waren. Aan het eind van de middag was hij naar haar kamer gekomen. Hij was in de deuropening blijven staan en had toegegeven dat ze de bewakingsbeelden niet voor de opsporing konden gebruiken en in één adem door besloot hij het persbericht in te trekken, omdat er geen bruikbare foto van de dader voorhanden was.

Voor hij wegging, vroeg hij Heilmann nog om na de ochtendbriefing van dinsdag tijd vrij te houden om te bespreken hoe ze de waarschuwing moesten uitwerken. Hij had besloten dat hij, zoals de bedoeling was, vrouwen wilde zoeken die vergelijkbare aanrandingen hadden meegemaakt. Hij was echter ook tot de conclusie gekomen dat het te ver voerde om vrouwen te waarschuwen tegen afspraakjes met donkerharige mannen van rond de dertig die ze op internet hadden leren kennen. Maar hoewel Louise de hele dag had geprobeerd om haar teleurstelling te verbergen en door te gaan met haar werk, was Suhr veel aangeslagener. Nadat hij luidkeels bij de hoofdinspecteur had staan roepen dat ze de zaak al bijna hadden opgelost, moest hij later uitleggen dat ze misschien nog niet zo ver waren als ze hadden gedacht.

‘We moeten zorgen dat Suhr daar eventjes mee wacht’, riep Camilla toen ze hoorde over de waarschuwing die de politie wilde doen uitgaan.

‘Als hij niet met die waarschuwing komt, dan kan de dader zonder enig risico naar het feest gaan.’

‘Die man heeft net iemand verkracht en vermoord. Die gaat echt niet naar een feest’, wierp Louise hoofdschuddend tegen.

Camilla schoof haar stoel een stukje bij het hek vandaan in de richting van het water, zodat de avondzon haar gezicht bescheen.

‘Van daten weet jij blijkbaar niet zo veel af’, zei ze belerend terwijl ze Louise aankeek. ‘Het is een cultuur, een gevoel van saamhorigheid. Je bent aanwezig en je bent toch anoniem. Je komt met je nickname op je blouse en zegt: “Hallo, ik ben Anemoon, wij hebben al met elkaar gemaild.”’

Ze praatte alsof ze met een ingewikkelde uitleg bezig was en het was duidelijk dat ze betwijfelde of Louise het fijne er wel van begreep.

‘Je wordt erdoor gegrepen’, ging ze verder. ‘Op dit soort feesten kun je de mensen ontmoeten die schuilgaan achter de nickname die je van internet kent. En als je zelf niet herkend wilt worden, kies je een andere identiteit en kijk je gewoon rond.’

‘Hoeveel mensen gaan naar zulke feesten?’

Louise had totaal geen voorstelling van het aantal.

‘Duizend, of misschien wel tweeduizend’, gokte Camilla. Ze bestelde nog twee bier, maar maakte er snel drie van toen Peter juist op dat moment kwam aanlopen.

Louise gaf hem een zoen en trok een stoel bij van het tafeltje ernaast. Ze snapte Camilla’s idee wel, maar het was te mager in vergelijking met het naar buiten brengen van het bericht dat er een beestachtige verkrachter rondliep. Er was geen enkele garantie dat hij op zo’n feest zou verschijnen. En als hij er toch was, dan zou het moeilijk zijn hem in de mensenmassa te vinden.

Toen Louise Peter wilde vragen hoe zijn dag was geweest, was Camilla haar net voor met haar vraag wat hij van haar plan vond. Louise glimlachte om haar enthousiaste argumentatie, dronk haar glas leeg en zocht haar portemonnee om de drie biertjes af te rekenen die de ober op tafel zette.

Peter knikte wat afwezig.

Louise dacht dat Suhrs beroepseer het hem niet zou toestaan dat hij tot aanstaande vrijdag geen informatie voor de pers had.

‘Wat is jullie alternatief?’ wilde Camilla weten. ‘Jullie hebben niks. Dat is toch veel erger. Een moord, een verkrachting en een psychopaat die vrouwen vastbindt en dingen in hun mond propt! Dat kan nog een fijne zomer voor Suhr worden, als het straks écht komkommertijd is. Dan wordt hij boven een zacht vuurtje geroosterd. Daar wordt hij vast ook niet vrolijker van.’

Louise lachte. Camilla had gelijk. Daar zou hij inderdaad niet vrolijk van worden. Ze werd weer serieus.

‘Jij weet om te beginnen niet welke informatie we hebben en dat kom je ook niet te weten voor de chef Moordzaken deze naar buiten brengt. Maar als ik mocht besluiten hem jouw idee voor te leggen, dan zal dat zonder jouw medewerking zijn. We nemen geen journalisten mee op sleeptouw als we zo opereren. Dus die mooie voorpagina op zaterdag kun je wel vergeten.

Camilla leunde beledigd achterover op haar stoel.

‘Ik zou me er nooit mee bemoeien, maar misschien nodig ik Henning vrijdag wel uit om naar het feest te gaan en de afdeling Moordzaken moet niet proberen dat tegen te houden!’

Peter glimlachte, terwijl Louise zuchtte en besloot dat ze zonder iets tegen Camilla te zeggen het idee niet aan Suhr zou voorleggen. Ze had graag meer over Henning willen weten, maar nu Peter er was vroeg ze er maar niet naar.

Deze meidag was zomers warm en mensen wandelden met hun picknickmand en met dekens over de arm geslagen terug naar huis. Het was langgeleden dat Peter het avondeten had meegenomen naar het park. Hoewel ze dichtbij woonden, kwamen ze er zelden. Het was ook langgeleden dat ze samen iets gezelligs hadden ondernomen. Hun spontane invallen waren verdwenen… nadat ze waren gaan samenwonen, zei een duiveltje in haar achterhoofd. Ze keek naar hem en had het idee dat het al daarvoor was gebeurd. De alledaagse dingen hadden de overhand gekregen, en het werk slokte veel tijd op. Peter had een lange periode met overwerk achter de rug en hij probeerde één keer per week te gaan badmintonnen. Zo verstreek het grootste deel van de week zonder dat ze tijd voor elkaar hadden.

Ze pakte zijn hand. Af en toe voelde het aan als een gemis, maar meestal ervoer ze het als de vrijheid die ze beweerde nodig te hebben. Ze had er geen behoefte aan om alles samen te doen. Liefde betekende voor haar net zo goed de saamhorigheid die hoorde bij het van elkaar houden en het feit dat je wist dat de ander altijd in de buurt was. Die gevoelens werden niet noodzakelijkerwijs versterkt door alles samen te doen.

‘Ik ga ervan uit dat je me informeert over wat Suhr van het idee zegt. Ik kan hem natuurlijk ook bellen en het zelf vragen!’

‘Laten we eerst eens kijken waar hij en Heilmann morgen mee komen’, zei Louise ontwijkend.

Ze vond dat Camilla de zaken soms nogal ongenuanceerd weergaf. Ze stortte zich volledig op een idee of een verhaal zonder aan de eventuele gevolgen te denken. Ze kenden elkaar al heel lang en Louise wist dat ze kon zeggen wat ze wilde, zonder dat Camilla zich daar waarschijnlijk iets van zou aantrekken. Toch probeerde Louise degene te zijn die alles terugbracht tot de essentie, door gevolgen en feiten te benoemen die uit de ideeën van haar vriendin voortvloeiden.

Later op de avond wandelden ze gedrieën de Smallegade af richting de Falkoner Allé. Peter liep een paar passen achter hen.

‘Jouw idee gaat op een belangrijk punt mank’, zei Louise toen ze afscheid namen. ‘Hij kan nog een slachtoffer maken voor het vrijdag is, als we voor die tijd niets doen. Suhr wordt er zeker niet vrolijker van als dat verhaal er in de komkommertijd nog eens bij komt.’