x
‘Dan gaan we nu de zaak in de openbaarheid brengen, om vrouwen te vinden die in zijn klauwen zijn gevallen.’
De stem van Suhr bulderde door de lunchruimte tijdens de ochtendbriefing. Louise voelde dat ze haar grip op de dingen kwijt was. Ze was zaterdagochtend vreselijk misselijk wakker geworden en had de uren daarna voortdurend moeten overgeven. Vervolgens had ze al haar gêne overwonnen en Camilla gebeld, hoewel ze wist dat Henning er waarschijnlijk was en dat ze hun plannen voor de zaterdag in de war zou sturen. Ze had gewoon geen energie meer om haar moeder erbij te betrekken.
Ze had haar ouders maar heel weinig over hun breuk verteld. Ze wisten dat ze onenigheid hadden, maar niet hoe definitief Peters vertrek uit de woning moest worden uitgelegd. Louise voelde zich nog steeds niet in staat om het te vertellen.
Camilla was ’s middags langsgekomen en had bij haar gezeten terwijl Louise op de bank lag en al haar vertwijfeling eruit gooide. Het verbaasde haar hoe snel ze begon te huilen, maar ze bleef volhouden dat het niet de breuk tussen Peter en haar was die haar aan het janken maakte.
‘Is het de eenzaamheid?’ vroeg Camilla voorzichtig. Ze ging staan om haar meegebrachte Big Fat Snake-cd op te zetten. Ze leefde in de vaste overtuiging dat hun muziek bij alles hielp.
Louise schudde hevig haar hoofd, voordat ze haar ogen sloot en zich door de prachtige stem van Anders Blichfeldt liet meevoeren. Toen ze ze na een poosje weer opendeed, verzekerde Louise haar vriendin dat ze juist naar een beetje eenzaamheid verlangde.
‘Ik voel me alleen zo breekbaar vanbinnen. Alsof alles versplintert als ik door een steen word geraakt.’
Dat was voor haar de beste manier om uit te leggen hoe weinig er plotseling nog over was van de kracht die ze altijd als vanzelfsprekend had beschouwd.
Camilla was zo tactvol geweest om tijdens Louises vertwijfeling niet over haar werk te praten, maar naast de troostende, zorgzame woorden had ze eigenlijk een heleboel vragen over het feest van de vorige avond willen stellen. Ze was tot het eind van de middag gebleven. Daarna zou ze samen met Henning naar zijn huis in Sorø rijden en daar overnachten. Markus was bij zijn vader.
Toen Louise op de trap afscheid nam, voelde ze zich minder verdrietig en misselijk. Ze had geaccepteerd dat ze moest leven met de manier waarop haar lichaam de breuk verwerkte, maar ze had besloten dat het zondagavond over moest zijn!
‘We beginnen een klopjacht en stoppen pas als we hem hebben’, bulderde de chef Moordzaken, waarmee hij haar weer terugbracht naar de werkelijkheid van de ochtendbriefing.
Toen ze ’s ochtends op haar werk kwam, was ze niet verdronken in de verwijten van haar collega’s, iets wat ze wel had verwacht. Ze was enkele minuten voor de wekker wakker geworden, had een paar keer diep ademgehaald en besloten dat ze haar leven zou leiden zoals ze dat gewend was, maar dan zonder Peter.
Verdriet, eenzaamheid en een verbroken relatie waren gevoelens die er best mochten zijn, ze mochten alleen niet allesoverheersend zijn. Met die gedachte was ze opgestaan en ze had zichzelf verbeeld dat ze zich een stuk beter voelde. Het was haar bijna gelukt haar stem neutraal te laten klinken toen Michael Stig haar als enige op de gang aansprak en vroeg hoe het in godsnaam mogelijk was geweest dat Bjergholdt in het niets was verdwenen als zij de opdracht had gekregen om dat te voorkomen.
‘Hij is gewoon vertrokken’, antwoordde ze beheerst en ze was vervolgens de vergaderruimte binnengestapt.
‘Als het nodig is, laten we een foto van de metrobeelden maken, maar in eerste instantie doen we het zonder.’
‘Misschien moet ik eerst even controleren of er nog steeds een internetprofiel van Duke bestaat’, interrumpeerde Louise. ‘Hij weet niet dat wij hem onder die naam kennen’, voegde ze eraan toe.
Suhr bromde even terwijl hij nadacht, maar knikte uiteindelijk en wees naar Heilmann.
‘Wij moeten straks even overleggen’, zei hij om aan te geven dat zij er ook bij aanwezig moest zijn.
Louise zat al te zoeken op internet, toen Suhr op de deurpost klopte. Lars Jørgensen was koffie halen, dus de chef Moordzaken ging op diens bureaustoel zitten.
‘Wat ga je doen als je hem vindt?’ vroeg hij.
Eerder had hij dat al voor de grap gevraagd. Nu ontstond er een diepe rimpel boven zijn neus terwijl hij op haar antwoord wachtte.
Ze dacht even na. Wat wilde ze eigenlijk doen? Ze zouden hem niet via zijn internetprofiel kunnen opsporen. Als ze veel mazzel hadden, had hij een foto geplaatst, en dan hadden ze iets om van uit te gaan, zo niet…
‘Een berichtje naar hem sturen’, antwoordde ze. ‘Dan kunnen we hem misschien traceren.’
Hans Suhr zat via de open deur naar de gang te staren. Louise ging ervan uit dat hij Heilmann in de gaten hield en ze wist dat hij zich geruster zou voelen als de teamchef het ook een goed idee vond dat Louise contact met hun man zocht.
‘Maar tot dusver heb ik hem niet gevonden’, voegde ze eraan toe om de bezorgdheid van haar baas nog even weg te nemen. ‘Ik moet Stine Mogensen even bellen om te vragen hoe ze contact met hem heeft gehad, want dat was in elk geval niet via de datingsites die ík heb bezocht.’
Op dat moment hoorde ze haastige voetstappen. Heilmann kwam de hoek om stormen en bleef midden in de kamer staan. Ze had rode vlekken op de wangen.
‘Hij is bij Susanne thuis geweest.’
Heilmann had al een surveillancewagen naar Susannes adres gestuurd en nu vroeg ze Louise en Lars Jørgensen om erachteraan te gaan.
Susanne was sinds Louise haar in de nacht van vrijdag op zaterdag had afgezet in haar appartement gebleven. Ze was het hele weekend de deur niet uit geweest en had met niemand contact gehad – ook niet met haar moeder. Maandagochtend was ze naar buiten gegaan om wat boodschappen te doen en toen ze een halfuur later thuiskwam, had hij een envelop door de brievenbus gegooid.
‘Hij schreef heel kort dat hij veel aan haar dacht.’
‘Een bedreiging?’ vroeg Suhr.
Heilmann haalde haar schouders op. ‘Zo leg ik het wel uit, maar we hebben gezien hoe onvoorspelbaar hij zich gedraagt. Het valt moeilijk te zeggen hoe ziek of ontspoord hij is, maar ze moet daar onmiddellijk weg.’
Ze keek nu naar Louise.
‘Ik kwam Lars Jørgensen op de gang tegen. Hij staat op je te wachten. Maak Susanne duidelijk dat het niet de bedoeling is haar af te schermen. Ze kan zich op haar nieuwe adres en hier in de stad vrij bewegen, als ze haar verblijfplaats maar niet aan Jan en alleman doorgeeft.’
Louise knikte en was al opgestaan. De woning die Jakobsen had geregeld, lag aan de rand van Roskilde. Heilmann boog zich over het bureau en schreef het adres op een stuk papier. Suhr vroeg of ze wilden bellen als Susanne in haar tijdelijke woning zat.
Louise zette de computer uit en stelde zich erop in dat ze de rest van de dag afwezig zou zijn. Ze had een aantal keren geprobeerd de internetprofielen door te werken en was geïrriteerd dat het nog steeds niet was gelukt. Ze werd voortdurend afgeleid en erop uitgestuurd. Een andere gedachte cirkelde in haar achterhoofd rond: ze moesten er gebruik van maken dat Stine Mogensen contact met Jesper Bjergholdt had gehad. Maar ook dat moest wachten, omdat er weer iets anders hogere prioriteit had gekregen.
Susanne had een koffer en een weekendtas klaargezet in de hal. Ze had met Heilmann afgesproken dat ze de dingen die ze graag naar haar nieuwe woning wilde meenemen van een sticker zou voorzien, zodat een paar mensen ze later die dag konden ophalen. Maar omdat het een volledig gemeubileerd appartement betrof, had ze alleen wat kleren nodig.
Louise had medelijden met haar. Alles zou binnen een week opgelost kunnen zijn, maar het zou evengoed maanden kunnen duren. Na de ochtendbriefing had Heilmann verteld dat de vrouw van wie Jakobsen de woning had kunnen lenen op reis was, zodat Susanne er in elk geval vier maanden kon wonen. Hij vond, ongeacht of Bjergholdt werd gepakt of niet, dat Susanne rust nodig had om zichzelf te hervinden, en hij had haar aangeraden de huur van haar eigen woning op te zeggen en iets anders te zoeken, zodat ze niet meer zo dicht in de buurt van haar moeder woonde. Dat was een wezenlijke stap in het verloop van de behandeling.
Louise had het idee dat hij zich meer concentreerde op de diepe sporen en littekens die de moeder bij haar dochter had achtergelaten dan op de krassen en schrammen die het gevolg waren van de verkrachting, hoe ernstig die ook waren.
‘Wanneer krijg ik mijn computer terug?’ vroeg Susanne toen ze de tassen naar de auto brachten, waar Lars Jørgensen ze aanpakte en in de kofferruimte legde.
‘Je moet er rekening mee houden dat dat nog een poosje duurt. Hij is een deel van ons bewijsmateriaal.’
‘Kan ik dan in de tussentijd een andere krijgen?’
‘Dat weet ik niet’, antwoordde Louise, die het autoportier voor haar opende.
Ze kon Susanne niet peilen. Ze leek niet erg aangedaan door de boodschap die Bjergholdt door de brievenbus had gegooid. En ook niet door het feit dat ze hem op het feest had gezien. Louise kon in elk geval moeilijk iets van angst bespeuren. Misschien moest ze dat toeschrijven aan het gevoel van vrijheid dat Susanne ervoer nu ze uit de verstikkende greep van haar moeder ontsnapte.
‘Wat wil je op dit moment met een computer?’ vroeg ze toen ze in de auto zaten.
Susanne zat in de Ziektewet zolang ze gesprekken voerde met Jakobsen.
‘Ik ga niet daten, wees maar niet bang.’
Louise gaf geen antwoord, maar ze besloot dat ze Jakobsen zou bellen om te vragen of er een risico bestond dat Susanne contact met Bjergholdt zocht als ze de mogelijkheid kreeg. Ze troostte zich met de gedachte dat het voor Susanne net zo moeilijk zou zijn om hem te vinden als voor de politie.
‘Ik wil een andere baan en een andere woning zoeken. Ik ga niet terug naar Valby.’
Lars Jørgensen leek iets te willen zeggen, maar hij bedacht zich.
‘Je moet dit eerst allemaal maar eens een plek proberen te geven’, zei Louise en het ergerde haar dat ze klonk als de eerste de beste maatschappelijk werker. Wat Susanne zei, was immers heel verstandig. Zo zou ze zelf ook hebben gereageerd.
Ze waren al in Roskilde, toen Susanne na een lange stilte achteloos vertelde dat ze ermee had ingestemd haar verhaal aan Morgenavisen te vertellen.
Louise zuchtte en hoopte dat Lars Jørgensen deze keer wel iets zou zeggen, maar hij hield zijn blik strak op de weg gericht terwijl ze onder de Rode Poort door reden.
‘Het is jouw beslissing, maar nodig ze alsjeblieft niet hier uit, want je verhuizing is volstrekt zinloos als uit het artikel blijkt waar je zit. Spreek in Kopenhagen af’, stelde Louise voor, die zich ineens doodop voelde. Af en toe was ze zo verrekte slim als het ging om hoe anderen bepaalde situaties moesten aanpakken. Als ze dan iets anders deden dan zij zelf zou doen, raakte ze geïrriteerd en vond ze dat ze zich achterlijk gedroegen.
‘Doe maar wat je wilt,’ zei ze glimlachend tegen Susanne, ‘maar zorg ervoor dat je het mag doorlezen voordat het in de krant komt.’
Die tip snapte Susanne duidelijk niet. Ze wist waarschijnlijk niet dat dat de enige garantie was dat haar verhaal niet helemaal ontspoorde.
Het appartement was op de begane grond van een pand met twee verdiepingen, in een landschap van weggetjes die door een complete stad van soortgelijke gele huizen liepen. Het telde twee kamers, er was veel licht en aan de achterkant lag een klein terras. Susanne liep voorzichtig naar binnen, alsof ze bang was de lichte parketvloer te beschadigen. Ze ging midden in de kamer staan en bekeek haar tijdelijke behuizing.
‘Het ziet er mooi uit’, luidde haar eerste commentaar en ze glimlachte van oor tot oor.
Pas toen Susanne bezig was de keuken te inspecteren, realiseerde Louise zich hoe verschrikkelijk Susannes leven tot dan toe moest zijn geweest. Susanne Hansson bloeide helemaal op, dacht ze terwijl ze haar met open mond stond te bekijken. Susanne stond op het punt om te ontluiken, ondanks alles wat ze had doorgemaakt.
‘Ik hoop dat je je hier een beetje op je gemak voelt, ook al is het tijdelijk’, zei Louise voor ze haar hand uitstak om afscheid te nemen.
Louise richtte haar aandacht de twee volgende dagen op diverse datingportals, waar ze alle profielen van donkerharige mannen van rond de dertig jaar doorworstelde. Ze zocht zelfs nog op de datingpagina voor boeren en was ook op beautifulpeople.dk, de portal voor mensen die er bijzonder goed uitzagen! Ze neusde ook tussen mannen die op zoek waren naar een soulmate.
Stine Mogensen en Duke hadden elkaar ontmoet op dating.dk. Thomas Toft had al contact gehad met de beheerders van de site en die hadden vrij snel kunnen melden dat het profiel dat de politie zocht niet meer bestond. Het was aangemaakt door een gebruiker met een Hotmailadres, dus er was geen enkele reden om aan te nemen dat naam, adres en mobiel nummer klopten, maar ze waren toch bezig het te checken. Bovendien wisten ze te vertellen dat de nickname duke alweer in gebruik was. Maar dit keer betrof het een twintigjarige man met halflang blond haar, als je op de omschrijving en de foto mocht afgaan. Voor de zekerheid hadden ze hem gecheckt en zijn gegevens bleken te kloppen.
Louise had Stine gebeld en uitgelegd dat ze niet wist hoe je op een datingsite moest chatten. Ze had haar gevraagd om Duke terug te vinden, ook al opereerde hij waarschijnlijk onder een andere naam.
‘Volgens mij is hij er niet meer. Het is al een paar weken geleden dat ik voor het laatst contact met hem had.’
Ze was eerst zeer terughoudend om Duke in de armen van de politie te drijven. Pas toen Louise vertelde dat het ging om de man die in de krant stond en die voor moord en verkrachting werd gezocht, stemde ze er geschokt mee in om te helpen.
‘Op het moment dat je zeker weet dat hij het is, bel je mij’, zei Louise en ze voegde eraan toe dat het natuurlijk tussen hen beiden zou blijven.
‘En je mag Anette of een van je andere vriendinnen niets over onze samenwerking vertellen’, zei ze streng.
Het verbaasde Louise hoeveel verschillende datingsites er waren. Ze wist niet waar ze moest beginnen. Met Mr. Noble en Duke in gedachten was ze vooral gespitst op nicknames met een adellijke element en ze ging op het puntje van haar stoel zitten toen ze op ‘The Earl’ stuitte, die volgens zijn profiel een blonde man van achtentwintig was.
Louise had hem een berichtje gestuurd en gevraagd om een foto te sturen, met het argument dat ze graag wilde zien met wie ze mailde, en onmiddellijk had ze een foto ontvangen in de inbox van haar nieuwe Hotmailadres dat Lars Jørgensen voor dit doel had aangemaakt.
Earl werd net zo snel weggestreept als The Red Baron en The King, maar ze voelde iedere keer de opwinding. Haar hoop groeide en verdween net zo snel als de zeer uiteenlopende privéfoto’s in haar mailbox opdoken.
Ze begreep nu beter waarom een aantal vrouwen was afgehaakt en het contact met Bjergholdt had verbroken. Het was blijkbaar heel gewoon dat je je foto stuurde en het kostte Louise heel wat moeite te bedenken hoe ze kon voorkomen dat ze er zelf eentje moest sturen. Uiteindelijk greep ze naar de goedkoopste smoes van allemaal: sorry, maar ik heb toch geen belangstelling, schreef ze als de man een foto van zichzelf had gestuurd.
Ze schaamde zich en overwoog of het eerlijker was dat ze kort uitlegde dat ze bij de politie werkte en iemand zocht, maar dat kon niet, vond ze. Je wist nooit of ze tijdens een chatsessie aan elkaar doorvertelden dat er een smeris op de site was. Vreemd genoeg was er tot dan toe niemand geweest die haar had gevraagd als eerste een foto te sturen.
Suhr had vanaf dinsdagmorgen, toen zijn oproep in alle grote kranten was verschenen, voortdurend op de gang rondgelopen. Hij had de foto van de bewakingscamera nog niet ingezet.
‘Dat is de troef die we achter de hand houden’, had hij dinsdag tijdens de briefing gezegd.
Al dezelfde ochtend was er een aantal reacties gekomen van vrouwen die geschrokken vertelden dat ze contact met hem hadden gehad, maar hem nooit hadden ontmoet.
Michael Stig noemde ze hardop ‘irritante reacties’. Hij werd gesust door Thomas Toft, die vermanend zei dat hij blij moest zijn met alle reacties die ze kregen. Er kon er zomaar eentje tussen zitten die tot de oplossing van de zaak zou leiden.
Louise glimlachte toen ze hoorde hoe hij met zijn rustige stem zijn collega tot bedaren bracht, en ze waren begonnen de reacties na te lopen die als interessant waren aangemerkt.
Er kwam een telefoontje van een vrouw van in de dertig, die een verschrikkelijke nachtmerrie had meegemaakt na wat zij als een geslaagd etentje bij haar thuis had beschouwd en die het voorval een jaar lang had verzwegen.
Een ander had in maart een ‘akelige ervaring’ gehad, zoals ze het zelf omschreef. Maar ze wist niet zeker of het als een verkrachting kon worden beschouwd, omdat ze hem zelf had uitgenodigd.
Zelfs de chef Moordzaken was geschokt over de onzekerheid bij vrouwen als ze moesten aangeven waar de grens tussen verkrachting en vrijwillige geslachtsgemeenschap lag en wat ze zich allemaal moesten laten welgevallen. Hij zat op Heilmanns kamer en nam de rapporten door die werden gemaakt naar aanleiding van de binnengekomen reacties.
‘Als het pijn doet en je vraagt hem om te stoppen, maar hij gaat toch door, dan moet je toch snappen dat het van vrijwilligheid overgaat in vrouwenschennis’, zei hij verbolgen terwijl hij de papieren netjes bij elkaar legde.
‘Zo eenvoudig is het niet’, zei Heilmann zonder op te kijken.
Dat wist Suhr natuurlijk ook wel. Maar als je deze reacties zag, was het ten hemel schreiend dat de vrouwen het niet hadden gemeld. Er was een verschuiving opgetreden in de definitie van verkrachting sinds de opkomst van internetdating. Ze zagen meer gevallen waarbij twee mensen besloten hadden met elkaar af te spreken en ook seks te hebben. Men was het er blijkbaar niet over eens waar de grens lag en hoe heftig het mocht worden. Bij dergelijke gevallen was het moeilijk te bewijzen dat er sprake was van een misdrijf.
Er kwamen ook een heleboel reacties die betrekking hadden op heel andere mannen dan degene van wie zij een signalement hadden bekendgemaakt. Blonde, donkere, kleine, grote, buitenlandse, Deense, oudere en jongere mannen. Ze werden allemaal geschift door de rechercheur die de telefoon moest beantwoorden. Hij wist welke reacties ze verder moesten onderzoeken en welke niet.
‘Ik wil graag de mailtjes zien die Bjergholdt gestuurd heeft’, zei Louise toen ze op woensdagmiddag in de deuropening naar Heilmanns kamer verscheen. Suhr en Heilmann zaten zachtjes te praten over de reacties die de moeite waard waren. ‘Dan kan ik misschien zien waar hij op reageert. Er moet iets in te vinden zijn over waarom hij juist deze vrouwen heeft uitgekozen.’
Ze had al kopieën van de internetprofielen waarmee Bjergholdt contact had gezocht en er was een patroon te zien. Het waren allemaal terughoudende types. Geen woord over seks, buitenissigheden of dure gewoonten. Gewoon twee kaarsjes op tafel, gezellig met zijn tweeën. Het waren vrouwen die de bioscoop verkozen boven de discotheek, een gezinsleven en vrije tijd boven een carrière.
Suhr wenkte haar naar binnen.
‘Ik moet erachter zien te komen waar hij op reageert’, zei ze tegen hem.
Louise had meer tijd nodig en was blij dat ze er niet voor hoefde te vechten. Suhr had bepaald dat ze door kon gaan met zoeken, terwijl de anderen de binnengekomen reacties doornamen en spraken met de mensen die interessant leken.
‘Thomas Toft heeft alle correspondentie tussen Bjergholdt en de twee slachtoffers. Je kunt alles kopiëren’, zei hij en hij richtte zijn aandacht weer op de papieren die voor hem op tafel lagen.
Eerder die dag was er bericht gekomen van de forensisch specialisten. Ze hadden kunnen aantonen dat het sperma in het condoom en de schaamharen die op de vloer in Christina Lerches woning waren aangetroffen overeenkwamen met de sporen die op Susannes rug waren gevonden. Ze hadden door de wijze van handelen of de modus, zoals Heilmann het onwillekeurig bleef noemen, steeds geweten dat er sprake was van dezelfde dader, maar nu konden ze het ook technisch bewijzen. Het leed geen twijfel dat het een belangrijke stap vooruit was en het was een grote opluchting voor de chef. Bovendien was er nog een match gevonden en die toonde aan dat de man die zich Kim Jensen noemde, die had beweerd dat hij uit Hørsholm kwam en die twee jaar eerder Karin Hvenegaard had mishandeld en verkracht, dezelfde was als Bjergholdt.
Drie slachtoffers.
Louise was geneigd Suhr gelijk te geven dat er vast en zeker nog meer slachtoffers zouden opduiken. Waarschijnlijk al wanneer Michael Stig terugkwam van zijn gesprek met de vrouw die vorig jaar ongeveer hetzelfde had meegemaakt als Karin Hvenegaard.
Toen ze terug was op haar kamer plofte ze op haar stoel neer. Een golf van vermoeidheid overspoelde haar. De grote hoeveelheid internetprofielen maakte het werk onoverzichtelijk en ze wist nog steeds niet waar mensen precies op reageerden. En of er bijzondere spelregels waren die ze als beginneling nog niet had ontdekt. Ze pakte de telefoon en belde Camilla.
‘Mag ik jouw artikelen over internetdating lezen? Alles over dat thema en wat er verder nog allemaal in jullie archief zit.’
Camilla leek het druk te hebben en was kortaf. Het klonk alsof ze haar bezigheden niet wilde onderbreken om aan Louises verzoek te voldoen.
‘Als het kan wachten tot ik over een paar uur terug ben, dan maak ik een pakketje voor je’, bood Camilla aan. Ondertussen probeerde ze niet te verhullen dat ze bezig was haar tas in te pakken terwijl ze met Louise sprak.
Camilla had het afgelopen jaar op de misdaadredactie van Morgenavisen een bliksemcarrière doorlopen. Ze had de vrijheid om te doen wat ze wilde, zolang Terkel Høyer, haar chef, erop kon rekenen dat zij van iedereen de meeste voorpagina-artikelen aanleverde. Het was langgeleden dat zij alle politiedistricten af moest bellen om te kijken of ze iets interessants in hun dagrapporten hadden staan. Het gebeurde ook steeds minder vaak dat zij naar de voorgeleidingen bij de rechter-commissaris werd gestuurd, tenzij ze het zelf voorstelde. Dat soort routineklussen werd nu gedaan door de stagiaire of door Ole Kvist, die trouwens veel langer bij de krant werkte dan Camilla.
‘Ik ga op stap voor een interview dat ik vanavond moet schrijven. Dus als je later op de dag langskomt, ben ik er wel. Waarschijnlijk niet zo spraakzaam, maar ik zal zorgen dat ik iets voor je klaar heb liggen.’
Louise kon op haar tien vingers natellen dat het hier om het interview met Susanne ging. Het was een duidelijke scoop Susannes verhaal in de krant te zetten terwijl het onderzoek in volle gang was, maar ze besloot er niets over te zeggen.
Ze zou het materiaal op zijn vroegst na zes uur kunnen ophalen, maar dan zou ze meteen door kunnen gaan naar huis en het ’s avonds doornemen. Misschien zou ze zo een aantal ongeschreven spelregels ontdekken die ze nu over het hoofd zag. Niet dat Susanne nou echt een geroutineerde internetdater was, maar omdat ze volstrekt open en eerlijk had gezegd wat ze zocht had ze misschien aan bepaalde criteria voldaan.
Louise had een paar mails doorgelezen die Bjergholdt en Susanne naar elkaar hadden gestuurd, maar had ze weer weggelegd. Ze besloot te wachten totdat ze Camilla’s artikelen had gelezen. Nu zocht ze weer verder naar donkerharige mannen en bleef af en toe hangen bij internetprofielen die haar aandacht trokken. Niet omdat ze deden denken aan iets waar Bjergholdt zich achter kon verschuilen, maar omdat de persoon in kwestie een beeld van zichzelf wist te schetsen dat Louise persoonlijk interessant vond.
Voordat ze naar huis ging, bereidde ze Heilmann erop voor dat er de volgende dag een interview met Susanne in de krant zou staan. Ze was net bezig de laptop af te sluiten die ze voor haar speurtocht kon gebruiken, toen Suhr binnenkwam.
‘Kun jij Camilla Lind niet vragen om in het interview het signalement van de dader te herhalen?’ vroeg hij. ‘Het zou goed zijn als het nog een keer werd genoemd.’
‘Ik spreek haar vandaag niet meer!’
Hij moest haar zelf maar bellen om het te vragen, vond ze.
Hij mompelde iets wat ze niet verstond, draaide zich om en liep weg.
Ze genoot van het stukje fietsen tot aan het park Kongens Have en liep het laatste stuk naar de Kronprinsessegade, waar Morgenavisen in een oud, mooi gerestaureerd pand zat. Ze zette haar fiets weg en nam de trap naar de tweede verdieping, waar de misdaadredactie huisde. Camilla zat geconcentreerd te typen toen Louise naar binnen stapte.
Ze keek wel op van het scherm, maar het leek alsof ze in een andere wereld was.
‘Heb je tijd voor een kop koffie?’ vroeg Louise.
Haar vriendin schudde het hoofd.
‘De deadline is over een uur en het moet ook nog eerst worden goedgekeurd.’
Ze knikte naar wat ze had geschreven.
Louise was blij dat Susanne eraan had gedacht te vragen of ze het interview van tevoren mocht lezen, als zij tenminste degene was met wie Camilla had gesproken. Ze overwoog even of ze moest zeggen dat Suhr graag wilde dat Camilla het signalement van de dader nog een keer vermeldde, maar ze deed het niet.
‘Oké, dan zien we elkaar een andere keer’, zei ze en ze pakte de plastic map met artikelen die Camilla voor haar had uitgeprint. Haar vriendin was veranderd sinds Henning op het toneel was verschenen. Ze had niet meer zo veel behoefte aan gezelschap, of het viel Louise meer op omdat ze nu zelf alleen was.
‘Henning en zijn broer komen vanavond. Kom gerust langs. Markus is ook thuis’, zei Camilla en ze vertelde dat Christina hem na schooltijd had opgehaald.
Een babysitter was een godsgeschenk voor een alleenstaande moeder. Christina kende Markus al vanaf de tijd dat hij naar de crèche ging en sprong bij als Camilla hem niet zelf van de naschoolse opvang kon halen.
‘Dat is lief van je, maar nee, bedankt.’
Louise had er geen zin in, maar het was lief van haar en Louise wilde Henning ook graag ontmoeten, alleen niet vanavond. Ze gaven elkaar ten afscheid een vluchtige zoen op de wang, voordat Louise naar haar fiets liep en richting de Gammel Kongevej fietste.
Toen ze laat die avond klaar was met het doorlezen van Camilla’s artikelen over de internetdatingcultuur was ze niet veel wijzer geworden, maar ze had ontdekt dat deze in twee groepen kon worden verdeeld. Mensen die uitsluitend een internetprofiel aanmaakten om een geliefde of vriend of vriendin te vinden en mensen voor wie het een levensstijl was geworden. Susanne en Karin Hvenegaard hoorden bij de eerste categorie, Christina Lerche en Jesper Bjergholdt rekende ze daarentegen tot de laatste categorie. Ze kon nog niet uitmaken of hij werd gedreven door de ontmoeting met onbekende vrouwen en het besef dat hij zijn echte identiteit kon verhullen of dat hij volkomen ongevoelig was voor dat soort psychologische invloeden en internet alleen maar gebruikte als aanvoerkanaal. Hij was vanaf het begin kil en berekenend geweest en had misbruik gemaakt van de anonimiteit van het internet, of hij had aanvankelijk oprechte bedoelingen gehad en ontdekt hoeveel speelruimte hij had. Het viel moeilijk te zeggen, concludeerde ze toen ze geprobeerd had zich een bepaald gedragspatroon voor te stellen.
Ze twijfelde er echter niet aan dat internet en deze vorm van contact nu een onderdeel van zijn leven waren geworden. Hij verkeerde in die kringen. Het beste bewijs daarvan was dat hij op het datingfeest was verschenen. Die twee vrouwen kenden hem. Ze had trouwens nog steeds niets van Stine Mogensen gehoord, dus die had hem waarschijnlijk nog niet gevonden.
Louise probeerde zich een beeld van hem te vormen. Wat voor iemand was hij eigenlijk? Galant, welgemanierd, attent, schreef ze op een stukje papier. Hij bestelt meergangenmenu’s en calvados bij de koffie. Nodigt vrouwen uit in het sfeervolle Nyhavn, gaat naar datingfeesten. Hij is een stadsmens, concludeerde ze. Kent Kopenhagen en wandelt er op zijn gemak rond. Loopt mee naar de metro, duikt ineens op bij Susannes woning.
Tijdens het lezen van Camilla’s artikelen was haar iets duidelijk geworden. Niet zozeer waar je elkaar op internet tegenkwam, maar dat je in de virtuele wereld ook een leven had. Je leerde via internet nieuwe mensen kennen, knoopte banden aan. Mensen gingen op internet yahtzee zitten spelen. Camilla had geschreven over een vrouw die acht uur per dag op internet dobbelstenen gooide met mensen die ze nog nooit in het echt had gezien. Haar beste vrienden ontmoette ze in dat forum. Terwijl de dobbelstenen over het scherm rolden, zaten ze met elkaar te chatten. Het was blijkbaar mogelijk om op internet hechte en vertrouwelijke relaties aan te gaan.
Toen ze het artikel over de vrouw las, kon Louise het in eerste instantie maar moeilijk serieus nemen. De vrouw was rond de veertig, functioneerde ogenschijnlijk prima en was extrovert, en ze had geen enkele moeite contact te maken met andere mensen, op haar werk noch in haar vrije tijd. In het interview vertelde ze over het universum dat zich voor haar had geopend toen ze op internet was gaan surfen. Het grootste gedeelte ging over haar yahtzeevrienden, vriendschappen die ze bestempelde als inniger en vertrouwelijker dan die ze had met vrienden en vriendinnen in de echte wereld. Ze deed enorm haar best om duidelijk te maken dat ze nooit de behoefte had gevoeld om de mensen van internet in het echt te ontmoeten. Wat zij met elkaar hadden, hoorde thuis in het yahtzee-universum en moest niet met haar normale leven worden gemixt. Maar dat betekende niet dat het daardoor minder waard was, had ze aan het eind van het interview onderstreept.
Louise kon Camilla wel volgen toen ze de twee levens van de vrouw vergeleek met mensen die een vakantiehuisje op het platteland hebben, en die in het dagelijks leven in de stad wonen. Die twee levens hoefden ook niet per se bij elkaar te worden gebracht. Dat was nou juist de lol van het voortdurend wisselen tussen rubberlaarzen en naaldhakken, zoals haar vriendin het poëtisch uitdrukte. Toch verraste het Louise dat cyberspace de werkelijke wereld zo kon wegconcurreren. Angstaanjagend, zeker als ze bedacht dat zijzelf internet eigenlijk alleen gebruikte als ze informatie zocht via Google, als ze de weersvoorspellingen bekeek of haar mails checkte. Ze pakte de papieren bij elkaar en maakte zich klaar om naar bed te gaan.