9

Het broeikaseffect had de directie van het Olive and Dove Hotel gedwongen airconditioning te installeren, een zeldzaamheid in Kingsmarkham. Omdat de deuren steeds open- en dichtgingen, was er geen airco in de bar bij de ingang, alleen in de loungebar. Daar gingen Wexford en Burden zitten. De televisie stond aan en ze zagen op het vroege avondjournaal dat het tweeëndertig graden was geweest.

‘Het is hierbinnen zelfs koud,’ zei Burden, terwijl hij het toestel met de afstandsbediening uitzette. ‘Ze krijgen het ook nooit goed, hè?’

‘Een uurtje of zo gaat het wel.’ Wexford nam hun twee glazen van de barkeeper aan en gaf er een aan Burden. Hij betaalde ervoor en zei: ‘Neem er zelf ook een. Deze glazen zijn net koud genoeg. Op de dag dat ze ijsblokjes in bier gaan doen, kom ik hier niet meer.’

‘Prima,’ zei de barkeeper, ‘want dat zal nooit gebeuren.’

Toen hij weg was, zei Wexford: ‘Die Hilland is een klootzak. Ik weet dat je niet van dat woord houdt, maar ik zou hem niet anders kunnen beschrijven. Hij heeft het niet één keer over zijn kind gehad en hij praat over Amber alsof hij haar maar één avond heeft gekend.’

Burden haalde zijn schouders op. Hij was niet verrast. ‘Zijn moeder en zus gaven ons al een voorproefje van zijn persoonlijkheid. Ik heb een idee en ik vind dat we daar iets mee moeten doen. Dat geld dat in Ambers zak zat, moet daar in terecht zijn gekomen nadat ze van huis was gegaan, nietwaar? Ze was niet zo dom dat ze dag en nacht met duizend pond op zak liep.’

‘Nee, vast niet. Ik bedoel, je hebt gelijk.’

‘Dus iemand heeft het haar die avond gegeven. En niet nadat ze de Bling-Bling Club was binnengegaan. Ze was voortdurend met anderen samen en een van hen zou het hebben gezien. Ik bedoel, het is iets anders dan wanneer je iemand een paar pond geeft, toch? Nou, we weten hoe laat ze van huis ging, maar we weten niet hoe laat ze in de club aankwam. Dat heeft niemand gezegd, al zei Samantha Collins dat ze later aankwam dan anders.’

‘Je bedoelt dat iemand haar dat geld – hoe ze het ook had verdiend – heeft gegeven tussen het moment waarop ze van huis ging en het moment waarop ze de club binnenkwam. Daar kan niet veel tijd tussen hebben gezeten, Mike.’

‘Waarom niet? Diana Marshalson zei dat ze tussen halfnegen en negen uur van huis ging. Het is hooguit vijf minuten naar de bushalte en de bus doet er twintig minuten over om in Kingsmarkham te komen. Ook als de bus te laat was en ze er tien minuten over deed om bij de halte te komen en pas om tien voor negen wegging, zou ze nog steeds om halftien in Kingsmarkham zijn geweest. Als ze een halfuur nodig had voor haar transactie, kon ze om tien uur in de club zijn.’

‘Een beetje laat, vind je niet?’

‘Voor jou en mij, Reg,’ zei Burden, ‘is tien uur erg laat om nog ergens heen te gaan. Wij vinden dat eerder een tijd om naar huis te gaan. Maar niet voor die jonge mensen. Dat soort gelegenheden komt pas tegen twaalf uur ‘savonds tot leven.’

‘Goed, we moeten de bustijden weten en of de bus op tijd reed. Misschien kan iemand ons ook preciezer vertellen hoe laat ze van huis ging. Ik ging er trouwens van uit dat ze alimentatie van Hilland junior kreeg. In combinatie met een bijstandsuitkering, die ze vermoedelijk had, en de kinderbijslag zou dat misschien net genoeg voor haar zijn geweest. Nu begin ik te begrijpen waarom ze geld nodig had.’

‘Ik dacht dat ze wilde gaan studeren?’

‘Mike, wat dat betrof, was bij George Marshalson de wens de vader van de gedachte, denk ik. Hoe had ze dat kunnen doen? Wat had ze dan met Brand moeten beginnen?’

‘Nu je het daarover hebt,’ zei Burden, ‘wat deed ze met hem toen ze naar Thailand ging?’

‘Ze liet hem bij pa en Diana, denk ik. Maar we moeten meer over Thailand te weten komen. Het is natuurlijk mogelijk dat ze daar met z’n allen zijn geweest. Een familievakantie. En we moeten naar Ambers bankrekening kijken, als ze die had. De tweeduizend pond die we hebben gevonden, was misschien nog niet alles. Zullen we er nog een nemen?’

‘Waarom niet?’ zei Burden.

Hij bleef zitten, terwijl Wexford hun bier ging halen. Hij was op een idee gekomen. Een nogal voor de hand liggend idee, vond hij, en hij vroeg zich af waarom hij daar niet op was gekomen toen ze in de kamer van het meisje waren. Kon ze zo’n risico hebben genomen? Kon ze zo dom zijn geweest?

Wexford kwam met een glas in elke hand terug en zei: ‘Je kijkt alsof je een schok hebt gehad.’

‘Als ik geschokt ben, heb ik dat zelf gedaan. Reg, ik vind dat we naar Brimhurst en de Marshalsons terug moeten gaan, en wel snel. Hoe laat is het?’

‘Tien voor halfnegen. Wat is er?’

‘Toen we die laden in Ambers kamer doorzochten,’ zei Burden, ‘vonden we iets waarvan we zeiden dat het gemorst talkpoeder was. Ik stond er verder niet bij stil, ik nam dat gewoon aan. Maar in combinatie met de andere dingen die we hebben ontdekt, begreep ik opeens iets. Meisjes van haar leeftijd gebruiken geen talkpoeder, ze hebben er waarschijnlijk nog nooit van gehoord en weten niet eens waar het voor is. Het is zo verouderd als… als… bankbiljetten van een pond, telefooncellen en grammofoonplaten.’

‘Wat was het dan? O, ja, ik begrijp het… Ik ga Marshalson bellen en dan laat ik ons hier over tien minuten door Donaldson oppikken.’

‘Ik betwijfel sterk of er meer dan, laten we zeggen, vijftig pond op Ambers rekening stond,’ zei George Marshalson. ‘Die heb ik voor haar geopend…’ Hij slaakte een diepe zucht. ‘… toen ze zestien was. Voor haar zestiende verjaardag. Met honderd pond. Ik denk niet dat ze daar iets aan toegevoegd heeft. Als de bank u de gegevens niet wil verstrekken, wil ik best mijn toestemming geven.’

Wexford bedankte hem. Het was drukkend stil in het huis. Om negen uur lag Brand allang in bed. De temperatuur kon nog niet bepaald ‘avondkoelte’ worden genoemd, maar lag veel lager dan de on-Engelse hitte van midden op de dag. Hoewel alle ramen nog wijd openstonden, kroop een dikke hommel tegen een ruit omhoog, hopeloos op zoek naar een uitweg. Muggen dansten in de schaduw van de tuin.

Diana Marshalson liep in de tuin rond en gaf stervende planten water met een gieter. Ze schudde haar hoofd naar een struik waarvan de bladeren geel waren geworden en kwam toen naar het huis. Ze zette de lege gieter neer en ging door de open tuindeur naar binnen. ‘Het is hopeloos,’ zei ze, terwijl ze zich in een stoel liet zakken. ‘Alles heeft behoefte aan een stortregen die de hele nacht duurt. Een halve gieter water is niet genoeg. Maar…’ Ze keek haar man aan. ‘Wat doet het ertoe? Wat doet iets er nog toe?’

Daar had niemand een antwoord op. ‘Ik zie in haar paspoort,’ zei Wexford, ‘dat Amber vorig jaar december in Thailand is geweest.’

‘Daar zijn we allemaal geweest,’ zei Diana. ‘Nou ja, Brand niet. We hebben hem bij mijn zus achtergelaten.’

Een baby van drie maanden, dacht Wexford verontwaardigd, achtergelaten bij iemand die bijna een vreemde was. Toen zei hij streng tegen zichzelf dat hij zich daar niet druk om moest maken; het ging hem niet aan. Dat kind werd een obsessie voor hem. Hij lette op elk teken van verwaarlozing of onverschilligheid. Hij moest daarmee ophouden en zich beheersen. ‘Dat zijn dus u, uw man en Amber?’

‘De reis was een maand voor Brands geboorte besproken,’ zei Ambers vader. ‘Amber was ervoor om hem mee te nemen, maar toen het zover was, dacht ze daar natuurlijk anders over. Diana’s zus Laura bood aan om op hem te passen en Amber greep die kans aan.’

‘Ik zou graag nog eens in Ambers slaapkamer willen kijken,’ zei Wexford.

Net toen ze de kamer uit gingen, zei Diana zonder enige reden: ‘Als u in Ambers manier van leven geïnteresseerd bent, wilt u misschien ook weten dat ze in mei naar Frankfurt is geweest.’

‘Ging ze alleen?’ vroeg Burden.

‘Ze was met een vriendin – ik weet haar naam niet meer.’

‘Wie paste er toen op Brand? Uw zus?’ vroeg Wexford, en hij nam zichzelf die vraag meteen kwalijk.

‘Die deed dat niet zo snel meer na de eerste keer, hè? Nee, natuurlijk paste ik op hem. Het was 22 mei en het kon haar niet schelen dat ik een belangrijke afspraak had. Eigenlijk verbaast het me dat ik in december mee mocht naar Thailand en niet thuis voor kindermeisje hoefde te spelen.’

‘Diana,’ zei George Marshalson. ‘Alsjeblieft.’ Hij klonk geschokt. ‘Die arme Amber is dood.’

‘Dat weet ik, George. Het spijt me. We zijn allemaal gespannen.’

Een vreemde manier om een groot verdriet te beschrijven, zoals Wexford tegen Burden opmerkte toen ze boven waren.

‘Ze haatte dat meisje,’ zei Burden.

‘Ja, maar ik vraag me af of haar gevoelens toen Amber nog leefde niet dichter bij onverschilligheid en misschien ergernis zaten. Toen Amber dood was, ging Diana haar pas haten, want door dood te gaan, scheepte Amber haar met het kind op.’

Burden schraapte een beetje van het witte poeder in een plastic envelop en plakte hem dicht. Toen bevochtigde hij zijn wijsvinger, streek even door het resterende poeder en snoof eraan. ‘Het is niet wat jij en ik dachten,’ zei hij. ‘Maar het is ook geen talkpoeder. Ik heb die geur eerder geroken, jaren geleden toen mijn zoon John nog op school zat, maar ik weet niet wat het is.’

Beneden zaten ze in de huiskamer bij elkaar. George leunde in zijn fauteuil achterover met zijn ogen dicht en Diana had een laptop op haar knieën. Op het scherm stond een grotendeels turkoois-blauwe pagina die gebruikers verzocht om op het web te gaan zoeken. Ze draaide zich om toen ze binnenkwamen.

‘Mevrouw Marshalson,’ zei Burden, ‘misschien kunt u ons iets vertellen. Had Amber voetschimmel?’

‘Hoe weet u dat? Ze dacht dat ze het had gekregen in het nieuwe zwembad van Kingsmarkham. Ze vond het vernederend.’

‘En ik was ervan overtuigd dat het cocaïne was,’ zei Burden toen ze weer buiten stonden. ‘Maar dat we tot nu toe geen drugsconnectie hebben gevonden, betekent nog niet dat ze niet smokkelde. Misschien deed ze dat wel. Misschien kwam ze op die manier aan het geld. O ja, wie was dat andere meisje?’

‘Een van de vriendinnen van de Bling-Bling, denk ik, maar dat moeten we verder uitzoeken.’