9 De muren van het Oranjehotel
Tijdstip: gedurende de hele oorlog
Plaats: Oranjehotel in Scheveningen
Auteur: door onze redactie
De gebeurtenissen rond Piet Blom stonden niet op zichzelf. Het liep vaker niet goed af met verzetsmensen. Een groot aantal van hen werd verraden of liep anderszins tegen de lamp en belandde bijvoorbeeld in de Scheveningse gevangenis. Daar staan hun anonieme, maar heel serieuze boodschappen op de muren van hun cel.
Beroemde ‘inwoners’ van de gevangenis in Scheveningen waren bijvoorbeeld Boy Ecury, Erik Hazelhoff Roelfzema (de Soldaat van Oranje), George Maduro en Henri Pieck (de tweelingbroer van illustrator Anton Pieck). Omdat iedereen die daar vastzat op een of andere manier voor de goede zaak streed, werd het ook wel het Oranjehotel genoemd. De celmuren van het Oranjehotel vormden voor de gevangenen een belangrijk en veelgebruikt medium om hun angst, verlangen, geloof, humor en hoop uit te drukken. Zeer veel kreten en uitspraken werden in de muren gekrast, maar slechts degenen die in de muren van cel 601 zijn aangebracht zijn nu nog te zien. Hieronder een kleine selectie:
Mens durf te leven, ook in de cel
Je maintiendrai ja Rob ik zal flink zijn
Hier temt men
leeuwen en apen,
maar geen Hollandsche knapen
Kalm ... Kalm ... Kalm
Hoe moeilijk de tijd,
hoe zwaar ook de scheiding,
wij zijn weer een dag
dichter bij de bevrijding!
Kop op domkop
Mies blijf van mij houden
Hoe lang nog
Ontplof rot mof
14/9 Pa jarig
Ter gelegenheid van de vijftigste bevrijdingsdag bracht de Stichting Oranjehotel een boekje uit met daarin herinneringen van gevangenen die achter die Scheveningse muren vastzaten. Sommige van die verhalen zijn kort maar krachtig. Zo vertelt bijvoorbeeld de gevangene die in cel 718 vastzat dat het hem gelukt is om de stenen van zijn celmuren te tellen. Wanneer hij de halve stenen tot hele voegde, waren het 1.176 stuks.
Een andere herinnert zich nog de oudejaarsnacht. De Duitsers hadden in hun ‘wachtmeisterraum’ de radio aangezet en daarop werd de ene na de andere fanfare gespeeld. Ondertussen zongen de gevangenen in de afzonderlijke cellen het ene na het andere kerkelijke en vaderlandse lied. Het raakte de gevangene van cel 612 in het hart. ‘Hier was het dat ik na al hetgeen ik in mijn leven heb meegemaakt, als grote kerel zijnde, gehuild heb als een kleine jongen.’
Tot slot een verschrikkelijke herinnering van de gevangene die van 3 december 1940 tot 8 april 1941 in cel 345 zat opgesloten. Verschillende avonden hoorde hij hoe een meisje werd afgeranseld, omdat zij vaderlandse liederen had gezongen. Maar hij vond haar een voorbeeld voor velen, want ‘na tien minuten begon ze weer te zingen’.
In totaal hebben tijdens de oorlog zo’n 28.000 mensen opgesloten gezeten. Van hen werden er 215 gefusilleerd. Aan de kant van de Van Alkemadelaan is een kleine poort in de buitenmuur. Hier werden de ter dood veroordeelden naar buiten gelaten, om aan de overkant op de Waalsdorpervlakte te worden geëxecuteerd. Naast het poortje is in 1949 een plaquette geplaatst ter nagedachtenis aan allen die hier weggevoerd werden. De tekst luidt:
1940 – 1945
Gedenk hun laatste gang
door deze lage poort,
hun leven
voor vrijheid en voor recht gegeven.
Zet hun strijd voort
Ook
tegenwoordig worden er nog mensen met een oorlogsverleden vastgezet
in Scheveningen. Alleen gaat het nu om verdachten van het
Joegoslavië-tribunaal en van het Internationaal Strafhof. Zij
verblijven er in voorlopige hechtenis onder verantwoordelijkheid
van de Verenigde Naties. Slobodan
Miloševi´c is er in zijn VN-cel overleden. En nu zit Radovan
Karadˇzi´c daar. Hij wordt ervan verdacht verantwoordelijk te zijn
voor het grootste bloedbad in Europa sinds de Tweede
Wereldoorlog.