3 Het verdwenen vaandel van de mariniers
Tijdstip: 22 mei 1945
Plaats: Den Haag
Auteur: Bert Honselaar
Mede dankzij zijn heldhaftige optreden in Rotterdam decoreerde koningin Wilhelmina op 4 december 1946 het Korps Mariniers in zijn geheel met het Ordeteken van Ridder der 4e klasse der Militaire Willemsorde. Bij ditzelfde Koninklijk Besluit verleende zij het Korps toestemming aan de namen in zijn vaandel Rotterdam, Oost-Java en Java Zee toe te voegen. Over dit vaandel gaat de volgende anekdote.
Een week na de capitulatie reisde er iemand van Rotterdam naar Den Haag met een pakje onder de arm, dat uiteindelijk in handen kwam van de rijksarchivaris; deze verborg het onder stoffige folianten.
Kort daarop deed het gerucht de ronde dat het vaandel van het Korps Mariniers met de kazerne in vlammen opgegaan was. De Duitsers deden dan ook geen pogingen om het in handen te krijgen, hoewel het als trofee van hun Blitzkrieg een begeerd object geweest moet zijn. Zo werden ze de dupe van een list, want het was alleen de stok van het vaandel die in Rotterdam verbrandde: het doek met de leeuw met de lauwerkrans was in veiligheid gebracht en het gerucht was opzettelijk verspreid... hoewel met tegenzin, het strekt een keurkorps immers niet tot eer dat het zijn vaandel verloren heeft.
Men troostte zich echter met de gedachte dat de geschiedenis eenmaal de blaam weer weg zou wissen; de dag waarop dit gebeurde kwam met de Nederlandse bevrijding: toen werd het vaandel onbeschadigd uit de kluis van De Nederlandsche Bank tevoorschijn gehaald.
Hoewel het Korps Mariniers al in 1665 werd opgericht, werd het vaandel pas op 16 september 1929 door koningin Wilhelmina aan het Korps gegeven. Het vaandel wordt gebruikt bij het beëdigen van elke nieuwe marinier. Het is traditie dat hij of zij tijdens de eed met ontblote linkerhand de punt van het vaandeldoek vasthoudt.