dankwoord en literatuur
Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan Wim van Zwam, bondscoach van Oranje Onder 19 en Oranje Onder 15 en Rini de Groot, hoofd Scouting van PSV. Zij lazen het boek mee en behoedden me voor fouten.
Tevens werkten uitgebreid mee: assistent-coach van Jong Oranje Remy Reynierse, hoofd Opleiding van AZ Aloys Wijnker, hoofd Opleiding van Ajax Jan Olde Riekerink, ex-hoofd Opleiding SC Heerenveen Wim Dusseldorp, PSV-D1 trainer Jefta Bresser, Piet Hubers van de KNVB, Wim van Dijk van onderzoeksbureau CLU, sportpsycholoog van de VU Jacques van Rossum, Rinus van Leijenhorst en Chris Schröder van AFC, zaakwaarnemers Sjaak Swart en Kaj Lerby van Essel Sports, zaakwaarnemer Duncan Smit en vele, anonieme bronnen.
Onmisbare literatuur was: vakblad De Voetbaltrainer (met name de artikelen van Paul Geerars en Tjeu Seeverens), Wiel Coerver's Voetbal —Leerplan voor de Ideale Voetballer, Rik Planting's Leerschool Ajax, Erwin van Baarle's Presteren met Plezier, Bert van Lingen's Coachen van Jeugdvoetballers, Peter Murphy's en Jan Huijbers' Totaalcoachen, weekblad Voetbal International, Foppe de Haan's Het Formeren van een Team en de zesdelige dvd-serie Helden van de Toekomst —De Wereldberoemde Ajax Opleiding en spelersbiografieën als Maarten van Helvoirt en Henri van der Steens Gedreven —Ruud van Nistelrooy en zijn hang naar perfectie. De passages over de geschiedenis van voetbaltactiek publiceerde ik eerder in Het Financieele Dagblad.
De veertien jeugdspelers (en hun ouders en broertjes en zusjes) ben ik zeer dankbaar, omdat zij zich zo openhartig lieten portretteren door fotografe Jet Kraanen en mij. Anneleen Siebelink en Gert-Jan Jansen dank ik voor hun scherpzinnige, redactionele schaafwerk. Tot slot dank ik Frederike die me de ruimte gaf dit boek te maken. Vele zaterdagen en doordeweekse trainingsavonden piepte ik er probleemloos tussenuit. Soms ging ze mee naar een wedstrijd. Dan moedigde zij de jeugdspeler die ik volgde vurig aan, terwijl ik de onafhankelijke schrijver uithing.
Enkele namen van jeugdspelers (in de hoofdstukken, niet die in de portretten) zijn op verzoek van hun clubs gefingeerd.