2. GESCOUT!

Elk van de vijftig jeugdscouts van Ajax heeft zo zijn eigen zwikkie amateurclubs in portefeuille. Clubhuizen en velden liggen binnen een straal van veertig kilometer rond zijn huis. Op zondag rapporteert hij per e-mail aan Ajaxjeugdcomplex De Toekomst de zaterdagresultaten van jeugdspelers. De goede bekijkt hij hooguit drie keer.

 

Drie keer 'positief' = uitnodiging voor een stagetraining

 

Tenminste, als hij daarvoor drie weken geduld wil opbrengen. Een scout van AZ of FC Utrecht is hem zo voor. Gelukkig werkt Ajax behalve met hengelvissers ook met grove sleepnetten: de Ajax Talentendagen. Daarvoor kunnen spelers zichzelf opgeven. Het gaat op die dagen eigenlijk meer om de pr voor Ajax dan om de kansen van een speler —maar heel soms loopt er op zo'n dag een spelertje rond dat in aanmerking komt voor een stage. Hiermee denkt Ajax de talenten die ertoe doen wel in kaart te hebben.

Scouts in het noorden, oosten en zuiden van Nederland vinden dat scouts in het westen het maar makkelijk hebben. In de grote steden tiert het talent welig. Van oudsher al, met de voortgaande verstedelijking alleen maar meer. Kijk maar naar al die balvaardige Turken, Marokkanen en Antillianen uit de buitenwijken. Die hebben niks anders te doen dan voetballen, is de gedachte. 'Rond Eindhoven zijn voetbalvelden vijf keer zo dun bezaaid met jonge voetballers als rond Amsterdam, Rotterdam, Utrecht of Den Haag,' zegt Rini de Groot, hoofd Scouting van PSV Eindhoven. 'De kans om iets te vinden in onze eigen regio is dus een factor vijf kleiner.' 

Om die reden neust PSV graag rond in haar achtertuin: Vlaanderen. Niet alleen voor volwassen voetballers als Luc Nilis en Timmy Simons. Al vanaf acht jaar haalt PSV spelers daar weg. Van de 160 jongens in opleiding was zes jaar geleden maar liefst de helft Belg. Maar toen werd De Groot verantwoordelijk voor de scouting. 'De voorliefde van PSV voor Belgen ben ik gaan terugdringen. Belgen zijn goed opgevoed en gedisciplineerd, maar ook bescheiden. Met tachtig Belgjes in opleiding sta je tegen Ajax op achterstand.' Hij voerde een simpele regel in.

 

Een jonge Belg = een jonge Nederlander?

 

dan kiest PSV voor de laatste. Alleen zeer talentvolle en mentaal sterke Belgen a la Frankie Vercauteren heet Rini nu nog welkom. Liever stuurt hij zijn scouts naar de zeer vruchtbare velden rond Utrecht, waar Ajax in het verleden al zo veel grote voetballers in de dop vond. 'Jongens uit die regio zijn van nature brutaal en agressief. Ismail Aissati en Ibrahim Afellay vonden we bij USV Elinkwijk. Daar willen we er meer van. Maar als de allerbeste speler in Veendam loopt, halen we hem uit Veendam.'

 

De checklist van een Ajaxpupillenscout

Een Ajaxscout onderscheidt je eigenschappen van je vaardigheden. Lichaamsbouw en spelbeleving zijn eigenschappen die je meekreeg bij je geboorte of in je opvoeding. Een Ajax-trainer kan deze zaken wel iets 'oprekken', maar niet echt meer veranderen. Vaardigheden als balbeheersing en inzicht kan Ajax wél ontwikkelen. Niet één eigenschap of vaardigheid is doorslaggevend of fnuikend. Niks is een harde eis of voorwaarde. Alles is voor de scout slechts een signaal. Alle signalen samen vormen een totaalbeeld van wat jij al kunt op jouw leeftijd en hoeveel vooruitgang er nog mogelijk is. Tegelijk schat hij in of jouw achterstand op het Ajaxniveau niet te groot is. Hij bekijkt fysiek, techniek, tactiek en mentaliteit in onderlinge samenhang én met de positie waar je speelt. Je hoeft niet in alle vier even goed te zijn. De allround profspeler bestaat niet, de complete jeugdspeler evenmin. Meestal zit het met de eerste drie goed en schort het wat aan doorzettingsvermogen. Of je bent een bijter, of je hebt een raar loopje. De vraag is: hoe compenseer je dat? Met techniek? Tactiek?

 

check 1. Fysiek Meest bepalende eigenschap waar scouts jongens van zes tot tien op beoordelen. Helaas kun je aan je lichaamsbouw weinig veranderen, die is erfelijk bepaald. Bij Ajax vielen ze vroeger erg op beweeglijke kleine spelers. Bij het controlerend spelende Feyenoord hielden ze juist meer van groot en lang. Nu willen ze allemaal een mix. Omdat je groeispurt nog moet komen, spieden ze naar je ouders langs de kant om in te schatten hoe dik, dun, lang of kort je wordt. Zelfs je geboortemaand speelt mee. Ben je in de laatste maanden van het jaar geboren, ben je straks een van de jongsten in jouw Ajaxteam. Om met de oudere jongens van jouw geboortejaar mee te kunnen, vinden sommige scouts het van belang dat jij biologisch vroegrijp bent. Je snelheid zit ook genetisch ingebakken, vooral je startsnelheid. Trainers kunnen daar weinig meer aan doen. Aan je handelingssnelheid (snel draaien, snel de oplossing zien, snel afspelen) en loopvermogen (lange afstanden) valt wel wat te doen. Ben je traag? Willem van Hanegem en Ronald Koeman kwamen er ook. Aan je conditie kun je zelf veel doen: op tijd naar bed, gezond eten, veel beweging. Aan je motoriek en coördinatie, je ritmisch gevoel —hoe je beweegt en ruimte gebruikt —kun je zelf werken. Met judo, turnen, atletiek, klimmen of zwemmen. Tot je tiende. Als je dan nog niet lenig bent, wordt het nooit meer wat, vinden ze bij Ajax. Toch nemen ze daar de moeite er met judolessen nog wat aan te schaven.

 

check 2. Techniek Ajax houdt van creatieve en snelle voetballers. Bij hun oude club waren ze allemaal het mannetje. Ze komen binnen als dé spits, de meesten zakken al snel één of twee linies en mogen blij zijn daar goed genoeg voor te zijn. Ze zijn vooral balvaardig. Ajax vindt traptechniek de eerste jaren minder van belang. Houd jij de bal geen tien keer hoog? Geen paniek, daaraan schaven ze bij Ajax graag.

 

check 3. Tactiek Wordt pas van belang bij de D-pupillen, maar meer dan PSV en Feyenoord vindt Ajax het belangrijk dat ook de jongste jongens al vanuit een positie leren spelen. Een Ajaxscout let daar nog niet zo op. Hij kijkt vooral of je inzicht hebt. 95 Procent van de tijd ben je niet aan de bal. Wat doe je dan? Hoe sta je erbij? Anticipeer je? Loop je alvast naar de juiste plek, waar zo de bal komt? Zie je de beste oplossing en voer je hem ook goed uit? Overzie je als centrale verdediger het veld (overzicht)? Speel je de bal naar de vrije man op links, terwijl iedereen rechts op een kluitje staat?

 

check 4. Mentaal Kan van alles betekenen. Een Ajaxscout let vooral op: discipline, wil om te winnen, persoonlijkheid, doorzettingsvermogen. Ben je een 'winnaartje', een 'leidertje'? Ben je ook buiten het veld een leuke knul om mee te werken? Doe je mee, vecht je terug? Onverzettelijkheid en duelkracht is meer iets waar ze bij PSV, Feyenoord en SC Heerenveen op letten. Zelfreflectie gaat vanaf je twaalfde meewegen. Alles telt mee om straks de top te halen, in alles mag je nog groeien. Of je als persoon goed in de groep past, vindt de scout ook minder belangrijk. Je past je maar aan —de chemie in het team is de zorg van de trainer. 

Wat je in élk geval niet moet doen, als je een scout langs de lijn vermoedt, is twijfelen. Denk dus niet na over wat hij van jou wil zien. 'Wil die man dat ik acties maak? Of juist in dienst van het team speel?' Hij wil dat je jezelf bent, niet te ambitieus. 'Ambition is the last refuge of the failure —ambitie is de laatste schuilplaats van de mislukking,' zei de schrijver Oscar Wilde ooit. Een goede speler word je alleen als je plezier hebt in wat je doet. Doe dat waarbij jij je het lekkerst voelt. Weet je nog waarom je voetbal zo leuk vond?

 

Daarvoor moeten de Brabanders eerst langs FC Groningen, FC Twente en SC Heerenveen. 'Heeft PSV een lege vijver? Wij hebben de leegste!' Hoofd jeugdopleiding van SC Heerenveen Wim Dusseldorp wijst uit het raam van zijn smalle kantoortje in het Abe Lenstra Stadion. De mouwen van zijn Umbro-trainingsjack zijn opgestroopt, zijn voeten rusten op het bureau, op zijn kale hoofd krult een ader zich. 'Wij bevinden ons hier in een dorp met 28.500 bewoners. Om ons heen wonen alleen koeien' Scouts van SC Heerenveen pikken regelmatig B-, C- en A-junioren uit het westen van Nederland op. Dat zijn jongens die Ajax, FC Utrecht, AZ, FC Haarlem en zelfs FC Omniworld niet goed genoeg vonden. 'Soms derde keuze, maar wij gaan er graag mee aan de slag'

Dat geschraap zou niet nodig zijn als de regio wat voller was. Er spelen hier amper amateurclubs met jeugdafdelingen van belang, vindt Dusseldorp. Er is hoofdklasser ONS Sneek en op een half uurtje rijden hoofdklasser Staphorst. Naar het noorden hoeft hij niet te af te dwalen —daar bevindt zich aartsvijand Cambuur Leeuwarden. 'Verder zijn er piepkleine clubs met twee jeugdteams, zonder onderlinge concurrentie. E-spelers in het westen spelen op het niveau van onze D-spelers' 

De Limburger Dusseldorp, inmiddels werkzaam bij de DSM voetbalacademie in Limburg, startte zelf als jongetje ooit in de D12, het laagste team van derdeklasser Rapid in Maastricht. Na een tijdje ging hij over naar de D6.

'Om verder te groeien, ging ik naar elke training kijken van de D1 en D2 om daar wat van op te steken. Die concurrentie in de arena van de besten tegen de besten, dat mis ik hier. Wij hebben Mildam D1 en D2. Elke zaterdag staat hun coach met negen man op het veld. Een raadsel dat SC Heerenveen in deze leegte zo groot heeft kunnen worden'

 

 

Keepers scouten

Om begaafde keepers te vinden, organiseren BVO's speciale clinics. Keepen is een vak apart, en keepers zijn aparte typetjes. 'Mafkezen,' noemt Rini de Groot van PSV ze. 'Einzelganger. Moeilijk te vinden enerzijds, anderzijds pik je ze er in een groep zó uit. Ook naast het veld. Soevereine sluitposten staan vaak een beetje apart, houden niet van drukte. Heel goed georganiseerde jongens zijn het ook, met netjes ingeruimde tassen. Op hun achttiende moeten ze minimaal 1.85 meter zijn. Daarom kijken we altijd eerst naar het postuur van de ouders.'

 

 

Zo raadselachtig is dat niet —in de beperking toont zich de meester. Daar komt bij dat SC Heerenveen in Riemer van der Velde een kwart eeuw lang een voorzitter had met een groot zakelijk netwerk. Hij regelde deals met sponsoren als de landelijke verzekeraar Univé. Moet concurrent FC Groningen het doen met kleine, regionale sponsors en een budget van 700.000 euro voor de jeugdopleiding, Dusseldorp heeft jaarlijks anderhalf miljoen euro te besteden. Voor de B1 haalt hij een talent met gezin en al uit IJsland en plaatst hij een Finse junior in een Fries pleeggezin.

'Door spelers in de luwte te houden in pleeggezinnen in een rustige omgeving, vallen er weinig in de opleiding af,' zegt hij. SC Heerenveen kan zo volstaan met een smalle basis jeugdteams. Er is slechts één A-team, één B-team, één C-team, een D-team. 'Voor meer teams is geen aanbod in deze regio. Elke speler extra is een stap terug in kwaliteit.'

De jeugdopleiding van FC Groningen is meer een piramide met een brede basis — zoals die van PSV, Ajax en Feyenoord. Er zijn diverse C- en D-teams van elk bijna twintig spelers. Vijf jongens van elk team hoeven zich niet om te kleden voor de wedstrijd. Ondertussen voeren scouts talenten aan uit Noord-Duitsland. Dat maakt de overstap van D naar C en van C naar B nog wat moeilijker —vele Groningers vallen elk jaar af. Een rat race van de besten tegen de besten die Dusseldorp nu weer niet mist. Hij hoeft jaarlijks minder spelers teleur te stellen. Maar ook bij SC Heerenveen is wel eens iemand aan vervanging toe. Voor die zij-instroom zoekt Dusseldorp gericht. Liever bij amateurclubs dan bij profclubs en liever bij kleine BVO's als ADO en Emmen dan grote BVO's. KNVB-regels vereisen dat hij amateurclubs een vergoeding van 1.250 euro per opleidingsjaar vanaf de D-jeugd betaalt, BVO's 12.000 euro. 'Zelf een jongen opleiden kost ons evenveel. Dan doen we het liever zelf. Al moeten we een ingestroomde B-junior dan meer afleren dan aanleren.'

 

Op AZ jeugdcomplex 't Lood in Alkmaar lacht hoofd jeugdopleiding Aloys Wijnker —colbertje, net overhemd, half lang haar —om al die probleempjes in de provincie. Achter zijn opgeruimde bureau zit hij met de rug naar het hoofdveld, het gezicht naar de deur. Zijn Westfriese club ligt in een met talenten iets dikker bezaaid gebied, maar eigenlijk heeft hij het pas écht moeilijk in de scouting. Na jaren van verwaarlozing van de jeugdopleiding verwacht clubeigenaar, bankmagnaat en multimiljonair Dirk Scheringa eindelijk eens rendement van zijn investering. Om de achterstand op Ajax enigszins goed te maken, moet AZ om Groot Amsterdam heen. 'Wij staan met de rug tegen de Noordzee. Een verdomhoek van waaruit het niet prettig scouten is. Alles vanaf hier naar het noorden is natuurlijk voor ons. Zuidwaarts verwachten wij van clubs in Amsterdam en Haarlem niet veel. De grootste talenten kiezen meestal toch voor Ajax'

Wijnker springt over Amsterdam heen en zoekt het bij een FC Omniworld in Almere, de BVO waar Ajax een exclusief samenwerkingscontract mee heeft maar waar weinig uitkomt. 'Dieper het land in heeft geen zin, dat wordt te ver reizen voor de jongens. Daar stuiten we ook op scouts van FC Twente. We trekken aan dezelfde jongens. Heel soms halen we een B- of A-junior van ver. Daar zoeken we dan een pleeggezin voor. Maar een C-junior doen we dat niet aan, zoals SC Heerenveen dat wel doet. Houden wij niet van. De ouders trouwens ook niet. Jonge jongens brengen we liever met busjes van huis naar school naar het veld en weer terug'


Wat mag een PSV-scout en wat mag hij niet?

Nogal wat scouts ontzien kind, ouders noch club. Ze doen beloften, brengen ouders het hoofd op hol, spelen clubs tegen elkaar uit. Na misstanden hebben de meeste BVO's protocols opgesteld waaraan hun scouts zich moeten houden. Zo moet een PSV-scout zich eerst bij een bestuurder of trainer van een amateurclub kenbaar maken als zijnde een scout. Toch liep er zomaar een bij het bestuur van AFC binnen om zonder zich kenbaar te maken even op het spelersformulier te koekeloeren. 'In Amsterdam moet je natuurlijk wat brutaler zijn,' verklaart Rini de Groot. 'Zo ver van huis moet hij zich invechten. Van NEC en Willem II heb ik ook wel eens een klacht binnengekregen. Eigenlijk ben ik juist trots op die scouts. Het betekent dat ze hun stinkende best hebben gedaan.' Hij verwacht van scouts dat ze ouders pas inlichten als PSV besluit de speler uit te nodigen voor een stage. 'De scout begeleidt kind én ouders bij de stage en beantwoordt hun vragen: is hij niet te jong, te speels, kan hij de spanning aan? Ik wil niet dat hij valse verwachtingen schept. Elk jaar vallen jongens af, niet omdat ze slecht zijn maar omdat een ander beter is. Het kan goed gaan in de E, D en C, maar in B plots niet meer. We mogen niet de indruk geven dat de toekomst hier verzekerd is. Ik wil dat scouts afgevallen spelers blijven volgen. Ik wil niemand horen zeggen: "Ik heb Afellay ontdekt." Ik wil dat een scout er voor een jongen is als het wat minder met hem gaat.'

 

Net zo handig daarom om B-junioren uit Finland en IJsland te halen, vindt Wijnker met Dusseldorp. 'Die komen meteen' In tegenstelling tot zijn collega in Heerenveen haalt hij zijn neus niet op voor jongens die al zijn opgeleid bij een andere BVO. 

'Die 12.000 euro per opleidingsjaar per junior betalen wij graag. Stel dat wij tien jongens overnemen en daar gemiddeld 24.000 euro voor betalen. Dat is in totaal dan drie ton. Daar hoeft een paar jaar later maar één aanwinst voor ons eerste tussen te zitten, en we hebben de investering er al uit'

 

De jackpot van de overnamevergoeding

Word je na je elfde jaar gescout, dan betaalt de BVO een 'solidariteitsheffing' per opleidingsjaar aan je club.

 

Aan een amateurclub

1.250 euro

Aan een BVO

12.000 euro

Internationaal

90.000 euro

 

Royston Drenthe speelde van zijn vijfde tot zijn achtste bij eersteklasser Neptunus in Rotterdam-West, voordat hij aan zijn opleiding bij Feyenoord begon. Voor zijn eerste jaren bij Neptunus betaalde Feyenoord 1.250 euro. Jaren later maakte Real Madrid bij de aankoop van Royston dertien miljoen euro over naar Feyenoord. Vijf procent van dat transferbedrag werd volgens de regels naar rato verdeeld onder de clubs waar Royston van zijn elfde tot en met zijn eenentwintigste jaar speelde: vijf procent van 13.000.000 euro = 650.000 euro. Twee van de tien opleidingsjaren speelde hij bij Excelsior. Dat betekende twintig procent van 650.000 euro = 130.000 voor Excelsior. Had Neptunus Royston tot zijn twaalfde weten te behouden, dan was er behalve die 1.250 euro door Feyenoord 65.000 euro vanuit Madrid naar Rotterdam-West overgemaakt.

Het Katwijkse Quick Boys van Dirk Kuyt en het Schiedamse Excelsior '20 van Danny Koevermans hielden wel leuke bedragen aan hun pupil over. Ze verbouwden er de tribunes en het sanitair van. Buitenlandse clubs kunnen zich bij je club melden vanaf je twaalfde. A-landen als Duitsland, Engeland en Nederland betalen 90.000 euro per opleidingsjaar, B-landen 60.000 en C-landen als Luxemburg 30.000. Nederlandse clubs klagen vaak over de rijke Britse clubs. Die laten de opleiding van spelers grotendeels over aan het schoolvoetbal, totdat ze in het vijftiende jaar plots spelers tekortkomen. A-selectiespelers moeten in Engeland minimaal drie jaar zelf zijn opgeleid. Na een jaartje in het tweede laten ze de mindere spelers gaan en halen ze er weer wat op in Nederland om te voldoen aan die eis. Nederlandse clubs verdienen er elk jaar tonnen, soms miljoenen, euro's aan.

 

Makkelijk zat, met een jeugdbudget van 3,5 miljoen euro. Zelfs PSV, Ajax en Feyenoord geven niet graag een halve ton uit aan een junior. Scouting van pupillen is een zaak van intuïtie —want relatief goedkoop. Scouting van oudere junioren is een

meer rationele, economische afweging. 'Een jongen in de D1 bij RKC laat ik liever nog een paar jaar daar dan dat ik meteen dertig mille overmaak,' zegt Rini de Groot van PSV. 'Zijn meest onzekere tijd volgt dan nog' Het lichaam van een C-speler maakt een groeispurt door. Op school krijgt hij andere vrienden, andere interesses, hij pubert en op het veld is hij ineens een middelmatige speler. 'Op zijn vijftiende, in de eerstejaars B weten we met meer zekerheid of het een blijvertje is en kopen we hem graag weg. De gemiste PSV-jaren, de extra overnamekosten én het risico dat een andere club hem voor onze neus wegkaapt nemen we dan voor lief'

 

Veertig PSV-scouts brengen alle talenten tot veertien jaar in een gebied groter dan Brabant in kaart. Hun doel: PSV-teams voor volgend jaar vullen. De transfervrije pupillenmarkt wordt door scouts het drukst bezocht. Terwijl Ajax de Talentendagen vooral als pr-instrument ziet, verwacht PSV veel van bijvoorbeeld het regionale PSV Masters Toernooi. Amateurclubs met wie PSV een samenwerkingsverband heeft, mogen naar zo'n dag elk acht spelers sturen. 

Je kans daar is 0,002 procent. Op tien talentendagen van PSV komen driehonderd jongens af. De hardnekkigsten draven steeds opnieuw op, dus dat zijn 2500 jongens per jaar. De veertig scouts zien daarnaast nog eens vierduizend wedstrijden per jaar, dat zijn samen 42.500 jongens waarvan er 150 worden uitgenodigd voor een stage: vijftig van zeven jaar, vijftig van acht, vijftig van negen. 

Uiteindelijk mogen 25 van hen blijven. Tien spelers komen terecht in de PSV F-selectie (zeven en acht jaar), acht bij de eerstejaars E (negen jaar) en zeven in de tweedejaars E, eerstejaars D en tweedejaars D (twaalf jaar). Daar houdt de onderbouw op en begint de bovenbouw. Naar jongens vanaf twaalf jaar kijkt PSV selectiever. Vanaf die leeftijd betalen ze een vergoeding aan de oude club.

 

Wat als PSV-scouts je niet zien? 'Je wordt altijd gezien,' zegt Wim van Zwam van de KNVB. 'Zo niet door een van de 36 BVO's, dan wel door een van de vijftig regiocoaches van de KNVB' Als die komen kijken, is de toplaag van jonge supertalenten al lang afgeroomd. Dat vindt de KNVB niet erg. De KNVB houdt niet van selectie van jonge spelers, gelooft er ook niet in. 'Ik zie het in drie minuten,' zeggen scouts. 'Slaat nergens op,' zeggen wetenschappers, psychologen en de KNVB: tussen de zes en tien jaar kan niemand voorspellen hoe een speler zich ontwikkelt. 'Allemaal hobbyisme, scouting van de allerjongsten', zegt Van Zwam. 'Scouts kijken met traditionele ogen. Bij hun opdrachtgever komen ze altijd aanzetten met rugnummer 10, de beweeglijke jongen die drie tegenstanders voorbij dribbelt en scoort. Of rugnummer 3, de grote sterke jongen achterin. "Zo die houdt veel tegen zeg en hij geeft hem ook nog goed af!" Maar zien ze ook het rechtsbackje en het linkshalfje die minder aan de bal komen? Dat vraagt een andere manier van kijken. Staat hij goed vrij? Is hij betrokken bij het spel zonder bal? Is die trage spits een goede voorstopper?'

 

Een ijzige woensdag in oktober. 'Open PSV Masters' te Deurne. Rini de Groot stuurt zijn auto van jeugdcomplex De Herdgang in Eindhoven naar de velden van hoofdklasser SV Deurne, die met vlaggen en ballonnen zijn opgefleurd als PSV-jachtterrein. Weten zijn drie scouts vandaag uit de driehonderd spelertjes drie talenten te pikken, dan is De Groot een tevreden man. De drie gaan op in de drukte rond de halve veldjes van SV Deurne. Onopvallend zwart windjack, kleine Nike-swoosft op de borst. Rond de zestig zijn ze. Geen uitdrukking op hun gezichten, handen in de zakken, geen zichtbaar opschrijfboekje. Af en toe kruisen hun paden. 'Joostje al gezien?'

Joost heeft lang blond haar en draagt alvast de rood-wit gestreepte kousen van PSV. 

'Uitstraling hè'

'Lichaamsbouw ook goed. Lekker stevige benen, niet te stevig. Ik heb zijn ouders al bekeken. Niet dik, de genen zijn goed' 

'Schrijf die maar op,' zegt Rini. 

'Hebben we al'

Scout René loopt richting een ander partijtje. Hij zegt: 'Ik wil mezelf scherp houden. Hoe snel zie ik het? Vóórdat de anderen het zien. De kunst is de goeie te vinden, niet de beste. Een Arjen Robben scouten is geen kunst. Ik zoek een jongen die met training beter kan worden. Kijk die groene spits. Wil overal zijn, pingelt ze allemaal voorbij, wil zelf scoren, verdedigt mee. Maar hoe doet hij het straks onder hogere weerstand, met betere tegenstanders?'

In zijn hoofd heeft René zijn checklist al afgevinkt. Beleving, motoriek, bouw, snelheid, traptechniek, tweebenigheid. Dat moet straks in de mail naar PSV. 'Motoriek is belangrijker dan techniek,' zegt hij. 'Zelfs voor een spits. Aan techniek kun je later nog veel schaven. Een verdediger mag stevig zijn. Als hij maar snel is. En lengte heeft. Dat kan doorslaggevend zijn. Niet dat een jongen kansloos is als hij klein is en langzaam, maar dat moet hij dan camoufleren met opvallend veel techniek. Of tweebenigheid. En heel soms is iemand klein, traag én weinig technisch maar blijkt hij later bij PSV het cement tussen de anderen. Daar gaat het ons uiteindelijk om. Een goede balans in het team.'

 

Scout Martin en Rini voegen zich weer bij René. 'Ik zag nog een goeie, maar het is er een met een lastige gezinssituatie,' zegt Martin. 'Zijn moeder ging toch tegen hem te keer! Als ik hem was, liep ik meteen weg. Dat wordt toch een minnetje achter zijn naam' 

'Laat dat minnetje nou maar weg,' zegt Rini. 'Diego in de C1 haalden we toch ook weg uit een gebroken gezin? Zeer getalenteerd maar onhandelbaar voor Sparta Rotterdam. Nu woont hij drie dagen per week in een gastgezin in Eindhoven en zijn we elke dag beschikbaar voor zijn moeder. Ze belt me helaas voor elk wissewasje, zelfs als hij zijn mobieltje kwijt is. Maar wie weet wat er anders van hem was geworden?'

'Schreeuwende vaders en zeurende moeders zijn echt heel vervelend hoor,' probeert Martin nog. 'Eigenlijk kan het nu al nooit meer wat worden met die jongen.' Toch mag het kind daar niet de dupe van worden, besluit Rini. 'Als wij dat nadeel weten te camoufleren met een pleeggezin, zoals andere spelers hun traagheid, dan moeten we het proberen.'

 

Ze vinden maar liefst vier jongens in Deurne. Puur op basis van hun pluspunten nodigt Rini de vier uit voor de zondagstage. Naar de minpunten wil hij nu nog niet kijken. Dat komt wel als hij straks 'doorscout' tijdens de stage-weken, een fenomeen waar amateurclubs een hekel aan hebben. Na de grove visserij door scouts op talentendagen wordt weer veel overboord gezet, maar in deze oefenfase worden zoveel jongens uit hun habitat geplukt dat in ontregelde amateurteams altijd wel twee of drie spelers absent zijn. Voordeel voor amateurtrainers is dat afgewezen vedettes voortaan minder hoog van de toren blazen.


 

Stage lopen

Sommige amateurclubs willen niet dat je stage loopt bij een BVO. Ze beloofden je al aan een andere BVO. Onzin, je bent geen slaaf. Luister ook niet naar BVO's die beweren dat je niet tegelijk bij een andere BVO stage mag lopen. Amateurclubs sluiten 'exclusieve' contracten met BVO's, waardoor die voorrang zouden hebben. Daar staat zelfs in dat de amateurclub bij interesse van een andere BVO dit 'onmiddellijk' moet doorgeven aan de BVO waarmee het een overeenkomst heeft. Mag niet. Een speler loopt net zo vaak stage als hij wil en waar hij maar wil. Toch moet je wel eerst de officiële toestemming van je club hebben. De club kan dat weigeren en dan zijn jij en de uitnodigende club in overtreding als je toch een stage afwerkt. Maar in het KNVB-reglement staat nergens aangegeven op grond waarvan de amateurclub toestemming kan weigeren. Als je merkt dat jouw club alleen een stage toestaat met club A en niet met club B, meld dit dan meteen aan de KNVB. Deze is hier fel op tegen en spreekt het hoofd Opleiding van je club er direct op aan.

 

 

Op de zondagstage spelen honderdvijftig stagiairs in PSV-shirt partijtjes met PSV-jeugdspelers. Om hen heen staan twintig scouts. Ze doen elkaars werk op de amateurvelden nog eens dunnetjes over. 'Een ieder kijkt op zijn manier, vanuit zijn voetbalhistorie en voorkeur,' zegt Rini. 'Daarna bespreken we plenair uitgebreid elke speler. Uiteindelijk beslis ik, maar tegen die tijd is iedereen het er wel over eens' Belangrijkste vraag die de scouts elkaar stellen: heeft die speler het PSV-niveau? Een stagiair voor de E-selectie van volgend jaar moet nu al meer in huis hebben dan een tweedejaars F-speler van PSV. Want daar speelt hij volgend jaar mee samen in een team. Oneerlijke strijd. De PSV'ers trainen drie keer per week -een D-amateur heeft wel vijf jaar achterstand. Beoordelen de scouts D-stagiairs nog puur om hun techniek, van C-stagiairs verwachten ze ook begrip van tactiek. Knijpen, groot houden, balverlies, balbezit. Hoe ouder, hoe hoger de lat om alsnog in te stromen bij PSV. Scouts beseffen dat. Ze beoordelen een speler daarom toch ook op hun eigen merites.

 

Explosief + snel —niet zo technisch > 0 

Acties —niet meeverdedigen > 0

Handelingssnelheid + techniek —vreemde of trage loop —kleine bouw > 0 

 

(>0 = uitnodiging voor een stage)

 

Heeft de stagiair die zondag een offday? Er volgt altijd een tweede kans om te laten zien wat hij kan. Maar wat moet hij dan eigenlijk laten zien? Hoe geweldig hij is in zijn actie? Of hoe goed hij in dienst van het team kan spelen? Want wat wil PSV nou eigenlijk? Teams samenstellen met jongens die aan de profielschets van Rini de Groot voldoen? Of is er ook ruimte voor jongens die in geen enkel hokje passen? 'Een paar jaar geleden was ik druk met het op papier zetten van allerlei van dat soort instructies voor de scouts,' zegt Rini. 'Ik liep rond op een scoutingdag, kapittelde scouts links en rechts, controleerde hun werk. Piet de Visser, de bekendste scout van Nederland, was er die dag ook. Ik ben een beetje zijn vertrouweling. Hoofdschuddend keek hij naar mij en zei: "Laat die leidraad en die richtlijnen van je toch eens los. Je moet meer op je gevoel scouten. Alleen dan vind je Die Ene" '

 

Niet gescout? Troost je:

1. Een vroege ontdekking door scouts zegt volgens onderzoek van de Vrije Universiteit (vakgroep Bewegingswetenschappen) niks over je kansen om de top te halen. Slechts 12 procent van de vroegrijpen haalt de eindstreep.

2. Je ouders ervaren de afwijzing als een groter drama dan jij. Je besefte al lang dat andere jongens gewoon beter zijn, of vroeger rijp.

3. Ben je zelf wel overtuigd van je kansen? Neem bijles op een commerciële voetbalschool of volg KNVB-clinics. Of bezoek een football-highschool zoals het Echnaton in Almere waar extra ruimte wordt gemaakt voor voetbal op niveau.

4. Voorlopig hoef je niet met busjes te pendelen, drie tot vijf keer per week te trainen, je op de bank te verbijten als reserve of slecht te slapen door prestatiedruk.

5. Sommige scouts blijven je volgen. Over twee jaar ben je misschien verder en wisselen ze een verwende Ajacied in voor jou.

6. In turnen, tennis of zwemmen moet je al op je veertiende 'top' zijn, anders schrijven ze je af. Voetbal is een complexere sport. Sommige spelers beginnen zich pas te ontwikkelen op hun vijftiende of achttiende. Veel voetballers zijn pas ver na hun dertigste uitontwikkeld.

7. Troost je tot slot met het feit dat profvoetbal zo'n beetje het ongezondste beroep is dat je kan uitoefenen. Profspelers hebben duizend keer meer kans op letsel dan in welk ander beroep ook en hebben vijf keer zo veel kans op blessures als amateurspelers. 68 Procent van de profspelers is minimaal één keer per jaar geblesseerd. Bijna de helft daarvan is het gevolg van zware overtredingen. Spelers boven de 35 met erfelijke aanleg hebben verhoogde kans op de 'plotse dood' tijdens de wedstrijd. Veel oud-spelers hebben zeventien jaar na beëindiging van hun sportloopbaan te kampen met artrose.

 

 

Nieuwe ronden, nieuwe kansen bij KNVB-regioteams en -districtsteams.

Terwijl clubscouts zich storten op de pupillenmarkt tot tien jaar, concentreren KNVB-regiocoaches zich liever op tien jaar en ouder. Voor de KNVB-regioteams Onder 12, Onder 13 tot en met Onder 21 —evenzo voor de zes districtsteams Onder 13, zes Onder 14 —selecteren zij jaarlijks zo'n tweeduizend jongens en honderen meisjes. In het regioteam Onder 12 speel je als elfjarige met spelers van andere amateurclubs veertien extra wedstrijden en toernooien. 'Soms speelt een districtsteam van amateurs tegen een districtsteam van spelers van een BVO', zegt Van Zwam. 'De amateurs zijn vaak beter.'

Wie als C-junior nog bij de amateurs rondloopt, deed er vroeger niet meer toe. Toch ontwikkelde een vergeten amateurtalent als Ramon Zomer zich in Zeist zodanig dat hij alsnog naar FC Twente mocht. 'Nu weten we dat de ene op zijn twaalfde rijp is, de andere op zijn zestiende,' zegt Van Zwam. Daarom zijn er nu ook amateur-districtsteams Onder 14, Onder 15 en Onder 16. 'Ook hieruit worden spelers gescout.' De concurrentie binnen de prof-districtsteams is sterker, want hieruit selecteert de KNVB voor de vijf nationale Oranje jeugdteams. Bij de overgang van Oranje Onder 15 naar Oranje Onder 16 verving coach Ruud Dokter laatst zes spelers. 'Anderen ontwikkelden zich sneller. Die zes blijf ik wel volgen. Soms duikt een jongen vier jaar later weer op in Onder 19. Maar het gebeurt ook dat een amateurspeler van zeventien nog nooit uitkwam voor de KNVB, en plots uitkomt voor Oranje Onder 17.'

 

 

Rini was daar toch even stil van. Elke scout en elke coach ziet en zoekt andere dingen in een speler. 'Een speler kan daarom maar beter dicht bij zichzelf blijven en zijn ding laten zien,' vindt hij.

Neem Ismaïl Aissati. Elf jaar geleden kwam hij van USV Elinkwijk over naar de eerstejaars D van PSV. 'Verreweg de jongste van de selectie. Klein maar speels. Kon fantastisch dribbelen, bleef dat ook doen, maar als eerstejaars B viel hij plots af voor Oranje Onder 16. De KNVB-trainer vond hem te klein' Wim van Zwam van de KNVB ziet dit anders. 'Ondanks wat problemen mocht hij wel degelijk mee naar het EK en WK, maar hij weigerde.'

PSV vond dat hij zijn fysieke tekort goed camoufleerde met techniek en inzicht. 'Zijn handelingssnelheid was ietsje te laag maar daar werkte hij aan, bijvoorbeeld met de Kaka-beweging,' zegt Rini. 'Daarbij werd hij aangespeeld met een tegenstander in zijn rug en legde hij de bal in één beweging zo neer dat hij de man kwijt was en meteen kon schieten of passen. Hij groeide ook fysiek. Drie jaar later speelde hij zich terug in Jong Oranje' Toen Aissati profspeler werd, vond hoofdtrainer Ronald Koeman dat hij mannelijker moest worden in zijn spel. Hij deed het leuk met de bal, maar nu werd het tijd dat hij zich inzette om de bal te veroveren. Koeman had meer op met de krachtige, meer complete Ibrahim Afellay. Die speelt dichter op eigen doel, heeft een acceleratie in huis en kan veel meer meters overbruggen. Om ook die stap te zetten, moest Aissati vaker spelen. Hij werd uitgeleend. Weer terug bij PSV gebruikte Koeman hem niet centraal maar als buitenspeler. Bondscoach van Jong Oranje Foppe de Haan klaagde dat PSV zo een rem zette op zijn ontwikkeling, en liet zijn oogappel buiten het team.

'Je moet weer stappen zetten Ismaïl,' zeggen Koeman, zijn opvolgers Jan Wouters en Sef Vergoossen, Foppe de Haan en Marco van Basten.