3. Fysiek en Techniek
Een hete dag in augustus. Je eerste training bij AZ. Je AZ-tas, je AZ-tenue, je Umbro-schoenen, het kunstgras, de bal —alles is gratis en fonkelnieuw. 'Wat scheidt mij eigenlijk nog van de toppers uit het eerste?' flitst er door je heen. 'Ik ben nu lid van de club waar Haris Medunjanin en Jeremain Lens leerden voetballen!'
Mis. Veel gescoute pupillen blijven tot hun tiende gewoon bij hun eigen, oude amateurclub spelen —daarnaast trainen ze een of twee keer per week mee op de voetbalacademie van AZ. Of die van Feyenoord of SC Heerenveen. Twintig van de 36 professionele jeugdafdelingen staan op die manier los van de moederclubs. Juridisch gezien. Economisch niet, de moederclubs pompen miljoenen in hun jeugdafdelingen. Waarom staan de opleidingen dan los van de profs? Omdat veel BVO's stichtingen zijn. Stichtingen mogen van de KNVB opleiden vanaf de eerstejaars D. Uitzonderingen op deze regel zijn PSV, Ajax en zestien kleinere clubs. Zij zijn verenigingen en mogen van de KNVB opleiden vanaf de wieg.
'Wat een onzin,' denk je, en dat is het ook. Waarom zijn niet alle clubs verenigingen? Dat waren ze vroeger. Maar in de jaren zeventig wilden clubs 'topprestaties' gaan leveren met het eerste elftal, in het betaald voetbal. Neem GVAV uit Groningen, de voorloper van FC Groningen. Om op het hoogste niveau te blijven presteren, wilde het bestuur van GVAV snel besluiten kunnen nemen over spelers en trainers. Maar verenigingen besluiten juist traag. Achterban en ledenraad moeten altijd elk besluit eerst goedkeuren. Dat gezeur, dacht het bestuur in 1965. Weet je wat, we vormen een onafhankelijke stichting rond het betaald voetbal van GVAV. Zijn we van de leden af.
Het eerste en tweede team van het nieuwe FC Groningen stonden vanaf dat moment los van de basis, de amateurs van het oude GVAV. Negentien andere Nederlandse clubs deden hetzelfde. Een paar jaar later schrokken ze wreed wakker uit hun droom. 'We hebben geen jeugd om gaten in het eerste aan te vullen! Toch niet zo handig van ons.'
Eerst pikten ze de A-selectie terug van de amateurs. Daarna de B-teams, vervolgens de C. Bijna alle stichtingen wisten zelfs de D-jeugd terug te halen. 'Tot hier en niet verder,' zeiden toen de amateurverenigingen, 'jullie zuigen ons leeg' KNVB-regel is nu dat je tien jaar moet zijn om vanaf 1 januari mee te doen aan activiteiten van een 'betaald voetbal stichting'. Derdeklasser GVAV-Rapiditas trekt een lange neus naar eredivisionist FC Groningen. De eerste heeft 47 jeugdteams waarvan maar liefst 25 F- en E-teams. De tweede zes, zonder F en E.
Daar lieten FC Groningen, AZ en SC Heerenveen het niet bij zitten. In de scoutingrace willen ze geen achterstand oplopen op de verenigingen. Ze bedachten constructies: voetbalscholen, voetbalacademies. Massaal omzeilen ze daarmee de KNVB-regel. Talenten vanaf tien jaar blijven lid van hun amateurclub, maar trainen mee op de voetbalacademie. Stelt niks voor, bezweren ze daar, gewoon wat leuke activiteiten voor de jongens. Een topclub als stichting Feyenoord noemt zijn voetbalschool niet zo. Daar ging men een samenwerking aan met de amateurs van Sportclub Feyenoord en nodigde onder die vlag spelers uit. Lid blijven van je oude amateurclub staan ze er niet toe, je speelt je wedstrijden voor Feyenoord. De KNVB gedoogt dit. Er komt maar zelden een klacht binnen en dat is voor de bond voorwaarde om er iets tegen te ondernemen.
De structuur van elke profopleiding is anders
Ajax kent een zeer brede basis van rijkelijk gevulde pupillenteams en een smalle top van oudere jeugdteams. De kans om er tussentijds af te vallen is groot. PSV vergaart in het dunner bevolkte Brabant minder makkelijk jong talent, en neemt daarom noodgedwongen meer de tijd met minder spelers. De profs van Feyenoord putten graag uit de enorme voorraad van de amateurs van Feyenoord. AZ en SC Heerenveen kennen een smalle structuur —als je daar eenmaal binnen bent, is de kans groter dat je de opleiding afmaakt.
Toch wordt het er voor een jong, gewild talent niet makkelijker op. Sonny, een negenjarige E-pupil van de amateurs van VV Zeewolde mag stage lopen bij zowel vereniging Ajax als stichting SC Heerenveen. 'Hij wil graag naar de voetbalschool van Heerenveen, zijn favoriete club,' zegt Wim van Zwam. 'Maar dat is een stichting en dus geeft Zeewolde geen toestemming. Ze vinden Sonny te jong. Pas als hij tien is, mag hij daar deelnemen aan activiteiten.' Mag hij van Zeewolde wel naar Ajax? Is dat slavernij? 'Nee,' zegt hoofd Opleiding Gert Visscher. Hij geeft toe geen regelmatig contact te hebben met Heerenveen, wel met Ajax. 'Maar geen enkele BVO krijgt van ons het exclusieve recht om hier spelers te scouten. Vereniging of stichting, allemaal moeten ze wachten tot na maart. Tot die tijd willen we geen komen en gaan in onze teams, daarom moet ook Sonny geduld hebben.'
Zoals elke amateurclub moet Zeewolde toestemming verlenen voor een stage. Als Zeewolde weigert en Sonny de stage toch gaat afwerken, zijn zowel hij als Heerenveen in overtreding. Maar in de KNVB-reglementen staat nergens aangegeven op grond waarvan Zeewolde toestemming kan weigeren. Er ontstaat een gevecht tussen ouders en club, een rotsfeer. Sonny raakt gemangeld. Pas als Zeewolde ziet dat hij er slechter door gaat spelen, gaat de club overstag.
Psv en Ajax kijken neer op voetbalacademies,' zegt Wim Dusseldorp van SC Heerenveen. 'We zouden niet dezelfde kwaliteit bieden als een B 'echte' opleiding bij een vereniging. Andersom vinden wij het belachelijk dat zij jongetjes van zes jaar drie keer per week laten opdraven voor een training. Laat ze spelen. Eén activiteit per week is genoeg. Veel trainen heeft pas zin vanaf de C-jeugd.'
Toch heeft ook Heerenveen een D1-team dat vier keer per week traint. 'Om alvast de stap naar het eerste kleiner te maken' Alle D-spelers komen van de eigen voetbalschool. Daar lopen dertig jongetjes rond, waarvan vijftien tweedejaars E. Allemaal afkomstig uit de polder rond Heerenveen, uit Overijssel en Zwolle.
Als ze er maar binnen een uur kunnen zijn. Toen Dusseldorp nog voor MVV werkte, startte hij geen D-team, maar legde als test wel een lijst aan van spelers die hij zou hebben geselecteerd. 'Na twee jaar bleek dat nog maar de helft van die lijst in aanmerking kwam voor de C-jeugd van MVV. Natuurlijke selectie in een voetbalschool is dus even zinvol.'
De spoeling rond Heerenveen is toch gewoon te dun om meer teams te vullen? 'Ja, maar waarom vult Ajax maar liefst drie E-teams, drie D-teams en drie C-teams van elk zeventien jongens? Niet alleen omdat zij uit een ruimer aanbod kiezen, vooral omdat zij niet kunnen kiezen. Omdat zij het niet weten. Ze denken: "Als er eentje afvalt, pakken we toch een andere?"'
Dat ziet Dusseldorp niet goed, vindt hoofd Opleiding Jan Olde Riekerink van Ajax. In zijn kantoor met uitzicht op het hoofdveld draagt de oud-speler van Sparta een pak en een hemd zonder das. 'Andere clubs zetten zich graag af tegen Ajax. Wij nooit tegen hen. Logisch, wij zijn al de top. AZ zegt dat het beter wordt dan Ajax. PSV en SC Heerenveen zeggen dat ze hun kwaliteit boven onze kwantiteit stellen. Maar we willen een brede buik en een smalle top zodat kleinere of minder goede voetballers in onze C3 of D3 de tijd krijgen om te groeien. Maar dan wel binnen de opleiding, we willen invloed op hun ontwikkeling. Pas in de A-jeugd vallen veel spelers af. Dan kunnen we inschatten of ze het halen of niet'
Begrotingen
Het totale budget van PSV bedraagt 70 miljoen euro per jaar, dat van Britse clubs die jeugdspelers uit Nederland halen een factor vijf groter. Gemiddeld 10 procent van het budget van elke Nederlandse BVO is bestemd voor de opleiding, 65 procent voor het eerste elftal. Bij PSV gaat slechts 3 procent naar de jeugd: 2 miljoen euro, wat neerkomt op 12.000 euro per speler. SC Heerenveen heeft een jeugdbudget van 1,5 miljoen euro, wat met een kleiner aantal jeugdspelers ook neerkomt op 12.000 euro. AZ heeft maar liefst 3,5 miljoen euro te besteden, 25.000 euro per speler. Feyenoord en Ajax zijn nog rijker dan AZ, maar hebben een veel grotere jeugdafdeling zodat er per speler minder overblijft.
Spelers die de top halen, hebben volgens de KNVB leren voldoen aan het 'competentieprofiel profvoetballer'. Hij draagt vanuit zijn veldpositie bij aan 'aanvallen, verdedigen en omschakelen'. Verder 'bereidt hij zich zelfstandig voor op wedstrijd en training, is hij in staat zichzelf te ontwikkelen en zijn prestaties en die van het team te verbeteren, op zijn eigen ontwikkeling te reflecteren én kan hij met media, publiek en sponsors omgaan' Een ideaal waar de niet bij iedereen geliefde Bayern-speler Mark van Bommel niet aan voldoet. Andersom zijn er beheerste spelers in Beloftenteams die wel aan dat profiel voldoen en afdruipen naar een eersteklasser of stoppen met voetbal.
Niet goed genoeg? Niet hard genoeg? Pech? 'We weten het niet,' zeggen PSV, Ajax en Feyenoord. Ze leveren iets meer dan vijf profvoetballers per jaar af, maar zijn daar niet tevreden over. 'Het rendement voor ons eigen eerste elftal is te laag,'
zeggen jeugdtrainers van Feyenoord. 'Vooral de aansluiting tussen de Beloften en het eerste is uiterst moeizaam. Jongens als Glenn Lovers en Civard Sprockel konden de druk niet aan. In de wedstrijd maakten ze de verkeerde keuzes'
KNVB-sterren
Omdat BVO's hun jeugdopleiding wilden uitbreiden met D-elftallen, eisten de amateurclubs dat die zich onderwierpen aan een KNVB-keurmerk. Twee sterren of meer moeten clubs, spelers en ouders nu geruststellen dat hun gescoute talenten goed worden opgevangen. Via een ingewikkeld rekenmodel wordt de kwaliteit op allerlei punten gewogen. Het onderscheidend effect is gering, want alle eredivisieclubs kregen de maximale score van vier sterren, de meeste clubs in de Jupiler Leage drie, alleen Go Ahead Eagles heeft er twee.
De sterren zeggen weinig over de slagingskansen van een talent. Voetbal International rekende uit hoeveel eredivisiespelers elke opleiding aflevert. 'Geldverslindende voetbalscholen met vier sterren als die van Roda JC en SC Heerenveen hebben mooie busjes rijden en allerlei hypermoderne faciliteiten maar produceren zelden een profvoetballer.' Stormvogels Telstar (opgegaan in AZ) doet niet mee aan de sterrenslag, maar leverde met een budget van slechts drie ton na HFC Haarlem van alle eerstedivisieclubs de meeste spelers aan het eredivisiebestand.
Ontevreden over de professionaliteit van eigen kweek, kopen hoofdtrainers van BVO's graag buitenlandse spelers. Als te midden van dat internationale geweld één Nederlandse jongen per jaar doorbreekt, zijn de hoofden Opleiding dik tevreden. Zelfs dat rendement halen de meesten niet. 'Vanaf nu stellen we strenge eisen aan de jongste jeugd,' nemen ze zich bij Feyenoord voor. 'Niet langer van onderop, niet langer vanuit het kind geredeneerd. Maar van bovenaf, vanuit de behoeften van het eerste elftal' Vroeger bouwden Feyenoordtrainers de F-spelers vanaf de basis op naar steeds complexer. 'Nu is de wedstrijd op het hoogste plan de norm. Daar moeten we spelers naar toebrengen'
Kinderen waren toch geen volwassenen? Ze mochten toch pingelen en plezier maken? 'Er zit spanning tussen de eisen die we van bovenaf stellen en de goede bedoelingen die we van onderaf hebben,' zegt Van Zwam. 'Daarom geven we kinderen al vroeg verantwoordelijkheid, laten we ze zelf hun spullen verzorgen. Ze moeten ook zélf de wekker zetten om op tijd te komen. Maar als pa niet uit bed kan komen, houdt alles op. Iemand zal ze toch moeten brengen'
BVO's willen van alles, maar wat wil jij eigenlijk van hen? Ex-profvoetballers die er de baas zijn —vaak van de oude stempel —vinden dat je dankbaar moet zijn voor het feit dat zij jou gaan opleiden tot de ideale voetballer. Ben je ook dankbaar? Maken PSV en Feyenoord van jou een kaatsende, dienbare spits, terwijl jij veel liever mannetjes uitspeelt? Maakt Ajax van jou een inschuivende verdediger of opkomende back, terwijl jij veel liever ballen afpakt en naar voren roeit? 'Wij leiden jou op zodat je straks kunt functioneren in een aanvallende, creatieve speelstijl gekoppeld aan resultaatgericht voetbal,' lees je in de brochure die je meekrijgt na het kennismakingsgesprek. Daar bedoelen ze mee: de Hollandse School. Dat noemen ze niet zo, want ze doen het graag voorkomen dat ze uniek zijn. Béter dan andere opleidingen.
PSV = techniek + techniek + techniek —positiespel
'Positiespel zoals bij Ajax daar doen wij niet aan,' zegt De Groot van PSV. Hij nam afscheid van een trainer van de E-selectie. Die wilde meer tactiek en minder techniek trainen, zoals bij Ajax, waar pupillen nog maar 55 procent van de tijd iets doen met de bal.
AJAX = historie(Cruijff + Keizer + Swart) + filosofie + strategisch plan
'Ajax onderscheidt zich niet met een techniekles meer of minder,' zegt Jan Olde Riekerink, hoofd Opleiding van Ajax. Tenslotte heeft een speler per wedstrijd maar twee minuten de bal aan zijn voet. En de helft van de tijd heeft de tegenstander de bal. 'Het unieke van Ajax zit hem dus in iets anders, iets ongrijpbaars. Ajax is waar het vandaan komt en waar het naartoe gaat. Hoe, is niet uit te leggen. Wij weten zelf niet eens hoe we onze succesformule moeten kopiëren naar Ghana en Zuid-Afrika. Ook Chelsea wilde ons kopiëren, zonder succes. Ons hoge rendement, dat maakt ons uniek. De selectie van ons eerste bestaat voor 70 procent uit eigen jeugd. Oranje bestaat voor 70 procent uit Ajaxkweek'
AZ = Ajax —historie + gemoedelijke sfeer
'Wij leiden op tot hetzelfde verzorgde voetbal als Ajax, maar bij ons is de sfeer beter', zegt Aloys Wijnker van AZ. 'Ajax is groter en killer. AZ is warmer, om niet te zeggen gemoedelijker. Maar ook nuchterder. Altijd jezelf, is onze slogan'
Heerenveen = AZ —0,5(AZ-budget) + luwte + kleinschaligheid
'Wat ze ook vertellen, de drie topclubs plus AZ, SC Heerenveen en FC Twente/ Heracles onderscheiden zich nauwelijks van elkaar,' zegt Wim Dusseldorp van SC Heerenveen. 'PSV zegt: "Bij ons word je vriendje van de bal" Ajax zegt: "Bij ons word je de baas over de bal." Tja. AZ zit qua niveau het dichtst bij de top. Hun grote probleem is net als bij Feyenoord en PSV de moeizame aansluiting tussen het tweede en het eerste elftal. De onderbouw hobbelt erachteraan net als de bovenbouw. Bij ons sluit het beter aan. Wegens de kleinschaligheid, de maximale energie die we steken in geringe aantallen. Het dorp, de sociale controle.' Er brak de laatste jaren één Friese jeugdspeler van SC Heerenveen door naar het eerste. In de grootschalige, keiharde rat race van Ajax kregen in 2008 maar liefst achttien jeugdspelers een jeugdcontract aangeboden.
Ajacieden met jeugdcontracten staan nog lang niet in De Arena in de basis. 'Integendeel,' vindt Uri Coronel, de man die met zijn rapport over Ajax een ongekend kritisch kijkje bood in de jeugdopleiding en voorzitter werd. 'Ze zijn technisch vaardig, maar missen handelingssnelheid, tactisch vernuft, mentale hardheid, gogme'
Voldoen zij dan wel aan het opleidingsplan van hoofd Opleiding Jan Olde Riekerink? 'Er is niet echt een plan, een rode draad,' geeft hij toe. Daar kan hij niks aan doen, hij werkt er nog niet zolang. Daarvoor was zijn kantoortje een duiventil van trainers die er ook al niet aan toekwamen. 'We hebben wel een jeugdplan met uitgangspunten voor wat we op welke leeftijd trainen. Maar die heb ik nog nooit gelezen, ze zijn er vooral voor de KNVB-sterren.' Coronel oordeelde over dat jeugdplan: 'Geen heldere trainingsdoelen, geen wetenschappelijke onderbouwing van de trainingsmethodes'
Johan Cruijff, na dat rapport twee weken lang actief als adviseur van Ajax, las het niet maar was altijd al zeer kritisch over de jeugdopleiding. 'Cruijff vindt dat Ajax-spelers niet nadenken,' zegt Olde Riekerink. 'Hij vindt dat ze niet weten hoe ze moeten anticiperen en ruimtes moeten bespelen. Ze zijn niet op de hoogte van de geheimen, de details waar het Ajaxvoetbal groot door is geworden. Mijn idee is dat je die theorie heel gedetailleerd kunt overbrengen op voetballers aan de hand van videobeelden. Al voor het rapport Coronel was ik bezig het allemaal op papier te zetten.'
Volgens Cruijff en Coronel deugt er weinig op jeugdcomplex De Toekomst. School, vervoer en eten zijn perfect geregeld, er is videotraining, een multiskills-programma voor meer atletische spelers en een masterclass voor de grootste talenten. Er zijn plannen voor een Ajax Football Centre waar ze voetbal wetenschappelijker gaan benaderen. Maar de werkdruk van het hoofd Opleiding is te groot, schrijft Coronel. Hij heeft geen tijd om op het veld staan. Niet vreemd, met veertien jeugdelftallen. 'Die kan ik niet allemaal elke zaterdag in actie zien,' zegt Olde Riekerink. Al voor de kritiek deelde hij de elftallen in drie groepen in: de onderbouw (F1 —D3), de middenbouw (D2 —C1) en de bovenbouw (B2 —A1), waar hijzelf op toeziet. Bij die elftallen staat hij wel degelijk op het veld.
De zwaarste kritiek betrof de staf van veertien jeugdtrainers. 'Onervaren trainers worden niet goed begeleid en ervaren trainers worden te weinig gecorrigeerd,' vond Coronel. Ze zijn meer bezig met het resultaat van het team op korte termijn dan met de jongens zelf. Ze moeten worden beoordeeld én afgerekend op talentontwikkeling. Op de Toekomst lopen zo'n acht oud-voetballers rond: Jonk, Winter, Kreek, Silooy, Roy, Tahamata, Otto, Mühren, De Boer en net zoveel niet-voetballers, zoals gediplomeerde CIOS-trainers. Een bewuste balans, omdat Ajax in het verleden vaak te horen kreeg dat botte ex-profs er jongetjes drillen.
Coronels twijfel aan de trainerskwaliteiten deelde Olde Riekerink ook al langer. Op de plenaire vergadering op maandagochtend eist hij van hen meer vakinhoudelijk overleg, later in de week andermaal. 'We doen een nabespreking en een voorbespreking van de wedstrijden. Wat ging er mis, wat kan beter, wat kunnen we verwachten? De aftrap, de warming-up, alles komt aan bod' Als straks zijn leerplan af is, wil hij dat trainers zich er strikt aan houden. Orde en tucht. Niet alleen voor spelers lijkt Olde Riekerink dat het beste, ook voor trainers. Dat vond Coronel nou niet. 'Als een trainer ergens mee zit, stapt hij niet makkelijk naar het hoofd Opleiding. Ook ouders van jeugdspelers durven geen open gesprek aan te gaan of kritiek te leveren. Er heerst groot onderling wantrouwen. Dat drijft jonge spelers in de armen van zaakwaarnemers'
Zijn Ajaxtrainers bezig met winnen of met opleiden? 'Ze moeten naar de jongens uitstralen dat het proces belangrijker is dan winnen,' zegt Olde Riekerink. 'Maar dat mogen ze niet tegen spelers zéggen. Spelers moeten willen winnen' Dat valt niet mee. 'De ene trainer is resultaatgerichter dan de andere. Ze hebben korte arbeidscontracten en hebben het gevoel op resultaat te worden afgerekend. Ze reageren op elkaars resultaat. "Hé Sonny, verloren hè dit weekend?" Dat is onze cultuur'
Misschien moet Olde Riekerink eens kijken hoe ze dat bij Feyenoord doen. Daar hebben ze evenmin een uitgewerkt leerplan, wel beoordelen ze er de jeugdtrainers heel modern op de mate waarin ze bij hun pupillen progressie realiseren. Het gaat er niet om of hun team wint of verliest. Het enige dat telt is het aantal spelers dat afhaakt of doorstroomt. Sterker, trainers beoordelen er niet alleen hun spelers. Ze beoordelen ook zichzelf en elkaar. Een '360 graden feedback' noemt Feyenoord dat, een instrument uit de managerswereld waarbij alle mensen rondom de leidinggevende —meerderen én ondergeschikten —hem beoordelen.
In de praktijk van Feyenoord wordt geen speler of collega iets gevraagd. Na de val van voorzitter Jorien van den Herik stelde technisch adviseur Wim Jansen zijn protegé Peter Bosz aan als directeur. Die schoof zijn zwager Stanley Brard door naar de hoogste post in de opleiding. Brard begon een schoonmaakoperatie onder jeugdtrainers die tot de verbeelding zal hebben geproken van Johan Cruijff. Die wilde zijn vriend Piet Keizer iets dergelijks laten doen op De Toekomst, totdat de nieuwe hoofdtrainer van Ajax, Marco van Basten, er een stokje voor stak.
Feyenoord Al-trainer en oud-voetballer Henk Fraser werd al langer verweten dat hij Surinaamse spelers in zijn team voorttrok. 'Jij maakt spelers niet beter,' kreeg hij van Bosz en Brard te horen in een gesprek dat meer leek op een '180 graden feedback'. 'Je belt met je mobieltje tijdens de training en je coacht spelers in het Surinaams' Brard zat er toen een jaar. Tegen Fraser was in zijn acht jaar tijd als trainer geen dossier opgebouwd. Toch wilde Brard snel van hem af. De '360 graden feedbacksessie' kwam goed van pas. Een stok om mee te slaan. Ook Beloftentrainer Arnold Scholten, keeperstrainer Carlo L' Ami en Fl-trainer Erwin Pinas moesten op deze wijze vertrekken. 'Pinas heeft een mening en loopt niet steeds binnen bij Brard om hem een kopje thee te brengen,' zei Fraser. 'Er heerst een ons-kent-ons-sfeer op Varkenoord'
Jeugdtrainer Fräser vloog bij zijn ontslag Brard bijna naar de keel, maar de training ging die middag gewoon door. Oók die van de onderbouw. Na schooltijd trainen de pupillen van Sportclub Feyenoord twee per week. Geen minuut meer, Brard is als de dood voor verzadiging en overbelasting. Tot in de A-junioren voert hij de frequentie geleidelijk op tot zeven trainingen per week.
Bij verenigingen als PSV en Ajax trainen de F-jes en E-tjes drie keer twee uur per week. Geblesseerd? Dan kom je toch en schrijf je een verslag van de training. Op zaterdag volgt de competitie, op zondag een extra activiteit. Pas vanaf de D1 speel je in een vast basiselftal, voorlopig speel je in wisselende teamsamenstelling in zeven-, acht- of negentallen over de breedte van een half veld. Sommige eerstejaars E-spelers (acht, negen jaar) spelen al op een heel veld.
Zwaar? PSV overweegt de invoering van een vrije woensdag, zoals in het minder volgepropte weekschema van de Feyenoordonderbouw. Eigenlijk zouden D-spelers en ouder op de dag na de zaterdagwedstrijd hersteltraining moeten doen, vinden ze op De Herdgang. Door de week kunnen trainers dan meer kwaliteit in de training leggen, meer balans. Helaas zijn er op zondag vaak al andere activiteiten gepland. Trainingen met stagiairs, of toernooitjes waar PSV-spelers worden verwacht. Als mechanische poppetjes lijken ze eindeloos opwindbaar. Er is nog zoveel te leren: fysiek, techniek, tactiek, mentaal.
Trainbaarheid. Wanneer heeft volgens Ajax welke training het meeste effect?
Techniek 8 —12 jaar De eerste jaren moet je veel techniek herhalen en doen inslijten, later moet je het onderhouden.
Tactiek 12 —18 jaar De eerste jaren is er ook aandacht voor inzakken, pressie en positiespel —alleen noemen trainers het nog niet zo.
Fysiek 8 —18 jaar In de eerste jaren werk je aan rompstabiliteit en souplesse. Na de groeispurt, rond je twaalfde: meer aan kracht en conditie. Mentaal 8 —18 jaar In de eerste jaren werk je aan je basis-zelfvertrouwen. Daardoor durf je meer, sta je open voor aanwijzingen.
Neem alleen al je fysieke ontwikkeling. Na de groeispurt tot je zesde verjaardag groei je gelijkmatiger. Een mooi moment, vinden ze bij Ajax, om op judo te gaan. Voordat je het trainingsveld op mag, krijg je drie kwartier multiskills —judoles en gymnastiek. Je leert er je val te breken, werkt er aan ritmegevoel, reactievermogen en coördinatie. Je lichaam wordt er flexibeler van en minder gevoelig voor blessures. Dit atletisch vermogen is tegenwoordig een basisvereiste voor moderne voetballers.
'Bah, judo' zeggen voetballers. 'Zonde van de tijd,' zeggen hun ouders. 'Op lange termijn winnen ze er dubbel mee,' vinden ze bij Ajax. Alleen maar voetballen is op korte termijn inderdaad het beste, maar die eenzijdige belasting stagneert de ontwikkeling op latere leeftijd. Een moderne voetballer moet niet alleen goed met de bal om kunnen gaan, hij moet ook een atleet zijn, snel en lichtvoetig. Dat word je niet van drie keer per week om pylonen dribbelen. Voor kleine aanvallers kan judo zeker geen kwaad —verdedigers van negen jaar passen tegenwoordig al het hele register van de spijkerharde Italiaan Marco Materazzi toe: shirtje trekken, armpje duwen, ruggetje klimmen, doodschopje uitdelen, vermoorde onschuld spelen.
Ook keepers hebben baat bij valtechniek. Zij vrezen spitsen die te laat zijn en op hen doorlopen —klappen die ze nu leren opvangen of ontwijken.
Ajax is zo tevreden over multiskills dat de D- en C-junioren ook op judo moeten. De gele slip of een diploma kunnen ze echter niet halen, dat leidt te veel af van de voetbalprestaties.
Lopen andere spelers straks achter op de judoka's van Ajax? Hun clubs denken van niet. AZ heeft een voltijds inspanningsfysioloog in dienst, SC Heerenveen doet veel aan warming-up en vechtvormen. Daar maakt een loop- en conditietrainer voor elk van de tachtig jongens vanaf de D een apart programma voor rompstabiliteit en tegen houterigheid. 'Onzin,' vinden ze op hun beurt bij Feyenoord en PSV. 'In elke techniekoefening zit alles al. Van elk duel om de bal wordt een jongen sterker'