Techniek dan. Techniek is terug. Is techniek dan weggeweest? Ja, kijk maar hoe vaak de bal nog van de voeten van Ruud van Nistelrooy springt. In de jaren tachtig en negentig, toen hij werd opgeleid, vonden jeugdtrainers tactiek belangrijker dan techniek. Die van Ruud stelden het fysieke en mentale er ook boven. Toen die trainers eind jaren negentig op de kamers van hun matig voetballende zonen posters zagen hangen van louter buitenlandse technici als Ronaldinho, Christiano Ronaldo en Zinédine Zidane, drong langzaam iets tot ze door. 'Mijn zoon van tien speelde in de jeugdopleiding van Vitesse/AGOVV,' zegt Edward Sturing, destijds coach van het eerste van Vitesse. 'Ik kreeg hem niet meer mee naar de training. Hij bleef liever thuis omdat hij op het veld toch niks meer mocht en van alles moest. "Waar zijn we mee bezig?" schoot er door me heen. Mijn zoon opende mij de ogen'

 

Vriendje worden van de bal (PSV) =

Baas worden óver de bal (Ajax) =

Eén worden met de bal (Feyenoord)

 

Techniek, hoe moest dat ook alweer? Jonge jeugdtrainers overbieden nu op de tweedehands boeken van techniekgoeroe Wiel Coerver. Hoe deed hij dat, 'kappen en draaien'? Geen idee hebben ze, hun generatie voetbalde al niet meer op straat. 'Techniek', dicteerde Wiel Coerver in 1983 aan ghostwriter Johan Derksen in de techniekbijbel Leerplan Voor De Ideale Voetballer, 'staat ten dienste van tactiek. 

Als je beslissende acties maakt, groei je automatisch in tactisch opzicht. Door de bal trouw in te leveren bij je medespeler groei je niet. Een meeloper, een ballen-inleveraar kan nooit over de juiste mentaliteit beschikken. Toch kom je hem in elk elftal tegen. Alleen de uitblinker is moreel sterk. Wat kan hem nog gebeuren? Helaas krijgt tegenwoordig conditietraining de voorrang boven techniek. We trainen in dienst van de verdediging'

Deze lange klaagzang tegen het oprukkende moderne voetbal kun je verder overslaan. Aardiger zijn de vele fotoseries van Wiel met twee bonenstaken in een Pumabroekje. Daarin toont hij elke techniekvorm in slow motion. 'Je doet alsof je trapt, maar je tikt de bal achter het standbeen langs en neemt hem mee' Zelfs verdediger Jaap Stam beheerste deze Cruijff-kap. Een pagina verder kapt Wiel de bal met de binnenkant van zijn rechtervoet voor het lichaam langs, neemt hem met de buitenkant van de andere voet mee, kapt hem met de binnenkant van de linkervoet voor het lichaam langs. 'Etcetera'

Met speciale aandacht moet Zinédine Zidane, elf jaar oud, de plaatjes op pagina 65 hebben bekeken. Van het Nederlands ernaast begreep hij niks. 'Dribbel op snelheid, zet je voet op de bal en terwijl je een snelle draai om je as maakt, neem je de bal met de andere voet over en neem je hem met de buitenkant van de voet mee. Doe een paar tussentikken en doe het nog eens met de andere voet' Hij rende met zijn bal naar buiten. De 'Zizou'-beweging was geboren. Of had hij het afgekeken?

 

Techniek is wat straks het verschil maakt in de top,' zegt Olde Riekerink. 'Helemaal vrij te zijn van de bal. In het veld maak je alleen de juiste keuzes als je niet meer met de bal bezig bent, maar met medespelers en tegenstanders. Ajax is een ploeg die de bal wil hebben. Techniek kun je er daarom niet vroeg genoeg instampen'

Toch besteedt Ajax maar de helft van de trainingstijd aan techniek, de rest gaat op aan judo, looptraining, positiespel. Bij F- en E-spelers gaat dat er speels aan toe -zonder tegenstander of weerstand. In ganzenpas gaan ze met bal achter de trainer aan, doen zijn bewegingen na. Lastig, op hem en de bal tegelijk letten, maar alles bij de eerstejaars is gewenning, herhaling, gewenning. Bij de tweedejaars is het uitvoering, herhaling, uitvoering. Weer een jaar later worden ze geacht techniek ten dele zelf te onderhouden door veel uren te maken.

Zo niet bij PSV. 'Wij zijn nogal excentriek vergeleken met Ajax,' zegt Rini de Groot. 'Bij ons krijgen de jongsten 100 procent techniek, aanvallers én verdedigers' Eindeloos oefenen ze op de Kaka-beweging. Trainers tonen beelden van Kaka, hoe hij de bal met een speler in de rug in één vloeiende beweging aanneemt, zich omdraait, de bal links of rechts van de tegenstander schuift, hem passeert terwijl de bal panklaar ligt richting goal voor een schot of passing. Eén keer aanraken. Gaat het tien keer verkeerd, zeggen ze: "Probeer het een elfde keer''

'We stimuleren ze acties te maken. Doel: optimale beheersing over de bal en dominantie in de 1:1-situatie. Het overzicht behouden en het afgeven komen later wel'

 

PSV = 2(Ajaxtechniek) + 0,5(Ajaxfysiek) —Ajaxtactiek

 

PSV? Is dat niet die club die dienstbare spelers als Berry van Aerle en Wilfred Bouma opleidt, die de boel achterin op slot gooien en zichzelf wegcijferen? Wie veroorzaakte deze ommezwaai, Guus Hiddink? 'Dat zou te veel eer zijn,' zegt Rini de Groot van PSV. 'Voor Guus creëerde PSV al een cultuur waarin dit mogelijk werd. Het techniekdenken kwam van onderop, van de trainers.' 

PSV treedt als opleidingsinstituut graag uit de schaduw van Feyenoord en Ajax. Doorbraken in het eerste van PSV en Oranje als die van Aissati en Afellay gebruiken trainers gretig als voorbeeld voor de pupillen. Elke vakantie krijgen die techniekhuiswerk mee, een bal, een springtouw —op de PSV-website staan voorbeeldfilmpjes met alle trucs. Oefenen ze op de techniekserie 'Bakkal', 'Aissati' of 'Afellay' met elk negen nieuwe bewegingen. De grote talenten beheersen dat repertoire natuurlijk al lang, maar leergierige spelers in de PSV-traditie van Peter Hoekstra, Björn van der Doelen, Edward Linskens, Boudewijn Zenden en Klaas-Jan Huntelaar doe je er alleen maar een groot plezier mee, denkt PSV.

Na de vakantie bekijkt een jury van E-spelers de vorderingen van de F-spelers. Een enkele schaar naar links, dan rechts er langs met een lobje als zekerheid voor het geval de verdediger niet naar links gaat en zijn been uitsteekt naar rechts. Niet de beste uitvoering wordt bekroond, maar degene die het meest is vooruitgegaan. 'Hé joh die doe je verkeerd hoor!'

 

Ricardo Moniz, leerling van Wiel Coerver en ex-techniektrainer van PSV bracht de inzichten naar Manchester United en Tottenham Hotspurs. Optimale beheersing over de bal en dominantie in de 1:1-situatie bereik je volgens hem alleen door dagelijks alles te herhalen. Te beginnen als zesjarige. Niks partijtjes, niks techniekoefening onder weerstand, elk foutje valt dan enorm op. In isolement heb je het meeste balcontact. Anders loop je er als mindere speler toch maar een beetje bij. Daar denken ze bij SC Heerenveen anders over. 'Wat PSV doet, heeft weinig zin,' zegt Wim Dusseldorp. 'Daar leren ze je de beweging om de beweging. Maar het gaat er toch om je man voorbij te komen? Techniek leer je alleen onder maximale weerstand, in echte partijtjes tegen een felle verdediger die koste wat kost een doelpunt wil voorkomen. Hij maakt keuzes, de aanvaller maakt keuzes. Dat is voetbal. 

Bij zo'n techniektraining van PSV staan ze minuten lang stil in een rijtje te wachten' Bij Feyenoord twijfelen ze tussen maximale weerstand en oefening in isolement. 'We trainen veel vanuit een wedstrijd,' zegt een trainer. 'We geloven niet in oefening buiten het spel om. De jongste spelers oefenen wel geïsoleerd, zoals Coerver het bedoelde, een kwartiertje per dag. Dribbelen ze achter de trainer aan van hoedje naar hoedje. Vinden ze prachtig. Hoe leuker ze het vinden, hoe sneller ze het toepassen op zaterdag. Helaas brengen niet al onze trainers dat ideaal in de praktijk'

Voordoen, daarin gelooft PSV-techniektrainer Jefta Bresser wel. 'Een slechte trainer roept met zijn handen op de rug: "Houd die bal bij je" Een goede doet het voor. "Laat je voet een beetje meegeven, buig de knie iets over de bal" dat soort lessen. Of: "De aanname is belangrijker dan passen en trappen" Door een goede aanname kun je wegdraaien van de tegenstander en echt ruimte creëren voor je team. Oefenen we eerst met de bal, dan met een tegenstander die een schouderduw geeft, daarna spelen we de bal bewust in op het verkeerde been, aan de kant van de tegenstander. Matige technici kaatsen dan, de goede proberen iets uit'

 

Ondertussen concentreren ze zich bij Ajax liever op wat eerste tactische lessen. Tot hun elfde jaar zijn kinderen ongevoelig voor tactische lessen, geven ze in Amsterdam toe, maar je hebt tactiek en tactiek. Als een talentvolle F-speler van Ajax uit zichzelf ziet dat hij vrij moet lopen als zijn ploeg de bal heeft, legt trainer Dennis de Haan het spel stil en zegt tegen de anderen: 'Kijk eens wat hij doet? Als jullie dat nou eens allemaal doen, dan houden jullie het spel groot.' 

De Haan roept ze bij elkaar. Op zijn hurken plaatst hij acht rode en acht gele hoedjes tegenover elkaar in het gras. Dan trekt hij de rode hoedjes uit elkaar, als een accordeon. Het speelveld wijkt uiteen. De gelen volgen om de roden te dekken. 'Kijk, nu krijgen de roden veel meer ruimte om naar het doel van de gelen toe te spelen. Maar maak het veld ook weer niet té groot. Hoe kleiner de afstanden, hoe makkelijker je kunt afspelen. Zover kunnen jullie de bal nog niet schoppen hè?' Dat was tactiekles 1. 'Wat doen we als we de bal niet hebben?' De cirkel van zeven rode hoedjes krimpt in. Voor de gele balbezitters blijft weinig speelruimte over. 'Precies Youri, dan houden we het spel klein' Dat was tactiekles 2.

 

PSV vindt dit al te ver gaan. 'Tactiek kun je nooit helemaal loslaten,' geeft Rini toe. 'We wijzen ze wel op ruimtes waarin ze kunnen spelen, anders lopen ze allemaal waar de bal is. Verschil met Ajax is dat kinderen van ons geen opdrachten hoeven uit te voeren. Met taken leiden we geen zelfstandige, creatieve voetballers op. Ze moeten het zélf herkennen en doen. Niet omdat wij het ze voorkauwen' Elke les wordt vragend gegeven. 'Giovanni, wat zou jij kunnen doen om je vriendje te helpen? Dichterbij hem staan?' Haalt Giovanni vragend zijn schouders op, dan maken we daar géén probleem van, benadrukt Rini.

 

'Vóór de man passen,' roept De Haan van Ajax. 'Probeer een beetje samen te spelen. Pas de techniek toe die past bij de situatie' Aan de zijkant is een schaar soms de beste keuze, op het middenveld een Zidane. Als het maar tot een 'man-meer-situatie' leidt.

Hij wil meer 'tactische driehoekjes' zien. Partijtjes 8:8 zijn daar ideaal voor. Dat vinden ze bij Ajax logischer dan 7:7, waar doorsneevoetballers in spelen. Bij PSV vereenvoudigen ze het spel soms zelfs naar 2:2, alleen maar om de balcontacten. Maar dat heeft toch niks meer met voetbal te maken, met 11:11? Nee, Dennis formeert zijn team liever in een losse 1-3-1-3, met een verbindingsspeler tussen de voorste en laatste linie. Dat zorgt voor veel meer dynamiek dan bijvoorbeeld een 1-2-2-3, waarbij de vliegende keep een soort laatste man is. Goed om de keeper bij het spel te betrekken, maar in de praktijk onwerkbaar. Alle ballen vliegen over hem het doel in. Trouwens, de vleugelspitsen in 1-2-2-3 worden ook niet goed aangespeeld.

Na een goede invulling door zijn pupillen van de 1-3-1-3 is de latere stap naar het volwassen Ajaxsysteem 1-3-4-3 een logische. Toch speelt hij komende zaterdag met slechts twee verdedigers in plaats van drie. Die komen daardoor vaker 1:1 met een aanvaller te staan, daar leren ze van. Ook al vallen er tegengoals uit.

'Misschien moet je toch wat meer in formatie spelen,' stelt een vals grijnzende collega Dennis voor op de maandagochtendvergadering. 'Die van jou lijken toe aan een duidelijker taakverdeling' Dat gaat ten koste van het individu, vindt Dennis. De ene maakt liever een actie, de ander speelt liever samen. Bij de keuze tussen het individuele en het teambelang kiezen we voor het eerste, geeft Olde Riekerink hem gelijk. Volgende week Feyenoord uit, besluit Dennis. 'Dan ga ik achterin niet 1:1 verdedigen. Winnen is belangrijk voor het zelfvertrouwen'

 

Vanaf de velden van Varkenoord, De Herdgang en De Toekomst —waar respectievelijk hard wordt gewerkt aan fysieke ontwikkeling, techniek en tactiek —wijzen trainers regelmatig richting De Kuip, het Philips Stadion, De Arena, onder aanroep van een de vele mentale factoren waar het jeugdspelers nog aan ontbreekt. 'Willen jullie daar ooit nog spelen? Dan zou ik eerst maar eens wat meer...

 

begerigheid/concentratie/doorzettingsvermogen/incasseringsvermogen/ inzet/gedrevenheid/zelfstandigheid/... (doorstrepen wat ze al wel hebben)

 

... laten zien!' Makkelijkste manier om aan al die mentale knopjes te draaien is de jongsten tegen grotere, oudere jongens te laten spelen. Vooral bij Ajax doen ze dat graag. 'Goed voor het doorzettingsvermogen, worden ze harder van' Soms speelt de F1 van Ajax juist tegen een zwakkere tegenstander, als het tijd wordt voor meer durf in de acties.

Bij Feyenoord moeten ze daar niks van hebben. F-trainer Erwin Pinas vroeg al zo vaak aan hoofd Opleiding Stanley Brard of zijn F-jes eens tegen de E-tjes van Feyenoord mogen oefenen, maar nee. Geen tijd voor in het weekschema, te belastend.

Lastiger te beroeren is de knop van het incasseringsvermogen. Negatieve coaching is uit den boze, maar ja. Profspelers moeten straks niet schrikken als de trainer een keer kwaad wordt.

 

'Wat een stel lamlendige gasten zijn jullie,' zegt Ajaxjeugdtrainer Maarten Stekelenburg in de kleedkamer tegen zijn E-pupillen. 'Mitchell, ik vind het echt ongelooflijk. En jij Kevin hebt ook nog wat goed te maken hè' Uit: Ajaxdocumentaire Daar Hoorden Zij Engelen Zingen 1999

 

'Wij voeden kinderen op,' zegt Olde Riekerink. 'Ik weet nog dat ik met Johnny Heitinga op het veld stond. Hij was tien en stond er maar sloom bij. Ik liet een hesje voor hem op de grond vallen. Ik zei niks, pakte het hesje en liet het opnieuw

vallen. Dit keer ving Johnny het. Ik zeg: "Waarom vang jij hem nu wel? Omdat jij nu actief staat" Je moet kinderen heel veel uitleggen. Anders komt het niet aan.' 

Van een bangerikje maak je geen durfal, weten pedagogen, andersom lukt wel. 

Van een donderspeech trekken hooguit twee spelers zich iets aan. Vijf krijgen een knauw. De drie spelers die wél hun best deden en voorzien zijn van een rechtvaardigheidsgevoel, voelen zich beledigd. Het was misschien beter als Stekelenburg die dag in 1999 de vedette van het team niet had afgekraakt om zijn slappe wijze van inpassen, maar een extra moeilijke opdracht had gegeven. En de mindere speler wist allang dat hij de mindere op het veld was.

'Met alleen maar positieve coaching sluiten we de ogen voor hoe de voetbalwereld in elkaar zit,' zegt Olde Riekerink. 'In het eerste elftal wordt soms slecht gecommuniceerd. Daar moeten we spelers op voorbereiden. Hoe vroeger ze leren omgaan met kritiek, hoe beter. In het voetbal moet je soms even je mond houden, een discussie kappen we soms bewust af. Wij ex-profs zijn daar ook niet slechter van geworden. En mental coaching voor jonge spelers daar geloof ik niet in. Alleen mensen uit de sport begrijpen hoe de dingen hier werken'

 

'Ik ben het er niet mee eens hoe Ajax met kinderen omgaat,' zegt Rini de Groot van PSV. Hoewel hij zegt zich te hebben gestoord aan de beruchte documentaire -'zo gaan wij én zij niet om met kinderen' —gaat het er volgens hem in Amsterdam 'veel strakker en arroganter' aan toe dan bij ons in Brabant. 'Dat horen wij van veel Utrechtse spelers die afvallen bij Ajax en bij ons komen spelen' 

Een Elinkwijkertje kwam van Ajax over. 'De jongens hier zeggen me gewoon gedag,' merkte hij verbaasd op. Toch mag PSV wel wat strenger worden, vindt Rini. 'Zeker voor jongens vanaf twaalf jaar. Die moeten hun plek kennen. Soms zijn we te lief voor ze. Beetje als de Belgen, hè' Toch kwam PSV snel terug van het idee om de flappen met persoonlijke doelen op te hangen aan ieders haakje in de kleedkamer van de F- en E-spelers. 'Het leerde ons wat dat met kinderen doet. Die kunnen soms heel hard tegen elkaar zijn. Wij trainers moeten het sociale gebeuren bewaken, niet aanjagen' Mentale hardheid ontwikkelt PSV liever door pupillen te laten poten. 'Kijken wat er gebeurt. Wie neemt het initiatief? Wie wordt als laatste gekozen? Hoe gaat die ermee om?'

 

Het is 1 mei en je zit aan een lege tafel. Je trainer, teamleider en het hoofd Opleiding zitten achter de tafel. Je ouders mogen niet naast je zitten. Ze nemen een paar meter achter je plaats. Dit is je eindejaarsgesprek. Ga je over of moet je weg? Maar het is pas 1 mei! Het seizoen loopt toch door tot 1 juni? Klopt, maar spelers die van club wisselen, moeten zich vóór 31 mei overschrijven. BVO's moeten daarom voor 1 mei al aangeven hoe de selecties er volgend jaar uitzien. Die mannen achter de tafel weten dus al of jij blijft of niet. 

Jij weet het ook. Je voelde het al toen je niet mee mocht naar een internationaal toernooi. 'Wat vind je er zelf van hoe het gaat?' vroeg de trainer in december. Herinnerde hij je toen aan afspraken in september, zonder een complimentje te maken over vorderingen op ander vlak? Dan moet je de laatste drie maanden van dit seizoen wel heel veel vooruitgang hebben geboekt, wil je nu nog overgaan. Gelukkig mogen F-spelers hoe dan ook twee jaar blijven, E-spelers niet. 

In september had jij je eerste 'POP-gesprek', in december je tweede, dit is je derde. Het POP-gesprek keken BVO's af van het bedrijfsleven. Elke werknemer heeft tegenwoordig een zogeheten 'Persoonlijk Ontwikkelingsplan'. Jij nu ook. Kinderarbeid en alles wat daarnaar riekt is verboden, zoals het 'beoordelingsgesprek' en andere dossiervorming tegen de pupil. Daarom omschrijven clubs het POP-gesprek liever als een 'functioneringsgesprek'. Geen eenrichtingsverkeer, maar tweerichtingsverkeer. De pupil heeft net zoveel inbreng als de trainer. Die mag hij zelfs kritiek teruggeven, als hij durft.

 

PSV en Ajax deden met de POP al wat jaartjes ervaring op. Pupillen bedenken samen met hun trainer persoonlijke leerdoelen —en hoe die te bereiken. Dat alles in tien minuutjes. Ouders van Ajaxspelers vinden dat volgens het rapport van Uri Coronel bar weinig voor bespreking van prestaties, verbeterpunten, evaluatie én plan van aanpak voor hun kind. Ajax ziet het POP-gesprek echter niet als tweerichtingsverkeer, maar als eenrichtingsverkeer —dossiervorming. Sterker, door de speler zelf leerdoelen te laten bedenken, steekt deze zijn hoofd vrijwillig in een strop. Doel niet gehaald, einde opleiding.

'Dat maakt een open gesprek ingewikkeld,' schreef Coronel. 'Ajaxtrainers bereiden het gesprek goed voor, maar moeten zich meer open en kwetsbaar opstellen. 

Ouders voelen zich behandeld als tegenstanders, niet als partners' Hij beval meer schoolse rapporten aan met leerpunten. Andere clubs doen dat al langer. Vitesse/ AGOVV geeft waarderingen (goed, voldoende, onvoldoende), andere echte cijfers. PSV stopte met rapportcijfers. Pupillen zijn nog niet zo met hun ontwikkeling bezig, ontdekten ze daar, ze weten amper of iets 'technisch' of 'tactisch' is. Wat hebben cijfers dan voor zin? Nu laat PSV ze zelf aangeven wat hun sterke kanten zijn, waar ze het liefst aan willen werken. 'Door het ze te vragen', zegt Rini. 'Vertel kinderen dat het zus en zo moet, dan blijft twintig procent hangen. Vraag het —dan vijftig. Als je het ze zélf laat invullen zeventig —maar dat kost teveel tijd'

 

Je schreef in september alles op een grote PSV-flapover, nam die mee naar huis en prikte hem boven je bed. Vanaf nu was het jouw proces. Jij bent de proceseigenaar, de trainer is de procesbewaker. Hij grijpt in als je die eerste maanden afspraken niet nakomt. 'Jij wilde als verdediger toch de crosspass oefenen? En de rechtsbuiten zijn voorzet, de spits het koppen, de keeper hoge ballen? Jullie vieren zouden zelf één vorm bedenken waarin jullie dat oefenen. Dat was vanaf september jullie verantwoordelijkheid, doe het dan ook.'

De procesbewaker bewaakt alles in jouw proces. Hij houdt consequent bij hoeveel minuten je speelt per wedstrijd. Na elke wedstrijd noteert hij een beoordeling in jouw dossier: niet goed genoeg, onvoldoende, voldoende, op PSV-niveau, boven PSV-niveau. Het maakt hem daarbij niet zo veel uit hoe goed je nu precies bent, hij houdt vooral jouw individuele progressie bij —steeds vergeleken met de anderen in je team. Loop jij in aspecten achterop, dan manoeuvreert hij je in trainingen en wedstrijden in situaties waar je met je zwaktes wordt geconfronteerd.

 

 

Verstandig, vroege specialisatie?

Dat ligt aan de ouders, zeggen Feyenoordtrainers. Er zijn van die overspannen gezinnen die doorslaan. Geven ze de voetbalzoon meer aandacht dan zijn broertjes of zusjes. Er zijn ouders die met een zesjarig kind de wedstrijd uitgebreid gaan nabespreken. Dat schiet volledig door. Maar dat lig niet aan ons.'

 

 

 

Verstandig, kinderen onder druk laten presteren?

'In de onderbouw zijn we eigenlijk een amateurclub,' zeggen Ajaxtrainers. 'Kun je bij ons afvallen, bij een amateurclub niet? Bij een amateurclub kun je ook buiten de selectie vallen.' Het is sterker, vinden ze bij Feyenoord. 'De meeste amateurclubs verwaarlozen kinderen. Daar investeren ze vooral in het eerste elftal door spelers van buiten aan te trekken. Wij vangen kinderen juist op met de beste faciliteiten en geven ze de kans om hun voetbalkwaliteiten te ontwikkelen.'

 

 

 

Worden kinderen gedrild?

'Talentvolle spelers bij amateurclubs ontmoeten te weinig weerstand, worden te veel in de watten gelegd,' vinden ze bij Feyenoord. 'Bij ons heerst gelijkwaardigheid. Bij ons leer je in dienst van het team spelen. Natuurlijk moeten kinderen zich soms een beetje aanpassen. Daarom laten we jonge spelers minimaal twee jaar in de opleiding, tenzij ze zelf ongelukkig zijn.'

 

 

 

Worden kinderen in busjes vier keer per week door het land gesleept?

'Ze logeren toch ook bij oma?' zeggen ze bij AZ en SC Heerenveen. 'Ze gaan toch ook naar Spanje op vakantie? Ouders brengen ze toch naar de andere kant van de stad om ze bij een betere amateurclub te laten spelen? We proberen voor de kleintjes de straal zo klein mogelijk te houden. Voor oudere kinderen regelen we gastgezinnen, van ouders van de jongsten verlangen we dat ze meekomen naar de training. Je moet er wel wat voor over hebben.'

 

 

 

Waarom niet pas beginnen met opleiden vanaf de D-jeugd?

'Dan moeten de F-jes en de E-tjes bij hun amateurclub wel een topopleiding krijgen,' vinden ze bij PSV. 'Voetbalvaders leveren ons geen goede spelers aan. We kunnen met zijn allen keihard afspreken dat iedereen van de spelertjes afblijft, en dan pakken we ze pas met twaalf jaar. Dat zou ons een hoop gedoe schelen. Maar goede trainers willen ook dan het eerste trainen, niet de onderbouw. Dat gaat ten koste van het Nederlandse voetbal. Daar leiden PSV, Ajax en Feyenoord voor op.'

 

 

Enkele weken voor je gesprek op 1 mei klopte Rini de Groot aan bij jouw teamtrainer. Rini legde de laatste hand aan de E- en D-selectie van komend seizoen en wilde van je trainer —jouw procesbewaker —een laatste oordeel over je vorderingen. Rini's scouts leverden hem alweer een aantal leuke nieuwe spelers voor jouw positie aan. Een stilstaande tweedejaars F-speler krijgt nog een jaartje het voordeel van de twijfel, een tweedejaars E-speler zoals jij niet meer. In de D3 van volgend seizoen is plaats voor veertien jongens. Rini heeft van de tweedejaars E-spelers de nummers 1 tot en met 14 zo'n beetje in zijn hoofd zitten. 1 is de beste, 14 de minste. Is de oude nummer 14 gelijkwaardig aan een nieuwe jongen, dan kiest hij nog even voor de oude. Hij hanteert veel van dit soort regeltjes. Boeken de oude nummers 12, 13 en 14 zo weinig vooruitgang dat ze zeker moeten afvallen?

 

De drie nieuwe jongens die hen vervangen > de oude nummers 1, 2 en 3 van het bestaande team

 

'Ik verwacht van de drie nieuwelingen dat ze meteen tot de besten van het team behoren,' zegt Rini. 'Al hebben ze wel wat in te halen. Alleen zo maken we de sterkst denkbare teams'

Soms staan die nummers 12, 13 en 14 een seizoen lang stijf op die plekken. Ondertussen zoeken Rini en zijn scouts naar vervanging. Hoe rijmt hij dat met zijn hoofdregel: bij PSV gebeurt alles in het belang van het kind? 'Tijdens het seizoen speelt de nummer 14 net zo vaak als de grote talenten. Misschien niet tegen Ajax, maar tegen een middenmoter stellen we hem snel weer op. We willen dat hij zijn plezier behoudt. Alleen zo kan hij zich toch nog ontwikkelen. We onthouden de vijf dingen die hij goed doet, vergeten de vijfendertig die hij fout doet'

 

Dit wordt een slechtnieuwsgesprek. Elk jaar voert Rini er zo'n tien. Maar hoe subtiel hij in het voortraject speler en ouders al duidelijk probeerde te maken dat de jongen het mogelijk niet gaat halen, het grijpt hem steeds weer naar de keel. 'Als je dat eenmaal gedaan hebt, is eigenlijk niks meer erg' Milan, een back van tien jaar oud, ontwikkelt zich minder dan eerst. Hij staat al sinds september stil in zijn basistechniek. Ook zijn beleving en snelheid laten te wensen over.

'Vind jij dat je de tegenstander de baas bent?' vroegen Rini en Jefta hem al in december en nu weer. 'Niet zo'

'Vind je dat je in het veld de goede keuzes maakt?'

'Niet altijd.'

'Kun jij goed schieten?'

'Ja, dat wel'

Altijd iets positief ertussendoor, altijd met iets positiefs afsluiten. 'Als je wilt, zoeken we voor jou een leuke andere club, Milan. Bij FC Eindhoven of FC Den Bosch zoeken ze nog spelers zoals jij. Of wil je liever terug naar je oude club? We blijven je volgen, hoor! Je kunt ons altijd bellen voor advies. En je mag natuurlijk je PSV-tenue houden'